ECLI:NL:RBDHA:2024:14748

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
18 september 2024
Publicatiedatum
17 september 2024
Zaaknummer
C/09/609169 / HA ZA 21-281
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Intellectueel-eigendomsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Inbreuk op merkenrechten van Puma en Calvin Klein door diverse vennootschappen en natuurlijke personen

In deze zaak vorderen Puma SE en Calvin Klein Trademark Trust schadevergoeding en stakingsbevelen tegen verschillende gedaagden, waaronder vennootschappen en natuurlijke personen, wegens inbreuk op hun merkenrechten. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gedaagden, waaronder Katrade UG, K-Sports Distribution GmbH, en Front Trading B.V., op grote schaal sokken en boxershorts hebben verhandeld die inbreuk maken op de merken van Puma en CK. De rechtbank heeft de vorderingen van Puma en CK grotendeels toegewezen, waarbij de gedaagden zijn veroordeeld tot het staken van de inbreuk, het verstrekken van informatie over hun handelsactiviteiten, en het betalen van schadevergoeding. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de gedaagden hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schade die is geleden door Puma en CK als gevolg van de inbreuken. De zaak benadrukt de bescherming van intellectuele eigendomsrechten en de verantwoordelijkheden van bestuurders en aandeelhouders in het geval van merkinbreuk.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK DEN HAAG

Team Handel
zaaknummer / rolnummer: C/09/609169 / HA ZA 21-281
Vonnis van 18 september 2024
in de zaak van
1. de vennootschap naar vreemd recht
PUMA SE,
te Herzogenaurach (Duitsland),
2. de vennootschap naar vreemd recht
CALVIN KLEIN TRADEMARK TRUST,
te New York (Verenigde Staten van Amerika),
eiseressen,
advocaten: mr. C.S. Mastenbroek en A.J. Verbeek te Ouderkerk aan de Amstel,
tegen
1.
de vennootschap naar vreemd recht
KATRADE UG,
te Herzogenaurach (Duitsland),
gedaagde,
advocaat: voorheen mr. A.J. Spiegeler te Den Haag (heeft zich onttrokken),
2. de vennootschap naar vreemd recht
K-SPORTS DISTRIBUTION GMBH,
te Herzogenaurach (Duitsland),
gedaagde,
advocaat: voorheen mr. A.J. Spiegeler te Den Haag (heeft zich onttrokken),
3.
[gedaagde 1],
te [woonplaats 1] (Duitsland),
gedaagde,
advocaat: voorheen mr. A.J. Spiegeler te Den Haag (heeft zich onttrokken),
4.
[gedaagde 2],
te [woonplaats 1] (Duitsland),
gedaagde,
advocaat: voorheen mr. A.J. Spiegeler te Den Haag (heeft zich onttrokken),
5.
FRONT TRADING B.V.,
te Amsterdam,
gedaagde,
advocaat: mr. J.P. Hellinga te Zwijndrecht,
6.
[gedaagde 3],
te [woonplaats 2] ,
gedaagde,
advocaat: mr. J.P. Hellinga te Zwijndrecht,
7. de vennootschap naar vreemd recht
SHINING BRIGADE - UNIPESSOAL LDA,
te Guimarães (Portugal),
gedaagde,
advocaat: mr. J.P. Hellinga te Zwijndrecht,
8. de vennootschap naar vreemd recht
DC20 TRADING, LDA,
te Guimarães (Portugal),
gedaagde,
advocaat: mr. J.P. Hellinga te Zwijndrecht,
9.
[gedaagde 4],
te [woonplaats 3] (Portugal),
gedaagde,
advocaat: mr. J.P. Hellinga te Zwijndrecht,
10.
[gedaagde 5],
te [woonplaats 4] ,
gedaagde,
advocaat: mr. J.P. Hellinga te Zwijndrecht,
11.
[gedaagde 6],
te [woonplaats 5] (Griekenland),
gedaagde,
niet verschenen,
12. de vennootschap naar vreemd recht
JUST-TEX UNIPESSOAL LDA,
te Guimarães (Portugal),
gedaagde,
advocaat: mr. J.P. Hellinga te Zwijndrecht,
13.
[gedaagde 7],
te [woonplaats 6] ,
gedaagde,
advocaat: mr. J.P. Hellinga te Zwijndrecht,
14.
[curator] q.q.in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van
Fast Trading B.V.,
te Amstelveen,
gedaagde,
advocaat: mr. F.H.H. Lintjens te Bussum.
Eiseressen zullen hierna Puma en CK worden genoemd. Gedaagden zullen hierna ook afzonderlijk worden aangeduid als Katrade, K-Sports, [gedaagde 1] , [gedaagde 2] , Front Trading, [gedaagde 3] , Shining Brigade, DC20 Trading, [gedaagde 4] , [gedaagde 5] , [gedaagde 6] , Just-Tex, [gedaagde 7] en de curator en gedaagden sub 1 tot en met 14. Katrade, K-Sports, Front Trading, Shining Brigade, DC20 Trading, [gedaagde 6] en Just-Tex worden gezamenlijk ook de vennootschappen genoemd.

1.De zaak in het kort

1.1.
In deze zaak staan Puma en CK tegenover zeven vennootschappen, zes natuurlijke personen en een curator in het faillissement van een vennootschap. Puma en CK verdenken de zeven vennootschappen en de failliet verklaarde vennootschap van (het faciliteren van) grootschalige – kort gezegd – handel in sokken en boxershorts waarmee inbreuk wordt gemaakt op de merkenrechten/auteursrechten van Puma en CK. Vijf van de zes natuurlijke personen (gedaagden sub 3, 4, 6, 9 en 10) hebben zich hiermee volgens Puma en CK ook beziggehouden en Puma en CK spreken hen ook aan op hun rol als bestuurder dan wel feitelijk beleidsbepaler van enkele van de gedagvaarde vennootschappen. Puma en CK willen dat deze vennootschappen en natuurlijke personen met het maken van merkinbreuk/auteursrecht/onrechtmatig handelen stoppen. Verder wensen zij van de vennootschappen en natuurlijke personen informatie te ontvangen, zodat zij kunnen nagaan door welke onderneming(en) de betreffende producten op de markt zijn gebracht, via welke onderneming(en) ze bij de betreffende vennootschappen en natuurlijke personen terecht zijn gekomen, welke weg ze vervolgens zijn gegaan en wat de handel de betreffende vennootschappen en natuurlijke personen heeft opgeleverd. Ook moeten de vennootschappen en natuurlijke personen volgens Puma en CK de schade die zij als gevolg van de merkinbreuk/auteursrechtinbreuk/onrechtmatig handelen hebben geleden, vergoeden of de winst die zij hebben gemaakt, afdragen. Puma en CK stellen daarnaast zogenoemde inzagevorderingen in; zij willen ook dat de gedaagden sub 10 en 13 toestaan dat Puma en CK kopieën verkrijgen van door Puma en CK in bewijsbeslag genomen administratieve stukken betreffende één van de vennootschappen en van de curator vorderen zij dat hij kopieën verstrekt van bepaalde administratieve bescheiden van de failliet verklaarde vennootschap.
1.2.
De rechtbank wijst de tegen gedaagden sub 7, 8 en 13 ingestelde vorderingen af en ook de inzagevordering ingesteld tegen gedaagde sub 10. Het merendeel van de vorderingen gericht tegen de overige gedaagden wijst de rechtbank toe. Hierna legt de rechtbank uit hoe en waarom zij tot dit oordeel is gekomen.

2.De procedure

2.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de inleidende dagvaardingen van 8 december 2020 [1] ;
- de akte houdende overlegging producties EP01 tot en met EP69 van de zijde van Puma en CK;
- de op de rolzitting van 17 maart 2021 genomen akte houdende wijziging van eis, tevens overlegging aanvullende producties EP70 tot en met EP81;
- de akte overlegging nadere stukken, met productie EP82, van de zijde van Puma en CK;
- de akte overlegging aanvullende producties inzake [gedaagde 6] , met producties EP83 tot en met EP86, van de zijde van Puma en CK;
- de akte nadere toelichting openbare oproeping [naam 1] [2] , tevens akte overlegging aanvullende producties, met producties EP87 en EP88, van de zijde van Puma en CK;
- het met een B16-formulier door Puma en CK aan de rechtbank toegezonden verzoek om de procedure tegen de aanvankelijk door Puma en CK ook gedagvaarde vennootschap naar vreemd recht Fiat Vogue Limited (gevestigd in het Verenigd Koninkrijk) door te halen;
- de rolbeslissing van 16 juni 2021 waarbij verstek is verleend tegen [gedaagde 6] ;
- het tussenvonnis van 21 juli 2021 waarbij het exploot van dagvaarding betreffende [naam 1] nietig is verklaard (wegens een gebrek in de betekening);
- het met een B2-formulier ingezonden bericht van mr. Spiegeler voornoemd van 24 augustus 2021, inhoudende dat zij zich onttrekt als advocaat van Katrade, K-Sports, [gedaagde 1] en [gedaagde 2] ;
- het met een B16-formulier door Puma en CK aan de rechtbank toegezonden bericht inhoudende dat de vorderingen van Puma en CK tegen Sporttrading Holland B.V., aanvankelijk ook door hen gedagvaard, worden ingetrokken;
- de conclusie van antwoord van Front Trading, [gedaagde 3] , Shining Brigade, DC20 Trading, [gedaagde 4] , [gedaagde 5] , Just-Tex en [gedaagde 7] , met productie GP01;
- de conclusie van antwoord van de curator, met productie GP01;
- het tussenvonnis van 31 augustus 2022 waarbij een mondelinge behandeling is bepaald voor 22 december 2022;
- het e-mailbericht van de rechtbank aan partijen van 3 november 2022 waarin hen is toegestaan (als door Puma en CK verzocht) om tijdens de mondelinge behandeling een pleitnota voor te dragen en is bepaald dat, anders dan in het hiervoor genoemde tussenvonnis is opgenomen en in afwijking van de in artikel 4.9 van het Landelijk procesreglement voor civiele dagvaardingszaken genoemde termijn, eventuele nadere stukken die partijen wensen in te dienen, uiterlijk via de rol van 23 november 2022 in het geding moeten worden gebracht;
- het verzoek van Puma en CK van 5 november 2022 om vast te houden aan de in genoemd tussenvonnis bepaalde termijn voor het indienen van nadere stukken en de afwijzing van dat verzoek (aan partijen meegedeeld bij e-mailbericht van 9 november 2022);
- de op verzoek van de rechtbank door Puma en CK op de rolzitting van 23 november 2022 toegezonden leeswijzer, waarin is opgenomen welke delen van de processtukken, de (gewijzigde) eis en de producties nog relevant zijn voor de zaken tegen de, na doorhaling van de zaken tegen Sporttrading Holland B.V. en Fiat Vogue Limited en na nietigverklaring van dagvaarding betreffende [naam 1] , nog resterende gedaagde partijen;
- de op de rolzitting van 23 november 2022 genomen akte houdende eiswijziging, althans vermindering van eis althans vermeerdering van eis, tevens overlegging aanvullende producties EP89 t/m EP101;
- de brief van Puma en CK van 25 november 2022 inhoudende dat in de akte houdende eiswijziging, althans vermindering van eis althans vermeerdering van eis, tevens overlegging aanvullende producties EP89 t/m EP10, ten onrechte wordt vermeld dat Shining Brigade, DC20 Trading, Just-Tex en [gedaagde 7] niet worden bijgestaan door een advocaat.
2.2.
De mondelinge behandeling, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt, heeft, als gepland, plaatsgevonden op 22 december 2022. Verschenen zijn:
- namens Puma: [naam 2] ,
general IP counselen namens Puma en CK: [naam 3] ,
investigator, bijgestaan door de advocaten voornoemd;
- [gedaagde 4] , [gedaagde 5] en [gedaagde 7] (via een online verbinding), bijgestaan door de advocaat voornoemd en mr. V. van der Meer, advocaat te Zwijndrecht;
- namens Just-Tex: (via een online verbinding) [naam 4] , bestuurder, en een Portugese advocaat, bijgestaan door de advocaat voornoemd en mr. V. van der Meer, advocaat te Zwijndrecht;
- de curator, bijgestaan door de advocaat voornoemd.
2.3.
De advocaten van Puma en CK en de advocaat van de curator hebben tijdens de mondelinge behandeling pleitnotities voorgedragen. Deze pleitnotities zijn toegevoegd aan het dossier. De advocaat van Front Trading, [gedaagde 3] , Shining Brigade, DC20 Trading, [gedaagde 4] , [gedaagde 5] , Just-Tex en [gedaagde 7] heeft tijdens de mondelinge behandeling te kennen gegeven niets nieuws te berde te brengen te hebben en om die reden geen behoefte te hebben om te pleiten/te reageren op hetgeen Puma en CK in hun pleitnotities naar voren hebben gebracht. [gedaagde 4] , [gedaagde 5] en [gedaagde 7] hebben tijdens de mondelinge behandeling wel vragen van de rechtbank beantwoord [3] .
2.4.
Tijdens de mondelinge behandeling:
- i) heeft [gedaagde 5] te kennen gegeven vrijwillig toestemming te willen geven aan Puma en CK om inzage te nemen in de bewijsbeslagen die onder hem zijn gelegd en
- ii) heeft [gedaagde 7] te kennen gegeven vrijwillig toestemming te willen geven aan Puma en CK om inzage te nemen in de bewijsbeslagen die onder hem zijn gelegd, met uitzondering van het op 7 april 2022 gelegde beslag.
In verband hiermee heeft de rechtbank de zaak verwezen naar de rolzitting van 8 februari 2023 voor een akte uitlating aan de zijde van Puma en CK (over het resultaat van de betreffende inzage).
2.5.
Na een door de rechtbank gehonoreerd uitstelverzoek, hebben Puma en CK op de rolzitting van 8 maart 2023 een akte uitlating aanvullende informatie verkregen uit inzage bewijsbeslagen, tevens houdende akte overlegging nadere producties EP102 tot en met EP203, genomen, waarna zijn gevolgd:
- de op de rolzitting van 22 maart 2023 genomen antwoordakte van de zijde van de curator, met producties GP2a en GP2b;
- de op de rolzitting van 17 mei 2023 genomen antwoordakte van de zijde van Front Trading, [gedaagde 3] , Shining Brigade, DC20 Trading, [gedaagde 4] , [gedaagde 5] , Just-Tex en [gedaagde 7] .
Op de rolzitting van (ook) 17 mei 2023 hebben Puma en CK vervolgens nog een akte houdende overlegging nadere producties EP204 en EP205 genomen.
2.6.
De rechtbank heeft ten slotte bepaald dat vandaag vonnis wordt gewezen.

3.De feiten

Puma

3.1.
Puma houdt zich bezig met het ontwerpen, ontwikkelen en verkopen van (sport)schoenen, (sport)kleding en accessoires, waaronder (sport)sokken. De producten van Puma worden wereldwijd in meer dan 120 landen verhandeld.
3.2.
Puma is houdster van verschillende merken, waaronder de volgende:
- het hieronder afgebeelde Benelux-beeldmerk met woordelementen, gedeponeerd op 24 juli 1984 en ingeschreven op 1 april 1985 onder nummer 402295, voor waren in klasse 14 (horloges, klokken, onderdelen daarvan en hulpstukken daarvoor);
- het hieronder afgebeelde Unie-beeldmerk, gedeponeerd op 24 juli 2017 onder nummer 17020264 en ingeschreven op 25 mei 2018 voor waren in – onder
meer – klasse 35 (waartoe behoren
clothing accessoiries);
- het hieronder afgebeelde Unie-beeldmerk, gedeponeerd op 6 februari 2014 onder nummer 012579694 en ingeschreven op 30 juni 2014 voor waren in
– onder meer – klasse 28 (waartoe behoren
sporting articles);
- het hieronder afgebeelde Unie-beeldmerk, gedeponeerd op 6 februari 2014 onder nummer 012579711 en ingeschreven op 30 juni 2014 voor waren in
– onder meer – klasse 28 (waartoe behoren
sporting articles);
- het hieronder afgebeelde Unie-beeldmerk, gedeponeerd op 6 februari 2014 onder nummer 012579728 en ingeschreven op 30 juni 2014 voor waren in
– onder meer – klasse 28 (waartoe behoren
sporting articles);
- het hieronder afgebeelde Unie-beeldmerk, gedeponeerd op 24 juli 2017 onder nummer 017020298 en ingeschreven op 25 mei 2018 voor waren in – onder meer – klasse 35 (waartoe behoren
clothing accessoiries);
De hiervoor weergegeven merken van Puma worden hierna afzonderlijk aangeduid als het Beneluxmerk van Puma en het Uniemerk van Puma en gezamenlijk als de Puma-merken.
3.3.
Puma maakt gebruik van de volgende logo’s:
Deze logo’s worden hierna aangeduid als de Puma-logo’s.
3.4.
De officiële leverancier van Puma-producten is Stichd B.V. (hierna: Stichd).
3.5.
Eén van de handelsrelaties van Puma, die dus geautoriseerde Puma-producten afneemt van Stichd, is Sportswind s.a., gevestigd in Griekenland (hierna: Sportswind).
CK
3.6.
CK is houdster van verschillende merken, waaronder de volgende:
- het hieronder afgebeelde Benelux-beeldmerk met woordelementen, gedeponeerd op 6 juni 1977 en ingeschreven op 1 april 1978 onder nummer 347401 voor waren in – onder meer – klasse 25 (waartoe behoren
tous vêtements);
- het hieronder afgebeelde Benelux-beeldmerk met woordelementen, gedeponeerd op 12 mei 1977 en ingeschreven op 1 april 1998 onder nummer 615779 voor waren in – onder meer – klasse 20 (waartoe behoren
housses pour vêtements);
- het hieronder afgebeelde Unie-beeldmerk, gedeponeerd op 1 april 1996 en ingeschreven op 27 oktober 1998 onder nummer 000079707 voor waren in
– onder meer – klasse 25 (waartoe behoren
women’s, men’s, boy’s and girl’s wearing apparel);
- het hieronder afgebeelde Unie-beeldmerk, gedeponeerd op 1 april 1996 en ingeschreven op 27 oktober 1998 onder nummer 005502018 voor waren in
– onder meer – klasse 25 (waartoe behoren
men’s and boy’s underwearen
boxers);
- het hieronder afgebeelde Unie-beeldmerk, gedeponeerd op 21 augustus 1997 en ingeschreven op 29 januari 1999 onder nummer 006710081 voor waren in
– onder meer – klasse 25 (waartoe behoren
men’s and boy’s underwearen
boxers);
De hiervoor weergegeven merken van CK worden hierna afzonderlijk aangeduid als de Beneluxmerken van CK en de Uniemerken van CK en gezamenlijk als de CK-merken.
3.7.
De CK-merken worden – onder meer – aangebracht op boxershorts.
3.8.
CK maakt gebruik van het volgende logo:
Dit logo wordt hierna aangeduid als het CK-logo.
De aanleiding tot de onderhavige procedure
3.9.
Puma heeft in augustus 2020 geconstateerd dat in diverse door [bedrijf] (Health & Beauty Continental Europe) B.V. (hierna: ASW) in Nederland onder de naam Kruidvat geëxploiteerde drogisterijen (hierna: Kruidvat-drogisterijen) sokken te koop werden aangeboden die waren voorzien van tekens gelijk aan de Puma-merken/Puma-logo’s. In december 2020 werden dergelijke sokken tijdens een aan Puma toegestane beslaglegging ook aangetroffen in een door ASW gebruikte opslaglocatie.
3.10.
In een van Stichd afkomstige, op 24 oktober 2020 gedateerde,
Affidavitwordt vermeld dat het, wat de in de Kruidvat-drogisterijen aangetroffen sokken betreft, niet gaat om originele, van Puma afkomstige, producten.
3.11.
In november 2020 constateerde CK dat in diverse Kruidvat-drogisterijen in Nederland boxershorts te koop werden aangeboden met daarop tekens gelijk aan de
CK-merken/het CK-logo.
3.12.
In dezelfde periode (augustus – december 2020) hebben Puma en CK ook bij winkelketens van TK Maxx in Nederland sokken en boxershorts, voorzien van tekens gelijk aan de Puma-merken/Puma-logo’s respectievelijk de CK-merken/het CK-logo, aangetroffen.
3.13.
Door het doen van nader onderzoek en het leggen van verschillende beslagen, zijn Puma en CK in het bezit gekomen van een aanzienlijke hoeveelheid informatie betreffende de (handels)activiteiten van een groot aantal ondernemingen en bij die ondernemingen betrokken natuurlijke personen en hebben zij op verschillende locaties (anders dan in Kruidvat-drogisterijen, bij een opslaglocatie van ASW en bij winkelketens van TK Maxx in Nederland) sokken en boxershorts voorzien van tekens gelijk aan de Puma-merken/Puma-logo’s respectievelijk de CK-merken/het CK-logo aangetroffen.
Sporttrading Holland B.V.
3.14.
De sokken die in de Kruidvat-drogisterijen in Nederland te koop werden aangeboden, heeft ASW (in augustus 2020) gekocht van Sporttrading Holland B.V. (hierna: Sporttrading). In een door Sporttrading gebruikte loods in ’s-Heerenberg (Nederland) heeft Puma tijdens een beslaglegging ook een grote partij sokken voorzien van tekens gelijk aan de Puma-merken/Puma-logo’s aangetroffen.
One-Eight-One B.V./ Jecks International Group
3.15.
De boxershorts die in de Kruidvat-drogisterijen in Nederland te koop werden aangeboden, heeft ASW gekocht van One-Eighty-One B.V., die ze weer heeft gekocht van de vennootschap naar vreemd recht Jecks International Group, gevestigd te Frankrijk (hierna: Jecks).
3.16.
Bij e-mailbericht van 22 december 2020 heeft de advocaat van Jecks één van de advocaten van CK in het bezit gesteld van een op 5 juni 2020 gedateerde en aan Jecks gerichte factuur van Fast Trading betreffende de verkoop van ‘Calvin Klein 3 pack boxer shorts’ (zie hierna onder 3.51) en die advocaat voorts – onder meer - het volgende laten weten:

