ECLI:NL:RBDHA:2023:2532
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de verlenging van de beslistermijn voor asielaanvragen in het licht van WBV 2022/22
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Haarlem, wordt het beroep van eiser tegen het niet tijdig nemen van een besluit op zijn asielaanvraag beoordeeld. Eiser heeft op 29 maart 2022 een asielaanvraag ingediend en stelt dat verweerder op grond van artikel 42, eerste lid, van de Vreemdelingenwet uiterlijk op 29 september 2022 een besluit had moeten nemen. Verweerder heeft echter de beslistermijn met toepassing van WBV 2022/22 met negen maanden verlengd, waardoor de termijn nu verstrijkt op 29 juni 2023. De rechtbank oordeelt dat de verlenging van de beslistermijn rechtmatig is, gezien de hoge instroom van asielaanvragen en de beperkte capaciteit van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND). De rechtbank concludeert dat het beroep van eiser niet-ontvankelijk is, omdat de ingebrekestelling te vroeg is ingediend. Eiser krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer en is openbaar uitgesproken op 3 maart 2023.