ECLI:NL:RBDHA:2024:4418
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag en Dublinverordening: Beoordeling van opvang- en detentieomstandigheden in Bulgarije
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van eiser tegen het niet in behandeling nemen van zijn asielaanvraag door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser, van Iraanse nationaliteit, heeft zijn asielaanvraag ingediend na een reis via verschillende landen, waaronder Bulgarije, waar hij 27 dagen in detentie heeft gezeten. De staatssecretaris heeft de aanvraag niet in behandeling genomen op basis van de Dublinverordening, omdat Bulgarije verantwoordelijk zou zijn voor de behandeling van de aanvraag. Eiser heeft echter ernstige tekortkomingen in de opvang- en detentieomstandigheden in Bulgarije aangevoerd, waaronder mishandeling en slechte hygiënische omstandigheden.
De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris onvoldoende heeft gemotiveerd waarom de asielaanvraag niet in behandeling is genomen, gezien de ervaringen van eiser in Bulgarije. De rechtbank verwijst naar eerdere uitspraken waarin is vastgesteld dat er systeemfouten zijn in de opvang- en detentievoorzieningen in Bulgarije, die kunnen leiden tot een schending van artikel 4 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en artikel 3 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. De rechtbank verklaart het beroep gegrond, vernietigt het bestreden besluit en draagt de staatssecretaris op om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen, rekening houdend met deze uitspraak. Eiser krijgt een vergoeding van zijn proceskosten, die door de staatssecretaris moet worden betaald.