Afbeelding verwijderd vanwege privacy-redenen
Katrade / K-Sports / [gedaagde 1] / [gedaagde 2]
3.17.
Katrade houdt zich volgens de inschrijving in het (Duitse) handelsregister bezig met de handel in sportartikelen. Katrade is gevestigd in dezelfde plaats in Duitsland als waar Puma haar vestigingsadres heeft.
3.18.
Bestuurder (‘Geschäftsführer’) van Katrade is [gedaagde 2] .
3.19.
Op hetzelfde adres (in Duitsland) als waarop Katrade is gevestigd, is K-Sports gevestigd. K-Sports legt zich volgens de inschrijving in het (Duitse) handelsregister toe op het verhandelen van skateboards en toebehoren, snowboards en toebehoren en producten afkomstig van de vennootschap naar vreemd recht [gedaagde 1] Elastics GmbH en aan deze rechtspersoon gelieerde ondernemingen.
3.20.
Bestuurder (‘Geschäftsführer’) van K-Sports is [gedaagde 1] .
3.21.
[gedaagde 1] en [gedaagde 2] wonen allebei in [woonplaats 1] , Duitsland.
3.22.
Puma en Katrade zijn in het verleden handelspartners geweest. Hun handelsrelatie is beëindigd nadat Katrade stopte met het betalen van de facturen die Puma haar stuurde.
3.23.
In november 2019, toen Katrade nog een handelspartner was van Puma, heeft
K-Sports facturen die Puma aan Katrade stuurde, voldaan.
3.24.
In juli 2020 is vanaf het e-mailadres [e-mailadres 1] aan Puma een inkooporder verstuurd voor – onder meer – ‘3 pack crew socks’. Puma heeft deze order niet geaccepteerd.
3.25.
Vanaf hetzelfde e-mailadres zijn in de periode van juni 2020 tot en met augustus 2020 verschillende berichten verstuurd aan medewerkers van Sporttrading met als onderwerpen ‘update on Puma etc’ (over een order voor ‘Puma socks’) / ‘Offer PUMA Crew Socks 3 packs’ / ‘availibility report_ PumaCrewSocks_OrderSportTrading.xlsx’ / ‘pickup socks first part’ / ‘clearing issue’ (over de herkomst van ‘socks’). Onder alle vanaf genoemd e-mailadres verstuurde berichten wordt de naam van [gedaagde 1] vermeld alsmede de naam, het adres en de verdere contactgegevens van Katrade. Sporttrading richtte haar correspondentie met Katrade in genoemde periode ook aan [gedaagde 1] en gebruikte daarvoor het hiervoor genoemde e-mailadres.
3.26.
Met op 6 augustus 2020, 13 augustus 2020, 19 augustus 2020 en 27 augustus 2020 gedateerde facturen heeft Katrade bij Sporttrading de verkoop van ‘Crew sock 3 pck Puma’ in rekening gebracht. De inkooporders van Sporttrading dateren van 3 juli 2020 en 6 juli 2020.
3.27.
De sokken voorzien van tekens gelijk aan de Puma-merken/Puma-logo’s die bij de winkelketens van TK Maxx in Nederland te koop werden aangeboden, althans een deel daarvan, heeft TK Maxx gekocht van Katrade.
3.28.
De in de winkelketens van TK Maxx in Nederland aangetroffen boxershorts voorzien van tekens gelijk aan de CK-merken/het CK-logo zijn ook door Katrade aan TK Maxx verkocht.
3.29.
Puma heeft tijdens een beslaglegging bij Katrade een grote hoeveelheid sokken voorzien van tekens gelijk aan de Puma-merken/Puma-logo’s aangetroffen.
3.30.
Puma en CK hebben toegang gekregen tot (een gedeelte van) de administratie van Katrade. In die administratie zijn – onder meer – op naam van Sportswind gestelde facturen aangetroffen, gericht aan verschillende ondernemingen (waaronder Fast Trading en Front Trading) betreffende de verkoop van sokken. Uit onderzoek van Puma is naar voren gekomen dat deze facturen niet van Sportswind afkomstig zijn.
3.31.
[gedaagde 1] heeft in zijn contacten met Sporttrading gebruik gemaakt van genoemde facturen van Sportswind.
3.32.
Op enig moment heeft [gedaagde 1] Sportswind gevraagd te bevestigen dat de hiervoor genoemde facturen originele facturen van Sportswind zijn. Sportswind heeft niet op dit verzoek gereageerd en [gedaagde 1] verwezen naar Puma, met wie [gedaagde 1] vervolgens geen contact heeft opgenomen.
Fast Trading
3.33.
Fast Trading is opgericht op 19 november 2018. Op 30 juni 2020 is Fast Trading in staat van faillissement verklaard. Tot het moment van faillietverklaring legde Fast Trading zich volgens in de inschrijving in het register van de Kamer van Koophandel toe op het inkopen, verkopen, importeren, exploiteren en vermarkten van en het handelen in en adviseren over kleding en daaraan verwante producten.
3.34.
Enig aandeelhouder en bestuurder van Fast Trading was [gedaagde 3] . Het woonadres van [gedaagde 3] was het vestigingsadres van Fast Trading.
3.35.
[gedaagde 7] was vanaf maart 2020 tot het faillissement van Fast Trading de boekhouder van Fast Trading. [gedaagde 7] is verbonden aan Zegmaar B.V. (hierna: Zegmaar).
3.36.
Vanaf de e-mailadressen [e-mailadres 2] en [e-mailadres 3] zijn in de periode van januari 2019 tot en met maart 2020 vele berichten verstuurd naar ‘ [gedaagde 5] ’, naar het e-mailadres [e-mailadres 4] en naar verschillende ondernemingen. Deze berichten betreffen alle de handel (inkoop, verkoop) in producten omschreven als bijvoorbeeld ‘Calvin Klein boxer shorts 3 pack’ / ‘CK 3 pack boxer short’ / ‘CK 3 pck boxers’ / ‘CK’ en de financiële afwikkeling van die handel.
3.37.
De hiervoor genoemde e-mailadressen zijn ook gebruikt om bij CK originele, van CK afkomstige, boxershorts in te kopen.
3.38.
Onder de betreffende e-mailberichten staat telkens óf de naam ‘ [gedaagde 4] ’ óf de naam ‘ [naam 5] ’, de naam ‘FGGROUP B.V.’ [de rechtbank begrijpt Fashion Gate Group B.V.] en het telefoonnummer [telefoonnummer 1] . Onder de e-mailberichten staat ook: ‘Official licensee for: ‘Kappa – Playboy – Prince – Ed Hardy – Ocean Pacific – NYPD – GoodYear – Maui’ of ‘Official licensee for: Playboy apparel and underwear’. In één van de e-mailberichten wordt vermeld dat ‘Calvin Klein’ gemaakt wordt in Portugal. Enkele bij de e-mailberichten gevoegde stukken zijn gericht aan of afkomstig van Fast Trading of vermelden die naam. Met enkele e-mailberichten zijn facturen van Calvin Klein Europe B.V. (hierna: Calvin Klein Europe) meegestuurd.
3.39.
Uit onderzoek van CK is naar voren gekomen:
- dat FGGROUP B.V., toen genoemde e-mailberichten werden verzonden, niet meer bestond;
- dat FGGROUP B.V. geen licentienemer is geweest van Kappa, Playboy, Prince, Ed Hardy, Ocean Pacific, NYPD, GoodYear en Maui;
- dat de facturen van Calvin Klein Europe niet van Calvin Klein Europe afkomstig zijn;
- dat [naam 5] niet bestaat.
3.40.
CK heeft geen productielocatie in Portugal.
3.41.
In één van de hiervoor genoemde e-mailberichten, verzonden vanaf het e-mailadres [e-mailadres 3] (met daarbij de vermelding ‘ [naam 5] ’) naar het e-mail-adres [e-mailadres 4] en gedateerd op 3 november 2019, en met als onderwerp "verhaaltje voor het slapen gaan" wordt het volgende vermeld:
Afbeelding verwijderd vanwege privacy-redenen
3.42.
Met een op 5 januari 2020 gedateerde factuur, gericht aan Fast Trading, ter attentie van ‘ [gedaagde 3] ’, heeft [gedaagde 5] een bedrag van € 100.000,-- in rekening gebracht voor ‘Commissie related to sales Grapes UK- Ens Sport – [gedaagde 6] etc. etc.’
3.43.
Bij facturen van diezelfde datum, gericht aan Fast Trading, ter attentie van ‘ [gedaagde 3] ’, heeft [gedaagde 4] een bedrag van € 353,-- in rekening gebracht voor ‘Ticket – reis en verblijfkosten’ en ‘DHL Kosten Portugal – Griekenland’ en een bedrag van € 100.000,-- voor ‘Commissie inzake sales’.
3.44.
Vanaf begin 2020 is Fast Trading meerdere keren door een aantal van haar afnemers op merkinbreuk aangesproken. De e-mailberichten die hierover aan haar werden verzonden, zijn telkens doorgestuurd naar ‘ [gedaagde 5] ’.
3.45.
Vanaf februari/maart 2020 is Fast Trading een loods aan de [adres 1] in [plaats] (Nederland) gaan huren.
3.46.
Bij e-mailbericht van 7 februari 2020, verzonden vanaf het e-mailadres [e-mailadres 3] en gericht aan een advocaat, met – onder meer – ‘ [gedaagde 5] ’ en ‘ [gedaagde 4] ’ in de c.c., is meegedeeld ‘dat zowel de heer [gedaagde 4] als [gedaagde 5] per 1-3 op de loonlijst van Fast Trading B.V. komen te staan’. Onder het
e-mailbericht wordt de naam ‘ [gedaagde 3] ’ vermeld en de naam en adresgegevens van Fast Trading.
3.47.
In een op 3 maart 2020 gedateerd e-mailbericht, verzonden vanaf het e-mailadres [e-mailadres 5] , gericht aan ‘D-A-H-N’, betreffende de levering van ‘CK-boxershorts’, wordt het volgende vermeld:
Afbeelding verwijderd vanwege privacy-redenen
Als bijlage bij het e-mailbericht is een factuur van Fast Trading gevoegd.
3.48.
E-mailberichten aan een afnemer daterend uit maart 2020 en verstuurd vanaf het
e-mailadres [e-mailadres 5] luiden als volgt [4] :
Afbeelding verwijderd vanwege privacy-redenen

3.49 In een op 7 april 2020 gedateerd e-mailbericht, verzonden vanaf het e-mailadres [e-mailadres 6] wordt – onder meer – het volgende vermeld: ‘Let us do one deal first on the CK, the 2000 packs’. Onder het e-mailbericht staat de naam ‘ [gedaagde 3] ’ vermeld en de naam en adresgegevens van Fast Trading.
3.50.
Fast Trading heeft met een op 29 juni 2020 gedateerde factuur bij [gedaagde 6] de verkoop in rekening gebracht van ‘Puma Socks’.
3.51.
Bij op naam van Fast Trading gestelde facturen daterend uit de periode van 14 januari 2019 tot en met 29 juni 2020 is bij verschillende in de Europese Unie gevestigde ondernemingen (waaronder bij Jecks) de verkoop van partijen ‘Calvin Klein 3 pack boxer shorts’/ Calvin Klein boxer shorts 3 pack’ / ‘Calvin Klein boxer shorts’ in rekening gebracht.
3.52.
Op de betreffende facturen wordt de ene keer het e-mailadres [e-mailadres 3] vermeld en het telefoonnummer [telefoonnummer 2] en de andere keer het e-mailadres [e-mailadres 7] en het telefoonnummer [telefoonnummer 1] .
3.53.
Een voorbeeld van een op naam van Fast Trading gestelde factuur is hieronder weergegeven:
Afbeelding verwijderd vanwege privacy-redenen
3.54.
Facturen betreffende het abonnement op een e-mailvoorziening voor Fast Trading zijn gericht aan Fast Trading dan wel Front Trading, ter attentie van [gedaagde 4] .
3.55.
Aan een aantal van haar afnemers heeft Fast Trading verklaringen verstrekt die inhouden dat de door haar verkochte producten ‘origineel zijn’ en/of ‘afkomstig van de officiële distributeur van CK’ en dat ze ‘zonder beperkingen kunnen worden verkocht in de Europese Unie’.
3.56.
Fast Trading heeft aan verschillende van haar afnemers ook aan haar gerichte facturen van Sportswind betreffende de verkoop van sokken verstrekt en aan haar gerichte facturen van Calvin Klein Europe betreffende boxershorts. Puma en CK hebben geconstateerd dan wel van Sportswind en Calvin Klein Europe vernomen, dat deze facturen niet van Sportswind/Calvin Klein Europe afkomstig zijn.
3.57.
Bij een vanaf het e-mailadres [e-mailadres 6] aan ‘ [naam 6] ’ verzonden bericht, gedateerd op 10 augustus 2020, wordt het volgende vermeld [5] :
Afbeelding verwijderd vanwege privacy-redenen

