ECLI:NL:RBDHA:2025:5663
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om proceskostenvergoeding in asielzaak na intrekking besluit door minister
Op 3 april 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoeker, vertegenwoordigd door mr. N.C. Blomjous, een verzoek om proceskostenvergoeding indiende tegen de minister van Asiel en Migratie. De zaak betreft de intrekking van een besluit van 21 november 2022, waarin de asielaanvraag van verzoeker niet in behandeling werd genomen omdat Duitsland verantwoordelijk zou zijn voor de behandeling. De minister trok dit besluit in op 10 januari 2023, maar verzoeker had zijn beroep tegen het oorspronkelijke besluit al ingetrokken. De voorzieningenrechter heeft de minister de gelegenheid geboden om te reageren op het verzoek om proceskostenvergoeding, waarop de minister op 24 januari 2023 heeft gereageerd.
In de beoordeling van het verzoek om proceskostenvergoeding heeft de voorzieningenrechter vastgesteld dat de minister niet tegemoet is gekomen aan verzoeker. De minister stelde dat de intrekking van het besluit was ingegeven door het verstrijken van de overdrachtstermijn aan Duitsland, en dat er geen reden was voor een proceskostenvergoeding. De voorzieningenrechter volgde dit standpunt en oordeelde dat het in behandeling nemen van de asielaanvraag geen tegemoetkoming is in de zin van de wet, omdat dit een veranderde omstandigheid betreft die zich ten tijde van het besluit niet voordeed. De voorzieningenrechter wees het verzoek om proceskostenvergoeding af, en deze uitspraak is openbaar gemaakt. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.