In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Arnhem, wordt het beroep van eiser tegen het voortduren van de aan hem opgelegde maatregel van bewaring beoordeeld. Deze maatregel is opgelegd op 12 april 2023 en eerder getoetst op 28 april 2023. De rechtbank heeft het vooronderzoek gesloten op 9 juni 2023 en bepaald dat een onderzoek ter zitting achterwege blijft. De rechtbank onderzoekt of het voortduren van de maatregel van bewaring rechtmatig is, aan de hand van de beroepsgronden die eiser heeft aangevoerd.
De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft voldoende voortvarend gewerkt aan de uitzetting van eiser, die zijn Algerijnse nationaliteit heeft opgegeven. De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris na 25 april 2023 voldoende stappen heeft ondernomen, waaronder rappel en vertrekgesprekken. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de eerder ingebrachte documenten, maar oordeelt dat deze niet voldoende aanknopingspunten bieden voor een andere conclusie.
De rechtbank ziet geen grond om te oordelen dat de rechtmatigheidsvoorwaarden voor de maatregel van bewaring niet zijn voldaan. Daarom blijft de maatregel in stand en wordt het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De uitspraak is gedaan door mr. G.A. van der Straaten, in aanwezigheid van mr. N. ter Horst, griffier, en is openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.