3.58.
In een op 27 oktober 2020 gedateerd faillissementsverslag betreffende Fast Trading wordt vermeld dat de curator de administratie van Fast Trading heeft ontvangen. In datzelfde faillissementsverslag wordt ook het volgende vermeld:
Afbeelding verwijderd vanwege privacy-redenen
In een op 19 juli 2022 gedateerd faillissementsverslag betreffende Fast Trading wordt vermeld dat ‘de bestuurder en betrokkenen’ nog geen antwoorden hebben gegeven op vragen van de curator naar aanleiding van het door hem verrichte onderzoek naar de administratie van Fast Trading en over de oorzaak van het faillissement van Fast Trading.
3.60.
Met op 10 november 2020 en 13 november 2020 gedateerde brieven van één van hun advocaten hebben Puma en CK de curator in het faillissement van Fast Trading laten weten dat Puma en CK menen dat Fast Trading zich vóórdat zij in staat van faillissement werd verklaard, aan merkinbreuk dan wel auteursrechtinbreuk heeft schuldig gemaakt en zij op die grond(en) vorderingen op Fast Trading hebben. Puma en CK hebben de curator voorts verzocht op de voet van artikel 3:15j BW [6] inzage te geven in de administratie van Fast Trading teneinde stukken te verkrijgen ter onderbouwing van de met hun vorderingen op Fast Trading samenhangende vorderingen op derden ( [gedaagde 4] , [gedaagde 5] , [gedaagde 3] , Front Trading, [gedaagde 7] /Zegmaar).
3.61.
De advocaat van de curator heeft bij brief van 19 november 2020 te kennen gegeven niet op dit verzoek te kunnen ingaan, onder meer omdat artikel 3:15j BW hiervoor geen grondslag biedt, niet is gespecificeerd welk deel van de administratie van Fast Trading Puma en CK willen inzien, de curator alleen tot inzage kan worden verplicht door een rechter, hij en de boedel gevrijwaard willen worden ‘voor eventuele aanspraken van derden jegens de boedel c.q. de curator pro sé voor het verstrekken van informatie c.q. inzage verschaffen in (delen van) de administratie van Fast Trading’ en er ‘AVG waarborgen moeten worden gemaakt’ alsmede afspraken ‘omtrent vergoeding van kosten van de boedel’. De advocaat van de curator heeft Puma en CK ook bericht dat de personen die Puma en CK in hun brieven noemen [dit betreft [gedaagde 3] , [gedaagde 4] , [gedaagde 5] en [gedaagde 7] , toevoeging rechtbank] ‘betrokken zijn’.
3.62.
In reactie op de brief van de advocaat van de curator heeft één van de advocaten van Puma en CK per e-mailbericht van 7 december 2020 verwezen naar hetgeen in de aan de curator nog uit te brengen dagvaarding (dit betreft de dagvaarding in de onderhavige zaak) is opgenomen.
Front Trading
3.63.
Front Trading is opgericht op 17 juni 2020 en drijft volgens de inschrijving in het register van de Kamer van Koophandel een (groot)handel in (boven- en onder)kleding.
3.64.
Bestuurder en enig aandeelhouder van Front Trading is [gedaagde 3] . Front Trading is gevestigd op het woonadres van [gedaagde 3] .
3.65.
In juli en augustus 2020 heeft [gedaagde 3] verschillende berichten en stukken betreffende de oprichting van Front Trading ontvangen.
3.66.
In een e-mailbericht, verzonden vanaf het e-mailadres [e-mailadres 6] , wordt gevraagd het huurcontract voor de loods aan de [adres 1] in [plaats] op naam van Front Trading te zetten. Onder het e-mailbericht staat de naam van [gedaagde 4] . In de c.c. staat ‘ [gedaagde 5] ’.
3.67.
Een op 29 juli 2020 gedateerde factuur voor de huur van de loods in [plaats] in de maand augustus 2020 is gericht aan Front Trading, ter attentie van [gedaagde 3] .
3.68.
In augustus 2020 heeft [gedaagde 7] de Belastingdienst als volgt bericht over Front Trading:
- dat het een groothandel is in kleding, schoenen en accessoires;
- dat er zal worden gehandeld in Europa;
- dat de werkzaamheden worden verricht door [gedaagde 3] en verder:
“ [adres 2] is het woonadres van de heer [gedaagde 3] . Daar wordt op onregelmatige tijden werkzaamheden verricht voor de vennootschap. Daaronder het voeren van administratie, communicatie met afnemers en leveranciers, contacten met agenten, accountant, bank etc. Veel werkzaamheden worden ook buiten de deur verricht door afspraken met klanten, leveranciers, expediteurs en agenten.”
[gedaagde 7] heeft het bericht aan de Belastingdienst doorgestuurd naar [gedaagde 3] en [gedaagde 5] .
3.69.
Een op naam van Sportswind gestelde factuur, gedateerd op 16 juli 2020 en gericht aan Front Trading, vermeldt het volgende:
Afbeelding verwijderd vanwege privacy-redenen
Uit door Puma verricht onderzoek naar deze factuur is naar voren gekomen dat deze niet van Sportswind afkomstig is.
3.70.
Front Trading heeft op 12 oktober 2020 en 28 oktober 2020 aan de rechtspersoon naar vreemd recht AC consulting s.r.o., gevestigd in Slowakije, de verkoop van 120 ‘Puma 3 pack socks’ respectievelijk 30.000 ‘3 pack socks’ in rekening gebracht voor een prijs per 3-pack van € 1,65.
3.71.
In de periode van 5 augustus 2020 tot en met februari 2022 heeft Front Trading, met op haar naam gestelde facturen, bij verschillende in de Europese Unie (buiten Nederland) gevestigde ondernemingen (waaronder aan [gedaagde 6] ) de verkoop van ‘Calvin (Klein) 3 pack boxer shorts’ / boxer shorts’ / Calvin 3 pack boxer shorts’ in rekening gebracht. Het gaat hierbij om aantallen als 156, 1950 en 234 en 5070 (3-packs) en de prijzen variëren tussen de € 9,50 en € 11,-- (per 3-pack). Op één factuur betreffende ‘Calvin 3 pack boxer shorts’ wordt vermeld: ‘betalingstermijn: Received on the account of [gedaagde 3] ’.
3.72.
Op veel van de facturen van Front Trading wordt het e-mailadres [e-mailadres 7] vermeld en op één factuur het e-mailadres [e-mailadres 8] Op een aantal facturen staat ook het telefoonnummer [telefoonnummer 1] .
3.73.
Een voorbeeld van een op naam van Front Trading gestelde factuur is hieronder afgebeeld:
Afbeelding verwijderd vanwege privacy-redenen
3.74.
Bij e-mailbericht van 12 augustus 2020, verzonden vanaf het e-mailadres [e-mailadres 9] naar het e-mailadres [e-mailadres 7] wordt, voor zover hier van belang, het volgende vermeld:
“Hi [gedaagde 3] ,
(….) I bought some goods, socks (Puma, I think 10/12 pallets) and CK boxer shorts which I would like to ask if possible to store in your warehouse for some weeks (Maybe like 2 max 3 months).
Will be a big help..
Thanks,
[naam 1] ”
3.75.
In een e-mailbericht afkomstig van [gedaagde 7] , gedateerd op 17 oktober 2020 en gericht aan Front Trading / [e-mailadres 10] en ‘ [gedaagde 5] ’, vraagt [gedaagde 7] om het toesturen van – onder meer – inkoop- en verkoopfacturen van Front Trading.
3.76.
In de hiervoor genoemde loods in [plaats] is op 27 oktober 2020 door Puma een grote hoeveelheid sokken voorzien van tekens gelijk aan de Puma-merken/Puma-logo’s aangetroffen en beslagen. Tijdens de beslaglegging is ook een grote hoeveelheid boxershorts voorzien van tekens gelijk aan de CK-merken/het CK-logo gevonden. In het proces-verbaal van de deurwaarder over deze beslaglegging wordt, voor zover hier van belang het volgende vermeld:
“(…) Eerder deze ochtend sprak ik met de heer [gedaagde 3] (…). De heer [gedaagde 3] heeft mij te kennen gegeven dat Front Trading B.V. een loods huurt op nader te noemen adres in [plaats] en heeft aan mij een huurfactuur overgelegd. Vervolgens heb ik mij (…) begeven naar het [adres 1] te [plaats] , alwaar ik sprak met de heer [naam 6] , verhuurder van voormelde loods (…). De verhuurder heeft mij verklaard dat Front Trading B.V. de huurder is van de loods met huisnummer [huisnummer] (…)”
3.77.
Op een op naam van Front Trading staande (Nederlandse) bankrekening hebben in de periode van 17 augustus 2020 tot en met 27 oktober 2020 de volgende transacties plaatsgevonden [dit betreft een door Puma en CK zelf opgemaakt overzicht, zo begrijpt de rechtbank]:
Afbeelding verwijderd vanwege privacy-redenen
3.78.
In contacten met een in Oostenrijk gevestigde afnemer van Front Trading betreffende ‘Calvin Klein boxer shorts’ heeft [gedaagde 3] zich gepresenteerd als contactpersoon van Front Trading.
3.79.
Vanaf een op naam van Front Trading staande bankrekening (in Nederland) zijn in september en oktober 2020 bedragen van € 10.000,-- respectievelijk € 1.000,-- overgemaakt naar een op naam van Shining Brigade staande bankrekening (in het buitenland). De omschrijvingen bij de transacties luiden als volgt: ‘ [gedaagde 4] Sales commission and consultancy fee’ respectievelijk ‘ [gedaagde 4] Sales commission’.
3.80.
Een op 12 september 2020 gedateerd e-mailbericht, verzonden vanaf het
e-mailadres [e-mailadres 8] en gericht aan ‘ [gedaagde 5] ’ met als onderwerp ‘Fwd: order 1 CK 3.9.’ luidt als volgt:
Afbeelding verwijderd vanwege privacy-redenen
Het e-mailbericht dat is doorgestuurd, ziet er als volgt uit:
Afbeelding verwijderd vanwege privacy-redenen
3.81.
In een ook op 12 september 2020 gedateerd e-mailbericht, verzonden vanaf het
e-mailadres [e-mailadres 8] en gericht aan ‘ [gedaagde 5] ’ met als onderwerp ‘Fwd: order 2_CK_3.9.xlsx’ wordt het volgende vermeld:
Het doorgestuurde bericht ziet er als volgt uit:
Afbeelding verwijderd vanwege privacy-redenen
3.82.
Op 6 oktober 2020 is vanaf het e-mailadres [e-mailadres 8] een bericht verstuurd aan ‘ [gedaagde 5] ’ met als onderwerp ‘Deze is van [naam 7] , je kan het klaar zetten, sticker op de pallet en zodra betaling binnen is kan het weg.x’. Bij dit e-mailbericht is als bijlage een op 6 oktober 2020 gedateerde factuur gevoegd van Front Trading, gericht aan de vennootschap naar vreemd recht Ricamificio Essegi S.R.L., gevestigd te Italië, betreffende de verkoop van een partij ‘Calvin Klein 3 pack boxer shorts’.
3.83.
Op 7 oktober 2020 is vanaf het e-mailadres [e-mailadres 8] een bericht verstuurd aan ‘ [gedaagde 5] ’ met als onderwerp ‘Deze order kan klaar gezet worden nog. Sticker op de pallet met het adres’. Bij dit e-mailbericht is als bijlage een op 8 oktober 2020 gedateerde factuur gevoegd van Front Trading, gericht aan de vennootschap naar vreemd recht Top Brand Outlet Ltd, gevestigd in het Verenigd Koninkrijk, betreffende de verkoop van een partij ‘Calvin Klein 3 pack boxer shorts’.
3.84.
Op 9 oktober 2020 is vanaf het e-mailadres [e-mailadres 8] een bericht verstuurd aan ‘ [gedaagde 5] ’ met als onderwerp (onder meer) ‘deze order kun je klaar zetten (…)’. Bij dit e-mailbericht is als bijlage een op 9 oktober 2020 gedateerde factuur gevoegd van Front Trading, gericht aan de vennootschap naar vreemd recht Lencecor SL, gevestigd te Spanje, betreffende de verkoop van een partij ‘Calvin Klein 3 pack boxer shorts’.
3.85.
Op 14 oktober 2020 is vanaf het e-mailadres [e-mailadres 8] een bericht verstuurd aan ‘ [gedaagde 5] ’ met daarbij als bijlage een op 14 oktober 2020 gedateerde factuur van Front Trading, gericht aan de vennootschap naar vreemd recht Exim Aequora Ltd, gevestigd op Malta, betreffende de verkoop van een partij ‘Calvin Klein 3 pack boxer shorts’.
3.86.
Ook op 14 oktober 2020 is vanaf het e-mailadres [e-mailadres 8] een bericht verstuurd aan ‘ [gedaagde 5] ’ met het e-mailadres [e-mailadres 4] met de volgende inhoud:
Afbeelding verwijderd vanwege privacy-redenen
3.87.
Op 22 oktober 2020 is vanaf het e-mailadres [e-mailadres 8] een bericht verstuurd aan ‘ [naam 7] ’ waarbij als bijlage is gevoegd een op 22 oktober 2020 gedateerde factuur gevoegd van Front Trading, gericht aan de vennootschap naar vreemd recht Lencecor SL, gevestigd te Spanje, betreffende de verkoop van een partij ‘Calvin Klein 3 pack boxer shorts’. Dit e-mailbericht luidt als volgt:
Afbeelding verwijderd vanwege privacy-redenen
3.88.
Bij gelegenheid van een beslaglegging heeft [gedaagde 3] ten overstaan van de deurwaarder verklaard dat de administratie van Front Trading zich bij Zegmaar/ [gedaagde 7] bevindt.
3.89.
Op 14 november 2020 is vanaf het e-mailadres [e-mailadres 8] een bericht verstuurd naar ‘ [naam 7] ’ met de volgende inhoud:
Als bijlage is aan dit e-mailbericht gehecht een op 12 november 2020 gedateerde factuur van Front Trading, gericht aan de vennootschap naar vreemd recht Lencecor SL, gevestigd in Spanje, betreffende de verkoop van een partij ‘Calvin Klein 3 pack boxer shorts’.
Afbeelding verwijderd vanwege privacy-redenen
3.90.
Na de beslaglegging in de loods in [plaats] is (op 3 november 2020) vanaf het e-mailadres [e-mailadres 3] met daarbij vermeld de naam ‘ [gedaagde 3] ’ aan een aantal afnemers van Front Trading bericht dat 95% van de door Front Trading verkochte ‘CK-boxershorts’ gestolen is. Dit e-mailbericht is doorgestuurd naar ‘ [gedaagde 5] ’.
3.91.
In een vanaf het e-mailadres [e-mailadres 11] op 14 januari 2021 aan ‘ [naam 8] ’ (met het e-mailadres [e-mailadres 12] ) verzonden bericht met als onderwerp ‘CK BOXER SHORTS ORDER’ wordt het volgende vermeld:
Afbeelding verwijderd vanwege privacy-redenen
Bij dit e-mailbericht is een op 27 januari 2021 gedateerde en aan de vennootschap naar vreemd recht EN-Sports, gevestigd in Monaco, gerichte creditfactuur gevoegd van Front Trading betreffende ‘CK 3 pack boxer shorts’.
3.92.
Op verschillende ‘packing lists’ daterend uit de periode van maart 2021 tot en met november 2021 wordt vermeld dat ‘boxers’ moeten worden afgehaald in Guimarães in Portugal en moeten worden geleverd in óf ‘ [plaats] , Netherlands’ óf bij de afnemer in kwestie (buiten Nederland, in landen binnen de Europese Unie). Alle ‘packing lists’ staan op naam van Front Trading.
3.93.
In transportoverzichten waarover Puma en CK de beschikking hebben gekregen, staat [gedaagde 4] vermeld als contactpersoon van Front Trading (voor het vervoeren van kleding).
Shining Brigade / DC20 Trading
3.94.
Shining Brigade is opgericht op 21 november 2018. De bedrijfsomschrijving van Shining Brigade in het Portugese handelsregister luidt als volgt: ‘Wholesale of textiles / Agents involved in the sale of textiles, clothing, fur, footwear and leather goods’.
3.95.
Enig aandeelhouder en bestuurder van Shining Brigade is [gedaagde 4] .
3.96.
DC20 Trading exploiteert een groothandel in – onder meer – textiel, kleding en schoeisel. DC20 Trading is opgericht op 8 juli 2020.
3.97.
[gedaagde 4] en [gedaagde 5] zijn de bestuurders en aandeelhouders van DC20 Trading.
3.98.
Shining Brigade en DC20 Trading zijn gevestigd op hetzelfde adres in Portugal.
3.99.
Facturen betreffende het abonnement op een e-mailvoorziening voor Shining Brigade zijn gericht aan Fast Trading dan wel Front Trading, ter attentie van [gedaagde 4] .
3.100. Met een op 30 september 2019 gedateerde factuur heeft Shining Brigade bij Fast Trading een bedrag van € 20.000,-- in rekening gebracht betreffende ‘commissions march to june 2019 over your purchases to Just Tex Unipessoal LDA’.
3.101. In een door ‘ [schuilnaam 1] ’ vanaf het e-mailadres [e-mailadres 13] op 24 juli 2020 aan [gedaagde 1] (e-mailadres [e-mailadres 1] ) verzonden bericht wordt het volgende vermeld:
Afbeelding verwijderd vanwege privacy-redenen
3.102. Een overzicht van overschrijvingen door Front Trading op een op naam van Shining Brigade staande bankrekening (in het buitenland) betreffende de periode augustus tot en met september 2020 laat het volgende zien:
Afbeelding verwijderd vanwege privacy-redenen
3.103. Met op 2 september 2020 gedateerde facturen heeft Shining Brigade bij Front Trading bedragen van € 35.000,-- en € 64.000,-- in rekening gebracht voor ‘Commissions sales no. 16’ en een bedrag van € 6.687,99 voor ‘UPS + Agility + Porto Cargo, Rent August en Admin costs and assistance set up etc.’.
3.104. DC20 Trading heeft in de periode van 2 september 2020 tot en met 27 oktober 2020 op een op haar naam staande bankrekening in het buitenland een bedrag van in totaal € 76.010,-- van Front Trading ontvangen. In dit verband hebben Puma en CK het hieronder afgebeelde (door hen zelf vervaardigde, zo begrijpt de rechtbank) overzicht in het geding gebracht.
Afbeelding verwijderd vanwege privacy-redenen
3.105. Met op 2 september en 3 september 2020 gedateerde facturen heeft DC20 Trading bij Front Trading bedragen van € 14.260,-- en € 3.000,-- in rekening gebracht voor respectievelijk ‘Commissions sales no. 16’ en ‘Commissions sales no. 20’.
3.106. In een op 2 september 2020 gedateerd e-mailbericht, verzonden vanaf het
e-mailadres [e-mailadres 6] , gericht aan ‘ [gedaagde 5] ’ wordt – onder meer het volgende vermeld [7] :
Afbeelding verwijderd vanwege privacy-redenen
3.107. In een op 22 september 2020 gedateerd en vanaf het e-mailadres [e-mailadres 2] aan ‘ [gedaagde 5] ’ en ‘ [gedaagde 4] ’ verzonden bericht met als onderwerp ‘GELD A EN P SEPT.pdf wordt het volgende vermeld [9] :
Afbeelding verwijderd vanwege privacy-redenen
3.108. Op 29 oktober 2020 heeft de Autoridade de Segurança Alimentar e Económica in Portugal (de autoriteit verantwoordelijk voor – onder meer – economisch toezicht) in een loods van warenhuis Agility beslag gelegd op boxershorts voorzien van tekens gelijk aan de
CK-merken. Onder de formulieren die bij die producten werden aangetroffen, bevond zich het hieronder afgebeelde document:
Afbeelding verwijderd vanwege privacy-redenen
Op dit document wordt Shining Brigade als verzender vermeld.
3.109. Bij warenhuis Agility werkzaam personeel heeft verklaard dat op 27 oktober 2020 33 pallets met sokken voorzien van tekens gelijk aan de Puma-merken zijn vertrokken naar [gedaagde 1] en aldaar op 29 oktober 2020 zouden moeten aankomen. Afzender van de betreffende producten was [gedaagde 6] .
[gedaagde 6]
3.110. Over [gedaagde 6] is op het internet de volgende informatie te vinden:
Afbeelding verwijderd vanwege privacy-redenen
3.111. Met op haar naam gestelde facturen daterend uit de periode van april 2019 tot en met februari 2020 heeft [gedaagde 6] bij verschillende in de Europese Unie gevestigde ondernemingen (waaronder bij Fast Trading) ‘Calvin Klein 3 pack boxer shorts’ in rekening gebracht. Op één factuur wordt vermeld ‘Delivered to Alkmaar warehouse’ en op de overige ‘Delivery: Ex warehouse Holland’.
3.112. Op alle facturen wordt het e-mailadres [e-mailadres 9] vermeld en ook de namen [naam 1] (hierna: [naam 1] ) en Sia EE (onder de naam [gedaagde 6] , bij de adres- en contactgegevens). Ook wordt vermeld dat betaling aan [naam 1] moet plaatsvinden.
3.113. [naam 1] heeft in de contacten met de afnemers van [gedaagde 6] gebruik gemaakt van vervalste facturen van Calvin Klein Europe.
3.114. Op een
packing listwordt het volgende vermeld:
Afbeelding verwijderd vanwege privacy-redenen
Just-Tex
3.115. Just-Tex staat in het Portugese handelsregister geregistreerd als importeur en exporteur van textiel. Just-Tex is opgericht op 15 april 2014. Bestuurder van Just-Tex is [naam 4] .
3.116. Vanaf januari 2019 zijn vanaf de bankrekening van Fast Trading aanzienlijke bedragen overgemaakt naar Just-Tex. In sommige van de omschrijvingen bij die overboekingen wordt verwezen naar facturen en eenmaal naar ‘boxershorts’.
3.117. In twee op naam van Just-Tex gestelde facturen, gedateerd op 15 oktober 2020 en 13 november 2020, en gericht aan Front Trading, wordt het volgende vermeld:
[factuur van 15 oktober 2020]
[factuur van 13 november 2020]
Afbeelding verwijderd vanwege privacy-redenen
3.118. In acht op naam van Just-Tex gestelde facturen, gericht aan Front Trading en gedateerd op 2 september 2020, 4 september 2020, 9 september 2020, 11 september 2020, 17 september 2020, 22 september 2020, 30 september 2020 en 20 oktober 2020, wordt de verkoop in rekening gebracht van ‘Boxer Alg/Elastano’ dan wel ‘Boxer Algodâo/Elastano’.
3.119. In de periode van 13 augustus 2020 tot en met 27 oktober 2020 heeft Just-Tex van Front Trading een bedrag van in totaal € 752.000,-- op een op haar naam staande bankrekening overgeschreven gekregen. Bij een aantal van die betalingen worden de volgende omschrijvingen gebruikt: ‘bokser ckelvin klain’/ ‘slip chalvin klein’ [sic].
[gedaagde 4] / [gedaagde 5]
3.120. [gedaagde 4] is sinds ruim dertig jaar werkzaam in de textielhandel. [gedaagde 5] werkt sinds 2005 met [gedaagde 4] samen.
3.121. [gedaagde 4] , [gedaagde 5] en ondernemingen waarvan [gedaagde 4] en/of [gedaagde 5] bestuurder(s) is/zijn geweest, zijn in het verleden door verschillende rechtbanken en gerechtshoven – onder meer – veroordeeld om de inbreuk op merkrechten van andere merkhouders dan Puma en CK te staken en gestaakt te houden.
3.122. De [WhatsApp-, zo begrijpt de rechtbank] profielfoto behorend bij het telefoonnummer [telefoonnummer 1] dat wordt vermeld op enkele facturen van Front Trading, is de foto van [gedaagde 4] .
3.123. Met verschillende verloven van de voorzieningenrechter van deze rechtbank hebben Puma en CK op achtereenvolgens 28 oktober 2020, 19 november 2020, 27 november 2020 en 7 april 2022 ten laste van [gedaagde 5] bewijsbeslagen laten leggen op – kort gezegd – administratieve bescheiden van Front Trading die betrekking hebben op sokken en boxershorts, voorzien van tekens gelijk aan de Puma- respectievelijk CK-merken en die zien op de periode vanaf 1 januari 2019 en deze bescheiden in gerechtelijke bewaring laten nemen.
3.124. In het proces-verbaal van de deurwaarder betreffende één van de gelegde bewijsbeslagen wordt – onder meer – het volgende vermeld:
Afbeelding verwijderd vanwege privacy-redenen
3.125. In de onder [gedaagde 5] in bewijsbeslag genomen administratieve bescheiden, heeft [gedaagde 5] (na de mondelinge behandeling in onderhavige zaak) vrijwillig inzage gegeven.
[gedaagde 7]
3.126. Met verschillende verloven van de voorzieningenrechter van deze rechtbank hebben Puma en CK op achtereenvolgens 28 oktober 2020, 19 november 2020, 27 november 2020 en 7 april 2022 ten laste van – onder meer – Zegmaar/ [gedaagde 7] bewijsbeslagen laten leggen op – kort gezegd – administratieve bescheiden van Front Trading die betrekking hebben op sokken en boxershorts voorzien van tekens gelijk aan de Puma- respectievelijk CK-merken en die zien op de jaren 2019 en 2020 en deze bescheiden in gerechtelijke bewaring laten nemen.
3.127. In het proces-verbaal betreffende het op 28 oktober 2020 gelegde bewijsbeslag wordt, voor zover hier van belang, vermeld dat [gedaagde 7] in eerste instantie aan de deurwaarder liet weten niet over de administratie van Front Trading te beschikken en verder:
“Later is mij gebleken dat de verklaring van [gedaagde 7] onjuist is. Blijkens de zoekgeschiedenis van de webbrowser op de laptop van de heer [gedaagde 7] d.d. 27 oktober 2020 omstreeks 14.00 uur, was namelijk te zien dat het online boekhoudpakket van de klant Front Trading B.V. was geraadpleegd. Toen ik klikte op deze link, kwam ik echter in de klantmap Haribusa B.V. terecht. Hetgeen betekent dat de klantmap Front Trading B.V. in naam is gewijzigd tussen 27 oktober 2020 omstreeks 14.00 uur en het moment van beslaglegging. Ik heb de heer [gedaagde 7] gewezen om [de rechtbank begrijpt; op] deze misleiding, waarop de heer [gedaagde 7] mij heeft verklaard mij inderdaad te hebben misleid en mij heeft verklaard [de rechtbank begrijpt: dat hij] dit niet had moeten doen. (…)
De aan de heer [gedaagde 7] verstrekte USB3 [met alle door de deurwaarder als relevant beschouwde bescheiden, toevoeging rechtbank] is diezelfde middag nog door [gedaagde 7] vrijwillige [de rechtbank begrijpt: vrijwillig] verstrekt aan (…) advocaat mr. C.S. Mastenbroek, één en ander nadat hij de in beslag genomen bestanden eerst samen met deze advocaat bij langs is gelopen. Voor de komst van deze advocaat, heb ik [de deurwaarder, toevoeging rechtbank] de in beslag genomen bestanden ook samen doorgenomen met de heer [gedaagde 7] (..)”
3.128. De tijdens de mondelinge behandeling gedane toezegging van [gedaagde 7] om vrijwillig inzage te geven in de administratieve bescheiden van Front Trading die 19 november 2020 en 27 november 2020 in bewijsbeslag zijn genomen, heeft hij na de mondelinge behandeling geen gestand gedaan.
Overig
3.129. Van Puma afkomstige sokken in een ‘3 pack’ werden ten tijde van het uitbrengen van de dagvaardingen in de onderhavige zaak door Stichd verkocht voor prijzen van minimaal € 15,--. Van CK afkomstige boxershorts in een ‘3 pack’ werden ten tijde van het uitbrengen van de onderhavige dagvaardingen door CK verkocht voor minimaal € 40,--.
3.130. Geen van de hiervoor genoemde vennootschappen en natuurlijke personen waarop Puma en CK in hun nader onderzoek zijn gestuit, is een zakenrelatie van (de officiële distributeurs van) Puma en CK.
3.131. In een op 14 maart 2022 gedateerd
investigative reportvan [naam 3] , als onderzoeker verbonden aan Disosa (Brand Protection Services, hierna: [naam 3] ), wordt, voor zover hier van belang, het volgende vermeld:
“Hierbij verklaart ondergetekende dat hij vanaf 2002 door diverse merkhouders ingehuurd wordt om bepaalde zaken betreffende de handel in namaakgoederen te onderzoeken. Vanaf 2006 is een opdracht ivm de “ [gedaagde 4] groep” ingezet. (…)
Vast is komen te staan dat Dhr. [gedaagde 4] vanaf het begin af (eerst in beeld bij ons onderzoeksbureau in 2006) aan handelt samen met zijn accountant Dhr. [gedaagde 7] en zijn zakenpartner Dhr. [gedaagde 5] . Een aantal jaren geleden zijn daar Dhr. [naam 1] als tussenpersoon en Dhr. [gedaagde 3] als katvanger, loopjongen c.g. facilitator, bijgekomen. (…)
Van Dhr. [gedaagde 3] is inmiddels bekend dat hij in het dagelijks leven parkeerwachter (…) is bij de gemeente. In relatie tot zijn betrokkenheid bij de [gedaagde 4] groep is duidelijk dat hij een vergoeding ontvangt voor het op zijn naam laten registreren van het bedrijf Front Trading (voorheen ook Fast Trading). Daarnaast ontvangt hij betalingen voor de transacties (in namaakkleding) die hij voor [gedaagde 4] en/of [gedaagde 5] afhandelt.
De afgelopen jaren (vanaf 2018/2019) is er door ondergetekende onderzoek gedaan onder meer in Portugal, waar [gedaagde 4] naartoe is verhuisd. Daar heb ik (…) behalve het woonadres van [gedaagde 4] gevonden, ook de fabriek waar de namaak Puma en Calvin Klein producten gemaakt worden, en het vervoerbedrijf dat de goederen vervolgens naar Nederland, de loods van Front Trading in [plaats] vervoert om de goederen te laten sorteren en in kleinere zendingen vervolgens over Europe te verspreiden.
In Portugal heb ik door onderzoek ontdekt dat Dhr. [gedaagde 4] onder o.a. de schuilnaam “ [schuilnaam 1] ” werkt en zich ook als zodanig aan derden voorstelt (…).
Drent organiseert voornamelijk de productie in Portugal (…), en heeft daarnaast contact met afnemers in heel Europa. Dhr. [gedaagde 5] regelt de belangrijke dingen inclusief deels boekhouding in Nederland. Dhr. [gedaagde 3] is t “Front” voor Front Trading en handelt transacties van [gedaagde 4] en [gedaagde 5] feitelijk af.
Dat “ [schuilnaam 1] ” een en dezelfde persoon is als Dhr. [gedaagde 4] is vast komen te staan doordat (…) afbeeldingen van Dhr. [gedaagde 4] zijn getoond aan diverse inbreukmakers/handelaren in namaakgoederen.
Deze hebben, geconfronteerd met de foto van Dhr. [gedaagde 4] , verklaard dat dit “ [schuilnaam 1] ” was, de Portugese zakenman met wie zij menen zaken te doen. (…)
Dhr. [gedaagde 1] , de eigenaar van Katrade , een onderneming in Duitsland, heeft mij emails getoond van Dhr. [gedaagde 4] , waarin hij zich voordoet als “ [schuilnaam 1] ” en zelfs waarin deze [schuilnaam 1] aka [gedaagde 4] benoemt dat hij een van de eigenaren is van DC20 Trading. Van dit bedrijf staat inmiddels vast dat het van Dhr. [gedaagde 4] en Dhr. [gedaagde 5] samen is (…).
Eerdere gelegde beslagen hebben aangetoond dat voor elke verkoop die door “Front Trading” (…) gedaan wordt, Dhr. [gedaagde 4] , de onderneming DC20 Trading en (…) Dhr. [gedaagde 3] bedragen ontvangen. (…)
Van de Puma sokken die door Sporttrading Holland B.V. c.s. verhandeld zijn is inmiddels door onderzoek zonder enige twijfel komen vast te staan dat deze PUMA sokken door Katrade aan Sporttrading Holland B.V. c.s. zijn geleverd en aan Katrade door de [gedaagde 4] groep. (…)
Van de Calvin Klein goederen heb ik de stellige overtuiging dat zij exact dezelfde weg hebben afgelegd. Katrade heeft verklaard dat Sporttrading Holland B.V. c.s. “de” afnemer in Nederland was voor de producten die zij van [gedaagde 4] (Puma & CK underwear & Puma sokken), al dan niet via de tussenpersoon [naam 1] , af heeft genomen.
Bij de vervoerder in Portugal is er door mij onderzoek gedaan en is vervolgens door hen verklaard welke goederen zij van Front Trading/Dhr. [gedaagde 3] danwel, Dhr. [schuilnaam 1] / [gedaagde 4] en of de onderneming DC20 Trading vervoerden.
De eigenaar van het bedrijf heeft mij verteld dat hij een enorme hoeveelheid Calvin Klein, Puma en Tommy Hilfiger kleding vervoerd heeft in 2021, en in ieder geval tot februari 2022. Hij durfde mij niet alle betrokken documenten te geven, maar wel de “packing lists”, door deze opdrachtgever zelf opgesteld, dienend als vervoer document bij de ladingen. Al deze “packing lists” zien alleen op Calvin Klein, Puma en Tommy Hilfiger. Af 2021 staat er geen merk meer op. (…)
Al deze goederen zijn vanuit Portugal naar [plaats] in Nederland vervoerd, voordat zij doorgingen naar de eindafnemers. (…)”
3.132. Alle beslagen hebben Puma en CK laten leggen door Agin Pranger Gerechtsdeurwaarders en waar beslagen bescheiden in gerechtelijke bewaring zijn gegevens, is dit gebeurd bij DigiJuris B.V..
Tekst
Tekst

