ECLI:NL:RBDHA:2023:8798

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
14 juni 2023
Publicatiedatum
19 juni 2023
Zaaknummer
NL23.14647 en NL23.14648
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van asielaanvraag en voorlopige voorziening van vreemdeling met Keniaans paspoort en Somalische identiteit

In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank Den Haag het beroep van eiser, een vreemdeling met een Keniaans paspoort, tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser, geboren in 1994 en van (gestelde) Somalische nationaliteit, heeft zijn asielaanvraag ingediend na te zijn bedreigd door Al-Shabaab in Somalië. De staatssecretaris heeft de aanvraag afgewezen als kennelijk ongegrond, met de stelling dat eiser de autoriteiten heeft misleid over zijn identiteit en nationaliteit. Eiser heeft echter betoogd dat hij niet in staat is om aan te tonen dat zijn Keniaanse paspoort frauduleus is verkregen, en dat de staatssecretaris onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar zijn Somalische persoonsgegevens.

De rechtbank heeft op 14 juni 2023 de zaak behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van de staatssecretaris. De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris ten onrechte geen nader onderzoek heeft gedaan naar de door eiser gestelde Somalische identiteit. De rechtbank wijst erop dat eiser heeft verklaard dat hij het Keniaanse paspoort heeft gekocht en dat hij niet de persoon is die in het paspoort staat vermeld. De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris niet zonder meer kan afgaan op de gegevens in het Keniaanse paspoort zonder verder onderzoek te verrichten.

Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep gegrond, vernietigt het bestreden besluit en draagt de staatssecretaris op om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen, waarbij rekening moet worden gehouden met deze uitspraak. De rechtbank wijst ook het verzoek om een voorlopige voorziening af, omdat het beroep gegrond is verklaard. Tevens veroordeelt de rechtbank de staatssecretaris in de proceskosten van eiser, vastgesteld op € 2.511,-.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Amsterdam
Bestuursrecht
Zaaknummers: NL23.14647 (beroep)
NL23.14648 (voorlopige voorziening)
V-nummer: [V-nummer]
uitspraak van de enkelvoudige kamer voor vreemdelingenzaken en de voorzieningenrechter in de zaken tussen

[eiser] ,

geboren op [geboortedatum 1] 1994, van (gestelde) Somalische nationaliteit, eiser en verzoeker, hierna: eiser
(gemachtigde: mr. M.B. van den Toorn-Volkers),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder

(gemachtigde: mr. K.A. van Iwaarden).

Inleiding

1.1
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank/voorzieningenrechter (hierna: rechtbank) het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag en zijn verzoek om een voorlopige voorziening.
1.2
Bij besluit van 12 mei 2023 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiser tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure afgewezen als kennelijk ongegrond. Hij heeft eiser daarbij een onmiddellijke vertrekplicht en een inreisverbod voor de duur van twee jaar opgelegd.
1.3
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Ook heeft hij de rechtbank gevraagd een voorlopige voorziening te treffen die ertoe strekt dat hij niet wordt uitgezet voordat op zijn beroep is beslist.
1.4
De rechtbank heeft het beroep op 7 juni 2023 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiser, [de persoon] als tolk in de taal Somalische taal, de gemachtigde van eiser en de gemachtigde van verweerder.

