ECLI:NL:RBDHA:2023:16693
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
BPM naheffingsaanslag en kwalificatie als nieuwe auto
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 12 september 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiseres] BV en de inspecteur van de Belastingdienst over een naheffingsaanslag belasting van personenauto’s en motorrijwielen (BPM). De eiseres had op 19 augustus 2019 aangifte gedaan voor de registratie van een Toyota Highlander, waarbij de datum van eerste toelating op 1 april 2019 was vastgesteld. De kilometerstand van de auto bedroeg op dat moment slechts 8 kilometer. De inspecteur legde op 5 november 2021 een naheffingsaanslag op, omdat hij van mening was dat het taxatierapport gebreken vertoonde en dat de auto niet als nieuw kon worden aangemerkt.
Tijdens de zitting op 29 augustus 2023 heeft eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde, betoogd dat de naheffingsaanslag onterecht was, omdat de auto wel degelijk als nieuw moest worden gekwalificeerd. De rechtbank oordeelde dat de auto, gezien de lage kilometerstand, niet of nauwelijks in gebruik was geweest en dus als nieuw moest worden aangemerkt. De rechtbank verwierp het standpunt van de inspecteur dat de auto als gebruikt moest worden aangemerkt, en stelde vast dat de naheffingsaanslag terecht was opgelegd.
De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Den Haag.