ECLI:NL:GHARL:2022:7643
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- mr. Beswerda
- mr. Smeitink
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake verkeerssanctie en beroepsprocedure tegen kantonrechter
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 6 september 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Overijssel. De betrokkene, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde F.R. Eggink, had hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van de kantonrechter die het beroep tegen een verkeerssanctie ongegrond had verklaard. De betrokkene was als kentekenhouder beboet voor het overschrijden van de maximumsnelheid binnen de bebouwde kom, vastgesteld op 11 km/h te hard rijden. De gedraging vond plaats op 28 juli 2020 in Enschede, waar de betrokkene met zijn voertuig werd geflitst door een combinatie van een lusdetector en een flitspaal.
De gemachtigde voerde aan dat de kantonrechter de beslissing ten onrechte in stand had gelaten, omdat er geen rijroute was bekendgemaakt en de algemene beginselen van behoorlijk bestuur waren geschonden. Het hof oordeelde echter dat de gemachtigde onvoldoende had onderbouwd welke gronden de kantonrechter niet had meegenomen in zijn beslissing. Het hof bevestigde de beslissing van de kantonrechter en wees het verzoek om proceskostenvergoeding af. Tevens verzocht het hof de gemachtigde om te stoppen met het uiten van negatieve kwalificaties richting de kantonrechter, wat als onprofessioneel werd beschouwd.
Het hof concludeerde dat de kantonrechter zijn beslissing goed had gemotiveerd en dat de betrokkene niet had aangetoond dat de bebording niet deugdelijk was. De uitspraak van het hof bevestigde de eerdere beslissing van de kantonrechter, waarbij het verzoek om vergoeding van proceskosten werd afgewezen.