Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser] , eiser
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 4 september 2024 uitspraak gedaan in een asielprocedure waarbij de eiser, een Nigeriaanse man geboren in 1986, zijn asielaanvraag in Nederland had ingediend op 9 februari 2024. De minister van Asiel en Migratie had de aanvraag echter niet in behandeling genomen, omdat Kroatië verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling van de aanvraag. Dit besluit was gebaseerd op het interstatelijk vertrouwensbeginsel, dat inhoudt dat Nederland erop vertrouwt dat Kroatië asielzoekers adequaat behandelt. Eiser heeft beroep ingesteld tegen dit besluit, maar is niet verschenen op de zitting op 29 augustus 2024. De rechtbank heeft de zaak behandeld en geconcludeerd dat eiser niet heeft aangetoond dat er bijzondere omstandigheden zijn die maken dat de overdracht aan Kroatië onaanvaardbaar zou zijn. Eiser voerde aan dat hij slecht behandeld zou worden in Kroatië en verwees naar eerdere uitspraken van de rechtbank, maar de rechtbank oordeelde dat hij niet voldoende bewijs had geleverd om zijn claims te onderbouwen. De rechtbank heeft ook vastgesteld dat de Kroatische autoriteiten hebben bevestigd dat asielzoekers adequaat worden behandeld en dat er geen aanwijzingen zijn voor systematische tekortkomingen in de opvangvoorzieningen. De rechtbank verklaarde het beroep van eiser ongegrond en oordeelde dat er geen reden was om af te wijken van de overdracht aan Kroatië. De uitspraak is openbaar gemaakt en er is geen proceskostenveroordeling uitgesproken.