4.Het geschil

4.1.
Puma en CK vorderen – na meerdere eiswijzigingen – dat de rechtbank, zoveel mogelijk bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
I. Primair [stakingsbevelen]
a. Front Trading, [gedaagde 3] en [gedaagde 5] beveelt om met onmiddellijke ingang na betekening van het in deze zaak te wijzen vonnis iedere directe, indirecte en/of gefaciliteerde inbreuk op de Puma-merken in de gehele Europese Unie te staken en gestaakt te houden, waaronder begrepen het staken en gestaakt houden van het vervaardigen, aanbieden, in de handel brengen, invoeren, uitvoeren of gebruiken, alsmede het voor deze doeleinden in voorraad hebben van de in de dagvaardingen genoemde inbreukmakende Puma-sokken en van andere kledingstukken met daarop een teken dat verwarringwekkend overeenstemt met de merken van Puma;
b. Front Trading, [gedaagde 3] en [gedaagde 5] beveelt om met onmiddellijke ingang na betekening het in deze zaak te wijzen vonnis iedere directe, indirecte en/of gefaciliteerde inbreuk op de CK-merken in de gehele Europese Unie te staken en gestaakt te houden, waaronder begrepen het staken en gestaakt houden van het vervaardigen, aanbieden, in de handel brengen, invoeren, uitvoeren of gebruiken, alsmede het voor deze doeleinden in voorraad hebben van de in de dagvaardingen genoemde inbreukmakende CK-boxershorts en van andere kledingstukken met daarop een teken dat verwarringwekkend overeenstemt met merken van CK;
c. Katrade , K-Sports, [gedaagde 1] , [gedaagde 2] , Shining Brigade, DC20 Trading, [gedaagde 4] , [gedaagde 6] en Just-Tex beveelt om met onmiddellijke ingang na betekening van het in deze zaak te wijzen vonnis iedere directe, indirecte en/of gefaciliteerde inbreuk op de
Puma-merken en de CK-merken in de gehele Benelux te staken en gestaakt te houden, waaronder begrepen het staken en gestaakt houden van het vervaardigen, aanbieden, in de handel brengen, invoeren, uitvoeren of gebruiken, alsmede het voor deze doeleinden in voorraad hebben van de in de dagvaardingen genoemde inbreukmakende kledingstukken dan wel de inbreukmakende Puma-sokken en/of de inbreukmakende CK-boxershorts en van andere kledingstukken met daarop een teken dat verwarringwekkend overeenstemt met de merken van Puma en/of CK;
II. Subsidiair [stakingsbevelen]
a. Katrade , K-Sports, [gedaagde 1] , [gedaagde 2] en Just-Tex beveelt om met onmiddellijke ingang na betekening van het in deze te wijzen vonnis iedere inbreuk op de Puma-logo’s in Nederland te staken en gestaakt te houden, waaronder begrepen het staken en gestaakt houden van het openbaarmaken en verveelvoudigen van de in de dagvaardingen genoemde inbreukmakende kledingstukken dan wel inbreukmakende Puma-sokken en van andere goederen waarop de Puma-logo’s zijn aangebracht;
b. Just-Tex beveelt om met onmiddellijke ingang na betekening van het in deze te wijzen vonnis iedere inbreuk op het CK-logo in Nederland te staken en gestaakt te houden, waaronder begrepen het staken en gestaakt houden van het openbaarmaken en verveelvoudigen van de in de dagvaarding genoemde inbreukmakende CK-boxershorts en van andere goederen waarop het CK-logo is aangebracht;
III. [dwangsom]
Katrade , K-Sports, [gedaagde 1] , [gedaagde 2] , Front Trading, [gedaagde 3] , Shining Brigade, DC20 Trading, [gedaagde 4] , [gedaagde 5] , [gedaagde 6] en Just-Tex veroordeelt tot betaling aan Puma en/of CK van een dwangsom ter hoogte van € 5.000,-- voor iedere dag of gedeelte van een dag, dan wel – ter keuze van Puma en/of CK – € 1.000,-- voor ieder inbreukmakend kledingstuk dan wel paar inbreukmakende Puma-sokken en/of inbreukmakend
CK-boxershort waarmee Katrade, K-Sports, [gedaagde 1] , [gedaagde 2] , Front Trading, [gedaagde 3] , Shining Brigade, DC20 Trading, [gedaagde 4] , [gedaagde 5] , [gedaagde 6] en Just-Tex (ieder afzonderlijk) geheel of gedeeltelijk in strijd handelen met de onder I. en/of II. omschreven bevelen, met een maximum aan te verbeuren dwangsommen van € 500.000,--, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen dwangsom;
IV. [inzage]
[gedaagde 5] veroordeelt tot het laten gehengen en gedogen dat Puma en/of CK binnen 48 uur na betekening van het in deze zaak te wijzen vonnis, door middel van tussenkomst van AGIN Pranger deurwaarders en/of DigiJuris, een kopie verkrijgt/verkrijgen van de op 19 november 2020, 27 november 2020 en 7 april 2022 (naar aanleiding van nieuwe informatie ten laste van Front Trading bij Front Trading en Zegmaar) in (bewijs)beslag genomen fysieke en digitale bestanden en documenten uit de administratie van [gedaagde 5] , teneinde de inbreuk op de intellectuele eigendomsrechten van Puma en/of CK te kunnen vaststellen en vervolgens de aard en de omvang van de gepleegde inbreuk en onrechtmatige daad en de hoogte van de door Puma en/of CK te vorderen schadevergoeding dan wel winstafdracht te kunnen bepalen;
V. [inzage]
[gedaagde 7] veroordeelt tot het laten gehengen en gedogen dat Puma en/of CK binnen 48 uur na betekening van het in deze te wijzen vonnis, door middel van tussenkomst van AGIN Pranger deurwaarders en/of DigiJuris, een kopie verkrijgt van de op 19 november 2020, 27 november 2020 en 7 april 2022 (naar aanleiding van nieuwe informatie ten laste van Front Trading bij Front Trading en Zegmaar) in (bewijs)beslag genomen fysieke en digitale bestanden en documenten uit de administratie van voornoemde gedaagde, teneinde de inbreuk op de intellectuele eigendomsrechten van Puma en/of CK Klein te kunnen vaststellen en vervolgens de aard en de omvang van de gepleegde inbreuk en onrechtmatige daad en de hoogte van de door Puma en/of CK te vorderen schadevergoeding dan wel winstafdracht te kunnen bepalen;
VI. [inzage]
de curator veroordeelt binnen 7 dagen na betekening van het in deze te wijzen vonnis een kopie te verstrekken van fysieke en digitale bestanden en documenten van Fast Trading met betrekking tot de betrokkenheid van Fast Trading, [gedaagde 3] , Shining Brigade, DC20 Trading, [gedaagde 4] en [gedaagde 5] bij de inbreuken, zoals facturen, paklijsten, vrachtbrieven, orders, orderbevestigingen, voorraadadministratie, douanestukken, e-mails en/of andere bewijsstukken waaruit de bron van de inbreukmakende kledingstukken dan wel de inbreukmakende Puma-sokken en/of de inbreukmakende CK-boxershorts blijkt, en de aantallen, aan- en verkoopprijzen, data, en afnemers niet zijnde consumenten, van de inbreukmakende kledingstukken dan wel de inbreukmakende Puma-sokken en/of de inbreukmakende CK-boxershorts, teneinde de aard en omvang van de gepleegde inbreuk en onrechtmatige daad en de hoogte van de door Puma en/of CK te vorderen schadevergoeding dan wel winstafdracht te kunnen bepalen, meer specifiek de documenten die zijn omschreven in randnummer 7.81 van de dagvaarding
VII. [dwangsom]
[gedaagde 5] en [gedaagde 7] te veroordelen tot betaling aan Puma en/of [de rechtbank begrijpt: dan wel] CK van een dwangsom ter hoogte van € 5.000,-- voor iedere dag of gedeelte van een dag waarmee zij (ieder afzonderlijk) geheel of gedeeltelijk in strijd handelen met de onder IV. en V. omschreven veroordelingen, met een maximum aan te verbeuren dwangsommen van € 500.000,--, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen dwangsom;
VIII. [opgave Puma] [11]
Katrade , K-Sports, [gedaagde 1] , [gedaagde 2] , Front Trading, [gedaagde 3] , Shining Brigade, DC20 Trading, [gedaagde 4] , [gedaagde 5] , [gedaagde 6] en Just-Tex veroordeelt om op eigen kosten binnen 1 maand na betekening van het in deze zaak te wijzen vonnis aan de advocaten van Puma schriftelijk opgave te doen, gerangschikt per type/soort/kleur product en per leverancier, producent of distributeur en commerciële afnemer, welke opgave ter staving vergezeld dient te zijn van goed leesbare en niet-geanonimiseerde kopieën van alle relevante brondocumenten (waaronder in ieder geval, maar niet beperkt tot, facturen, paklijsten, vrachtbrieven, orders, orderbevestigingen, voorraadadministraties op alle relevante data, douanestukken, e-mails en overige correspondentie), van:
a. de leverancier(s), maker(s), producent(en), distributeur(s), verkoper(s), vervoerder(s) en afnemer(s) (niet zijnde consumenten), van de in de dagvaardingen bedoelde inbreukmakende Puma-sokken die zijn vervaardigd, aangeboden, in de handel gebracht, ingevoerd, uitgevoerd, gebruikt en/of voor deze doeleinden in voorraad zijn of zijn gehouden;
b. de aan Katrade , K-Sports, [gedaagde 1] , [gedaagde 2] , Front Trading, [gedaagde 3] , Shining Brigade, DC20 Trading, [gedaagde 4] , [gedaagde 5] , [gedaagde 6] en Just-Tex aangeboden en geleverde en geannuleerde totale aantallen van de in de dagvaardingen bedoelde inbreukmakende Puma-sokken, onder vermelding van de inkoopprijzen en leverdata;
c. het aantal van de in de dagvaardingen bedoelde inbreukmakende Puma-sokken die
Katrade , K-Sports, [gedaagde 1] , [gedaagde 2] , Front Trading, [gedaagde 3] , Shining Brigade, DC20 Trading, [gedaagde 4] , [gedaagde 5] , [gedaagde 6] en Just-Tex aan commerciële afnemers en/of aan consumenten hebben aangeboden, verkocht en/of geleverd, onder vermelding van de verkoopprijzen en verkoop-/leverdata;
d. de door Katrade , K-Sports, [gedaagde 1] , [gedaagde 2] , Front Trading, [gedaagde 3] , Shining Brigade, DC20 Trading, [gedaagde 4] , [gedaagde 5] , [gedaagde 6] en Just-Tex met de verkoop van de in de dagvaardingen bedoelde inbreukmakende Puma-sokken behaalde totale bruto-omzet en de behaalde brutowinst;
e. documenten waaruit blijkt wat de rol van Katrade , K-Sports, [gedaagde 1] , [gedaagde 2] , Front Trading, [gedaagde 3] , Shining Brigade, DC20 Trading, [gedaagde 4] , [gedaagde 5] , [gedaagde 6] en Just-Tex was bij de inbreukmakende handelingen (wie bemiddelde bij de verkopen, wiens bankrekeningnummer werd gebruikt, wie had telefonisch contact, wie stuurde e-mails met betrekking tot orders en welke vennootschappen gebruikten zij nog meer bij de handel in inbreukmakende Puma-sokken;
IX. [opgave CK]
Katrade , K-Sports, [gedaagde 1] , [gedaagde 2] , Front Trading, [gedaagde 3] , Shining Brigade, DC20 Trading, [gedaagde 4] , [gedaagde 5] , [gedaagde 6] en Just-Tex veroordeelt om op eigen kosten binnen 1 maand na betekening van het in deze zaak te wijzen vonnis aan de advocaten van CK schriftelijk opgave te doen, gerangschikt per type/soort/kleur product en per leverancier, producent of distributeur en commerciële afnemer, welke opgave ter staving vergezeld dient te zijn van goed leesbare en niet-geanonimiseerde kopieën van alle relevante brondocumenten (waaronder in ieder geval maar niet beperkt tot facturen, paklijsten, vrachtbrieven, orders, orderbevestigingen, voorraadadministraties op alle relevante data, douanestukken, e-mails en overige correspondentie), van:
a. de leverancier(s), maker(s), producent(en), distributeur(s), verkoper(s), vervoerder(s) en afnemer(s) (niet zijnde consumenten), van de in de dagvaardingen bedoelde inbreukmakende CK-boxershorts die zijn vervaardigd, aangeboden, in de handel gebracht, ingevoerd, uitgevoerd, gebruikt en/of voor deze doeleinden in voorraad zijn of zijn gehouden;
b. de aan Katrade , K-Sports, [gedaagde 1] , [gedaagde 2] , Front Trading, [gedaagde 3] , Shining Brigade, DC20 Trading, [gedaagde 4] , [gedaagde 5] , [gedaagde 6] en Just-Tex aangeboden en geleverde en geannuleerde totale aantallen van de in de dagvaardingen bedoelde inbreukmakende CK-boxershorts, onder vermelding van de inkoopprijzen en leverdata;
c. het aantal van de in de dagvaardingen bedoelde inbreukmakende CK-boxershorts die
Katrade , K-Sports, [gedaagde 1] , [gedaagde 2] , Front Trading, [gedaagde 3] , Shining Brigade, DC20 Trading, [gedaagde 4] , [gedaagde 5] , [gedaagde 6] en Just-Tex aan commerciële afnemers en/of aan consumenten hebben aangeboden, verkocht en/of geleverd, onder vermelding van de verkoopprijzen en verkoop-/leverdata;
d. de door Katrade , K-Sports, [gedaagde 1] , [gedaagde 2] , Front Trading, [gedaagde 3] , Shining Brigade, DC20 Trading, [gedaagde 4] , [gedaagde 5] , [gedaagde 6] en Just-Tex met de verkoop van de in de dagvaardingen bedoelde inbreukmakende CK-boxershorts behaalde totale bruto-omzet en de behaalde brutowinst;
e. documenten waaruit blijkt wat de rol van Katrade , K-Sports, [gedaagde 1] , [gedaagde 2] , Front Trading, [gedaagde 3] , Shining Brigade, DC20 Trading, [gedaagde 4] , [gedaagde 5] , [gedaagde 6] en Just-Tex was bij de inbreukmakende handelingen (wie bemiddelde bij de verkopen, wiens bankrekeningnummer werd gebruikt, wie had telefonisch contact, wie stuurde e-mails met betrekking tot orders en welke vennootschappen gebruikten zij nog meer bij de handel in inbreukmakende CK-boxershorts);
X. [dwangsom]
Katrade , K-Sports, [gedaagde 1] , [gedaagde 2] , Front Trading, [gedaagde 3] , Shining Brigade, DC20 Trading, [gedaagde 4] , [gedaagde 5] , [gedaagde 6] en Just-Tex veroordeelt tot betaling aan Puma en/of [de rechtbank begrijpt: dan wel] CK van een dwangsom ter hoogte van € 5.000,-- voor iedere dag of gedeelte van een dag waarmee zij (ieder afzonderlijk) geheel of gedeeltelijk in strijd handelen met een van de in VIII. en IX. omschreven veroordelingen, met een maximum aan te verbeuren dwangsommen van € 500.000,--, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen dwangsom;
XI. [schadevergoeding Puma]
Katrade , K-Sports, [gedaagde 1] , [gedaagde 2] , Front Trading, [gedaagde 3] , Shining Brigade, DC20 Trading, [gedaagde 4] , [gedaagde 5] , [gedaagde 6] en Just-Tex hoofdelijk veroordeelt om, al naar gelang welk bedrag hoger uitvalt, aan Puma ofwel schadevergoeding te betalen, nader op te maken bij staat, of een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag, ofwel de met de verkopen van de inbreukmakende Puma-sokken behaalde brutowinst af te dragen, eveneens nader op te maken bij staat, of een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag;
XII. [schadevergoeding CK]
Katrade , K-Sports Distribution, [gedaagde 1] , [gedaagde 2] , Front Trading, [gedaagde 3] , Shining Brigade, DC20 Trading, [gedaagde 5] , [gedaagde 6] en Just-Tex hoofdelijk veroordeelt om, al naar gelang welk bedrag hoger uitvalt, aan CK ofwel schadevergoeding te betalen, nader op te maken bij staat, of een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag, ofwel de met de verkopen van de inbreukmakende CK-boxershorts behaalde brutowinst af te dragen, eveneens nader op te maken bij staat, of een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag;
XIII. [proceskosten]
Katrade , K-Sports Distribution, [gedaagde 1] , [gedaagde 2] , Front Trading, [gedaagde 3] , Shining Brigade, DC20 Trading, [gedaagde 5] , [gedaagde 6] en Just-Tex hoofdelijk veroordeelt veroordelen tot betaling aan Puma en/of CK binnen 7 dagen na betekening van het in deze zaak te wijzen vonnis van de volledige door Puma en/of CK gemaakte proceskosten ex artikel 1019h Rv [12] , vermeerderd met de nakosten in het geval dat betekening van het vonnis nodig blijkt, een en ander te vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van 7 dagen na de datum van het in deze te wijzen vonnis.
4.2.
Aan de vorderingen onder I tot en met III en VIII tot en met XII leggen Puma en CK, zo begrijpt de rechtbank, het volgende ten grondslag.
4.2.1.
Ten aanzien van de vennootschappen:
Katrade , K-Sports, Front Trading, Shining Brigade, DC20 Trading, [gedaagde 6] en
Just-Tex maakten/maken in de Europese Unie/de Benelux/Nederland, op grote schaal, inbreuk op de Puma- en CK-merken in de zin van artikel 9 lid 2 sub a tot en met sub c UMVo [13] en artikel 2.20 lid 2 sub a tot en met sub c BVIE [14] dan wel handel(d)en onrechtmatig door dergelijke (door derden gemaakte) inbreuk te faciliteren. Katrade ,
K-Sports en Just-Tex maakten/maken in Nederland in ieder geval ook inbreuk op de auteursrechten die Puma en CK toekomen op de Puma-logo’s/het CK-logo, althans faciliteerden/faciliteren dergelijke door derden gemaakte inbreuken.
4.2.2.
Ten aanzien van [gedaagde 1] , [gedaagde 2] , [gedaagde 3] , [gedaagde 4] en [gedaagde 5] :
Primair:
- [gedaagde 1] en [gedaagde 2] zijn vanwege hun persoonlijke betrokkenheid bij het handelen waaruit de door Katrade en K-Sports gepleegde dan wel gefaciliteerde inbreuken (hebben) bestaan, zelf (ook, dus naast Katrade en K-Sports) als inbreukmakers (in Nederland) te beschouwen;
- [gedaagde 3] , [gedaagde 4] en [gedaagde 5] zijn vanwege hun persoonlijke betrokkenheid bij het handelen waaruit de door Front Trading gepleegde dan wel gefaciliteerde inbreuken (hebben) bestaan, zelf (ook, dus naast Front Trading) als inbreukmakers (in de Europese Unie/de Benelux/Nederland) te beschouwen.
Subsidiair:
[gedaagde 1] , [gedaagde 2] , [gedaagde 3] , [gedaagde 4] en [gedaagde 5] hebben in Nederland onrechtmatig jegens Puma en CK gehandeld omdat zij het inbreukmakend handelen/faciliteren van inbreukmakend handelen (door derden) van bedoelde vennootschappen als bestuurder/feitelijk beleidsbepaler niet (hebben) voorkomen, terwijl zij daartoe wel in staat waren (bestuurdersaansprakelijkheid [15] ). Meer specifiek geldt dit voor [gedaagde 1] als feitelijk beleidsbepaler van Katrade en als bestuurder van K-Sports, voor [gedaagde 2] als bestuurder van Katrade en als feitelijk beleidsbepaler van K-Sports, voor [gedaagde 3] als bestuurder van Front Trading en voor [gedaagde 4] en [gedaagde 5] als feitelijk beleidsbepalers van Front Trading.
Meer subsidiair:
[gedaagde 3] , [gedaagde 4] en [gedaagde 5] hebben met Front Trading, Shining Brigade en DC20 Trading in Nederland in groepsverband merkinbreuken gepleegd en dan wel merkinbreuken van derden gefaciliteerd en doen dit nog steeds.
4.3.
Aan de vorderingen onder IV tot en met VII leggen Puma en CK, zo begrijpt de rechtbank, het volgende ten grondslag.
4.3.1.
Puma en CK hebben het sterke vermoeden dat Shining Brigade, DC20 Trading, [gedaagde 3] , [gedaagde 4] en [gedaagde 5] op enigerlei wijze betrokken zijn geweest bij het (faciliteren van) merkinbreukmakend handelen als bedoeld in artikel 9 lid 2 sub a tot en met sub c UMVo en artikel 2.20 lid 2 sub a tot en met sub c BVIE dan wel bij (het faciliteren van) auteursrechtinbreuk van het failliet verklaarde Fast Trading. Dit brengt mee dat de curator inzage moet verstrekken in de administratie van Fast Trading, voor zover die daarop licht kan werpen.
4.3.2.
Bij Puma en CK bestaat daarnaast ook het sterke vermoeden dat Front Trading inbreuk heeft gemaakt op de Puma- en CK-merken in de zin van artikel 9 lid 2 sub a tot en met sub c UMVo en artikel 2.20 lid 2 sub a tot en met sub c BVIE, althans bij het faciliteren van dergelijke inbreuken. Dit rechtvaardigt toewijzing van de inzagevordering van Puma en CK, voor zover deze is ingesteld tegen [gedaagde 5] en [gedaagde 7] .
4.3.3.
Aan alle overige in artikel 843a Rv genoemde vereisten is ook voldaan.
4.4.
Front Trading, Shining Brigade, DC20 Trading, [gedaagde 3] , [gedaagde 4] , [gedaagde 5] ,
Just-Tex en [gedaagde 7] voeren verweer. Zij concluderen tot niet-ontvankelijkverklaring van Puma en CK in hun vorderingen, althans tot afwijzing/het ontzeggen aan hen van die vorderingen, met veroordeling van Puma en CK in de kosten van de procedure, te vermeerderen met de nakosten (ten belope van € 131,--), één en ander te voldoen binnen veertien dagen na dagtekening van het in deze te wijzen vonnis en – voor het geval voldoening van de (na)kosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt – te vermeerderen met de wettelijke rente over de (na)kosten, te rekenen vanaf bedoelde termijn van voldoening en verzoeken de rechtbank dit bij een, voor zover mogelijk, uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis uit te spreken.
4.5.
De curator concludeert tot niet-ontvankelijkheid van Puma en CK dan wel afwijzing van hun vordering, met veroordeling van Puma en CK in de volledige kosten van de procedure ex artikel 1019h Rv.
4.6.
Op de stellingen van Puma en CK en de verweren van Front Trading, Shining Brigade, DC20 Trading, [gedaagde 3] , [gedaagde 4] , [gedaagde 5] , Just-Tex, [gedaagde 7] en de curator wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

