Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam], eiser
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 27 maart 2024 uitspraak gedaan in een vervolgberoep van eiser tegen de maatregel van bewaring die door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was opgelegd. Eiser, een Tunesische nationaliteit hebbende, heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel, die op 4 augustus 2023 was opgelegd. Eiser verzocht tevens om schadevergoeding. De rechtbank heeft het onderzoek ter zitting gesloten op 21 maart 2024, zonder dat er een zitting heeft plaatsgevonden.
Eiser voerde aan dat hij al acht maanden in bewaring verblijft en dat er geen zicht is op uitzetting naar Tunesië binnen een redelijke termijn. De rechtbank overwoog dat, indien de maatregel in strijd zou zijn met de Vreemdelingenwet of niet gerechtvaardigd zou zijn, het beroep gegrond verklaard zou worden. Echter, de rechtbank concludeerde dat er geen aanknopingspunten waren voor het oordeel dat het zicht op uitzetting naar Tunesië ontbreekt. Eiser had niet onderbouwd dat zijn nationaliteit onbekend was voor de Tunesische autoriteiten, en de rechtbank oordeelde dat verweerder voldoende voortvarend handelde in de uitzettingsprocedure.
De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees het verzoek om schadevergoeding af. Tevens werd er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.