ECLI:NL:RBDHA:2025:4701
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toetsing van asielaanvraag van Jemenitische eiser in het licht van gewijzigd landenbeleid en geloofwaardigheid van asielmotieven
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van een Jemenitische eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag door de minister van Asiel en Migratie. De eiser had op 11 januari 2023 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, welke op 19 december 2024 door de minister als kennelijk ongegrond werd afgewezen. De rechtbank heeft de zaak op 26 februari 2025 behandeld, waarbij de eiser werd bijgestaan door een gemachtigde en een tolk. De rechtbank oordeelt dat de minister de aanvraag ten onrechte heeft afgewezen, omdat de motivering dat het asielmotief van de eiser ongeloofwaardig is, niet deugdelijk is onderbouwd. De rechtbank wijst op de relevante landeninformatie die de mogelijkheid van rekrutering door de Houthi's niet uitsluit en stelt dat de minister onvoldoende rekening heeft gehouden met de individuele omstandigheden van de eiser. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit en draagt de minister op om een nieuw besluit te nemen, waarbij rekening wordt gehouden met de uitspraak. Tevens worden de proceskosten van de eiser vergoed.