ECLI:NL:RBDHA:2024:3727
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Intrekking verblijfsvergunning en afwijzing wijziging verblijfsdoel in het kader van gezinsleven
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van eiseres tegen de intrekking van haar verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd, die was verleend voor verblijf als familie- of gezinslid bij haar ex-partner. De rechtbank behandelt ook het verzoek om een voorlopige voorziening. Eiseres, geboren in 1975 en van Jordaanse nationaliteit, had een verblijfsvergunning die op 15 juli 2022 werd ingetrokken met terugwerkende kracht vanaf 26 januari 2022, de datum waarop de rechtbank de echtscheiding tussen eiseres en haar verblijfgever uitsprak. Eiseres had een aanvraag ingediend om het doel van haar verblijfsvergunning te wijzigen naar verblijf bij haar zoon, maar deze aanvraag werd afgewezen. De rechtbank oordeelt dat de intrekking van de verblijfsvergunning terecht was, omdat eiseres niet meer voldeed aan de voorwaarden waaronder de vergunning was verleend. De rechtbank concludeert dat er geen sprake is van een meer dan gebruikelijke afhankelijkheidsrelatie tussen eiseres en haar zoon, en dat de belangenafweging in het nadeel van eiseres uitvalt. Het beroep wordt ongegrond verklaard en het verzoek om een voorlopige voorziening wordt niet-ontvankelijk verklaard.