Bijlage: voor deze uitspraak belangrijke wet- en regelgeving
Artikel 2.9, aanhef en onder c
De gemeenteraad stelt bij verordening en met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens deze wet in ieder geval regels [over] de wijze waarop de hoogte van een persoonsgebonden budget als bedoeld in artikel 8.1.1 wordt vastgesteld.
1. Indien de jeugdige of zijn ouders dit wensen, verstrekt het college hun een persoonsgebonden budget dat hen in staat stelt de jeugdhulp die tot de individuele voorziening behoort van derden te betrekken.
2. Een persoonsgebonden budget wordt verstrekt, indien:
de jeugdige of zijn ouders naar het oordeel van het college op eigen kracht voldoende in staat zijn tot een redelijke waardering van de belangen ter zake dan wel met hulp uit hun sociale netwerk dan wel van een curator, bewindvoerder, mentor, gemachtigde, gecertificeerde instelling of aanbieder van gesloten jeugdhulp, in staat zijn de aan een persoonsgebonden budget verbonden taken op verantwoorde wijze uit te voeren;
de jeugdige of zijn ouders zich gemotiveerd op het standpunt stellen dat zij de individuele voorziening die wordt geleverd door een aanbieder, niet passend achten; en
naar het oordeel van het college is gewaarborgd dat de jeugdhulp die tot de individuele voorziening behoort en die de jeugdige of zijn ouders van het budget willen betrekken, van goede kwaliteit is.
3. Bij verordening kan worden bepaald onder welke voorwaarden de persoon aan wie een persoonsgebonden budget wordt verstrekt, de jeugdhulp kan betrekken van een persoon die behoort tot het sociale netwerk.
4. Het college kan een persoonsgebonden budget weigeren:
voor zover de kosten van het betrekken van de jeugdhulp van derden hoger zijn dan de kosten van de individuele voorziening, of
indien het college eerder toepassing heeft gegeven aan artikel 8.1.4, eerste lid, onderdeel a, d of e.
Verordening Jeugdhulp Den Haag 2015
Artikel 1
Aanvullend op de begripsbepalingen in de Jeugdwet, zoals vermeld in de toelichting, wordt in deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt (mede) verstaan onder:
- beroepsmatig werkzame personen:
a. personen die werkzaam zijn bij een instelling, die ten aanzien van de voor het pgb uit te voeren werkzaamheden ingeschreven staat in het Handelsregister conform artikel 5 Handelsregisterwet 2007, en die beschikken over de relevante diploma’s die nodig zijn voor uitoefening van de desbetreffende taken;
b. personen die aangemerkt zijn als zelfstandige zonder personeel en ten aanzien van de voor het pgb uit te voeren werkzaamheden ingeschreven staan in het Handelsregister conform artikel 5 Handelsregisterwet 2007 en beschikken over de relevante diploma’s die nodig zijn voor uitoefening van de desbetreffende taken;
c. personen die ingeschreven staan in het register, bedoeld in artikel 3 van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg of artikel 5.2.1 van het Besluit Jeugdwet, voor het uitoefenen van een beroep voor het verlenen van jeugdhulp;
(…)
- formele pgb-tarief: tarief voor beroepsmatige hulpverlening als vastgesteld in de Regeling Pgb tarieven Jeugdhulp Den Haag voor het betreffende jaar;
- gebruikelijke hulp: de normale dagelijkse hulp en zorg die ouders geacht worden te bieden aan hun kind;
- informele pgb-tarief: tarief voor niet beroepsmatige hulpverlening als vastgesteld in de Regeling Pgb tarieven Jeugdhulp Den Haag voor het betreffende jaar;
- pgb: persoonsgebonden budget als bedoeld in artikel 8.1.1 van de wet, zijnde een door het college verstrekt budget aan een jeugdige of zijn ouders, dat hen in staat stelt de jeugdhulp die in de vorm van een individuele voorziening is toegekend van derden te betrekken;
- sociaal netwerk: personen uit de huiselijke kring en andere personen met wie de jeugdige of ouder een sociale relatie onderhoudt;
1. Het college verstrekt een pgb in overeenstemming met artikel 8.1.1 van de wet.
2. De hoogte van een pgb:
is gebaseerd op een door de jeugdige of zijn ouders opgesteld budgetplan over hoe zij het pgb gaan besteden;
is toereikend om effectieve en kwalitatief goede jeugdhulp in te kopen, en
bedraagt ten hoogste de kostprijs van de in de betreffende situatie goedkoopst adequate individuele voorziening in natura, voor zover deze beschikbaar en vergelijkbaar is.
3. De ontvanger van een pgb, kan de jeugdhulp onder de volgende voorwaarden betrekken van een persoon uit het sociale netwerk:
de ontvanger van het pgb motiveert waarom de inzet van deze persoon tot een gelijk of beter resultaat leidt dan de inzet van een professionele jeugdhulpverlener;
de persoon uit het sociale netwerk verleent veilige, doeltreffende, doelmatige en cliëntgerichte hulp;
de persoon uit het sociale netwerk verricht geen handelingen die op grond van de norm van verantwoorde werktoedeling aan een geregistreerde professional is voorbehouden;
e persoon uit het sociale netwerk krijgt maximaal een door het college bij nadere regel vastgesteld tarief betaald voor zijn diensten;
de hulp leidt voor de persoon uit het sociale netwerk niet tot overbelasting;
de persoon uit het sociale netwerk heeft op geen enkele wijze druk op de ontvanger van het pgb uitgeoefend bij diens besluitvorming.
4. Het college kan in nadere regels criteria stellen aan:
de periode waarbinnen een pgb moet zijn besteed;
de wijze waarop de hoogte van het pgb wordt vastgesteld;
de verantwoording van het pgb.
