ECLI:NL:RBDHA:2024:7053
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de asielaanvraag van eiseres in het kader van de Dublinverordening en het interstatelijk vertrouwensbeginsel
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Arnhem, op 8 mei 2024, wordt het beroep van eiseres tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid beoordeeld. Eiseres had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, maar deze werd niet in behandeling genomen omdat Spanje verantwoordelijk zou zijn voor de behandeling van de aanvraag. De rechtbank heeft het beroep, samen met een verzoek om voorlopige voorziening, behandeld op 16 april 2024. Eiseres en haar gemachtigde waren niet aanwezig, maar de gemachtigde van de staatssecretaris was wel aanwezig.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond. De staatssecretaris had op basis van de Dublinverordening geen aanleiding om van de overdracht aan Spanje af te zien. De rechtbank stelt vast dat Spanje verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag, omdat eiseres een visum had dat geldig was van 28 juli 2023 tot 10 september 2023. De staatssecretaris heeft geen aanwijzingen dat de Spaanse autoriteiten hun internationale verplichtingen niet nakomen en dat eiseres daar een reëel risico loopt op een behandeling die in strijd is met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM).
Eiseres betoogt dat de staatssecretaris niet kan uitgaan van het interstatelijk vertrouwensbeginsel en dat er nader onderzoek gedaan had moeten worden naar de situatie in Spanje. De rechtbank oordeelt echter dat de staatssecretaris terecht heeft aangenomen dat de medische zorg in Spanje gelijkwaardig is aan die in Nederland en dat er geen concrete bezwaren zijn aangedragen die de overdracht aan Spanje zouden kunnen belemmeren. De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris de asielaanvraag van eiseres terecht niet in behandeling heeft genomen en dat er geen bijzondere, individuele omstandigheden zijn die maken dat de overdracht van eiseres aan Spanje onevenredige hardheid zou betekenen.
De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen kunnen binnen een week na verzending van de uitspraak hoger beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.