8.3.In dit geval heeft eiseres bij haar verzoek tot naturalisatie geen documenten overgelegd die haar identiteit en herkomst kunnen onderbouwen. Dat had wel van haar verwacht mogen worden. Er is dus alleen de door haar gestelde Soedanese nationaliteit en identiteit van eiseres. De vraag is vervolgens of de taalanalyse van 22 maart 2005 heeft mogen leiden tot twijfel over de door eiseres gestelde nationaliteit en identiteit.
Heeft de minister de afwijzing mogen baseren op de taalanalyse van 13 juli 2005?
9. Eiseres betoogt dat de gestelde nationaliteit en identiteit van eiseres ten onrechte in twijfel wordt getrokken op grond van het rapport taalanalyse van 13 juli 2005. Eiseres wijst erop dat de omstandigheid dat er uit een taalanalyse maar vier mogelijke conclusies kunnen volgen maakt dat de taalanalyse bij voorbaat niet inzichtelijk en concludent is. Verder betoogt eiseres dat de bevindingen van de taalanalist niet voldoende zijn gemotiveerd. Eiseres wijst erop dat in het rapport slechts enkele fonetische weergaven staan van de spraak van eiseres maar dat er geen link is gelegd met de conclusies van de taalanalist. Verder is volgens eiseres in het rapport taalanalyse niet gemotiveerd waarom de volgens de analist gebrekkige landenkennis van eiseres leidt tot de door deze taalanalist getrokken conclusies. Ook heeft de taalanalist volgens eiseres niet gemotiveerd waarom eiseres volgens deze taalanalist mogelijk is te herleiden tot Eritrea. De taalanalist kan die conclusie niet trekken. Eiseres wijst er verder op dat onder kopje 5 in het rapport alleen een conclusie wordt getrokken over de taalgemeenschap maar niet over de cultuurgemeenschap van eiseres zodat de eindconclusie van het rapport, dat eiseres eenduidig niet behoort tot de Soedanese spraak- en cultuurgemeenschap hierop niet kon worden gebaseerd. Volgens eiseres heeft de minister in strijd gehandeld met de handleiding omdat zij zelf niet is nagegaan of het rapport taalanalyse wel inzichtelijk en concludent was. Op de zitting heeft eiseres ter onderbouwing van haar betoog nog verwezen naar een drietal uitspraken van deze rechtbank, zittingsplaats Den Haag.
Verder trekt eiseres de deskundigheid van de taalanalist in twijfel. Eiseres wijst erop dat in het rapport taalanalyse staat dat eiseres vloeiend een variant van het Arabisch spreekt maar dat de taalanalist niet heeft aangegeven welke variant dit is. De taalanalist kan daarom ook niet tot de conclusie komen dat eiseres mogelijk is te herleiden tot Eritrea. Eiseres wijst erop dat een geen specifieke vorm van Arabisch bestaat die eigen is aan Eritrea en dat in Soedan 136 talen worden gesproken zodat de taalanalist van TOELT op grond van zijn talenkennis niet tot de conclusie kan komen dat eiseres niet te herleiden is tot Soedan. Eiseres wijst er ook op dat uit het taalanalyserapport niet volgt dat de taalanalist kennis heeft van het Arabisch dat in Eritrea wordt gesproken zodat hij eiseres ook niet tot Eritrea kan herleiden. Eiseres wijst erop dat in Eritrea door ruim 90% van de bevolking Soedanees Arabisch wordt gesproken en dat deze taalvariant naar eigen zeggen wordt beheerst door de taalanalist, zodat de omstandigheid dat eiseres volgens de taalanalist mogelijk is te herleiden naar Eritrea niet de conclusie rechtvaardigt dat eiseres eenduidig niet is te herleiden tot de spraak- en cultuurgemeenschap binnen Soedan. De minister heeft volgens eiseres ten onrechte nagelaten onderzoek te doen naar de deskundigheid van de taalanalist.
Het rapport taalanalyse en opvolgende reacties
10. Op 18 augustus 2006 heeft eiseres een contra-expertise overgelegd van [naam] ([naam]) van de ‘CNRS-University of Aix en Provence’ uit Frankrijk. Zij komt tot de conclusie dat de spraak van eiseres niet te herleiden is naar een regionale of nationale oorsprong.