5. Het college onderzoekt uit het oogpunt van kwaliteit van de geleverde jeugdhulp, al dan niet steekproefgewijs, de bestedingen van pgb’s.
6. Bij het verstrekken van een voorziening als pgb wordt in de beschikking vastgelegd:
voor welke individuele voorziening het pgb kan worden aangewend;
welke kwaliteitseisen gelden voor de besteding van het pgb;
wat de hoogte van het pgb is en hoe deze is berekend;
hoe de feitelijke betaling ten laste van het verstrekte pgb plaatsvindt;
wat de duur is van de verstrekking waarvoor het pgb is bedoeld, en
de wijze van verantwoording van de besteding van het pgb.
7. Het college betaalt het pgb overeenkomstig het informele pgb-tarief indien:
de individuele voorziening niet beroepsmatig wordt geboden door een persoon uit het sociale netwerk;
de individuele voorziening beroepsmatig geboden wordt door een bloed- of aanverwante in de 1e of 2e graad van de budgethouder of door een ander persoon die deel uitmaakt van de leefeenheid.
8. In alle andere gevallen betaalt het college het pgb overeenkomstig het formele pgb-tarief.
Regeling Jeugdhulp Den Haag 2018
1. In het kader van de hulpvraag onderzoeken de jeugdteams zo spoedig mogelijk en voor zover noodzakelijk:
de behoeften, persoonskenmerken, veiligheid, ontwikkeling en gezinssituatie van de jeugdige en het probleem of de hulpvraag;
het gewenste resultaat van de in te zetten jeugdhulp;
het vermogen van de jeugdige of zijn ouders om zelf, met gebruikelijke hulp of met ondersteuning van de naaste omgeving een oplossing voor de hulpvraag te vinden;
de mogelijkheden om gebruik te maken van een andere voorziening;
de mogelijkheden om jeugdhulp te verlenen met gebruikmaking van een overige voorziening;
de mogelijkheden om een individuele voorziening te verstrekken;
de wijze waarop de individuele voorziening wordt afgestemd met andere voorzieningen op het gebied van zorg, onderwijs, maatschappelijke ondersteuning, of werk en inkomen;
hoe rekening zal worden gehouden met de godsdienstige gezindheid, de levensovertuiging en de culturele achtergrond van de jeugdige en zijn ouders;
de mogelijkheden om te kiezen voor de verstrekking van een pgb waarbij de jeugdige of zijn ouders conform artikel 8.1.6 van de wet, in voor hen begrijpelijke bewoordingen worden ingelicht over de gevolgen van die keuze.
3. Het college maakt bij de beoordeling of sprake is van gebruikelijke hulp gebruik van het Protocol ‘gebruikelijke zorg’ van het Centrum Indicatiestelling Zorg.
1. Het college regelt in overleg met de jeugdteams die met de toeleiding naar en uitvoering van de jeugdhulp zijn belast de wijze waarop jeugdigen of hun ouders een schriftelijke of mondelinge aanvraag voor een individuele voorziening als bedoeld in artikel 2, tweede lid van de verordening, bij het college kunnen indienen.
2. Ter completering van een aanvraag voor een individuele voorziening als bedoeld in het eerste lid, wordt een door de jeugdige of zijn ouders voor akkoord ondertekend verslag of ondersteuningsplan gebruikt.
3. Indien de jeugdige of de ouders te kennen geven dat ze een aanvraag wensen met het oog op het indienen van bezwaar, kan een niet voor akkoord ondertekend verslag of ondersteuningsplan ook dienen ter completering van de aanvraag.
1. De aanvraag voor een pgb bestaat uit een ondersteuningsplan of een familiegroepsplan en een budgetplan.
2. Het college bepaalt in het gesprek met de jeugdige of zijn ouders de wenselijkheid van toekenning van een individuele voorziening in de vorm van een pgb, mede op basis van het door jeugdige of ouders in te dienen budgetplan.
3. Voor het opstellen van het onder lid 1 bedoelde budgetplan wordt een door het college beschikbaar gesteld format gebruikt.
1. De hoogte van het pgb wordt berekend aan de hand van de benodigde omvang van de individuele voorziening in uren, dagdelen, etmalen of andere eenheid, maal het tarief.
2. Het college stelt de benodigde omvang van de individuele voorziening in uren, dagdelen, etmalen of andere eenheid vast aan de hand van de door de jeugdige of zijn ouders ingediende aanvraag als bedoeld in artikel 8, eerste lid.
3. De tarieven voor het pgb zijn vastgesteld in de Regeling Pgb tarieven Jeugdhulp Den Haag 2017.
4. Het college kan de tarieven uit het derde lid periodiek wijzigen.
Regeling Pgb tarieven jeugdhulp Den Haag 2020
Artikel 1
De formele tarieven voor persoonlijke verzorging, begeleiding, vervoer en kortdurend verblijf zijn:
(…)
b. een maximum uurtarief voor begeleiding individueel van:
€ 39,60 (categorie 1);
€ 54,00 (categorie 2);
€ 82,35 (categorie 3);
1. Het informele tarief voor individuele ondersteuning is een uurtarief van maximaal € 20,00.
2. Individuele ondersteuning kan betrekking hebben op persoonlijke verzorging, begeleiding individueel of begeleiding in groepsverband.
1. De Regeling Pgb tarieven jeugdhulp Den Haag 2019 wordt ingetrokken, met dien verstande dat deze regeling van kracht blijft voor de tijdvakken waarvoor deze heeft gegolden.
2. Voor aanvragen die in 2019 zijn beschikt voor een periode die doorloopt na 1 januari 2020 blijft de Regeling Pgb tarieven jeugdhulp Den Haag 2019 van toepassing, totdat het college een nieuw individueel besluit heeft genomen.