AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Buitenbehandelingstelling van asielaanvraag en de toepassing van de Procedurerichtlijn
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Arnhem, wordt het beroep van eiser tegen de buitenbehandelingstelling van zijn asielaanvraag beoordeeld. Eiser, afkomstig uit Oezbekistan, had eerder een asielaanvraag ingediend die was afgewezen. Op 27 september 2023 diende hij opnieuw een aanvraag in, maar deze werd buiten behandeling gesteld door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, omdat de aanvraag niet compleet zou zijn. De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris onvoldoende heeft gemotiveerd waarom de aanvraag buiten behandeling is gesteld, vooral omdat eiser in de bestuurlijke fase alsnog documenten had overgelegd die zijn aanvraag onderbouwen. De rechtbank benadrukt dat de staatssecretaris de omstandigheden van de zaak niet goed heeft gewogen en dat de in beroep overgelegde vertaling van een document niet buiten beschouwing mag worden gelaten. De rechtbank concludeert dat het beroep gegrond is en vernietigt het besluit van de staatssecretaris, met de verplichting om een nieuw besluit te nemen. Eiser krijgt ook een vergoeding voor de proceskosten.
Voetnoten
2.Zie de transponeringstabel in TK 2014-2015, 34 088, nr. 3, p. 48. In de tekst van artikel 30c van de Vw 2000 wordt ook gewezen op artikel 28 van de Procedurerichtlijn.
5.Zie ook TK 2014-2015, 34 088, nr. 3, p. 15.
7.Vergelijk ook de toelichting bij artikel 20 van het (gewijzigd) voorstel van 18 juni 2002 voor een richtlijn van de Raad tot vaststelling van minimumnormen voor de procedures in de lidstaten voor de toekenning of intrekking van de vluchtelingenstatus (COM (2002)326 definitivo). Artikel 20 van Richtlijn 2005/85 is later vervangen door artikel 28 van de huidige Procedurerichtlijn.
11.Daarop wijst ook artikel 46, eerste lid, onder b, van de Procedurerichtlijn.
12.Artikel 83, tweede lid, van de Vw 2000.
13.Artikel 83a van de Vw 2000 vormt de implementatie van artikel 46, derde lid, van de Procedurerichtlijn.
14.Zie HvJEU 25 juli 2018, Alheto, C‑585/16, ECLI:EU:C:2018:584, onder 111 en 113 en 4 oktober 2018, Ahmedbekova, C-652/16, ECLI:EU:C:2018:801, onder 93.
15.Ahmedbekova, onder 99 en 103.
16.Zie ook het arrest van 8 februari 2024, A.A., ECLI:EU:C:2024:122, onder 58 en het
17.De onder 8.1 genoemde rechtbankuitspraken zijn gebaseerd op deze Afdelingsuitspraak en bespreekt de rechtbank daarom niet afzonderlijk.
18.ECLI:CE:ECHR:1998:0219JUD002589494.
22.HvJEU 16 juli 2020, ECLI:EU:C:2020:579, onder 61-66.