Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[Naam], eiser
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 16 april 2024 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiser, een Syrische nationaliteit, heeft op 21 oktober 2023 asiel aangevraagd in Nederland. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvraag niet in behandeling genomen, omdat Bulgarije verantwoordelijk zou zijn voor de behandeling van de asielaanvraag, gezien het feit dat eiser eerder in Bulgarije een verzoek om internationale bescherming heeft ingediend. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, waarbij hij aanvoert dat hij in Bulgarije in detentie is mishandeld en dat de omstandigheden daar onacceptabel zijn. De rechtbank heeft de zaak op 15 april 2024 behandeld, waarbij eiser werd bijgestaan door zijn gemachtigde en een tolk aanwezig was.
De rechtbank overweegt dat de staatssecretaris in beginsel mag uitgaan van het interstatelijk vertrouwensbeginsel ten opzichte van Bulgarije. Eiser heeft niet overtuigend aangetoond dat in zijn geval van dit beginsel moet worden afgeweken. De rechtbank wijst erop dat eiser niet heeft onderbouwd dat zijn detentie in Bulgarije onrechtmatig was en dat hij niet heeft aangetoond dat hij na overdracht aan Bulgarije in een onacceptabele situatie terecht zal komen. De rechtbank concludeert dat de omstandigheden in Bulgarije niet zodanig zijn dat er sprake is van fundamentele systeemfouten die het interstatelijk vertrouwensbeginsel ondermijnen.
Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond en wijst zij de verzoeken van eiser af. Eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten. De uitspraak is openbaar gemaakt en kan worden aangevochten bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.