ECLI:NL:RBDHA:2023:19404
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het niet in behandeling nemen van een asielaanvraag op basis van het interstatelijk vertrouwensbeginsel
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedaan op 8 december 2023, wordt het beroep van eiser tegen het niet in behandeling nemen van zijn asielaanvraag beoordeeld. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvraag niet in behandeling genomen omdat Frankrijk verantwoordelijk is voor de afhandeling. Eiser, vertegenwoordigd door mr. H. Drenth, heeft aangevoerd dat Frankrijk tekortschiet in het verlenen van juridische bijstand aan asielzoekers en dat hij vreest voor een behandeling die in strijd is met artikel 3 van het EVRM. De rechtbank heeft op 5 december 2023 de zaak behandeld, waarbij de gemachtigde van de staatssecretaris aanwezig was.
De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris terecht heeft mogen uitgaan van het interstatelijk vertrouwensbeginsel. Eiser heeft onvoldoende bewijs geleverd dat dit beginsel niet meer van toepassing is. De rechtbank verwijst naar eerdere uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, waarin is geoordeeld dat Frankrijk aan zijn internationale verplichtingen voldoet. Eiser heeft niet aangetoond dat er concrete aanwijzingen zijn voor een reëel risico op een behandeling in strijd met het EVRM bij overdracht aan Frankrijk.
De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is en dat de staatssecretaris de asielaanvraag niet in behandeling heeft hoeven nemen. Eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten. De uitspraak is gedaan door mr. J.J. Catsburg, rechter, en is openbaar gemaakt op 8 december 2023.