Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
Samenvatting
Het verloop van de procedure
Overwegingen
Feitgegevens
tegemoet te komenin de kosten en niet om de schade volledig te vergoeden of een verdienmodel in het leven te roepen. [7] Toekenning van een volledige proceskostenvergoeding zou dus eigenlijk in strijd zijn met de geest van het Bpb. Daar komt bij dat het Bpb in dit geval een grondslag bevat om van de vaste jurisprudentie van het gerechtshof af te wijken. Het gaat om artikel 2, tweede lid. Daarin staat dat het vastgestelde bedrag aan proceskosten kan worden verminderd indien een betrokkene gedeeltelijk in het gelijk is gesteld. Dat is het geval, omdat slechts één van de aangevoerde beroepsgronden slaagt, uitsluitend de feitcode wordt gewijzigd en de kantonrechter niet meegaat in de wens tot vernietiging van de verkeersboete. Er doet zich dus een andere situatie voor dan in het arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 8 december 2021. [8] Artikel 2, tweede lid, van het Bpb mag slechts worden toegepast als een betrokkene op een punt van ondergeschikt belang gelijk krijgt. [9] De kantonrechter vindt het evident dat wijziging van de feitcode een punt van ondergeschikt belang is. Gelet op het totaalplaatje van deze zaak vermindert de kantonrechter de proceskosten tot € 100,–.
Wetgever is aan zet
no cure no payals gemachtigde van de burger op te treden. De burger vult dan een machtigingsformulier in waarmee een medewerker van zo’n bureau voor de burger procedeert. De afspraak is dan dat een eventuele proceskostenvergoeding voor het bureau is. Het is de kantonrechter ook ambtshalve bekend dat dergelijke bureaus volstaan met zogeheten standaardverweren die steeds opnieuw worden aangevoerd (
copy-paste). Soms wordt aanvullend Google Streetview geraadpleegd. Als een gemachtigde vervolgens al ter zitting van de kantonrechter verschijnt, [11] is de burger daar meestal niet bij en wordt volstaan met een herhaling van wat er al op papier staat. Een zitting duurt dan ook meestal niet langer dan een paar minuten. Al met al zijn de inspanningen van een gemachtigde (zeer) gering te noemen. Daar is op zichzelf niets mis mee. De hoge proceskostenvergoeding acht de kantonrechter echter wel problematisch. Hij ziet namelijk dat die vergoeding in Mulderzaken tot verkeerde prikkels leidt. Er worden grote hoeveelheden Mulderberoepen ingesteld waarin het in voorkomende gevallen enkel en alleen om de proceskostenvergoeding lijkt te gaan. Soms weten burgers niet eens dat hun gemachtigde de zaak bij de kantonrechter heeft bepleit en verloren, [12] wordt stelselmatig de ontvangst van brieven van rechtbanken ontkend (wat ongeloofwaardig is bevonden) [13] en worden negatieve kwalificaties over kantonrechters vermeld. [14] De kantonrechter vindt dit een zorgelijke ontwikkeling en onderschrijft de schriftelijke Kamervragen die Kamerlid [kamerlid] hierover op 8 maart 2023 aan minister [minister] heeft gesteld. [15] De Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wet Mulder) is bedoeld om de werklast van het Openbaar Ministerie en de rechterlijke macht in belangrijke mate terug te dringen, [16] maar van die doelstelling ziet de kantonrechter nauwelijks iets terug. Dit alles gaat ten koste van een effectieve rechtsbescherming van de burger. Verder merkt de kantonrechter dat burgers mondig genoeg zijn om in een Mulderzaak zelf – dus zonder gemachtigde – de vinger op de zere plek te leggen en hun belangen prima zelf voor het voetlicht kunnen brengen.
Beslissing:
- verklaart het beroep gedeeltelijk gegrond;
- wijzigt de beslissing van de officier van justitie en de verkeersboete in die zin dat de feitcode wordt gewijzigd van VB016 naar VA016;
- veroordeelt de officier van justitie tot vergoeding van de proceskosten tot een bedrag van € 100,–.
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.