ECLI:NL:RBDHA:2023:8443
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- T.N. van Rijn
- J.P. Ankum
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel en de geldigheid van een Keniaans paspoort
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 31 mei 2023 uitspraak gedaan in het beroep van eiser tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, waarbij zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel werd afgewezen. Eiser, die stelt de Somalische nationaliteit te hebben, heeft een Keniaans paspoort overgelegd, maar de staatssecretaris betwist de geldigheid hiervan en heeft de aanvraag als kennelijk ongegrond afgewezen. De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris niet voldoende heeft gemotiveerd waarom eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij het Keniaanse paspoort op frauduleuze wijze heeft verkregen. Eiser heeft onderbouwd dat hij en zestien andere personen met een echt bevonden Keniaans paspoort in Nederland zijn aangekomen, wat de rechtbank als relevant beschouwt. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit en draagt de staatssecretaris op om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen, waarbij de rechtbank ook de proceskosten van eiser toekent. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af, maar veroordeelt de staatssecretaris in de kosten voor de rechtsbijstand van eiser.