5.De beoordeling

Bevoegdheid rechtbank

5.1.
De rechtbank acht zich over vrijwel de volle breedte van de vorderingen van Puma en CK bevoegd om daarvan kennis te nemen. Dit wordt hierna toegelicht.
De vorderingen, voor zover ingesteld tegen Front Trading, [gedaagde 3] , [gedaagde 5] , [gedaagde 7] en de curator
5.2.
Voor zover deze vorderingen zijn gebaseerd op gestelde inbreuk op de Uniemerken van Puma en CK, kan de (internationale en relatieve) bevoegdheid van de rechtbank vanwege de vestigingsplaats van Front Trading, de woonplaats van [gedaagde 3] , [gedaagde 5] en [gedaagde 7] en de plaats waar de curator kantoor houdt (te weten Nederland), worden gegrond op de artikelen 123 lid 1, 124 onder a en 125 lid 1 UMVo en artikel 3 van de Uitvoeringswet EG-verordening inzake het Gemeenschapsmerk. Deze bevoegdheid strekt zich uit tot de gehele Europese Unie.
5.3.
De (internationale en relatieve) bevoegdheid van de rechtbank ten aanzien van de genoemde vorderingen gegrond op gestelde inbreuk op de Beneluxmerken van Puma en CK, kan in de verknochtheid van die vorderingen met de vorderingen gegrond op gestelde inbreuk op de Uniemerken van Puma en CK worden gevonden; het Beneluxmerk van Puma is gelijk aan één van haar Uniemerken en dit geldt ook voor de Beneluxmerken van CK (terwijl één van de Beneluxmerken van CK ook is ingeschreven voor dezelfde waren als waarvoor de Uniemerken van CK zijn ingeschreven). Deze bevoegdheid strekt zich uit tot de gehele Benelux.
5.4.
Voor zover de betreffende vorderingen zijn gebaseerd op onrechtmatig handelen (het faciliteren van merkinbreuk en bestuurdersaansprakelijkheid/aansprakelijkheid als feitelijk beleidsbepaler), is de rechtbank internationaal bevoegd op grond van het bepaalde in artikel 4 lid 1 Brussel I bis-Vo [16] en relatief bevoegd, reeds omdat Front Trading, [gedaagde 3] , [gedaagde 5] , [gedaagde 7] en de curator in het geding zijn verschenen zonder die bevoegdheid van de rechtbank te bestrijden. Overigens is, wat deze vorderingen betreft, ook sprake van verknochtheid met de merkinbreukvorderingen.
De vorderingen, voor zover ingesteld tegen Katrade , K-Sports, [gedaagde 1] , [gedaagde 2] , Shining Brigade, DC20 Trading, [gedaagde 4] , [gedaagde 6] en Just-Tex
5.5.
De rechtbank is op grond van de artikelen 123 lid 1, 124 onder a, 125 lid 5 UMVo en artikel 3 van de Uitvoeringswet EG-verordening inzake het Gemeenschapsmerk (internationaal en relatief) bevoegd kennis te nemen van die vorderingen, voor zover deze zijn gebaseerd op gestelde inbreuk op de Uniemerken van Puma en CK, nu Puma en CK ook stellen dat die inbreuk in Nederland heeft plaatsgevonden. De bevoegdheid van de rechtbank is beperkt tot het Nederlandse grondgebied (en niet tot dat van de Benelux, zoals Puma en CK kennelijk menen en uit de formulering van hun vorderingen kan worden afgeleid).
5.6.
Wat hiervoor onder 5.3 is overwogen met betrekking tot gestelde inbreuk op de Beneluxmerken van Puma en CK, geldt ook voor de vorderingen met die grondslagen, voor zover die zich richten tegen Katrade , K-Sports, [gedaagde 1] , [gedaagde 2] , Shining Brigade, DC20 Trading, [gedaagde 4] , [gedaagde 6] en Just-Tex; de rechtbank is wegens verknochtheid met de grondslag van gestelde inbreuk de Uniemerken van Puma en CK (internationaal en relatief) bevoegd daarvan kennis te nemen en de bevoegdheid is beperkt tot het grondgebied van de Benelux.
5.7.
Voor zover aan de vorderingen, ingesteld tegen Katrade , K-Sports, [gedaagde 1] , [gedaagde 2] en Just-Tex, (dreigende) inbreuk op aan Puma en CK naar gesteld toekomende auteursrechten op logo’s ten grondslag ligt, komt vanwege verknochtheid met de gestelde inbreuk op de Uniemerken en Beneluxmerken van Puma en CK, de rechtbank eveneens de bevoegdheid toe om daarvan kennis te nemen, nu die logo’s gelijk zijn aan de Uniemerken en Beneluxmerken van Puma en CK. De bevoegdheid van de rechtbank met betrekking tot de vorderingen met die auteursrechtelijke grondslag is beperkt tot het grondgebied van Nederland.
5.8.
Voor zover de vorderingen zijn gebaseerd op gesteld onrechtmatig handelen bestaande uit het faciliteren van inbreuk, is de rechtbank, voor wat betreft Katrade ,
K-Sports, [gedaagde 1] , [gedaagde 2] , Shining Brigade, DC20 Trading, [gedaagde 4] en Just-Tex internationaal bevoegd op grond van het bepaalde in artikel 26 lid 1 Brussel
I-bis Vo, nu genoemde gedaagde partijen zijn verschenen zonder de bevoegdheid van de rechtbank te betwisten. Voor wat betreft de vorderingen ingesteld tegen [gedaagde 6] (die niet in het geding is verschenen), kan de internationale bevoegdheid, wat betreft deze grondslag, worden ontleend aan artikel 7 lid 2 Brussel I-bis Vo, nu Puma en CK stellen dat het gestelde onrechtmatig handelen (het schadebrengende feit) ook in Nederland heeft plaatsgevonden. De rechtbank is ook relatief bevoegd omdat genoemde gedaagden dit niet hebben bestreden.
5.9.
Voor de internationale bevoegdheid van de rechtbank inzake de vorderingen ingesteld tegen [gedaagde 1] , [gedaagde 2] en [gedaagde 4] en gegrond op verwijtbaar handelen als bestuurder dan wel feitelijk beleidsbepaler van, wat [gedaagde 1] en [gedaagde 2] betreft, Katrade , en, wat [gedaagde 4] betreft, Front Trading, kan (ook) basis worden gevonden in artikel 26 lid 1 Brussel I-bis Vo; bedoelde partijen zijn in het geding verschenen zonder de bevoegdheid van de rechtbank te betwisten. Ook de relatieve bevoegdheid van de rechtbank hebben zij niet bestreden.
5.10.
Overigens geldt ook voor deze vorderingen dat sprake is van verknochtheid met de merkinbreuk- en (voor zover van belang) auteursrechtvorderingen..
Gevolgen van de verstekverlening tegen [gedaagde 6]
5.11.
[gedaagde 6] is niet in de procedure verschenen. Tegen haar is verstek verleend. Nu alle overige gedaagden wel in de procedure zijn verschenen, wordt tussen alle partijen één vonnis gewezen, dat op grond van artikel 140 lid 3 Rv wordt beschouwd als een vonnis op tegenspraak.
De door Puma en CK overgelegde producties
5.12.
Puma en CK hebben een groot aantal producties overgelegd (meer dan 200). Enkele van deze producties (waaronder de producties EP91 en EP93) bevatten voorts een aanzienlijke hoeveelheid pagina’s (in het geval van productie EP91 meer dan 150 ongenummerde pagina’s met voornamelijk e-mailberichten waarin nauwelijks enige structuur is aangebracht).
5.13.
De eisen van een behoorlijke rechtspleging brengen mee dat een partij die een beroep wil doen op uit bepaalde producties blijkende feiten en omstandigheden, dit op een zodanige wijze dient te doen dat voor de rechter duidelijk is welke stellingen hem ter beoordeling worden voorgelegd en dat voor de wederpartij duidelijk is waartegen zij zich dient te verweren. De rechter heeft slechts te letten op de feiten waarop een partij ter ondersteuning van haar standpunt een beroep heeft gedaan, en de enkele omstandigheid dat uit door een partij overgelegde stukken een bepaald feit blijkt, impliceert niet dat zij zich ter ondersteuning van haar standpunt op dat feit beroept [17] . De rechtbank heeft daarom bij de beoordeling alleen díe producties betrokken (en om die reden in de feiten opgenomen) die Puma en CK in hun processtukken hebben genoemd en beschreven.
5.14.
De rechtbank heeft (vanzelfsprekend) ook niet in de beoordeling betrokken (en in de feiten opgenomen) producties die zien op handelingen buiten het territoir waarover de bevoegdheid van de rechtbank zich uitstrekt. Producties waaruit niet kan worden opgemaakt waar bepaalde handelingen zijn verricht of van wie de stukken waar die producties blijk van geven, afkomstig zijn, zijn in de beoordeling (en in de feiten) ook buiten beschouwing gelaten.
Toelaatbaarheid akte houdende overlegging nadere producties, met producties EP204 en EP205 van Puma en CK
5.15.
Na de mondelinge behandeling heeft de rechtbank Puma en CK toegestaan nog een akte te nemen, inhoudende (voor zover aan de orde) de uitkomsten van de tijdens de mondelinge behandeling door [gedaagde 5] en [gedaagde 7] gedane toezegging om inzage te geven in (een deel van de) onder hen in bewijsbeslag genomen administratieve bescheiden, waarna Front Trading, [gedaagde 3] , Shining Brigade, DC20 Trading, [gedaagde 4] , [gedaagde 5] ,
Just-Tex, [gedaagde 7] en de curator hierop nog mochten reageren middels antwoordaktes. Dit laatste is ook gebeurd. Na het nemen van de betreffende antwoordaktes hebben Puma en CK nog een akte houdende overlegging nadere producties, met producties EP204 en EP205, genomen. Dit was niet door de rechtbank toegestaan. Deze akte (met de producties EP204 en EP205) zal daarom worden geweigerd.
Juridisch kader (voor zover relevant voor hetgeen hierna volgt)
5.16.
Voor de leesbaarheid zal de rechtbank bij de navolgende beoordeling in beginsel alleen de toepasselijke merkenrechtelijke bepalingen uit de UMVo aanhalen en niet ook de gelijkluidende bepalingen van het BVIE. De BVIE-bepalingen worden alleen aangehaald als dat nuttig of nodig is.
5.17.
In artikel 9 lid 2 sub a UMVo is neergelegd dat een merkhouder het gebruik door een derde van het merk zoals dit door de merkhouder is gedeponeerd en voor dezelfde waren of diensten als waarvoor het is gedeponeerd, kan verbieden als dit gebruik plaatsvindt zonder toestemming van die merkhouder.
5.18.
Op grond van artikel 9 lid 2 sub b UMVo kan een merkhouder een derde die niet zijn toestemming heeft verkregen, verbieden om in het economisch verkeer een teken dat gelijk is aan of overeenstemt met het merk te gebruiken voor dezelfde of soortgelijke waren of diensten waarvoor het merk is ingeschreven, indien daardoor bij het relevante publiek verwarring kan ontstaan.
5.19.
Een merkhouder kan op grond van artikel 9 lid 2 sub c UMVo een derde die niet zijn toestemming hiertoe heeft verkregen, verbieden om in het economisch verkeer een teken te gebruiken dat gelijk is aan of overeenstemt met het merk, ongeacht of het wordt gebruikt voor dezelfde of soortgelijke waren of diensten waarvoor het merk is ingeschreven, wanneer het een (in de Unie dan wel Benelux) bekend merk betreft en wanneer door het gebruik zonder geldige reden van het teken ongerechtvaardigd voordeel wordt gehaald uit of afbreuk wordt gedaan aan het onderscheidend vermogen of de reputatie van het merk.
5.20.
De stelplicht en bewijslast ter zake van merkinbreuk rust op de merkhouder. Puma en CK moeten dus voor elke inbreuk voldoende concreet te stellen dat, hoe en waarom naar hun mening inbreuk wordt gemaakt.
5.21.
Artikel 15 lid 1 UMVo bepaalt dat een Uniemerk de houder niet het recht verleent het gebruik daarvan te verbieden voor waren of diensten die onder dit merk door de houder of met diens toestemming in de EER [18] in de handel zijn gebracht. Dit betreft de uitputtingsregel. Deze regel is een uitzondering op het exclusieve recht van de merkhouder. Hoofdregel is dat degene die zich op uitputting beroept, moet bewijzen dat aan de voorwaarden om dit aan te nemen, wordt voldaan [19] . Dit bewijs moet zien op elk exemplaar van het product waarvoor de uitputting wordt aangevoerd [20] . Niet voldoende is dat eenzelfde type product door de merkhouder binnen de EU [21] of de EER op de markt wordt gebracht, nu de merkhouder ten aanzien van ieder individueel product het recht heeft om de eerste verhandeling binnen de EU of de EER te controleren en zijn merkrecht te verzilveren. Eveneens is onvoldoende dat de verkoper stelt of bewijst dat hij de goederen heeft betrokken van een derde binnen de EU; de verkoper heeft de verplichting om de gehele verkoopketen terug te leiden naar een eerste verkoop binnen de EU of de EER door of met toestemming van de merkhouder.
5.22.
Of sprake is het onrechtmatig faciliteren van merkinbreuk/auteursrechtinbreuk door derden, moet worden beoordeeld aan de hand van alle feiten en omstandigheden van het geval, waaronder de kennis van de facilitator. Van het onrechtmatig faciliteren van merkinbreuk/auteursrechtinbreuk kan sprake zijn als de facilitator de subjectieve kennis heeft (hij wist) van de inbreuk, maar ook als de dienstverlener in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs moest begrijpen dat sprake van (door hem gefaciliteerde) merkinbreuk/auteursrechtinbreuk.
5.23.
In artikel 6:166 lid 1 BW is bepaald dat, wanneer één van tot een groep behorende personen onrechtmatig schade toebrengt en de kans op het aldus toebrengen van schade deze personen had behoren te weerhouden van hun gedragingen in groepsverband, zij hoofdelijk aansprakelijk zijn wanneer deze gedragingen hun kunnen worden toegerekend. Dit artikel bedoelt buiten twijfel te stellen dat een deelnemer van een groep zich niet aan mede-aansprakelijkheid kan onttrekken met een beroep op het ontbreken van causaal verband tussen zijn onrechtmatige gedraging en de door de benadeelde geleden schade. De aansprakelijkheid van de deelnemers vindt haar rechtvaardiging in ieders bijdrage aan het in het leven roepen van de kans dat zodanige schade zou ontstaan, in die zin dat de kans op het toebrengen van schade de deelnemers had behoren te weerhouden van hun gedragingen in groepsverband. Vereist is dat ieder van de deelnemers zelf een bijdrage heeft geleverd aan de gedragingen in groepsverband, welke bijdrage hem als onrechtmatig handelen kan worden toegerekend, waarbij het deelnemen zelf een onrechtmatige daad tegen de gelaedeerde vormt, welke daad dan weer in voldoende causaal verband met de gevorderde schade moet staan. De lat om aan de cumulatieve vereisten van art. 6:166 BW te voldoen, ligt hoog.
5.24.
Op grond van artikel 843a Rv kan iemand, op zijn kosten, van een ander inzage, afschrift of uittreksel vorderen als is voldaan aan de volgende vereisten: (1) er moet sprake zijn van een rechtmatig belang bij de informatie waarin inzage wordt gevorderd, (2) het moet gaan om bepaalde bescheiden (
fishing expeditionszijn niet toegestaan), (3) de informatie moet zien op een rechtsbetrekking waarbij degene die de vordering instelt, partij is en (4) de informatie moet ter beschikking staan of onder berusting zijn van degene tegen wie het verzoek is gericht.
5.25.
Als aan de hiervoor genoemde vier vereisten is voldaan, kan afwijzing van de vordering niettemin volgen, namelijk als degene die de bescheiden te zijner beschikking of onder zijn berusting heeft, gewichtige redenen heeft om niet aan de vordering te voldoen en ook als redelijkerwijs kan worden aangenomen dat ook zonder de gevorderde gegevens een behoorlijke rechtsbedeling is gewaarborgd.
5.26.
Artikel 1019a lid 1 Rv bepaalt dat een verbintenis uit onrechtmatige daad wegens inbreuk op een recht van intellectuele eigendom geldt als een rechtsbetrekking als bedoeld in artikel 843a lid 1 Rv.
In de zaken tegen de vennootschappen (de vorderingen onder I tot en met III en VIII tot en met XII)
5.27.
Puma en CK verwijten de vennootschappen primair dat zij in de Europese Unie dan wel in de Benelux dan wel in Nederland (individueel) met betrekking tot sokken (Puma) en boxershorts (CK) merkinbreukmakend hebben gehandeld als bedoeld in artikel 9 lid 2 sub a tot en met sub c UMVo/artikel 2.20 lid 2 sub a tot en met sub c BVIE.
5.28.
De rechtbank stelt voorop dat in het hiernavolgende in het midden wordt gelaten of het in deze zaak, zoals Puma en CK (ook) stellen, in alle gevallen gaat om
‘namaakproducten’, nu zelfs als ervan moet worden uitgegaan dat de sokken en boxershorts in kwestie originele producten betreffen, dit de vennootschappen, zoals volgt uit hetgeen hierna zal worden overwogen, niet kan baten.
Verder in de zaken tegen Katrade en K-Sports
5.29.
De advocaat die zich aanvankelijk voor Katrade en K-Sports had gesteld, heeft zich onttrokken vóór de rolzitting waarop Katrade en K-Sports een conclusie van antwoord moesten nemen en nadien heeft zich namens Katrade en K-Sports geen nieuwe advocaat gesteld. Dat brengt mee dat moet worden uitgegaan van de juistheid van hetgeen
Puma en CK primair stellen, namelijk dat Katrade en K-Sports in Nederland/de Benelux:
- sokken hebben aangeboden en in de handel hebben gebracht, voorzien van tekens gelijk aan de Puma-merken en aldus inbreuk hebben gemaakt op die merken als bedoeld in artikel 9 lid 2 sub a UMVo (tekens en waren identiek) en artikel 2.20 lid 2 sub b en/of c BVIE (tekens identiek, maar waren niet [22] );
- boxershorts hebben aangeboden en in de handel hebben gebracht, voorzien van tekens gelijk aan de CK-merken en aldus inbreuk hebben gemaakt op die merken als bedoeld in artikel 9 lid 2 sub a UMVo en artikel 2.20 lid 2 sub a BVIE (tekens en waren identiek).
Verder in de zaak tegen Front Trading
5.30.
Front Trading heeft niet bestreden dat zij in de Europese Unie sokken en boxershorts heeft aangeboden en in de handel heeft gebracht met daarop tekens gelijk aan de merken van Puma respectievelijk die van CK. Dat zij dit heeft gedaan, volgt ook uit de hiervoor onder 3.70 en 3.71 beschreven facturen.
5.31.
Wel heeft Front Trading bestreden dat zij (in Nederland) sokken en boxershorts als hiervoor bedoeld in voorraad heeft gehouden ter verhandeling. De bij de beslaglegging in de loods in [plaats] aangetroffen sokken en boxershorts (zie hiervoor onder 3.76) behoorden niet toe aan Front Trading, maar aan [gedaagde 6] , aldus Front Trading. Front Trading heeft daarbij verwezen naar het hiervoor onder 3.74 weergegeven e-mailbericht.
5.32.
De loods waarin de betreffende sokken en boxershorts zijn aangetroffen, werd ten tijde van de beslaglegging (op 27 oktober 2020) gehuurd door Front Trading. [gedaagde 3] , die de deurwaarder op deze loods heeft gewezen, heeft, toen het beslag werd gelegd, niet laten weten dat de betreffende producten van een andere partij waren dan de huurder van de loods, Front Trading. Uit het e-mailbericht waarop Front Trading zich beroept, kan dit naar het oordeel van de rechtbank ook niet worden afgeleid. Weliswaar vraagt ‘ [naam 1] ’ ( [naam 1] ) in dat bericht aan (naar Front Trading zelf stelt) [gedaagde 3] of er ‘socks (Puma)’ en ‘CK boxer shorts’ in de bewuste loods kunnen worden opgeslagen, maar of [gedaagde 3] (namens Front Trading) dat verzoek heeft gehonoreerd, volgt hieruit niet. Front Trading stelt dat wel, maar een onderbouwing op dit punt ontbreekt. De rechtbank gaat er daarom vanuit dat de betreffende producten aan Front Trading toebehoorden. Hierbij heeft de rechtbank ook nog meegewogen dat uit andere stukken volgt dat Front Trading vóór het moment van beslaglegging in ieder geval ook boxershorts voorzien van (zo is niet in geschil) tekens gelijk aan de CK-merken aan afnemers heeft (aangeboden en) verkocht (zie hiervoor onder 3.71).
5.33.
Front Trading heeft voorts betoogd dat, wat er ook zij van het voorgaande, uit niets blijkt van merkinbreuk.
5.34.
Voorop gesteld moet worden dat tussen partijen niet in geschil is dat Front Trading geen (expliciete) toestemming van Puma en CK had om bedoelde producten in de Europese Unie aan te bieden en te verkopen.
5.35.
Voor zover Front Trading heeft bedoeld te betogen dat Puma en CK op het punt van de merkinbreuk in hun stelplicht zijn tekortgeschoten, kan zij hierin niet worden gevolgd. Puma en CK kunnen volstaan met het in geding brengen van stukken als hiervoor bedoeld en stellen dat er sprake is geweest van merkinbreukmakend handelen. Het woord is vervolgens aan Front Trading voor het voeren van verweer.
5.36.
Voor zover het verweer van Front Trading moet worden beschouwd als een (impliciet) beroep op uitputting (de betreffende sokken en boxershorts zijn door of met toestemming van Puma en CK in de EER in de handel gebracht), slaagt dit niet. In de conclusie van antwoord ontbreekt iedere onderbouwing op dit punt, dit terwijl de bewijslast terzake op Front Trading rust (zie hiervoor onder 5.21). Op vragen die de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling ten aanzien hiervan stelde, heeft Front Trading ook niets naders te berde gebracht.
5.37.
De conclusie moet dus zijn dat sprake is geweest van merkinbreukmakend handelen van Front Trading (in de Europese Unie) als bedoeld in artikel 9 lid 2 sub a UMVo en artikel 2.20 lid 2 sub b en/of sub c BVIE (ten aanzien van Puma) en artikel 9 lid 2 sub a UMVo en artikel 2.20 lid 2 sub a BVIE (ten aanzien van CK) middels het aanbieden, in de handel brengen en in voorraad houden ter verhandeling van sokken en boxershorts, voorzien van tekens gelijk aan de Puma-merken respectievelijk CK-merken.
Verder in de zaken tegen Shining Brigade en DC20 Trading
5.38.
Uit de hiervoor onder 3.79 en 3.102 tot en met 3.107 weergegeven facturen, overzichten en e-mailberichten met bijlagen komt naar voren dat er door Front Trading (na facturatie), in relatief korte periodes, aanzienlijke bedragen zijn overgemaakt vanaf een op naam van Front Trading staande bankrekening naar (buitenlandse) bankrekeningen die op naam stonden/staan van Shining Brigade en DC20 Trading.
5.39.
Wat de in 3.79 weergegeven factuur en genoemde overzichten betreft, hebben Shining Brigade en DC20 bestreden dat deze verband houden met, zoals Puma en CK veronderstellen, merkinbreukmakend handelen van Front Trading, overigens zonder (onderbouwd) aan te duiden waarop de betreffende transacties dan wél betrekking hebben. In reactie hierop hebben Puma en CK tijdens de mondelinge behandeling naar voren gebracht dat de factuur en de stukken op basis waarvan bedoelde overzichten zijn opgesteld, door de deurwaarder tijdens de gelegde bewijsbeslagen op administratieve bescheiden van Front Trading zijn aangewezen als bescheiden die betrekking hebben op ‘inbreukmakende Puma-sokken’ en ‘inbreukmakende CK-boxershorts’. Shining Brigade en DC20 Trading hebben hier vervolgens niets meer tegenin gebracht; zij hebben immers de keuze gemaakt om tijdens de mondelinge behandeling niet op de pleitnotities van Puma en CK te reageren. Ook van de kant van [gedaagde 4] en [gedaagde 5] ( [gedaagde 4] als bestuurder en enig aandeelhouder van Shining Brigade en [gedaagde 4] en [gedaagde 5] als bestuurders en aandeelhouders van DC20 Trading) is tijdens de mondelinge behandeling een toelichting op dit punt achterwege gebleven. Overigens merkt de rechtbank in dit verband nog op dat de betreffende transacties op de bankrekeningen van Shining Brigade en DC20 Trading in tijd aansluiten op de facturen van Front Trading waarin merkinbreukmakend handelen kan worden gevonden (zie hiervoor onder 3.70 en 3.71).
5.40.
Voor zover Shining Brigade en DC20 Trading ook bedoeld hebben te bestrijden dat de hiervoor bedoelde overige facturen en de e-mailberichten te linken zijn aan merkinbreuk gemaakt door Front Trading, faalt ook dat verweer, nu deze facturen deel uitmaken van de administratieve bescheiden die onder [gedaagde 5] in bewijsbeslag zijn genomen en waarin hij na de mondelinge behandeling vrijwillig inzage heeft gegeven. Puma en CK hebben ook, wat deze beslagen betreft, betoogd dat de deurwaarder deze heeft geduid als betrekking hebbend op ‘inbreukmakende Puma-sokken’ en ‘inbreukmakende CK-boxershorts’, hetgeen Shining Brigade, DC20 Trading, [gedaagde 4] en [gedaagde 5] niet hebben weersproken.
5.41.
Puma en CK hebben echter, tegenover de betwisting van Shining Brigade en DC20 Trading, niet toegelicht waarom moet worden aangenomen dat het factureren en ontvangen van aanzienlijke bedragen verband houdend met merkinbreukmakend handelen van Front Trading (eigen) merkinbreuk dan wel het faciliteren daarvan door Shining Brigade en DC20 Trading oplevert in de territoiren waarover de bevoegdheid van de rechtbank zich uitstrekt.
5.42.
Wat betreft de overige stukken waarop Puma en CK zich beroepen, geldt het volgende.
5.43.
Al aangenomen dat uit het hiervoor onder 3.101 weergeven e-mailbericht kan worden opgemaakt dat DC20 Trading, hetgeen Puma en CK betogen, merkinbreukmakend heeft gehandeld, volgt daaruit niet dat dit handelen in de Benelux dan wel in Nederland heeft plaatsgevonden. Uit het e-mailbericht volgt slechts dat het gaat om een transactie (aanbod) van een in Portugal gevestigde vennootschap (DC20 Trading) aan een in Duitsland gevestigde vennootschap ( Katrade ) dan wel een aldaar woonachtige natuurlijke persoon ( [gedaagde 1] ).
5.44.
Uit het hiervoor in 3.108 afgebeelde document volgt ook niet dat sprake is geweest van handelen van Shining Brigade dan wel van een derde partij in de Benelux dan wel Nederland (in welk geval van merkinbreukmakend handelen dan wel het faciliteren daarvan sprake zou kunnen zijn geweest). Of het personeel van warenhuis Agility verklaarde over betrokkenheid van Shining Brigade (zoals Puma en CK lijken te stellen), is niet duidelijk en overigens gaat het om verzending van producten van een in Griekenland gevestigde vennootschap naar Katrade , gevestigd in Duitsland (zie 3.109).
5.45.
De hiervoor onder 3.131 weergegeven passages uit het
investigative reportvan [naam 3] acht de rechtbank niet concreet genoeg om daaruit merkinbreuk dan het wel het faciliteren daarvan zijdens DC20 Trading af te leiden.
5.46.
Wat dan resteert is de door Puma en CK aangedragen grondslag van groepsaansprakelijkheid, waarbij Puma en CK Front Trading, [gedaagde 3] , Shining Brigade, DC20 Trading, [gedaagde 4] en [gedaagde 5] zien als groep. Puma en CK hebben echter onvoldoende feiten en omstandigheden gesteld ter staving van deze grondslag. Meer in het bijzonder ontbreekt een specifieke duiding van de handelingen die Shining Brigade en DC20 Trading in groepsverband zouden hebben verricht (in de territoiren waarvoor de rechtbank bevoegd is) en de kans op het toebrengen van schade aan Puma en CK hen had behoren te weerhouden van deelname.
Verder in de zaak tegen [gedaagde 6]
5.47.
Tegen [gedaagde 6] is verstek verleend. Een verweer van haar zijde ontbreekt dus. Dit brengt mee dat de rechtbank Puma en CK moet volgen in het primair gestelde, te weten dat [gedaagde 6] ook in het voor deze vennootschap relevante territoir, Nederland/de Benelux, merkinbreuk heeft gemaakt als bedoeld in artikel 9 lid 2 sub a UMVo en artikel 2.20 lid 2 sub b en/of sub c BVIE (ten aanzien van Puma) en artikel 9 lid 2 sub a UMVo en artikel 2.20 lid 2 sub a BVIE (ten aanzien van CK), in de vorm van het aanbieden en in de handel brengen van sokken en boxershorts, voorzien van tekens gelijk aan de merken van Puma respectievelijk CK.
