Uitspraak
[internetsite]
[internetsite]
[internetsite].
Rechtbank Den Haag
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 29 januari 2025, wordt het beroep van eiser, een Ivoriaanse nationaliteit, tegen het besluit van de minister van Asiel en Migratie om zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel niet in behandeling te nemen, beoordeeld. De minister heeft dit besluit genomen op basis van de Dublinverordening, waarbij Frankrijk verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag. Eiser heeft aangevoerd dat Frankrijk niet langer kan worden vertrouwd vanwege structurele opvangproblemen en verwijst naar verschillende rapporten en artikelen die deze problemen onderbouwen.
De rechtbank heeft het beroep op 14 januari 2025 behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van de minister. De rechtbank concludeert dat de minister in zijn algemeenheid mag uitgaan van het interstatelijk vertrouwensbeginsel, wat inhoudt dat Frankrijk zijn internationale verplichtingen zal nakomen. Eiser heeft onvoldoende bewijs geleverd dat zijn overdracht aan Frankrijk een reëel risico op een met artikel 4 van het Handvest en artikel 3 van het EVRM strijdige behandeling met zich meebrengt.
De rechtbank wijst erop dat de minister voldoende heeft gemotiveerd waarom de omstandigheden van eiser, waaronder medische klachten en eerdere ervaringen in Frankrijk, niet maken dat de overdracht aan Frankrijk onevenredig hard zou zijn. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat het besluit van de minister in stand blijft. De uitspraak is openbaar gemaakt op dezelfde dag.