Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam 1] , eiser 1
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak hebben eisers, twee Syrische nationalen, beroep ingesteld tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, waarin hun asielaanvragen niet in behandeling zijn genomen. De staatssecretaris heeft zich beroepen op het interstatelijk vertrouwensbeginsel, stellende dat Bulgarije verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvragen, aangezien eisers eerder in Bulgarije een verzoek om internationale bescherming hebben ingediend. De rechtbank heeft de zaak op 15 april 2024 behandeld, waarbij eisers bijgestaan werden door hun gemachtigden.
Eisers hebben aangevoerd dat de omstandigheden in Bulgarije zo slecht zijn dat het interstatelijk vertrouwensbeginsel niet kan worden toegepast. Ze hebben verwezen naar eerdere uitspraken van andere rechtbanken die de situatie in Bulgarije als problematisch hebben beoordeeld. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de eisers niet voldoende hebben aangetoond dat de situatie in Bulgarije zodanig is dat het interstatelijk vertrouwensbeginsel niet kan worden gehanteerd. De rechtbank heeft daarbij verwezen naar uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, die bevestigen dat Bulgarije in staat is om asielzoekers adequaat te behandelen.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat de eisers niet hebben aangetoond dat zij na overdracht aan Bulgarije in een situatie van verregaande materiële deprivatie terecht zullen komen. Ook is niet gebleken dat zij na overdracht te maken krijgen met pushbacks. De rechtbank heeft het beroep van eisers ongegrond verklaard en hen geen proceskostenvergoeding toegekend. De uitspraak is openbaar gemaakt en er is informatie gegeven over de mogelijkheid tot hoger beroep.