In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Arnhem, wordt het besluit tot verlenging van de maatregel van bewaring van de eiser beoordeeld. De maatregel van bewaring was oorspronkelijk opgelegd op 10 maart 2023 en werd op 5 september 2023 met maximaal twaalf maanden verlengd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser heeft beroep ingesteld tegen dit verlengingsbesluit en verzocht om schadevergoeding. Tijdens de zitting op 19 september 2023 was eiser niet aanwezig, maar de staatssecretaris was vertegenwoordigd.
De rechtbank heeft de beroepsgronden van eiser beoordeeld, waaronder de vraag of de staatssecretaris de maatregel van bewaring rechtmatig heeft verlengd. De rechtbank concludeert dat de verlenging rechtmatig is, omdat de staatssecretaris opnieuw heeft beoordeeld of er gronden zijn voor de voortzetting van de maatregel. Eiser voerde aan dat de motivering van de gronden in het verlengingsbesluit onvoldoende was en dat er geen zicht op uitzetting zou zijn. De rechtbank oordeelt echter dat de staatssecretaris voldoende heeft gemotiveerd dat er zicht op uitzetting bestaat en dat eiser onvoldoende medewerking heeft verleend aan zijn uitzetting.
Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond en wijst het verzoek om schadevergoeding af. De uitspraak is gedaan door rechter M.J.M. Verhoeven, in aanwezigheid van griffier N. El Amrani, en is openbaar gemaakt op 26 september 2023. Tegen deze uitspraak kan binnen een week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, voor zover het betreft het verlengingsbesluit.