ECLI:NL:RBDHA:2024:17547
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van naturalisatieverzoeken van Tsjetsjeense eisers op basis van bewijsnood en documenteneisen
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 21 augustus 2024, wordt het beroep van twee Tsjetsjeense eisers tegen de afwijzing van hun naturalisatieverzoeken behandeld. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had hun aanvragen afgewezen op 22 juni 2023, en na bezwaar bleef deze afwijzing in stand. De rechtbank oordeelt dat de eisers onvoldoende bewijs hebben geleverd om hun identiteit en nationaliteit aan te tonen, wat essentieel is voor naturalisatie. De rechtbank wijst erop dat er gerede twijfels bestaan over de Tsjetsjeense nationaliteit van de eisers, mede door eerdere asielprocedures waarin hun identiteit ter discussie werd gesteld. De eisers hebben onder de Regeling Afwikkeling Nalatenschap Oude Vreemdelingenwet (Ranov) een verblijfsvergunning, maar de rechtbank stelt dat de documenteneis ook voor hen geldt. De eisers hebben niet aangetoond dat zij in bewijsnood verkeren, omdat zij niet hebben laten zien dat zij al het mogelijke hebben gedaan om de benodigde documenten te verkrijgen. De rechtbank concludeert dat de afwijzing van de naturalisatieverzoeken terecht is, en dat de eisers geen recht hebben op terugbetaling van griffierechten of proceskosten. De uitspraak benadrukt het belang van het kunnen vaststellen van identiteit en nationaliteit in naturalisatieprocedures.