Overwegingen

2.1
Eiser stelt [eiser] te heten, de Somalische nationaliteit te bezitten en te zijn geboren op [geboortedatum 2] 1996. Aan zijn asielaanvraag heeft hij het volgende ten grondslag gelegd. Eiser heeft Somalië verlaten omdat hij is bedreigd door Al-Shabaab, omdat hij heeft geprobeerd om jongeren op andere gedachten te brengen en zich niet aan te sluiten bij Al-Shabaab. Eiser heeft drie periodes in Kenia verbleven. In april 2023 is eiser Nederland ingereisd met een Keniaans paspoort.
De besluitvorming
2.2
Het asielrelaas van eiser bevat volgens verweerder het volgende relevante element:
- Identiteit, nationaliteit en herkomst.
2.3.
Verweerder heeft het relevante element ongeloofwaardig geacht. Daarbij heeft verweerder geoordeeld dat eiser hem daarover heeft misleid en de asielaanvraag daarom afgewezen als kennelijk ongegrond. Omdat eiser volgens verweerder de Keniaanse nationaliteit bezit en verweerder heeft geprobeerd te misleiden zijn de problemen in Somalië niet getoetst. Eiser heeft verklaard dat hij nooit problemen heeft gehad in Kenia.
De beroepsgrond van eiser
3. Eiser stelt zich op het standpunt dat zijn asielaanvraag ten onrechte is afgedaan als kennelijk ongegrond. Verweerder heeft hem ten onrechte tegengeworpen dat hij zich aan misleiding heeft schuldig gemaakt. Eiser heeft uitvoerig verklaard over de gang van zaken met betrekking tot het verkrijgen van een paspoort in Kenia, zowel in het aanmeldgehoor als het nader gehoor. Eiser meent dat verweerder nader onderzoek had moeten doen naar de identiteit, nationaliteit en herkomst van eiser. Het is voor hem zelf niet mogelijk om aannemelijk te maken dat zijn echt bevonden Keniaanse paspoort frauduleus is verkregen. Hij heeft een brief gestuurd aan de Keniaanse autoriteiten en die hebben laten weten geen onderzoek te kunnen doen op zijn verzoek. Een onderzoek is alleen mogelijk op verzoek van de Nederlandse autoriteiten.
Het standpunt van verweerder
4. Verweerder heeft zich kortgezegd op het standpunt gesteld dat het gegeven dat eiser over een echt bevonden Keniaans paspoort beschikt, maakt dat van de daarin opgenomen persoonsgegevens dient te worden uitgegaan. Dat houdt in dat hij ervan uitgaat dat eiser [eiser] heet, op [geboortedatum 1] 1994 geboren is en de Keniaanse nationaliteit heeft (hierna: “de Keniaanse persoonsgegevens”). Hij volgt eiser daarom niet in de door hem opgegeven persoonsgegevens, zoals weergegeven in rechtsoverweging 2.1. Verweerder verwacht blijkens het bestreden besluit van eiser dat hij zijn identiteit, nationaliteit en herkomst, zoals weergegeven in rechtsoverweging 2.1., aannemelijk maakt en ook dat de Keniaanse persoonsgegevens niet kloppen. Verweerder ziet geen aanleiding om zelf onderzoek te doen.
Het oordeel van de rechtbank
5. Verweerder is van de identiteitsgegevens en nationaliteit uitgegaan die in het Keniaanse paspoort staan. Niet is betwist dat dit paspoort echt is bevonden en dat het paspoort de foto van eiser bevat. In beginsel kan verweerder dan ook van deze identiteitsgegevens uitgaan. Gelet op de specifieke omstandigheden van het geval had verweerder naar het oordeel van de rechtbank echter nader onderzoek moeten doen voor deze gegevens eiser tegen te werpen. De rechtbank overweegt daartoe als volgt.
5.1
Eiser heeft bij het overhandigen van het Keniaanse paspoort direct verklaard dat hij dit paspoort heeft gekocht en dat hij niet de in het paspoort vermelde persoon is. Eiser heeft tijdens de gehoren verklaard dat hij dit paspoort heeft gekocht teneinde Kenia uit te kunnen reizen en ook hoe hij dit paspoort heeft gekocht.
5.2
Eiser heeft tijdens het nader gehoor een kopie van zijn geboorteakte overgelegd alsmede een kopie van de paspoorten van zijn ouders In zijn geboorteakte staan de personalia [naam] , geboren op [geboortedatum 2] 1996 en van Somalische nationaliteit.
5.3
Eiser is tijdens de gehoren en op de zitting gehoord met een tolk in de Somalische taal.
5.4
Eiser heeft verder onbetwist gesteld dat een grote groep vreemdelingen met een vergelijkbaar verhaal – Somalische identiteit en nationaliteit, terwijl zij in het bezit zijn van een Keniaans paspoort – zich eveneens recent bij verweerder heeft gemeld.
6. Deze omstandigheden maken dat de rechtbank van oordeel is dat verweerder ten onrechte geen onderzoek heeft gedaan naar de door eiser gestelde Somalische persoonsgegevens. Dit had verweerder kunnen doen door bijvoorbeeld een taalanalyse uit te voeren en/of herkomstvragen aan eiser te stellen. Naar het oordeel van de rechtbank is het overduidelijk dat het hier gaat om een Somaliër die een Keniaans paspoort heeft gekocht, zodat van verweerder verwacht mag worden dat hij nader onderzoek doet als hij een ander standpunt is toegedaan.
De slotsom
7. Gelet op het voorgaande kan verweerder niet zonder nadere motivering stellen dat eisers identiteit, nationaliteit en herkomst ongeloofwaardig zijn en eiser hem heeft misleid over zijn identiteit en nationaliteit. De beroepsgrond slaagt.
Conclusie
8. Het beroep is gegrond. Het bestreden besluit wordt vernietigd wegens strijd met artikel 3:2 en artikel 3:46 van de Algemene wet bestuursrecht. Verweerder zal daarom een nieuw besluit moeten nemen met inachtneming van deze uitspraak. De rechtbank stelt hiervoor een termijn van zes weken. Omdat met deze uitspraak op het beroep wordt beslist is een voorlopige voorziening niet meer nodig. Het verzoek daartoe wordt daarom afgewezen.
9. Omdat het beroep gegrond is en het bestreden besluit wordt vernietigd, gaat de rechtbank niet in op de andere door eiser aangevoerde beroepsgronden.
10. De rechtbank veroordeelt verweerder in de door eiser gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de rechtbank op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 2.511,- (1 punt voor het indienen van het beroepschrift, 1 punt voor het indienen van het verzoekschrift en 1 punt voor het verschijnen ter zitting, met een waarde per punt van € 837,- en een wegingsfactor 1). Als aan eiser een toevoeging is verleend, moet verweerder de proceskostenvergoeding betalen aan de rechtsbijstandverlener.

Beslissing

De rechtbank:
- verklaart het beroep in de zaak NL23.14647 gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- draagt verweerder op binnen zes weken na de dag van verzending van deze uitspraak een nieuw besluit te nemen op de aanvraag met inachtneming van deze uitspraak;
- wijst het verzoek om een voorlopige voorziening in de zaak NL23.14648 af;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 2.511,-.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R. Hirzalla, (voorzieningen)rechter, in aanwezigheid van
E.P.W. Kwakman, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak kan, voor zover op het beroep is beslist, hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na de dag van bekendmaking. Tegen de beslissing op het verzoek om een voorlopige voorziening staat geen rechtsmiddel open.