Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 6 januari 2023 in de zaak tussen
[eiseres], uit [woonplaats], eiseres
het college van burgemeester en wethouders van Den Haag, verweerder
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
Conclusie en gevolgen
Beslissing
Informatie over hoger beroep
Bijlage
Huisvestingsverordening Den Haag 2019
[…]
b. er geen sprake is van een urgent huisvestingsprobleem;
c. de aanvrager kan het huisvestingsprobleem redelijkerwijs voorkomen of kan het huisvestingsprobleem redelijkerwijs op een andere wijze oplossen;
[…]
f. het aan de aanvraag ten grondslag liggende huisvestingsprobleem is ontstaan als gevolg van een aan de aanvrager of lid van diens huishouden toe te rekenen handelen of nalaten;
[…]
l. de aanvrager woont in een onderkomen dat formeel geen zelfstandige woonruimte is, tenzij de aanvraag wordt gedaan op grond van artikel 4:6, eerste lid, onder a;
[…]
n. de aanvrager niet ten minste al twee jaar voorafgaand aan de aanvraag aansluitend staat ingeschreven in de Basisregistratie personen van de gemeenten in de regio Haaglanden, tenzij de aanvraag wordt gedaan op grond van artikel 4:6.
Beleidsregel urgentieverklaringen Den Haag 2019
[…]
c.de huidige woning is te klein of te groot voor het huishouden van de aanvrager;
[…]
f. de aanvrager ervaart problemen, omdat de aanvrager met of zonder kinderen inwoont bij een ander huishouden;
[…]
m. de aanvrager is of wordt dakloos;
[…]
o. de aanvrager heeft psychische problemen als gevolg van één of meer van de hierboven genoemde omstandigheden.
a. niet alles wat redelijkerwijs tot diens mogelijkheden behoort heeft gedaan om het huisvestingsprobleem te voorkomen of op te lossen;
[…]
[…]
d. een passende zelfstandige woonruimte heeft achtergelaten;
[…]
b. de aanvrager in de gemeente is komen wonen zonder te zorgen voor adequate woonruimte voor zichzelf of eventuele nareizende leden van zijn of haar huishouden.
a. een woningzoekende die inwonend is;
[…]
a. de woningzoekende in een bedrijfspand, caravan of een provisorisch onderkomen verblijft;
b. in een gebouw verblijft dat ongeschikt is voor bewoning.
2. Het advies tot het al dan niet toepassen van de hardheidsclausule wordt gemotiveerd in het advies van de toetsingscommissie. De motivering voor het al dan niet toepassen van de hardheidsclausule wordt in de beschikking opgenomen.