ECLI:NL:RBDHA:2023:18340
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag en niet tijdig beslissen door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
In deze zaak heeft eiser op 12 juli 2022 een asielaanvraag ingediend. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft op 18 november 2022 meegedeeld dat de beslistermijn op de asielaanvraag van eiser verlengd wordt tot 10 oktober 2023. Eiser heeft op 3 maart 2023 beroep ingesteld wegens het niet tijdig nemen van een besluit door de staatssecretaris. Op 14 april 2023 heeft de staatssecretaris de aanvraag ingewilligd en een verblijfsvergunning asiel verleend. Eiser heeft echter zijn beroep wegens niet tijdig beslissen gehandhaafd. De rechtbank heeft geoordeeld dat de ingebrekestelling van eiser prematuur was, omdat de verlenging van de beslistermijn rechtsgeldig was. De rechtbank heeft vastgesteld dat de beslistermijn op 10 oktober 2023 eindigde, waardoor het beroep niet-ontvankelijk is verklaard. Eiser heeft geen procesbelang meer, aangezien zijn asielaanvraag inmiddels is ingewilligd. De klachten van eiser over het niet verstrekken van stukken door de staatssecretaris zijn niet relevant voor de uitkomst van de zaak. De rechtbank heeft besloten partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat dit niet nodig was op grond van de wet. De uitspraak is gedaan door mr. M.D. Gunster, rechter, en is openbaar gemaakt op 29 november 2023.