Verder in de zaak tegen Just-Tex
5.48.
Wat betreft Just-Tex baseren Puma en CK de verweten merkinbreuk, zo begrijpt de rechtbank, op zowel de op naam van Just-Tex gestelde, aan Front Trading, gerichte facturen (hiervoor weergegeven onder 3.117 en 3.118) als op de, hiervoor onder 3.116 weergegeven, aan Just-Tex door Fast Trading verrichte betalingen.
5.49.
Just-Tex bestrijdt niet dat de betreffende facturen van haar afkomstig zijn, maar wel dat de betalingen betrekking hebben op/met de betreffende facturen in rekening is gebracht de verkoop van sokken en boxershorts, voorzien van tekens gelijk aan de
Puma- respectievelijk CK-merken. In de betreffende stukken worden immers, aldus
Just-Tex, geen merknamen genoemd. Dit verweer slaagt naar het oordeel van de rechtbank niet.
5.50.
Vaststaat dat de facturen en de informatie betreffende voornoemde betalingen behoorden tot de administratieve bescheiden die op 28 oktober 2020 onder Zegmaar/ [gedaagde 7] in bewijsbeslag zijn genomen en waarin [gedaagde 7] vervolgens aan Puma en CK vrijwillig inzage heeft verleend. Conform de verstrekte verloven voor het leggen van beslag mochten Puma en CK bewijsbeslag laten leggen op bescheiden betrekking hebbend op ‘inbreukmakende sokken’ en ‘inbreukmakende boxershorts’. Gesteld noch gebleken is dat de deurwaarder bij het leggen van het bewijsbeslag buiten de in het verlof gegeven bevoegdheid is getreden. Uit het proces-verbaal betreffende genoemde beslaglegging (zie hiervoor onder 3.127) volgt ook dat zowel één van de advocaten van Puma en CK als de deurwaarder de betreffende bescheiden, samen met [gedaagde 7] , hebben doorgenomen (teneinde deze, zo begrijpt de rechtbank, nogmaals op relevantie te beoordelen). Puma en CK hebben voorts onbetwist gesteld dat de factuur van Just-Tex van 15 oktober 2020 in de administratie van Front Trading is aangetroffen in de map ‘Puma’ en in de sub-map ‘inkoop’. Opvallend in deze is ook dat Just-Tex in de conclusie van antwoord weliswaar stelt dat, wat betreft de hier aan de orde zijnde op boxershorts betrekking hebbende facturen, het gaat om producten die zij onder een eigen label (te weten ‘ [product] ’) op de markt brengt, maar dat vermelding van dat label in de facturen óók ontbreekt. Van belang zijn tot slot de door Front Trading bij de overschrijvingen op de bankrekening van Just-Tex gehanteerde omschrijvingen (te weten ‘bokser ckelvin klain’/ ‘slip chalvin klein’, zie hiervoor onder 3.119).
5.51.
De rechtbank stelt dan ook vast dat Just-Tex (in de Benelux/Nederland) sokken en boxershorts voorzien van tekens gelijk aan de Puma- respectievelijk CK-merken heeft verhandeld.
5.52.
Bij de verwerping van het hiervoor besproken verweer van Just-Tex heeft de rechtbank ook nog meegewogen dat zowel Fast Trading als Front Trading op data gelegen ná de data van voornoemde overboekingen en facturen, zich hebben beziggehouden met de verhandeling van ‘inbreukmakende sokken’ en ‘inbreukmakende boxershorts’ (voor wat betreft Front Trading is dat hiervoor vastgesteld en voor wat betreft Fast Trading is dat tussen partijen niet in geschil). Van belang in dit verband is ook nog dat door Just-Tex tijdens de mondelinge behandeling op het punt als hier aan de orde desgevraagd niets meer te berde is gebracht [23] .
5.53.
Voor zover Just-Tex ook nog heeft bedoeld te betogen dat uit niets blijkt dat de door Just-Tex verkochte sokken en boxershorts niet door of met toestemming van Puma en CK in de EER in het verkeer zijn gebracht, kan haar dat niet baten om redenen die hiervoor onder 5.36 zijn weergegeven.
5.54.
Het voorgaande voert daarom tot de slotsom dat Just-Tex in Nederland/de Benelux merkinbreuk heeft op dezelfde wijze als [gedaagde 6] dat (aldaar) heeft gedaan (zie hiervoor onder 5.47).
Slotsom ten aanzien van de vennootschappen
5.55.
Hiervoor is vastgesteld dat Katrade , K-Sports, Front Trading, [gedaagde 6] en
Just-Tex inbreuk hebben gemaakt op de Puma- en CK-merken. Hetgeen Puma en CK de vennootschappen voor het overige verwijten (het faciliteren met merkinbreuk, auteursrechtinbreuk, het faciliteren van auteursrechtinbreuk en aansprakelijkheid als lid van een groep) behoeft, gelet hierop, geen bespreking meer. Vastgesteld is verder dat de verwijten die Puma en CK aan Shining Brigade en DC20 Trading maken, geen doel treffen.
In de zaken tegen [gedaagde 1] , [gedaagde 2] , [gedaagde 3] , [gedaagde 4] en [gedaagde 5] (de vorderingen onder I tot en met III en VIII tot en met XII)
5.56.
Puma en CK verwijten [gedaagde 1] , [gedaagde 2] , [gedaagde 3] , [gedaagde 4] en [gedaagde 5] primair dat zij zodanig persoonlijk betrokken zijn (geweest) bij de merkinbreukmakende handelingen van, als het gaat om [gedaagde 1] en [gedaagde 2] , Katrade en K-Sports, en als het gaat om [gedaagde 3] , [gedaagde 4] en [gedaagde 5] , Front Trading, dat zij zelf als inbreukmakers moeten worden beschouwd.
5.57.
Hetgeen de rechtbank hiervoor onder 5.28 heeft overwogen, geldt ook voor de zaken tegen [gedaagde 1] , [gedaagde 2] , [gedaagde 3] , [gedaagde 4] en [gedaagde 5] .
Verder in de zaken tegen [gedaagde 1] en [gedaagde 2]
5.58.
[gedaagde 1] en [gedaagde 2] hebben zich niet verweerd tegen genoemde stelling van Puma en CK. [gedaagde 1] en [gedaagde 2] hadden aanvankelijk een advocaat, echter deze heeft zich vóórdat de zaken op de rol stonden voor het nemen van een conclusie van antwoord, aan deze zaken onttrokken. Nadien heeft zich geen nieuwe advocaat voor [gedaagde 1] en [gedaagde 2] gemeld. Een verweer van de zijde van [gedaagde 1] en [gedaagde 2] ontbreekt dus. Dit betekent dat de rechtbank Puma en CK moet volgen in het primair gestelde. Dat brengt mee dat wordt vastgesteld dat [gedaagde 1] en [gedaagde 2] persoonlijk merkinbreuk hebben gemaakt op de wijze waarop door Katrade en K-Sports merkinbreuk is gemaakt (zie hiervoor onder 5.29).
Verder in de zaken tegen [gedaagde 3] , [gedaagde 4] en [gedaagde 5]
5.59.
Puma en CK baseren het verwijt dat zij aan [gedaagde 3] , [gedaagde 4] en [gedaagde 5] (binnen de context van Front Trading) maken – onder meer – op de vermeende link tussen die vennootschap en het failliet verklaarde Fast Trading en de vermeende rollen van [gedaagde 3] , [gedaagde 4] en [gedaagde 5] binnen Fast Trading. Dienaangaande overweegt de rechtbank als volgt.
5.60.
Vast staat (zie hierna onder 5.103 en verder) dat Fast Trading vóór haar faillissement (in de Europese Unie) merkinbreuk heeft gemaakt als bedoeld in artikel 9 lid 2 sub a UMVo en artikel 2.20 lid 2 sub b en/of sub c BVIE (ten aanzien van Puma) en artikel 9 lid 2 sub a UMVo en artikel 2.20 lid 2 sub a BVIE (ten aanzien van CK), in de vorm van het aanbieden en in de handel brengen van sokken en boxershorts, voorzien van tekens gelijk aan de merken van Puma respectievelijk CK. Dit volgt overigens ook al uit hetgeen hiervoor onder 3.36 tot en met 3.56 is weergegeven.
5.61.
Hiervoor is geoordeeld dat genoemde vorm van merkinbreuk ook aan Front Trading kan worden verweten. De rechtbank is met Puma en CK van oordeel dat is aan te nemen dat dit handelen van Front Trading een voortzetting vormde van hetgeen plaatsvond binnen de context van Fast Trading. Daartoe is het navolgende redengevend.
5.62.
Allereerst is daar de overeenstemming in de handelsactiviteiten van beide vennootschappen zoals omschreven in het register van de Kamer van Koophandel. Front Trading is voorts zeer kort na de faillietverklaring van Fast Trading opgericht. De namen van beide vennootschappen lijken daarnaast veel op elkaar en de door de vennootschappen gebruikte facturen komen qua vormgeving sterk overeen (zie hiervoor onder 3.53 en 3.73). Fast Trading had [gedaagde 3] als enig aandeelhouder en bestuurder en haar vestigingsadres was het woonadres van [gedaagde 3] en in geval van Front Trading is dat niet anders. De boekhouder die Fast Trading op enig moment ging bijstaan, is ook de boekhouder van Front Trading, namelijk [gedaagde 7] /Zegmaar. Fast Trading en Front Trading maakten ook gebruik van dezelfde loods in [plaats] en ook één van de e-mailadressen die zij gebruikten/gebruiken en op de facturen vermeld(d)en is dezelfde ( [e-mailadres 7] ). Voor bedoeld oordeel vindt de rechtbank voorts steun in het hiervoor onder 3.57 weergegeven
e-mailbericht van, naar als onbetwist vaststaat, [gedaagde 4] aan ‘ Jan B ’, met (naar ook als onbetwist vaststaat) [gedaagde 5] in de cc, waarin [gedaagde 4] het onlosmakelijke verband tussen Fast Trading en Front Trading als hiervoor bedoeld, zelf legt (‘we willen weer verder’). Steun kan ook worden gevonden in (bijvoorbeeld) de hiervoor onder 3.80 en 3.81 weergegeven e-mailberichten waarin [gedaagde 4] aan [gedaagde 5] vanaf het e-mailadres [e-mailadres 8] instructies geeft om orders klaar te leggen, terwijl de orders door afnemers zijn geplaatst door verzending van e-mailberichten aan het adres [e-mailadres 6] . Dat, zoals [gedaagde 3] , [gedaagde 4] en [gedaagde 5] nog hebben betoogd, er geen sprake is geweest van een ‘officiële doorstart’, maakt het voorgaande, dat een feitelijk voortzetten van handelsactiviteiten behelst, niet anders.
5.63.
Vast staat ook (zie ook hierna onder 5.103 en verder) dat [gedaagde 3] , [gedaagde 4] en [gedaagde 5] zodanig persoonlijk betrokken waren bij de merkinbreukmakende activiteiten van Fast Trading dat zij ook zelf als merkinbreukmakers beschouwd kunnen worden. Ook dat volgt overigens uit hetgeen hiervoor onder 3.36 tot en met 3.56 is weergegeven. Gegeven de directe ‘link’ tussen Fast Trading en Front Trading moet er naar het oordeel van de rechtbank vanuit worden gegaan dat ook binnen Front Trading, [gedaagde 3] , [gedaagde 4] en [gedaagde 5] ‘de breinen en de handen’ zijn en dat zij dus ook binnen de context van díe vennootschap persoonlijk merkinbreuk hebben gemaakt. [gedaagde 3] , [gedaagde 4] en [gedaagde 5] hebben ook geen namen genoemd van een andere persoon of andere personen die die rol op zich heeft/hebben genomen, hetgeen, gelet op het verwijt dat Puma en CK hen maken, wel op hun weg had gelegen.
5.64.
Een aantal van de door Puma en CK overgelegde stukken geven ook blijk van de persoonlijke betrokkenheid van [gedaagde 3] , [gedaagde 4] en [gedaagde 5] bij (de merkinbreuk gemaakt door) Front Trading:
* Wat betreft [gedaagde 3] :
- het uit augustus 2020 daterend e-mailbericht van [gedaagde 7] aan de Belastingdienst inhoudende – onder meer – dat de werkzaamheden binnen Front Trading worden verricht door [gedaagde 3] (zie hiervoor onder 3.68);
- het op 12 augustus 2020 door [naam 1] aan, naar onbestreden is gebleven, [gedaagde 3] verzonden e-mailbericht, waarin aan [gedaagde 3] wordt gevraagd (via het e-mailadres [e-mailadres 7] dat op veel van de facturen van Front Trading wordt vermeld en ten aanzien waarvan [gedaagde 3] zelf stelt dat hij daar toegang toe heeft) of er Puma-sokken en
CK-boxershorts in de door Front Trading gehuurde loods in [plaats] kunnen worden opgeslagen (zie hiervoor onder 3.74);
- de vermelding op één van de op naam van Front Trading opgemaakte facturen dat het verschuldigde verkoopbedrag is ontvangen op de bankrekening van [gedaagde 3] (zie hiervoor onder 3.71);
- het aanzienlijke bedrag dat [gedaagde 3] in de (korte) periode van 13 augustus 2020 tot en met 27 oktober 2020 van de bankrekening van Front Trading heeft opgenomen (zie hiervoor onder 3.77);
- de op 3 november 2020, naar onbestreden is gebleven, door [gedaagde 3] verzonden
e-mailberichten aan een aantal afnemers van Front Trading dat 95% van de door Front Trading verkochte CK-boxershorts zijn gestolen (zie hiervoor onder 3.90);
- het op 14 januari 2021, naar ook onbestreden is gebleven, door [gedaagde 3] verzonden
e-mailbericht met als onderwerp ‘CK BOXER SHORTS ORDER’ betreffende een creditering na het uitblijven van een levering (zie hiervoor onder 3.91);
- de omstandigheid dat [gedaagde 3] zich in contacten met een Oostenrijkse afnemer heeft gepresenteerd als contactpersoon van Front Trading (zie hiervoor onder 3.78);
- de inhoud van het
investigative reportvan [naam 3] (zie hiervoor onder 3.131).
* Wat betreft [gedaagde 4] en [gedaagde 5] :
- de telefoonnummers op de facturen van Front Trading, die, naar van de zijde van [gedaagde 4] onbetwist is gebleven, van [gedaagde 4] zijn (zie hiervoor onder 3.72);
- de vermelding op transportoverzichten van de naam van [gedaagde 4] als contactpersoon van Front Trading (zie hiervoor onder 3.93);
- de op 12 september 2020 gedateerde e-mailberichten vanaf het e-mailadres [e-mailadres 8] aan ‘ [gedaagde 5] ’, hetgeen, zo is onbestreden gebleven
e-mailwisselingen betreft tussen [gedaagde 4] en [gedaagde 5] (zie hiervoor onder 3.80 en 3.81);
- de in oktober 2020 vanaf het e-mailadres [e-mailadres 8] aan ‘ [gedaagde 5] ’ verzonden e-mailberichten (zie hiervoor onder 3.82 tot en met 3.86), ten aanzien waarvan in ieder geval van het tweede op 14 oktober 2020 gedateerde bericht moet worden aangenomen dat deze door [gedaagde 4] is verzonden (gezien het gebruik van de naam ‘ [schuilnaam 2] ’ voor [gedaagde 5] , de naam die ook voorkomt in het tweede e-mailbericht van 12 september 2020);
- het op 17 oktober 2020 gedateerde e-mailbericht van [gedaagde 7] waarin (aan Front Trading/ [gedaagde 4] / [gedaagde 5] ) wordt gevraagd – onder meer – in- en verkoopfacturen van Front Trading toe te sturen (zie hiervoor onder 3.75);
- de op 22 oktober 2020 en 14 november 2020 gedateerde e-mailberichten verstuurd vanaf het e-mailadres [e-mailadres 8] aan een afnemer met daaronder als afzender de naam ‘ [naam 5] ’, een naam waarvan Puma en CK onbestreden hebben gesteld dat deze niet bestaat en door [gedaagde 4] wordt gebruikt (zie hiervoor onder 3.87 en 3.89);
- de aanzienlijke bedragen die vanuit Front Trading in een korte periode aan [gedaagde 4] zijn toegekomen (zie hiervoor onder 3.79);
- de inhoud van het
investigative reportvan [naam 3] (zie hiervoor onder 3.131).
5.65.
Bij het voorgaande heeft de rechtbank voorts de pogingen van zowel [gedaagde 5] als [gedaagde 7] betrokken om tijdens beslagleggingen af te schermen wat zich bij Front Trading afspeelt en wie binnen de vennootschap ‘het brein en de handen’ zijn (zie hiervoor onder 3.124 en 3.127).
5.66.
Het verweer van [gedaagde 4] en [gedaagde 5] dat zij slechts sporadisch (tegen een vergoeding) diensten en goederen hebben geleverd aan Front Trading en dus niet verdergaand aan Front Trading kunnen worden gelinkt, is, tegenover hetgeen hiervoor is weergegeven, (volstrekt) onvoldoende. Op zijn minst hadden [gedaagde 4] en [gedaagde 5] aanvaardbare verklaringen moeten geven voor hetgeen hiervoor onder 5.64 is weergegeven.
5.67.
Voor zover [gedaagde 3] , [gedaagde 4] en [gedaagde 5] nog hebben bedoeld te betogen dat uit niets blijkt dat de binnen de context van Front Trading aangeboden, in de handel gebrachte en ter verhandeling in voorraad gehouden sokken en boxershorts niet door of met toestemming van Puma of CK in de EER in het verkeer zijn gebracht, kan hen dat niet baten om redenen die hiervoor onder 5.36 zijn weergegeven.
5.68.
De conclusie moet dus zijn dat [gedaagde 3] , [gedaagde 4] en [gedaagde 5] , zoals Puma en CK primair stellen, zodanig persoonlijk betrokken zijn geweest bij de merkinbreuk die aan Front Trading kan worden verweten, dat zij (binnen de context van die vennootschap) zelf als inbreukmakers kunnen worden aangemerkt.
Slotsom ten aanzien van [gedaagde 1] , [gedaagde 2] , [gedaagde 3] , [gedaagde 4] en [gedaagde 5]
5.69.
Hiervoor is vastgesteld dat [gedaagde 1] . [gedaagde 2] , [gedaagde 3] , [gedaagde 4] en [gedaagde 5] ( [gedaagde 1] en [gedaagde 2] binnen de context van [gedaagde 1] en K-Sports en [gedaagde 3] , [gedaagde 4] en [gedaagde 5] binnen de context van Front Trading) persoonlijk inbreuk hebben gemaakt op de Puma- en CK-merken. Hetgeen Puma en CK deze natuurlijke personen voor het overige verwijten (aansprakelijkheid als bestuurder/feitelijk beleidsbepaler) dan wel aansprakelijkheid als lid van een groep), behoeft, gelet hierop, geen bespreking meer.
De vorderingen onder I, III en VII tot en met XII in de zaken tegen de vennootschappen en [gedaagde 1] , [gedaagde 2] , [gedaagde 3] , [gedaagde 4] en [gedaagde 5]
5.70.
Uit hetgeen hiervoor onder 5.38 tot en met 5.46 is overwogen, volgt dat de vorderingen van Puma en CK, voor zover deze zich richten tegen Shining Brigade en DC20 Trading, moeten worden afgewezen.
5.71.
De rechtbank komt vervolgens toe aan de vraag of hetgeen hiervoor is vastgesteld ten aanzien van [gedaagde 1] , K-Sports, Front Trading, [gedaagde 6] , Just-Tex, [gedaagde 1] , [gedaagde 2] , [gedaagde 3] , [gedaagde 4] en [gedaagde 5] toewijzing van het door Puma en CK gevorderde rechtvaardigt.
5.72.
Als hierna wordt gesproken over ‘inbreukmakende Puma-sokken’ en ‘inbreukmakende CK-boxershorts’ wordt daarmee bedoeld sokken/boxershorts voorzien van tekens gelijk aan de Puma-merken/CK-merken die zonder toestemming van Puma/CK in de EER in het verkeer zijn gebracht.
Stakingsbevelen (de vordering onder I.)
5.73.
Wat Front Trading, [gedaagde 3] en [gedaagde 5] betreft, is hiervoor vastgesteld dat zij (in de Europese Unie/de Benelux) merkinbreuk hebben gemaakt. De gevorderde stakingsbevelen met de Europese Unie en de Benelux als territoir zijn daarom in beginsel toewijsbaar. Bij afzonderlijke oplegging van een stakingsbevel voor het grondgebied van de Benelux hebben Puma en CK echter geen belang, nu het Benelux-merk van Puma overeenstemt met één van haar Uniemerken en de Beneluxmerken van CK gelijk zijn aan haar Uniemerken en de Benelux onderdeel is van de Europese Unie.
5.74.
Katrade , K-Sports, [gedaagde 1] , [gedaagde 2] , [gedaagde 4] , [gedaagde 6] en Just-Tex hebben, zoals hiervoor is vastgesteld, in Nederland/de Benelux inbreuk gemaakt op de merken van Puma en CK. Dit rechtvaardigt oplegging van bevelen om in Nederland inbreuk op de Uniemerken en in de Benelux inbreuk op de Beneluxmerken van Puma en CK te staken en gestaakt te houden.
5.75.
De rechtbank zal, anders dan gevorderd, staking bevelen van iedere inbreuk op de Puma-merken respectievelijk CK-merken en de in de vorderingen opgenomen verbijzondering met betrekking tot ‘andere kledingstukken met daarop een teken dat verwarringwekkend overeenstemt met de merken van Puma/CK’ uit het dictum weglaten omdat dit te onbepaald is en toevoeging van dat zinsdeel aan de verbijzondering daarom het risico op executiegeschillen in het leven roept. Dit laat overigens onverlet dat het inbreukverbod betrekking heeft op iedere vorm van merkinbreuk.
5.76.
De rechtbank begrijpt Puma en CK aldus dat zij in de gevorderde stakingsbevelen met ‘gebruiken’ bedoelen ‘anderszins gebruiken’ en zij met ‘het voor deze doeleinden in voorraad hebben’ het oog hebben op de doeleinden ‘aanbieden of in de handel brengen’. De op te leggen stakingsbevelen zullen aldus worden gepreciseerd.
5.77.
Als prikkel tot nakoming zal de rechtbank de stakingsbevelen sanctioneren met een dwangsom. De gevorderde dwangsom voor ieder paar ‘inbreukmakende sokken’ dan wel ieder ‘inbreukmakend boxershort’ zal de rechtbank matigen. Voor het overige zal hetgeen door Puma en CK is gevorderd, in het dictum worden overgenomen.
Verplichting tot vergoeding van schade / afdracht van winst (de vorderingen onder XI en XII)
5.78.
Uit de vaststelling van merkinbreuk volgt dat Puma en CK in beginsel recht hebben op vergoeding van de door hen als gevolg daarvan geleden schade (vergelijk artikel 129 lid 2 UMVo juncto artikel 2.21 lid 1 BVIE en artikel 2.21 lid 2 sub a BVIE).
5.79.
Puma en CK vorderen dat Katrade, K-Sports, Front Trading, [gedaagde 6] , Just-Tex, [gedaagde 1] , [gedaagde 2] , [gedaagde 3] , [gedaagde 4] en [gedaagde 5] daartoe worden veroordeeld. De schade bestaat volgens Puma en CK uit omzet- en winstderving als gevolg van het gemis aan licentie-inkomsten uit verkoop, uit aantasting en uitholling van de exclusiviteit van hun merken door (het op de markt verkrijgbaar zijn van) kwalitatief inferieure producten, uit winstderving als gevolg daarvan, uit de neerwaartse prijsdruk die ontstaat door het op de markt verkrijgbaar zijn van grote aantallen producten die inbreuk maken op hun merkrechten en (daarom) goedkoop zijn en de kosten die zij hebben gemaakt om de handel als hier aan de orde te voorkomen, op te sporen en in rechte aan de orde te stellen. Puma en CK vorderen voorts verwijzing naar de schadestaatprocedure ter vaststelling van de schade omdat zij, zo stellen zij, nog niet weten hoeveel ‘inbreukmakende sokken’ en ‘inbreukmakende boxershorts’ genoemde gedaagden hebben verhandeld.
5.80.
Voor verwijzing naar de schadestaatprocedure is voldoende dat de mogelijkheid van schade aannemelijk is gemaakt. Dit betreft een lage drempel. Die drempel wordt in dit geval gehaald, mede gelet op de hoeveelheid ‘inbreukmakende sokken’ en ‘inbreukmakende boxershorts’ waar het in dit geval om gaat en nu Katrade, K-Sports, Front Trading, [gedaagde 6] , Just-Tex, [gedaagde 1] , [gedaagde 2] , [gedaagde 3] , [gedaagde 4] en [gedaagde 5] nog moeten voldoen aan hun informatie- en rekening en verantwoordingsplicht (zie hierna). De vorderingen van Puma en CK zijn in zoverre dus ook toewijsbaar. Hieraan doet, voor wat betreft CK, niet af, zoals Front Trading, Just-Tex, [gedaagde 3] , [gedaagde 4] en [gedaagde 5] nog hebben betoogd, dat CK van een aantal andere, niet (meer) in deze zaak betrokken vennootschappen [de rechtbank begrijpt: Sporttrading en TK Maxx], al aanzienlijke bedragen aan schadevergoeding heeft ontvangen, reeds nu niet kan worden beoordeeld of die bedragen de schade die CK stelt te hebben geleden, volledig dekt.
5.81.
Puma en CK vorderen ook alternatief veroordeling van de hier aan de orde zijnde gedaagden tot het afdragen van door hen gegeneerde brutowinst (naar keuze van Puma en CK in plaats van een veroordeling tot vergoeding van schade).
5.82.
Uit artikel 129 lid 2 UMVo, in samenhang bezien met artikel 2.21 lid 4 BVIE, volgt dat een veroordeling tot afdracht van winst alleen kan worden uitgesproken als de
Puma-merken en CK-merken door Katrade, K-Sports, Front Trading, [gedaagde 6] ,
Just-Tex, [gedaagde 1] , [gedaagde 2] , [gedaagde 3] , [gedaagde 4] en [gedaagde 5] te kwader trouw zijn gebruikt.
5.83.
Van kwade trouw is alleen sprake in gevallen van moedwillig gepleegde inbreuk en dat doet zich voor als degene wiens handelwijze achteraf inbreukmakend wordt geacht, ten aanzien van zijn handelen bewust is geweest van het inbreukmakend karakter ervan. Van bewust handelen is geen sprake als de beweerdelijke inbreukmaker zich verweert op een wijze die niet bij voorbaat kansloos wordt geacht [24] .
5.84.
Dat sprake is van kwade trouw is niet betwist door Katrade, K-Sports, [gedaagde 1] , [gedaagde 2] en [gedaagde 6] .
5.85.
Naar het oordeel van de rechtbank is aan de zijde van Front Trading, [gedaagde 3] , [gedaagde 4] en [gedaagde 5] ook sprake van kwade trouw, nu hun verweren aan te merken zijn als bij voorbaat kansloos. Front Trading, [gedaagde 3] , [gedaagde 4] en [gedaagde 5] hebben wel betwist dat er is gehandeld in ‘inbreukmakende sokken’ en ‘inbreukmakende boxershorts’, maar zij hebben die betwisting niet onderbouwd met enig (begin van) bewijs. Dit had wel op hun weg gelegen, reeds nu bedoelde producten (gelet op de verkoopprijzen) werden ingekocht voor prijzen die ver liggen onder de prijzen waarvoor Puma en CK hun sokken respectievelijk boxershorts verkopen, het gaat om aantallen waarvan Puma en CK onbetwist hebben gesteld dat zij die aan hun afnemers niet verkopen en er gebruik is gemaakt van vervalste facturen van Sportswind en Calvin Klein Europe. Van enig onderzoek naar de herkomst van bedoelde producten is ook niet gebleken. De ontkenning van [gedaagde 3] , [gedaagde 4] en [gedaagde 5] dat zij persoonlijk betrokken zijn geweest bij de handel van Front Trading als hiervoor bedoeld wordt voorts gelogenstraft door e-mailberichten die zij hebben verstuurd en uitgewisseld. Voor [gedaagde 4] en [gedaagde 5] geldt bovendien dat zij zich al heel lang bezighouden met het opkopen van grote partijen kleding/de kledinghandel en zij verondersteld moeten worden een gedegen kennis van de branche te hebben en daarmee van de prijzen die merkhouders plegen te hanteren en de aantallen die zij plegen te verkopen. Het gebruik door [gedaagde 4] van schuilnamen en de niet-meewerkende houding van [gedaagde 5] tijdens een beslaglegging dragen ook nog bij aan het voorgaande.
5.86.
Just-Tex heeft ten verwere tegen de gestelde kwade trouw aangevoerd hetgeen hiervoor onder 5.49 en 5.53 is weergegeven. Gelet op de verwerping van dat verweer, geldt ook dat als kansloos. Daarom kan ook ten aanzien van Just-Tex kwade trouw worden aangenomen. Overigens spreekt de kwade trouw van Just-Tex naar het oordeel van de rechtbank ook al uit de omstandigheid dat bij de betalingen en op de facturen in kwestie geen merken staan vermeld en bij sommige bankoverschrijvingen de producten op een eigenaardige manier zijn beschreven (‘bokser ckelvin klain’ / ‘slip chalvin klein’).
5.87.
De gevorderde veroordeling tot winstafdracht is dus toewijsbaar, zij het dat Katrade, K-Sports, Front Trading, [gedaagde 6] , Just-Tex, [gedaagde 1] , [gedaagde 2] , [gedaagde 3] , [gedaagde 4] en [gedaagde 5] niet, zoals Puma en CK vorderen, de brutowinst moeten afdragen, maar de nettowinst (dat wil zeggen: de resultante van de verkoopprijs minus de aankoopprijs en de belastingen en kosten die rechtstreeks samenhangen met verkoop). Of aanleiding bestaat om door genoemde gedaagden te vergoeden schade (deels) te begroten op de door hen met de merkinbeuk genoten winst, kan in de schadestaatprocedure worden beoordeeld nadat de daartoe strekkende, hierna toe te wijzen, opgave is gedaan
5.88.
Het gaat om geleden schade/genoten winst vanaf de data die hierna onder 5.92 worden weergegeven en met de territoriale beperkingen voortvloeiend uit de bevoegdheid van de rechtbank.
5.89.
Genoemde gedaagden zijn, ieder voor zich, aansprakelijk voor de schade die Puma en CK hebben geleden ten gevolge van hiervoor vastgestelde door hen gemaakte merkinbreuken (of die schade nu bestaat uit schade aan de kant van Puma en CK of uit genoten winst aan de kant van de inbreukmakers). Daarbij geldt dat Puma en CK niet van verschillende partijen vergoeding van dezelfde schade kunnen verkrijgen. Dit betekent voor wat betreft Katrade, K-Sports, [gedaagde 1] , [gedaagde 2] , Front Trading, [gedaagde 3] , [gedaagde 4] en [gedaagde 5] ;
