In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 24 oktober 2023 uitspraak gedaan in een beroep tegen de verlenging van de maatregel van bewaring van eiser, opgelegd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De maatregel van bewaring was oorspronkelijk opgelegd op 12 april 2023 en op 27 september 2023 verlengd voor maximaal twaalf maanden. Eiser heeft tegen deze verlenging beroep ingesteld en verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft het beroep op 17 oktober 2023 behandeld, waarbij eiser en zijn gemachtigde, evenals de gemachtigde van de staatssecretaris, aanwezig waren via een beeldverbinding.
De rechtbank heeft beoordeeld of de staatssecretaris de maatregel van bewaring rechtmatig heeft verlengd. De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris voldoende heeft gemotiveerd dat eiser niet meewerkt aan zijn terugkeer en dat de benodigde documentatie uit een derde land ontbreekt. Eiser heeft in het verleden inconsistent verklaard over zijn nationaliteit, wat bijdraagt aan de vertraging van het proces. De rechtbank oordeelt dat de gronden voor de verlenging van de maatregel niet zijn betwist door eiser, waardoor de verlenging rechtmatig is.
Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond en wijst het verzoek om schadevergoeding af. De uitspraak is openbaar gemaakt en er is een rechtsmiddel tegen deze uitspraak mogelijk binnen één week na bekendmaking.