ECLI:NL:RBDHA:2023:8578
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van besluit tot afwijzing asielaanvraag wegens ongeloofwaardige identiteit en nationaliteit
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 9 juni 2023 uitspraak gedaan in een asielprocedure waarbij de eiser, een vreemdeling met een Kenyaans paspoort, zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel heeft ingediend. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvraag afgewezen als kennelijk ongegrond, met de stelling dat de vreemdeling hem heeft misleid over zijn identiteit en nationaliteit. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de staatssecretaris onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar de door de eiser opgegeven Somalische identiteit en nationaliteit. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiser bij binnenkomst in Nederland direct heeft aangegeven dat de personalia in het Kenyaanse paspoort niet kloppen en dat hij in bewijsnood verkeert. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de staatssecretaris niet zonder nadere motivering kan stellen dat de identiteit en nationaliteit van de eiser ongeloofwaardig zijn. De rechtbank heeft het beroep van de eiser gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en de staatssecretaris opgedragen om binnen vier weken een nieuw besluit te nemen. Tevens is de staatssecretaris veroordeeld in de proceskosten van de eiser tot een bedrag van € 2.511,-. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat hoger beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.