In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Roermond, wordt het beroep van eiser tegen het niet in behandeling nemen van zijn asielaanvraag beoordeeld. De minister van Asiel en Migratie heeft de aanvraag op 8 oktober 2024 afgewezen, met het argument dat Kroatië verantwoordelijk is voor de behandeling van de aanvraag. Eiser, geboren in 1996 met de Syrische nationaliteit, heeft op 25 april 2024 zijn asielaanvraag ingediend. De rechtbank heeft op 22 november 2024 de zaak behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van de minister en een tolk. Eiser heeft aangevoerd dat de minister zijn verklaringen ten onrechte als tegenstrijdig heeft aangemerkt en dat er ernstige tekortkomingen zijn in de asielprocedure in Kroatië, waardoor hij een risico loopt op een onrechtmatige behandeling. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de minister terecht heeft besloten om de aanvraag niet in behandeling te nemen, omdat er geen concrete aanwijzingen zijn dat Kroatië zijn internationale verplichtingen niet zal nakomen. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard, wat betekent dat de beslissing van de minister in stand blijft. Eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten. De uitspraak is openbaar gemaakt op 29 november 2024.