ECLI:NL:RBDHA:2024:13379
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag Somaliër op basis van taalanalyse en herkomst
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedaan op 13 augustus 2024, wordt het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag beoordeeld. Eiser, van Somalische nationaliteit, had op 4 juni 2022 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel, welke door de minister op 23 april 2024 als kennelijk ongegrond werd afgewezen. De rechtbank behandelt het beroep en het verzoek om voorlopige voorziening op 5 juli 2024. De rechtbank concludeert dat de minister de herkomst van eiser niet geloofwaardig acht, gebaseerd op een taalanalyse die aantoont dat eiser niet te herleiden is tot de spraakgemeenschap binnen Zuid-Somalië. Eiser stelt dat hij problemen heeft gehad met Al-Shabaab en dat zijn asielrelaas niet voldoende is getoetst. De rechtbank oordeelt dat de minister de vergewisplicht heeft nageleefd en dat de afwijzing van de asielaanvraag terecht is. Eiser heeft onvoldoende bewijs geleverd voor zijn medische klachten en de minister heeft terecht geen uitstel van vertrek verleend. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de afwijzing van de asielaanvraag.