Op 6 oktober 2006 heeft TOELT gereageerd op de contra-expertise. Daarin gaat TOELT onder andere in op de deskundigheid van de taalanalist. Taalstudio, de organisatie die heeft zorggedragen voor de contra-expertise van [naam], heeft een reactie gegeven op 25 januari 2007. In deze reactie gaat Taalstudio in op de deskundigheid van [naam]. Daarin staat dat [naam] een specialist is op het gebied van Arabische dialectologie en sociolinguïstiek van in het bijzonder de Soedanese dialecten van het Arabisch. Verder heeft [naam] tussen 1987 en 2005 in Soedan meermaals wetenschappelijk onderzoek gedaan naar het Soedanees-Arabisch, waaronder in het gebied waarvan eiseres stelt dat zij vandaan komt.
Op 14 juni 2007 heeft TOELT weer gereageerd. TOELT gaat in deze reactie inhoudelijk in op de kritiek van [naam] en geeft voor zover relevant aan dat de woorden die in het rapport taalanalyse onder 3.2 zijn weergegeven volgens de taalanalist van TOELT niet te relateren zijn aan het Soedanees-Arabisch. Ook verwijst TOELT naar onderdeel 4.2 van het rapport taalanalyse waar nog een voorbeeld is opgenomen van spraak die volgens de taalanalist niet is te relateren aan het Soedanees-Arabisch. TOELT concludeert dat de omstandigheid dat [naam] niet tot een eenduidige uitkomst is gekomen over de herkomst van eiseres mogelijk te maken heeft met een verkeerde vraagstelling waarbij wordt benadrukt dat het rapport taalanalyse nadrukkelijk is gebaseerd op de verklaringen van eiseres over haar afkomst en de toetsing van die verklaringen aan de kennis van de taalanalist.
Naar aanleiding van de zienswijze en het bezwaarschrift van eiseres heeft TOELT nog tweemaal gereageerd op 22 december 2022 en 23 mei 2023. In deze reacties geeft TOELT (kort samengevat) nog enkele tegenvoorbeelden uit het Soedanees-Arabisch ten opzichte van de spraak van eiseres. Verder gaat TOELT inhoudelijk in op de zienswijze van eiseres. TOELT benadrukt daarbij dat het gebrek aan landenkennis van eiseres en kennis over haar gestelde herkomstgebied- en cultuur ten tijde van de taalanalyse heeft geleid tot de conclusie dat eiseres ook niet was te herleiden tot een cultuurgemeenschap binnen Soedan en dat dat duidt op een herkomst elders. Verder benadrukt TOELT dat de opmerking van de taalanalist dat eiseres mogelijk afkomstig is uit Eritrea niet heeft bijgedragen aan de conclusie van het rapport taalanalyse dat eiseres eenduidig niet te herleiden is tot de spraak of cultuurgemeenschap binnen Soedan en het slechts een vermoeden van de taalanalist betrof die geen nadere motivering behoeft.
11. Zoals de Afdeling eerder heeft overwogenis een advies van TOELT een deskundigenadvies. De minister mag op het advies van een deskundige afgaan, nadat het is nagegaan of dit advies op zorgvuldige wijze tot stand is gekomen, de redenering daarin begrijpelijk is en de getrokken conclusies daarop aansluiten. Als een partij concrete aanknopingspunten voor twijfel aan de zorgvuldigheid van de totstandkoming van het advies, de begrijpelijkheid van de in het advies gevolgde redenering of het aansluiten van de conclusies daarop naar voren heeft gebracht, mag het bestuursorgaan niet zonder nadere motivering op het advies afgaan. Zo nodig vraagt het orgaan de adviseur een reactie op wat over het advies is aangevoerd.Uit rechtspraak van de Afdeling volgt verder dat als de taalanalyse zorgvuldig, inzichtelijk en concludent is, een vreemdeling de bij de minister gerezen en door de taalanalyse niet weggenomen twijfel slechts door het laten verrichten van een contra-expertise alsnog proberen weg te nemen. Om als contra-expertise te kunnen worden gebruikt, moet de op verzoek van een vreemdeling verrichte taalanalyse ook zorgvuldig, inzichtelijk en concludent zijn. Als de uitkomst van de contra-expertise de door de vreemdeling gestelde herkomst niet bevestigt, wordt de gerezen twijfel in elk geval niet weggenomen.