- hoofdelijke veroordeling van Katrade, [gedaagde 1] en [gedaagde 2] voor de merkinbreuk die binnen de context van Katrade is gemaakt;
- hoofdelijke veroordeling van K-Sports, [gedaagde 1] en [gedaagde 2] voor de merkinbreuk die binnen de context van K-Sports is gemaakt;
- hoofdelijke veroordeling van Front Trading, [gedaagde 3] , [gedaagde 4] en [gedaagde 5] voor de merkinbreuk die binnen de context van Front Trading is gemaakt.
Verplichting tot het verstrekken van informatie en het afleggen van rekening en verantwoording (de vorderingen onder VIII en IX)
5.90.
Ten aanzien van de vordering tot het opleggen van een informatie- en een rekening en verantwoordingsplicht (hierna kort weergegeven als opgaveverplichting), overweegt de rechtbank als volgt.
5.91.
Op grond van artikel 2.22 lid 4 BVIE kan een inbreukmaker worden gelast al hetgeen hem bekend is omtrent de herkomst en de distributiekanalen van de goederen waarmee die inbreuk is gepleegd, aan de merkhouder mee te delen en alle daarop betrekking hebbende gegevens aan deze te verstrekken, voor zover die maatregel gerechtvaardigd en redelijk voorkomt. Op grond van artikel 2.21 lid 4 BVIE kan een vermeende inbreukmaker worden bevolen rekening en verantwoording af te leggen over de ten gevolge van de inbreuk genoten winst. Deze bepalingen gelden, via artikel 129 lid 2 UMVo, ook in het geval van inbreuk op Uniemerken.
5.92.
Een in tijd ongelimiteerde opgave, zoals Puma en CK vorderen, is niet toewijsbaar. De informatie- en rekening en verantwoordingsplicht kan zich niet uitstrekken over de periode vóór de eerst vastgestelde inbreuk op de merkenrechten van Puma en CK [25] . Dit leidt tot het volgende.
5.92.1.
Wat betreft Katrade, [gedaagde 1] en [gedaagde 2] (die dezelfde merkinbreuken worden verweten) knoopt de rechtbank, wat betreft de inbreuk op de merken van Puma, aan bij het oudste e-mailbericht dat hierop betrekking heeft (en dat dateert uit juni 2020). CK heeft niet met stukken inzichtelijk gemaakt wanneer de vastgestelde inbreuk door Katrade op de
CK-merken een aanvang heeft genomen, reden waarom de dagvaardingsdatum als ingangsdatum zal worden genomen (8 december 2020).
5.92.2.
Wat betreft K-Sports, [gedaagde 1] en [gedaagde 2] (die dezelfde merkinbreuken worden verweten):
Puma noch CK hebben stukken in het geding gebracht waaruit kan worden afgeleid wanneer K-Sports voor het eerst inbreuk op hun merken hebben gemaakt, reden waarom de dagvaardingsdatum als ingangsdatum zal worden genomen (8 december 2020).
5.92.3.
Wat betreft Front Trading, [gedaagde 3] , [gedaagde 4] en [gedaagde 5] (die dezelfde merkinbreuken worden verweten):
Gezien de hiervoor beschreven ‘link’ tussen Fast Trading en Front Trading en nu de in deze relevante e-mailberichten en facturen betreffende de inbreuk op de Puma- en CK-merken dichtbij de oprichtingsdatum van Front Trading (17 juni 2020) liggen, zal die datum als ingangsdatum worden genomen.
5.92.4.
Wat betreft [gedaagde 6] ;
De oudste factuur van [gedaagde 6] betreffende inbreuk op de CK-merken dateert van april 2019. [gedaagde 6] zal vanaf dat moment tot opgave worden verplicht. Stukken betreffende inbreuk op de Puma-merken zijn door Puma niet in het geding gebracht, reden waarom bij de dagvaardingsdatum zal worden aangeknoopt.
5.92.5.
Wat betreft Just-Tex:
De oudste factuur van Just-Tex betreffende de inbreuk op de Puma-merken dateert uit oktober 2020 en de oudste inbreuk op de CK-merken van januari 2019. Deze data zullen worden genomen als ingangsdata voor de op te leggen opgave.
5.93.
De gedaagden aan wie dezelfde merkinbreuk worden verweten, zullen worden veroordeeld tot het gezamenlijk doen van opgave. Dit betekent dat als één van die gedaagden (tijdig en volledig) voldoet aan de betreffende verplichting, de anderen dit niet meer hoeven te doen.
5.94.
Ten aanzien van hetgeen waarvan Puma en CK opgave vorderen, overweegt de rechtbank verder nog als volgt.
5.95.
Rekening en verantwoording moet worden afgelegd over de met de verhandeling genoten bruto-omzet en (anders dan gevorderd) nettowinst.
5.96.
Zonder toelichting, die ontbreekt, valt niet in te zien dat de gevorderde informatie zoals weergegeven in de vorderingen VIII en IX onder (e) te scharen is onder de informatie als bedoeld in artikel 2.22 lid 4 BVIE juncto artikel 129 lid 2 UMVo, nog daargelaten dat informatie verstrekken over iemands eigen rol zinledig lijkt. Ook het risico op mogelijke executiegeschillen heeft de rechtbank hierbij meegewogen.
5.97.
Om executiegeschillen te voorkomen, zal de rechtbank de termijn voor het uitvoeren van de opgaveverplichtingen niet, zoals gevorderd, stellen op één maand na betekening van dit vonnis, maar op twee maanden nadien.
5.98.
Als prikkel tot nakoming zal de rechtbank ook aan de op te leggen opgaveverplichtingen, als gevorderd, een dwangsom verbinden. Nu tegen de hoogte van de gevorderde dwangsom en het gevorderde dwangsommaximum geen verweer is gevoerd, zal de rechtbank ook die bedragen in het dictum overnemen.
De inzagevorderingen IV tot en met VII
[gedaagde 5] en [gedaagde 7]
5.99.
Puma en CK vorderen van [gedaagde 5] (ook) en van [gedaagde 7] dat zij toestaan dat aan Puma en CK kopieën worden verstrekt van bepaalde, op verschillende data, in bewijsbeslag genomen administratieve bescheiden van Front Trading. Ten aanzien van die vorderingen overweegt de rechtbank als volgt.
5.100. Hiervoor heeft de rechtbank geoordeeld dat Front Trading, [gedaagde 3] , [gedaagde 4] en [gedaagde 5] (binnen de context van Front Trading) merkinbreuk hebben gemaakt en dat de vorderingen van Puma en CK om die partijen te verplichten om informatie te verstrekken over de herkomst en distributiekanalen van de goederen waarmee die inbreuk (in de Europese Unie dan wel in de Benelux dan wel in Nederland) is gepleegd en rekening en verantwoording af te leggen over de met de inbreuk behaalde bruto-omzet en nettowinst, toewijsbaar is. Ook heeft de rechtbank geoordeeld dat die informatie en rekening en verantwoording moeten zien op de periode vanaf de oprichting van Front Trading, te weten 17 juni 2020.
5.101. Er moet vanuit worden gegaan, mede nu de aan genoemde partijen op te leggen opgaveverplichting met een (forse) dwangsom zal worden gesanctioneerd, dat Front Trading, [gedaagde 3] , [gedaagde 4] en [gedaagde 5] álle informatie verstrekken die het Puma en CK mogelijk maakt om de bron van de sokken en boxershorts in kwestie en de afnemers van die producten in beeld te krijgen en eventueel aan te spreken en de schade die zij hebben geleden dan wel bruto-omzet en de nettowinst die Front Trading, [gedaagde 3] , [gedaagde 4] en [gedaagde 5] hebben gegenereerd, te berekenen. De rechtbank ziet, gelet hierop, niet in welk belang Puma en CK – op dit moment – daarnaast hebben om, wat de betreffende sokken en boxershorts betreft, [gedaagde 5] en [gedaagde 7] ook nog te veroordelen tot het toestaan van inzage als door Puma en CK gevorderd. Toewijzing van een dergelijke vordering zal Puma en CK niet méér of méér relevants opleveren, hetgeen zij overigens ook niet stellen, dan zij vanuit de opgave van Front Trading, [gedaagde 3] , [gedaagde 4] en [gedaagde 5] zullen moeten verkrijgen.
5.102. De vorderingen van Puma en CK, ingesteld tegen [gedaagde 5] en [gedaagde 7] zullen daarom worden afgewezen.
De curator
5.103. Mede gelet op de tijdens de mondelinge behandeling door Puma en CK gegeven toelichting [26] , begrijpt de rechtbank de tegen de curator ingestelde artikel 843a Rv-vordering van Puma en CK aldus dat zij nader bewijs wensen te verkrijgen omtrent (i) de (precieze) rol van [gedaagde 4] , [gedaagde 5] , [gedaagde 3] , Shining Brigade en DC20 Trading bij de merkinbreuk die Fast Trading heeft gemaakt en (ii) de (precieze) omvang/duur van die betrokkenheid, een en ander met het oog op mogelijk tegen die natuurlijke personen/vennootschappen in te stellen vorderingen.
5.104. De rechtbank stelt voorop dat de Hoge Raad in het arrest van 8 april 2016 heeft overwogen dat indien een schuldeiser van de failliet informatie uit diens boekhouding wenst te verkrijgen met het oog op een mogelijkerwijs door hem in te stellen vordering tegen een derde, hij daartoe de weg kan bewandelen van een op de voet van artikel 843a Rv aanhangig te maken vordering tegen de curator (die in dat geval geen partij is bij de hier aan de orde zijnde vermeende rechtsbetrekking) [27] .
5.105. De curator weerspreekt niet dat Fast Trading, vóórdat zij in staat van faillissement werd verklaard, inbreuk heeft gemaakt op de merken van Puma en CK als bedoeld in artikel 9 lid 2 sub a UMVo en artikel 2.20 lid 2 sub b en/of sub c BVIE (ten aanzien van Puma) en artikel 9 lid 2 sub a UMVo en artikel 2.20 lid 2 sub a BVIE (ten aanzien van CK).
5.106. Uit in ieder geval het hiervoor onder 3.41 weergegeven e-mailbericht met als onderwerp ‘verhaaltje voor het slapen gaan’ volgt naar het oordeel van de rechtbank voorts reeds dat [gedaagde 3] , [gedaagde 4] en [gedaagde 5] zodanig persoonlijk betrokken waren bij de handelsactiviteiten van Fast Trading en, naar moet worden aangenomen, dus ook bij de door Fast Trading gepleegde merkinbreuk, dat zij zelf (naast Fast Trading) als inbreukmakers moeten worden aangemerkt. De curator bestrijdt ook dat niet. Gelet hierop kan redelijkerwijs worden aangenomen dat ook zonder de gevorderde gegevens voor Puma en CK een behoorlijke rechtsbedeling is gewaarborgd. In zoverre hebben zij geen (rechtmatig) belang (meer) bij het verkrijgen van nader bewijs met betrekking tot de (precieze) rol van [gedaagde 3] , [gedaagde 4] en [gedaagde 5] bij de merkinbreuk die Fast Trading heeft gemaakt. Dat belang is er daarentegen wel als het gaat om de omvang/duur van de betrokkenheid van [gedaagde 3] , [gedaagde 4] en [gedaagde 5] .
5.107. DC20 Trading is opgericht na het faillissement van Fast Trading, zodat het belang om de rol van die vennootschap bij de merkinbreuk van Fast Trading (nader) en de duur/omvang van die betrokkenheid vast te stellen, reeds daarom ontbreekt.
5.108. Een redelijk vermoeden van betrokkenheid van Shining Brigade bij de merkinbreuk van Fast Trading, kan worden gegrond op de hiervoor onder 3.100 weergegeven factuur van Shining Brigade. De curator heeft het bestaan van dit redelijk vermoeden overigens ook niet bestreden.
5.109. Uit het voorgaande volgt dat de curator Puma en CK kopieën moet verstrekken van stukken uit de administratie van Fast Trading die verband houden met de verhandeling van ‘inbreukmakende sokken’ en ‘inbreukmakende boxershorts’ in de Europese Unie en waaruit de betrokkenheid van Shining Brigade, [gedaagde 3] , [gedaagde 4] en [gedaagde 5] blijkt (om zo de duur/mate van die betrokkenheid (nader) te kunnen bepalen). Dit kunnen stukken zijn als door Puma en CK in hun vordering genoemd en betreffende het moment vanaf de oprichting van Fast Trading, zij het dat het niet kan gaan om ‘stukken waaruit de afnemers, niet zijnde consumenten’ blijken; daar gaat het Puma en CK blijkens hun toelichting op de vordering immers niet om. Wat resteert zijn dan de volgende stukken; facturen, paklijsten, vrachtbrieven, orders, orderbevestigingen, voorraadadministratie, douanestukken, e-mails en/of andere bewijsstukken. Uit deze stukken kunnen de aantallen en data (de rechtbank begrijpt: aan- en verkoopdata) van genoemde ‘inbreukmakende sokken’ en ‘inbreukmakende boxershorts’ blijken, zodat dat niet afzonderlijk in de veroordeling behoeft te worden opgenomen). Het doel van de inzage behoeft naar het oordeel van de rechtbank ook geen plaats in het dictum te krijgen. De verwijzing in de vordering naar randnummer 7.81 van de dagvaarding kan de rechtbank tot slot niet plaatsen, nu in dat randnummer geen beschrijving van documenten is terug te vinden. De inzagevordering kan met inachtneming hiervan worden toegewezen. Gelet op dit alles verwerpt de rechtbank het verweer van de curator dat de door Puma en CK genoemde bescheiden onvoldoende bepaald zijn, hoewel de rechtbank de curator moet toegeven dat de vordering van Puma en CK op dit punt aan duidelijkheid te wensen overlaat. Een door de curator gewenste nadere specificatie door Puma en CK van hetgeen waarin zij inzage wensen is, gelet op bovenstaande uitleg en beperkte toewijzing, niet meer noodzakelijk.
5.110. De curator heeft aangevoerd dat aan de verstrekking van kopieën van administratieve bescheiden de volgende voorwaarden behoren te worden gesteld:
(a) de verplichting moet worden beperkt tot bescheiden die in de faillissementsadministratie zijn aangetroffen en (digitaal) geopend kunnen worden;
(b) aan Puma en CK moet de verplichting worden opgelegd (op de voet van artikel 28 Rv) om de bescheiden waarvan zij kopieën verkrijgen, niet met derden te delen, anders dan voor zover dat nodig is in het kader van gerechtelijke procedures (waarin, zo begrijpt de rechtbank, het merkinbreukmakend handelen van (zoals thans nog van belang) Shining Brigade, [gedaagde 3] , [gedaagde 4] en [gedaagde 5] inzet is);
(c) Puma en CK moeten de curator c.q. de boedel schriftelijk en onvoorwaardelijk en onbeperkt in bedrag en tijd vrijwaren voor (de kosten om zich te verweren tegen) claims van (zoals thans nog van belang) Shining Brigade, [gedaagde 3] , [gedaagde 4] en [gedaagde 5] in verband met de verstrekking van de administratieve bescheiden;
(d) Puma en CK moeten de werkelijke kosten vergoeden die voor de curator gemoeid zijn geweest met het verweer tegen eerst het verzoek en later de vordering van Puma en CK alsmede de kosten die hij voor de verstrekking van de kopieën van bescheiden nog zal moeten maken;
(e) Puma en CK moeten ‘AVG [28] -waarborgen’ maken.
5.111. De curator heeft voorts te kennen gegeven dat de in het faillissement van Fast Trading aangewezen rechter-commissaris (belast met het houden van toezicht op het werk van de curator) de curator enkel toestemming zal verlenen om de hiervoor bedoelde bescheiden aan Puma en CK te verstrekken als aan de voorwaarden onder (b), (c) en (d) wordt voldaan.
5.112. Puma en CK hebben geen bezwaar gemaakt, althans niet gemotiveerd, tegen de door de curator genoemde voorwaarden. Tijdens de mondelinge behandeling hebben Puma en CK over de wensen van de curator niets naar voren gebracht en in de akte die zij hebben genomen na de mondelinge behandeling, hebben zij zich, op dit punt, gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
5.113. Met uitzondering van de voorwaarde onder (e), waarvan de rechtbank niet duidelijk is wat de curator daarmee bedoelt (er is bovendien ook geen concrete formulering van deze voorwaarde aangedragen), zal de rechtbank genoemde voorwaarden aan de inzage verbinden, nu deze de rechtbank juist en passend voorkomen.
5.114. Ten aanzien van de door de curator gevraagde vergoeding van de kosten die gemoeid zijn geweest met eerst het verzoek en later de vordering tot afgifte en inzage in bescheiden (zie hiervoor onder (d)), oordeelt de rechtbank als volgt.
5.115. De rechtbank neemt, onder verwijzing naar de vonnissen van de rechtbank Rotterdam van 22 februari 2022 [29] en van de rechtbank Den Haag van 26 oktober 2022 [30] , tot uitgangspunt dat de kosten die een derde die op grond van artikel 843a Rv wordt aangesproken, redelijkerwijs heeft moeten maken, voor vergoeding in aanmerking komen. Daaronder vallen ook de (redelijke) kosten van rechtsbijstand die de curator in deze procedure heeft moeten maken. Van een curator kan niet worden verwacht dat hij, gelet op zijn positie en de belangen van derden waarmee hij kan worden geconfronteerd, zonder rechterlijke opdracht aan een inzageverzoek voldoet. In zijn reactie [31] op het eerste verzoek van Puma en CK heeft de curator dat ook aan Puma en CK laten weten en de voorwaarden voor medewerking (rechterlijke uitspraak, vrijwaring, kostenvergoeding) uiteengezet. Puma en CK hebben er vervolgens voor gekozen de curator te dagvaarden en niet (eerst) nader met hem in gesprek te gaan om te zien of zij aan de voorwaarden van de curator, in het licht van diens gerechtvaardigde bezwaren, tegemoet konden komen.
5.116. In de antwoordakte die de curator na de mondelinge behandeling heeft genomen, heeft hij uiteengezet dat de kosten die hij en zijn kantoorgenoten tot en met 21 maart 2023 (het moment van het nemen van die akte) hebben gemaakt, € 21.417,57 [32] bedragen. Deze kosten komen de rechtbank bovenmatig voor. Daarbij acht de rechtbank van belang dat de curator zijn deelname in deze procedure (en daarmee zijn kosten) had kunnen beperken tot het voeren van een verweer dat overeenkomt met de eerder door hem gestelde voorwaarden. De kosten die de curator heeft gemaakt in verband met het voeren van verder (inhoudelijk) verweer, zijn daarom niet aan te merken als kosten die een derde die op grond van artikel 843a Rv wordt aangesproken, redelijkerwijs heeft moeten maken.
5.117. De rechtbank zal voor de hoogte van de voor vergoeding in aanmerking komende kosten aan de zijde van de curator (tot nu toe) aansluiting zoeken bij de Indicatietarieven in IE-zaken (versie april 2017). Die indicatietarieven zouden ook van toepassing zijn geweest bij de begroting van de proceskostenveroordeling in het geval de inzagevordering zou zijn afgewezen. Niet valt in te zien waarom de curator bij toewijzing van de vordering van Puma en CK aanspraak zou moeten kunnen maken op een hogere vergoeding.
5.118. De in de genoemde indicatietarieven opgenomen bedragen worden geacht redelijk en evenredig te zijn. Naar het oordeel van de rechtbank valt het inzagegeschil in de categorie ‘eenvoudige bodemzaak’, waarvoor een maximumtarief geldt van € 8.000,-. Dat bedrag wordt vermeerderd met het door de curator betaalde griffierecht van € 304,--, zodat het totaalbedrag uitkomt op € 8.304,--. Daarover is geen BTW verschuldigd omdat het gaat om een schadevergoeding (en niet om een proceskostenvergoeding, zie hierna onder 5.121 en 5.122).
5.119. De rechtbank vertrouwt erop dat Puma en CK enerzijds en anderzijds de curator onderling een regeling kunnen treffen voor de kosten die de curator ten behoeve van de te verstrekken inzage na dit vonnis nog zal moeten maken.
5.120. Omdat het mogelijk gaat om een grote hoeveelheid stukken en om executiegeschillen te voorkomen, zal de rechtbank, anders dan Puma en CK vorderen, aan de inzageverplichting een termijn van twee maanden na betekening van dit vonnis verbinden.
Proceskosten
5.121. In de procedure tussen Puma en CK enerzijds en Katrade, K-Sports, [gedaagde 1] , [gedaagde 2] , Front Trading, [gedaagde 3] , [gedaagde 4] , [gedaagde 5] , [gedaagde 6] , Just-Tex anderzijds zijn laatstgenoemden de (grotendeels) in het ongelijk gestelde partijen. Dit betekent dat genoemde partijen in beginsel de door Puma en CK gemaakte proceskosten moeten dragen.
5.122. Puma en CK hebben niet gevorderd de curator in de door hen gemaakte proceskosten te veroordelen. Een kostenveroordeling jegens de curator zal reeds daarom, en gelet op hetgeen hiervoor onder 5.115 tot en met 5.118 is overwogen, niet volgen. Die partijen zullen in zoverre ieder hun eigen proceskosten dragen.
5.123. Puma en CK maken jegens de alsdan resterende (grotendeels) in het ongelijk gestelde partijen aanspraak op een volledige proceskostenveroordeling op de voet van artikel 1019h Rv.
5.124. Puma en CK begroten hun proceskosten, zo begrijpt de rechtbank uit de door hen overgelegde specificaties, als volgt:
5.124.1. Puma:
- advocatenhonoraria: € 54.456,61
(3/17e deel [33] van € 44.502,50 (productie EP80) + € 12.847,50 (productie EP89) + € 4.960,-- (productie EP89));
- verschotten: € 53.132,93
(3/17e deel van € 51.832,77 (productie EP80) + € 10.447,54 (productie EP89));
5.124.2. CK:
- advocatenhonoraria: € 25.410,26
(3/17e deel van € 10.279,25 (productie EP81) + € 11.985,-- (productie EP90) + € 4.960,-- (productie EP90));
- verschotten: € 26.118,60
(3/17e deel van € 16.832,56 (productie EP81) + € 12.256,50 (productie EP90)).
5.125. De vordering, voor zover die zich richt tegen [gedaagde 6] (tegen welke partij verstek is verleend), kan naar het oordeel van de rechtbank niet op artikel 1019h Rv worden gebaseerd. Een vordering op deze grondslag is alleen toewijsbaar als de eisende partij aantoont dat de specificaties zijn verzonden naar een adres waarvan hij redelijkerwijs mocht aannemen dat de wederpartij aldaar door hem kan worden bereikt en de specificaties aldaar zijn aangekomen [34] . Puma en CK hebben niet gesteld en het is de rechtbank ook niet gebleken, dat zij genoemde specificaties aan [gedaagde 6] hebben verzonden als hiervoor vermeld. [gedaagde 6] zal daarom niet worden belast met de door Puma en CK betaalde verschotten en de kosten van de werkzaamheden van de advocaten van Puma en CK zullen worden begroot aan de hand van het in deze toepasselijke liquidatietarief, hetgeen resulteert in toewijzing aan Puma en CK van een bedrag van € 1.535,-- (€ 614,-- (tarief II) x 3 punten (1 punt voor de dagvaarding, 1 punt voor de mondelinge behandeling en 0,5 punt voor de op de rolzitting van 8 maart 2023 genomen akte). Omdat Puma en CK ervoor hebben gekozen de onderhavige zaak met één dagvaarding aanhangig te maken zij dezelfde advocaten hebben, zal de rechtbank genoemd bedrag niet én aan Puma én aan CK toekennen.
5.126. Het bedrag van € 1.535,-- moet worden vermeerderd met de nakosten die worden begroot op het bedrag genoemd in het liquidatietarief civiel (per 1 februari 2024: € 178,--). Daarmee komt het totaalbedrag aan voor vergoeding in aanmerking komende proceskosten aan de zijde van Puma en CK elk op een bedrag van € 945,50 (de helft van € 1.535,-- +
€ 178,--). In geval van betekening van dit vonnis komen daar nog een extra bedrag aan salaris (per 1 februari 2024: € 92,--) en de explootkosten van betekening bij.
5.127. Ten aanzien van Katrade, K-Sports, [gedaagde 1] , [gedaagde 2] , Front Trading, [gedaagde 3] , [gedaagde 4] , [gedaagde 5] en Just-Tex geldt het volgende.
5.128. Teneinde de redelijkheid en evenredigheid van de advocatenhonoraria van Puma en CK te kunnen beoordelen, zoekt de rechtbank aansluiting bij de landelijk vastgestelde Indicatietarieven in IE-zaken (versie april 2017).
5.129. Puma en CK hebben de onderhavige zaak primair ingestoken als een zaak die ziet op de handhaving van hun merkenrechten. Zij hebben daarnaast ook andere grondslagen voor hun vorderingen aangedragen, maar deze zijn naar het oordeel van de rechtbank zeer nauw verweven met hun handhavingsactie op grond van de Puma- en CK-merken. Om die reden ziet de rechtbank geen aanleiding om de honoraria van de advocaten van Puma en CK op te delen in een ‘intellectuele eigendomsdeel’ en een ‘niet-intellectuele eigendomsdeel’.
5.130. De rechtbank is voorts van oordeel dat deze zaak moet worden aangemerkt als een ‘complexe bodemzaak na aanvullende akte’ in de zin van genoemde Indicatietarieven. Voor een dergelijke zaak geldt een indicatietarief van maximaal € 40.000,--. Omdat Puma en CK ervoor hebben gekozen de onderhavige zaak met één dagvaarding aanhangig te maken, zij dezelfde advocaten hebben en hun argumentatie in de zaken elkaar in verregaande mate overlapt, zal de rechtbank genoemd maximum-indicatietarief niet én aan Puma én aan CK toekennen. De rechtbank ziet ook overigens geen aanleiding om van dit indicatietarief, waar het totaal van de advocatenhonoraria van Puma en CK ver bovenuit stijgt, af te wijken door dit te verhogen. Aan Puma en CK komt daarom ieder een bedrag van € 20.000,-- voor advocatenhonoraria toe. Het meerdere wordt afgewezen.
5.131. De bedragen van ieder € 20.000,-- voor advocatenhonoraria moeten worden vermeerderd met de door Puma en CK betaalde verschotten (ad € 53.132,93 voor Puma en
€ 26.118,60 voor CK, zie 5.124), die door de partijen die het aangaat niet zijn bestreden en waarvan, mede gelet hierop, moet worden aangenomen dat deze ook op al die partijen betrekking hebben. Voor wat betreft de nakosten, die ook toewijsbaar zijn, verwijst de rechtbank naar hetgeen hiervoor onder 5.126 is overwogen. Dit resulteert in een de volgende bedragen aan toe te wijzen proceskosten:
- aan de zijde van Puma: € 73.310,93 (€ 20.000,-- + € € 53.132,93 + € 178,--);
- aan de zijde van CK: € 46.296,60 (€ 20.000,-- + € 26.118,60 + € 178,--).
5.132. De gevorderde hoofdelijke veroordeling is niet betwist en zal ook worden toegewezen.
5.133. De ook gevorderde wettelijke rente over de proceskosten en de nakosten wordt op na te melden wijze toegewezen.
5.134. In de zaken van Puma en CK enerzijds en Shining Brigade, DC20 Trading en [gedaagde 7] anderzijds, gelden Shining Brigade, DC20 Trading en [gedaagde 7] als de in het gelijk gestelde partijen, hetgeen betekent dat Puma en CK de proceskosten die zij hebben gemaakt, moeten vergoeden. Begroting van de werkzaamheden van de advocaat van Shining Brigade, DC20 Trading en [gedaagde 7] moet geschieden aan de hand van het in deze toepasselijke liquidatietarief, nu geen proceskostenveroordeling op de voet van artikel 1019h Rv is gevorderd. Aan Shining Brigade, DC20 Trading en [gedaagde 7] komt een bedrag toe van € 1.535,-- (€ 614,-- (tarief II) x 1 punt voor de conclusie van antwoord, 1 punt voor de mondelinge behandeling en 0,5 punt voor de op de rolzitting van 17 mei 2023 genomen akte). Dit bedrag moet worden vermeerderd met een bedrag van € 246,-- aan griffierecht (3/8 deel van het door Front Trading, [gedaagde 3] , Shining Brigade, DC20 Trading, [gedaagde 4] , [gedaagde 5] , Just-Tex en [gedaagde 7] betaalde griffierecht van € 656,--) en met de nakosten als hiervoor onder 5.126 bedoeld. Dit resulteert in een toe te wijzen bedrag van € 1.959,--. Nu uit – onder meer – het arrest van de Hoge Raad van 17 maart 2000 [35] volgt dat een veroordeling van meerdere partijen in dezelfde proceskosten van rechtswege leidt tot hoofdelijke verbondenheid, zullen Puma en CK hoofdelijk in de proceskosten worden veroordeeld. De ook gevorderde wettelijke rente over de proceskosten en de nakosten wordt op na te melden wijze toegewezen.
5.135. De proceskostenveroordelingen zullen, als verzocht, uitvoerbaar bij voorraad worden verklaard.

