ECLI:NL:RBDHA:2025:1811
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag en interstatelijk vertrouwensbeginsel in het kader van de Dublinverordening
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 4 februari 2025, wordt het beroep van eiser tegen het niet in behandeling nemen van zijn asielaanvraag beoordeeld. Eiser, een Nigeriaanse nationaliteit, had op 1 augustus 2024 asiel aangevraagd in Nederland, maar zijn aanvraag werd niet in behandeling genomen omdat Frankrijk verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling van zijn aanvraag. De rechtbank heeft op 21 januari 2025 de zaak behandeld, waarbij eiser werd bijgestaan door zijn gemachtigde en een tolk. Eiser voerde aan dat hij in Frankrijk onder onmenselijke omstandigheden was behandeld en dat zijn gezondheid in gevaar zou komen bij een overdracht aan Frankrijk. De rechtbank oordeelde dat de minister van Asiel en Migratie terecht het interstatelijk vertrouwensbeginsel toepaste, en dat eiser niet had aangetoond dat er structurele tekortkomingen waren in de opvang in Frankrijk. De rechtbank concludeerde dat de beroepsgronden van eiser niet slagen en verklaarde het beroep ongegrond. Het verzoek om een voorlopige voorziening werd niet-ontvankelijk verklaard, en er werd geen proceskostenvergoeding toegekend.