In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag en het verzoek om een voorlopige voorziening. Eiser, die stelt Somalische nationaliteit te hebben, diende op 24 september 2023 een aanvraag in voor een verblijfsvergunning asiel. Deze aanvraag werd op 8 oktober 2023 door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid afgewezen als kennelijk ongegrond. De rechtbank heeft op 2 november 2023 de zaak behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van de verweerder.
Eiser heeft verklaard dat hij in 2012 door een organisatie in Somalië is meegenomen en later in Kenia is mishandeld. De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris eisers identiteit en nationaliteit ongeloofwaardig heeft kunnen vinden, vooral omdat eiser geen identiteitsdocumenten heeft overgelegd en op zijn telefoon documenten zijn aangetroffen die op naam staan van een andere persoon met Keniaanse nationaliteit. Eiser heeft weliswaar verklaard dat deze documenten vervalst zijn, maar de rechtbank volgt deze verklaring niet.
De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris terecht heeft geoordeeld dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij de Somalische nationaliteit heeft en dat hij zijn identiteit niet kan onderbouwen. De rechtbank wijst het beroep van eiser af en verklaart de aanvraag als kennelijk ongegrond. Eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten en het verzoek om een voorlopige voorziening wordt afgewezen.