Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.CC/DEVAS (MAURITIUS) LIMITED,
DEVAS EMPLOYEES MAURITIUS PRIVATE LIMITED,
TELCOM DEVAS MAURITIUS LIMITED,
4.CCDM HOLDINGS, LLC,
DEVAS EMPLOYEES FUND US, LLC,
TELCOM DEVAS, LLC,
1.De procedure
- de dagvaarding van 5 februari 2021 met producties 1 tot en met 60;
- de conclusie van antwoord van 3 november 2021 met producties 1 tot en met 52;
- de akte overlegging productie met daarin de juiste, in de conclusie van antwoord
- het tussenvonnis van 8 juni 2022 waarbij een mondelinge behandeling is bevolen;
- de conclusie van antwoord ten aanzien van de eiswijziging en incidentele
2.De feiten
Cabinet Committee on Security, bestaande uit de premier en de ministers van Defensie, Binnenlandse Zaken, Buitenlandse Zaken en Financiën van de Republiek India (hierna: CCS), besloten het Devas Contract te beëindigen. Voorafgaand aan dit besluit hebben diverse overheidsinstanties en commissies geadviseerd. Het persbericht van dezelfde datum over het door het CCS genomen besluit luidt als volgt:
shall be annulled forthwith.”
Unanimously, that the Claimants’ claims relate to an “investment” protected under the Treaty;
Unanimously, that the notice of termination of the Devas Agreement sent by Antrix to Devas constituted an act of State attributable to the Respondent.
By majority, that the Tribunal lacks jurisdiction over the Claimants’ claims insofar as the Respondent’s decision to annul the Devas Agreement was in part directed to the protection of the Respondent’s essential security interests;
By majority, that the Respondent has expropriated the Claimants’ investment insofar as the Respondent’s decision to annul the Devas Agreement was in part motivated by considerations other than the protection of the Respondent’s essential security interests;
By majority, that the protection of essential security interests accounts for 60% of the Respondent’s decision to annul the Devas Agreement, and that the compensation owed by the Respondent to the Claimants for the expropriation of their investment shall therefore be limited to 40% of the value of that investment;
Unanimously, that the Respondent has breached its obligation to accord fair and equitable treatment to the Claimants between July 2, 2010 and February 17, 2011;
Unanimously, that the Claimants’ other claims shall be dismissed;
Unanimously, that any decision regarding the quantification of compensation or damages, as well as any decision regarding the allocation of the costs of arbitration, shall be reserved for a later stage of the proceedings.”
Central Bureau of Investigation(hierna: CBI) een zogenaamde
charge sheetingediend bij de rechter, met het oog op de opening van een strafrechtelijke procedure tegen voormalige Indiase ambtenaren die het Devas Contract hebben goedgekeurd alsmede tegen Devas Multimedia en enkele van haar voormalige en huidige bestuurders. Op 8 januari 2019 is een
supplementary charge sheetingediend.
charge sheeten de
supplementary charge sheetheeft Antrix op
to wind up” Devas Multimedia. Op 19 januari 2021 heeft het NCLT dit verzoek tot liquidatie van Devas Multimedia toegewezen en een zogenoemde Provisional Liquidator aangesteld. Na bezwaar van de zijde van DEMPL heeft het NCLT op 25 mei 2021 een
final ordergegeven waarin de liquidatie van Devas Multimedia is bevestigd. Namens Devas Multimedia en DEMPL is hoger beroep ingesteld tegen deze beslissing. Het Indiase National Company Law Appellate Tribunal on Appeals (hierna: NCLAT) heeft dat hoger beroep verworpen bij beslissing van
3.Het geschil
4.De beoordeling
Bevoegdheid rechtbank
nietop het namens Devas c.s. betoogde gebrek aan onafhankelijkheid van het Indiase Supreme Court en evenmin op een gebrekkige procedure in India. De door partijen over laatstgenoemde twee kwesties ingenomen stellingen behoeven geen beoordeling.
charge sheeten de
supplementary charge sheetniet zonder meer kan worden aangenomen dat het Devas Contract onder invloed van strafbare feiten tot stand is gekomen ligt aan bedoeld oordeel ten grondslag.
satellite-terrestrial communications systemte ontwerpen en inwerking te stellen,
indigenously in India” te ontwikkelen en te vervaardigen, alle investeringen uit India weggesluisd en via Devas Multimedia America Inc. (hierna: Devas Multimedia VS) in de zakken van de Devas Aandeelhouders doen belanden met behulp van fictieve consultancyovereenkomsten en
promissory notes;
charge sheet(productie 64 India) als de
supplementary charge sheet(productie 65 India). Ook had het Gerechtshof de beschikking over de strafklachten die het Directorate of Enforcement onder de Prevention of Money Laundering Act 2002 (PMLA) en onder de Foreign Exchange Management Act 1999 (FEMA) had uitgevaardigd. Op grond van onder meer deze stukken heeft India in de Eerste Vernietigingsprocedure de volgende fraudebeschuldigingen voorgelegd:
track record, die niet beschikte over enig kapitaal van betekenis of intellectuele eigendomsrechten betreffende de benodigde zend- en ontvangstapparatuur;
indigenous) zouden worden ontwikkeld, terwijl dienaangaande contracten zijn gesloten met buitenlandse bedrijven;
charge sheet(productie 64 India onder 16 (128-129)) en in de
supplementary charge sheet(productie 65 India onder 6.20).
