In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Arnhem, op 10 december 2024, wordt het beroep van eiser tegen het voortduren van de aan hem opgelegde maatregel van bewaring beoordeeld. Deze maatregel is opgelegd op 28 september 2024 en is eerder getoetst in een uitspraak van 14 oktober 2024. De rechtbank heeft het vooronderzoek op 5 december 2024 gesloten en besloten dat de zaak niet op zitting wordt behandeld. De rechtbank concludeert dat het voortduren van de maatregel van bewaring rechtmatig is en dat er voldoende zicht op uitzetting naar Marokko bestaat. Eiser heeft aangevoerd dat de minister onvoldoende voortvarend heeft gehandeld en dat er geen zicht op uitzetting is, maar de rechtbank oordeelt dat de minister voldoende voortvarend heeft gehandeld en dat er geen reden is om aan te nemen dat de Marokkaanse autoriteiten geen laissez-passer zullen afgeven. Eiser heeft ook geklaagd over de omstandigheden in detentie, maar de rechtbank oordeelt dat het detentiecentrum Rotterdam voldoet aan de eisen van de Terugkeerrichtlijn. De rechtbank wijst het verzoek om schadevergoeding af en verklaart het beroep ongegrond. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.