6.De beslissing

De rechtbank:
In de zaken van Puma tegen Katrade, K-Sports, [gedaagde 1] , [gedaagde 2] , Front Trading, [gedaagde 3] , [gedaagde 4] , [gedaagde 5] , [gedaagde 6] en Just-Tex:
6.1.
beveelt Front Trading, [gedaagde 3] en [gedaagde 5] om met onmiddellijke ingang na betekening van dit vonnis iedere inbreuk op de hiervoor onder 3.2 weergegeven
Puma-merken in de gehele Europese Unie te staken en gestaakt te houden, waaronder begrepen het staken en gestaakt houden van het vervaardigen, aanbieden, in de handel brengen, invoeren, uitvoeren of anderszins gebruiken alsmede het voor de doeleinden van aanbieden en in de handel brengen in voorraad hebben van ‘inbreukmakende Puma-sokken’;
6.2.
beveelt Katrade, K-Sports, [gedaagde 1] , [gedaagde 2] , Shining Brigade, DC20 Trading, [gedaagde 4] , [gedaagde 6] en Just-Tex om met onmiddellijke ingang na dit vonnis iedere inbreuk op de hiervoor onder 3.2 weergegeven Puma-merken, in Nederland voor zover het gaat om Uniemerken van Puma en in de Benelux voor zover het gaat om de Beneluxmerken van Puma, te staken en gestaakt te houden, waaronder begrepen het staken en gestaakt houden van het vervaardigen, aanbieden, in de handel brengen, invoeren, uitvoeren of anderszins gebruiken alsmede het voor de doeleinden van aanbieden en in de handel brengen in voorraad hebben van ‘inbreukmakende Puma-sokken’;
6.3.
veroordeelt Katrade, K-Sports, [gedaagde 1] , [gedaagde 2] , Front Trading, [gedaagde 3] , [gedaagde 4] , [gedaagde 5] , [gedaagde 6] en Just-Tex ieder voor zich tot betaling aan Puma van een dwangsom ter hoogte van € 5.000,-- voor iedere dag of gedeelte van een dag, dan wel – ter keuze van Puma – € 100,-- voor ieder paar ‘inbreukmakende sokken’ waarmee deze gedaagden geheel of gedeeltelijk in strijd handel(t)(en) met de onder 6.1 en 6.2 omschreven bevelen, met een maximum aan te verbeuren dwangsommen van € 500.000,-- per gedaagde;
6.4.
veroordeelt Katrade, [gedaagde 1] en [gedaagde 2] gezamenlijk, K-Sports, [gedaagde 1] en [gedaagde 2] gezamenlijk, Front Trading, [gedaagde 3] , [gedaagde 4] en [gedaagde 5] gezamenlijk, [gedaagde 6] en Just-Tex om op eigen kosten binnen twee maanden na betekening van dit vonnis aan de advocaten van Puma schriftelijk opgave te doen, gerangschikt per type/soort/kleur product en per leverancier, producent of distributeur en commerciële afnemer, welke opgave ter staving vergezeld dient te zijn van goed leesbare en niet-geanonimiseerde kopieën van alle relevante brondocumenten (waaronder in ieder geval, maar niet beperkt tot, facturen, paklijsten, vrachtbrieven, orders, orderbevestigingen, voorraadadministraties op alle relevante data, douanestukken, e-mails en overige correspondentie), van:
a. de leverancier(s), maker(s), producent(en), distributeur(s), verkoper(s), vervoerder(s) en afnemer(s) (niet zijnde consumenten), van ‘inbreukmakende sokken’ die zijn vervaardigd, aangeboden, in de handel gebracht, ingevoerd, uitgevoerd, anderszins gebruikt en/of voor de doeleinden van aanbieden en in de handel brengen in voorraad zijn of zijn gehouden;
b. de aangeboden en geleverde en geannuleerde totale aantallen van de ‘inbreukmakende sokken’, onder vermelding van de inkoopprijzen en leverdata;
c. het aantal ‘inbreukmakende sokken’ dat aan commerciële afnemers en/of aan consumenten is aangeboden, verkocht en/of geleverd, onder vermelding van de verkoopprijzen en verkoop-/leverdata;
d. de met de verkoop van de ‘inbreukmakende sokken’ behaalde totale bruto-omzet en de behaalde nettowinst,
een en ander betreffende de volgende territoiren en periodes:
- waar het gaat om Katrade, [gedaagde 1] en [gedaagde 2] : Nederland en de Benelux en vanaf 1 juni 2020;
- waar het gaat om K-Sports, [gedaagde 1] en [gedaagde 2] : Nederland en de Benelux en vanaf 8 december 2020;
- waar het gaat om Front Trading, [gedaagde 3] en [gedaagde 5] : de Europese Unie en vanaf 17 juni 2020;
- waar het gaat om [gedaagde 4] : Nederland en de Benelux en vanaf 17 juni 2020;
- waar het gaat om [gedaagde 6] : Nederland en de Benelux en vanaf 1 april 2019;
- waar het gaat om Just-Tex: Nederland en de Benelux en vanaf 1 oktober 2020;
6.5.
veroordeelt Katrade, K-Sports, [gedaagde 1] , [gedaagde 2] , Front Trading, [gedaagde 3] , [gedaagde 4] , [gedaagde 5] , [gedaagde 6] en Just-Tex tot betaling aan Puma van een dwangsom ter hoogte van € 5.000,-- voor iedere dag of gedeelte van een dag waarmee zij (ieder afzonderlijk) geheel of gedeeltelijk in strijd handelen met de hiervoor onder 6.4 omschreven veroordeling, met een maximum aan te verbeuren dwangsommen van € 500.000,-- per gedaagde;
6.6.
veroordeelt Katrade, [gedaagde 1] , [gedaagde 2] hoofdelijk, K-Sports, [gedaagde 1] en [gedaagde 2] hoofdelijk, Front Trading, [gedaagde 3] , [gedaagde 4] en [gedaagde 5] hoofdelijk, [gedaagde 6] en Just-Tex om, al naar gelang welk bedrag hoger uitvalt, aan Puma ofwel schadevergoeding te betalen, nader op te maken bij staat, ofwel de met de verkopen van de ‘inbreukmakende sokken’ behaalde nettowinst af te dragen, eveneens nader op te maken bij staat, een en ander betreffende de hiervoor onder 6.4 genoemde territoiren en periodes;
6.7.
veroordeelt Katrade, K-Sports, [gedaagde 1] , [gedaagde 2] , Front Trading, [gedaagde 3] , [gedaagde 4] , [gedaagde 5] en Just-Tex hoofdelijk in de door Puma gemaakte proceskosten, tot op heden begroot op een bedrag van € 73.310,93, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met een bedrag van € 92,-- plus de kosten van betekening als genoemde gedaagden niet tijdig aan de veroordeling voldoen en het vonnis daarna wordt betekend;
6.8.
veroordeelt Katrade, K-Sports, [gedaagde 1] , [gedaagde 2] , Front Trading, [gedaagde 3] , [gedaagde 4] , [gedaagde 5] en Just-Tex hoofdelijk tot betaling van de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald;
6.9.
veroordeelt [gedaagde 6] in de door Puma gemaakte proceskosten, tot op heden begroot op een bedrag van € 945,50, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met een bedrag van € 92,-- plus de kosten van betekening als [gedaagde 6] niet tijdig aan de veroordeling voldoet en het vonnis daarna wordt betekend;
6.10.
veroordeelt [gedaagde 6] tot betaling van de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald;
6.11.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
6.12.
wijst het meer of anders gevorderde af;
In de zaken van CK tegen Katrade, K-Sports, [gedaagde 1] , [gedaagde 2] , Front Trading, [gedaagde 3] , [gedaagde 4] , [gedaagde 5] , [gedaagde 6] en Just-Tex
6.13.
beveelt Front Trading, [gedaagde 3] en [gedaagde 5] om met onmiddellijke ingang na betekening van dit vonnis iedere inbreuk op de hiervoor onder 3.6 weergegeven CK-merken in de gehele Europese Unie te staken en gestaakt te houden, waaronder begrepen het staken en gestaakt houden van het vervaardigen, aanbieden, in de handel brengen, invoeren, uitvoeren of anderszins gebruiken alsmede het voor de doeleinden van aanbieden en in de handel brengen in voorraad hebben van ‘inbreukmakende CK-boxershorts’;
6.14.
beveelt Katrade, K-Sports, [gedaagde 1] , [gedaagde 2] , [gedaagde 4] , [gedaagde 6] en Just-Tex om met onmiddellijke ingang na dit vonnis iedere inbreuk op de hiervoor onder 3.6 weergegeven CK-merken, in Nederland voor zover het gaat om Uniemerken van CK en in de Benelux voor zover het gaat om de Beneluxmerken van CK, te staken en gestaakt te houden, waaronder begrepen het staken en gestaakt houden van het vervaardigen, aanbieden, in de handel brengen, invoeren, uitvoeren of anderszins gebruiken alsmede het voor de doeleinden van aanbieden en in de handel brengen in voorraad hebben van ‘inbreukmakende CK-boxershorts’;
6.15.
veroordeelt Katrade, K-Sports, [gedaagde 1] , [gedaagde 2] , Front Trading, [gedaagde 3] , [gedaagde 4] , [gedaagde 5] , [gedaagde 6] en Just-Tex tot betaling aan CK van een dwangsom ter hoogte van € 5.000,-- voor iedere dag of gedeelte van een dag, dan wel – ter keuze van CK –
€ 100,-- voor ieder ‘inbreukmakend boxershort’ waarmee deze gedaagden geheel of gedeeltelijk in strijd handelen met de onder 6.13 en 6.14 omschreven bevelen, met een maximum aan te verbeuren dwangsommen van € 500.000,-- per gedaagde;
6.16.
veroordeelt Katrade, [gedaagde 1] en [gedaagde 2] gezamenlijk, K-Sports, [gedaagde 1] en [gedaagde 2] gezamenlijk, Front Trading, [gedaagde 3] , [gedaagde 4] en [gedaagde 5] gezamenlijk, [gedaagde 6] en Just-Tex om op eigen kosten binnen twee maanden na betekening van dit vonnis aan de advocaten van CK schriftelijk opgave te doen, gerangschikt per type/soort/kleur product en per leverancier, producent of distributeur en commerciële afnemer, welke opgave ter staving vergezeld dient te zijn van goed leesbare en niet-geanonimiseerde kopieën van alle relevante brondocumenten (waaronder in ieder geval, maar niet beperkt tot, facturen, paklijsten, vrachtbrieven, orders, orderbevestigingen, voorraadadministraties op alle relevante data, douanestukken, e-mails en overige correspondentie), van:
a. de leverancier(s), maker(s), producent(en), distributeur(s), verkoper(s), vervoerder(s) en afnemer(s) (niet zijnde consumenten), van ‘inbreukmakende boxershorts’ die zijn vervaardigd, aangeboden, in de handel gebracht, ingevoerd, uitgevoerd, anderszins gebruikt en/of voor de doeleinden van aanbieden en in de handel brengen in voorraad zijn of zijn gehouden;
b. de aangeboden en geleverde en geannuleerde totale aantallen van de ‘inbreukmakende boxershorts’, onder vermelding van de inkoopprijzen en leverdata;
c. het aantal ‘inbreukmakende boxershorts’ dat aan commerciële afnemers en/of aan consumenten is aangeboden, verkocht en/of geleverd, onder vermelding van de verkoopprijzen en verkoop-/leverdata;
d. de met de verkoop van de ‘inbreukmakende boxershorts’ behaalde totale bruto-omzet en de behaalde nettowinst,
een en ander betreffende de volgende territoiren en periodes:
- waar het gaat om Katrade, [gedaagde 1] en [gedaagde 2] : Nederland en de Benelux en vanaf 8 december 2020;
- waar het gaat om K-Sports, [gedaagde 1] en [gedaagde 2] : Nederland de Benelux en vanaf 8 december 2020;
- waar het gaat om Front Trading, [gedaagde 3] en [gedaagde 5] : de Europese Unie en vanaf 17 juni 2020;
- waar het gaat om Shining Brigade, DC20 Trading en [gedaagde 4] : Nederland en de Benelux en vanaf 17 juni 2020;
- waar het gaat om [gedaagde 6] : Nederland en de Benelux en vanaf 8 december 2020;
- waar het gaat om Just-Tex: Nederland en de Benelux en vanaf januari 2019;
6.17.
veroordeelt Katrade, K-Sports, [gedaagde 1] , [gedaagde 2] , Front Trading, [gedaagde 3] , [gedaagde 4] , [gedaagde 5] , [gedaagde 6] en Just-Tex tot betaling aan CK van een dwangsom ter hoogte van € 5.000,-- voor iedere dag of gedeelte van een dag waarmee zij (ieder afzonderlijk) geheel of gedeeltelijk in strijd handelen met de hiervoor onder 6.16 omschreven veroordeling, met een maximum aan te verbeuren dwangsommen van € 500.000,-- per gedaagde;
6.18.
veroordeelt Katrade, [gedaagde 1] , [gedaagde 2] hoofdelijk, K-Sports, [gedaagde 1] en [gedaagde 2] hoofdelijk, Front Trading, [gedaagde 3] , [gedaagde 4] en [gedaagde 5] hoofdelijk, [gedaagde 6] en Just-Tex om, al naar gelang welk bedrag hoger uitvalt, aan CK ofwel schadevergoeding te betalen, nader op te maken bij staat, ofwel de met de verkopen van de ‘inbreukmakende boxershorts’ behaalde nettowinst af te dragen, eveneens nader op te maken bij staat, een en ander betreffende de hiervoor onder 6.16 genoemde territoiren en periodes;
6.19.
veroordeelt Katrade, K-Sports, [gedaagde 1] , [gedaagde 2] , Front Trading, [gedaagde 3] , [gedaagde 4] , [gedaagde 5] en Just-Tex hoofdelijk in de door CK gemaakte proceskosten, tot op heden begroot op een bedrag van € 46.296,60, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met een bedrag van € 92,-- plus de kosten van betekening als genoemde gedaagden niet tijdig aan de veroordeling voldoen en het vonnis daarna wordt betekend;
6.20.
veroordeelt Katrade, K-Sports, [gedaagde 1] , [gedaagde 2] , Front Trading, [gedaagde 3] , [gedaagde 4] , [gedaagde 5] en Just-Tex hoofdelijk tot betaling van de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald;
6.21.
veroordeelt [gedaagde 6] in de door CK gemaakte proceskosten, tot op heden begroot op een bedrag van € 945,50, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met een bedrag van € 92,-- plus de kosten van betekening als [gedaagde 6] niet tijdig aan de veroordeling voldoet en het vonnis daarna wordt betekend;
6.22.
veroordeelt [gedaagde 6] tot betaling van de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald;
6.23.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
6.24.
wijst het meer of anders gevorderde af;
In de zaken van Puma en CK tegen Shining Brigade, DC20 Trading en [gedaagde 7] :
6.25.
wijst de vorderingen af;
6.26.
veroordeelt Puma en CK hoofdelijk in de door Shining Brigade, DC20 Trading en [gedaagde 7] gemaakte proceskosten, tot op heden begroot op een bedrag van € 1.795,--, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met een bedrag van € 92,-- plus de kosten van betekening als Puma en CK niet tijdig aan de veroordeling voldoen en het vonnis daarna wordt betekend;
6.27.
veroordeelt Puma en CK tot betaling van de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald;
6.28.
verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
In de zaken van Puma en CK tegen de curator:
6.29.
veroordeelt de curator om binnen twee maanden na betekening van dit vonnis aan Puma en CK een kopie te verstrekken van in de faillissementsadministratie aanwezige fysieke en (te openen) digitale bestanden en documenten van Fast Trading die verband houden met de verhandeling in de Europese Unie door Fast Trading van ‘inbreukmakende Puma-sokken’ en ‘inbreukmakende CK-boxershorts’ en waaruit de betrokkenheid van [gedaagde 3] , [gedaagde 4] , [gedaagde 5] en Shining Brigade bij die inbreuken blijkt, de bron van de ‘inbreukmakende sokken’ en ‘inbreukmakende boxershorts’ en de aantallen, aan- en verkoopprijzen, aankoop- en verkoopdata, en afnemers, niet zijnde consumenten, van die ‘inbreukmakende sokken’ en ‘inbreukmakende boxershorts’ blijken, zoals facturen, paklijsten, vrachtbrieven, orders, orderbevestigingen, voorraadadministratie, douanestukken, e-mails en/of andere bewijsstukken;
6.30.
verbindt aan deze inzageverplichting de volgende voorwaarden:
- Puma en CK mogen de bescheiden waarvan zij kopieën verkrijgen, niet met derden delen, anders dan voor zover dat nodig is in het kader van gerechtelijke procedures (waarin, zo begrijpt de rechtbank, het merkinbreukmakend handelen van (zoals thans nog van belang) Shining Brigade, [gedaagde 3] , [gedaagde 4] en [gedaagde 5] inzet is);
- Puma en CK moeten de curator c.q. de boedel schriftelijk en onvoorwaardelijk en onbeperkt in bedrag en tijd vrijwaren voor (de kosten om zich te verweren tegen) claims van (zoals thans nog van belang) Shining Brigade, [gedaagde 3] , [gedaagde 4] en [gedaagde 5] in verband met de verstrekking van de administratieve bescheiden;
6.31.
veroordeelt Puma en Calvin Klein binnen veertien dagen na de datum van dit vonnis aan de curator een bedrag te betalen van € 8.304,--;
6.32.
verklaart dit vonnis wat betreft de hiervoor onder 6.29, 6.30 en 6.31 vermelde beslissingen, uitvoerbaar bij voorraad;
6.33.
bepaalt dat partijen, anders dan met de betaling van het hiervoor onder 6.31 genoemde bedrag, ieder hun eigen proceskosten zullen dragen;
6.34.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.E. Bierling, bijgestaan door mr. J.J. de Jong, en in het openbaar uitgesproken op 18 september 2024.

Voetnoten

1.Tijdens de mondelinge behandeling hebben Puma en CK desgevraagd te kennen gegeven dat alle dagvaardingen gelijkluidend zijn.
2.Dit betreft [naam 1] .
3.Wat betreft [naam 4] en de Portugese advocaat, zie voetnoot 23.
4.De arceringen zijn aangebracht door Puma en CK.
5.De arceringen zijn aangebracht door Puma en CK.
6.Burgerlijk Wetboek
7.De arceringen zijn aangebracht door Puma en CK.
8.De arceringen zijn aangebracht door Puma en CK.
9.De arceringen zijn aangebracht door Puma en CK.
10.De vertaling van ‘meia de desporto’ is sportsokken.
11.De vorderingen onder VIII tot en met XII borduren voort op de vorderingen onder I en II.
12.Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering
13.Verordening (EU) 2017/1001 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2017 inzake het Uniemerk
14.Benelux-verdrag inzake de intellectuele eigendom (merken en tekeningen of modellen)
15.Puma en CK duiden dit in de vorderingen aan als ‘indirecte inbreuk’.
16.Verordening (EU) nr. 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken
17.Vgl. HR 10 maart 2017, ECLI:NL:HR:2017:404.
18.Europese Economische Ruimte
19.Zie o.a. Hof van Justitie EG 8 april 2003, C-244/00, ECLI:EU:C:2003:204 (Van Doren/Lifestyle) en Hoge Raad 18 april 2008, ECLI:NL:HR:2008:BC7429 (Lancaster)
20.Zie o.a. Hof van Justitie EG 1 juli 1999, C-173/98, ECLI:EU:C:1999:347 (Sebago Inc. e.a./G–B Unic)
21.Europese Unie
22.Het Beneluxmerk van Puma is ingeschreven voor horloges, klokken, onderdelen daarvan en hulpstukken daarvoor.
23.Namens Just-Tex zijn op de mondelinge behandeling weliswaar [naam 4] en een Portugese advocaat verschenen, maar omdat noch [naam 4] noch de betreffende advocaat de Nederlandse taal, de procestaal in civiele procedures voor de Nederlandse rechter, machtig bleek, is verdere communicatie over de zaak tegen Just-Tex niet op gang gekomen.
24.Vgl. Benelux Gerechtshof 11 februari 2008, ECLI:NL:XX:2008:BC6935 (Ondeo/Nalco)
25.Onder meer Hoge Raad 15 februari 2002, ECLI:NL:HR:2002:AD6095
26.Die het volgende inhoudt: ‘Ten aanzien van de curator willen eiseressen alleen de administratie inzien van Fast Trading voor zover deze betrekking heeft op het handelen van de andere gedaagden. Deze informatie is nodig om de omvang van de inbreuk in kaart te brengen.’
28.Algemene verordening gegevensbescherming (Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van
31.Brief van 19 november 2020.
32.Dit betreft kosten tegen Recofa-tarief.
33.De rechtbank begrijpt: vanwege het feit dat thans nog 14 gedaagde partijen in de onderhavige zaken zijn betrokken en aanvankelijk 17.
34.Onder meer Hoge Raad 14 juni 2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ41054).