charge sheetuit 2016 was verwoord (productie 64 India onder 16 (108-110)) en die ten aanzien van de Kibe Note in de Memorie van Grieven (productie 44 Devas c.s., 5.38-5.39) in de procedure die heeft geleid tot het arrest van het Gerechtshof Den Haag van 16 februari 2021.
prima facie-oordeel betreft (een oordeel “op het eerste gezicht”/voorlopig oordeel).
In fact, the DVB-SH transmission system was proposed to be used by Solaris Satellite which however failed in 2009. DVB-SH has, therefore, not picked up commercially after this failure […] It is relevant to note that technologies and world standards keep changing. It is like 2G, 3G, 4G and 5G. It is not that one company has some exclusive rights to these. These are further developments using worldwide standard. In fact, in the Devas application dated 20.07.2010 for WPC license DVB-SH technology was not mentioned as even though this technology may be used for some experiments but had not been successful commercially and, therefore, there were other technologies known to the world which could be used more successfully”;
technologies for providing the
It had been further noticed that [Devas Multimedia VS] has paid consultancy fee to several investors of the parent i.e., [Devas Multimedia]. However, both [Devas Multimedia] and [Devas Multimedia VS] have not been conducting any business. Also it is pertinent to note that [Devas Multimedia VS] has issued promissory notes to [Devas Multimedia] investors/shareholders bearing various conditions which range from payment of 100%-300% of the principal other than the interest […] Therefore, amounts taken out of the country from [Devas Multimedia] in guise of [Devas Multimedia VS] service charges, legal payments etc. have already reached the hands of the shareholders/investors of [Devas Multimedia] in one or other way and also by entering into agreements with [Devas Multimedia VS] the shareholders/investors have assured themselves of huge pay out on receipt of arbitration awards”;
Q: What happened to that note? Was it shared with the [Government]?
charge sheet, de
supplementary charge sheeten de strafklachten onder de PMLA en de FEMA viel af te leiden. Verder is noch gesteld noch gebleken dat het arrest van het Indiase Supreme Court op meer (mogelijk relevants) gebaseerd is dan de zojuist genoemde stukken waarover het Gerechtshof Den Haag al beschikte aangevuld met (een aantal van de) zojuist aangehaalde nieuwe stukken. Aan de beslissingen in het arrest van het Indiase Supreme Court komt geen zelfstandige betekenis toe, omdat het Supreme Court geen eigen feitenonderzoek heeft uitgevoerd (vgl. overweging 12.7 uit het arrest van het Indiase Supreme Court: “
When two forums namely NCLT and NCLAT have recorded concurrent findings on facts, it is not open to this Court to reappreciate evidence”), alsmede omdat het arrest geen strafrechtelijke veroordelende beslissing bevat. Het Indiase Supreme Court overweegt zelf ook onder 13.3 van haar arrest: “
The standard of proof required in a criminal case is different from the standard of proof required in the proceedings before NCLT”. Ten slotte is niet gesteld en ook niet gebleken dat in India inmiddels sprake is van een officiële tenlastelegging als bedoeld in overweging 5.35 van het arrest van het Gerechtshof Den Haag. Al met al volgen ook uit de nieuwe stukken en het arrest van het Indiase Supreme Court geen sterke aanwijzingen voor corruptie.
Procedural Ordernr. 2 van 31 januari 2014 geschonden door, anders dan in die
orderopgedragen, geen stukken over hun intellectueel eigendom ten aanzien van DMR’s en CID’s te overleggen, terwijl nu is gebleken dat zij in het bezit waren van de in 4.18 onder b weergegeven stukken die ter zake relevant zijn. Ook zijn de in 4.18 onder c genoemde stukken later opgedoken. Met Devas c.s. is de rechtbank echter van oordeel dat India niet (voldoende) heeft bestreden dat de Devas Aandeelhouders tijdens de Arbitrage nooit hebben verklaard rechthebbende te (hebben moeten) zijn op het bedoelde intellectuele eigendom, India tijdens de Arbitrage nooit in twijfel heeft getrokken dat de DMR’s en CID’s wel werden ontwikkeld en dat India in de arbitrage nooit heeft verzocht om octrooi
aanvragen. De stelling van India dat in dit verband sprake is van procedureel bedrog dat vernietiging als bedoeld in artikel 1065, eerste lid onder e, Rv rechtvaardigt, mist dus feitelijke grondslag.
all documents showing Devas [Mulitimedia]’ expenditures prior to 25 February 2011, including […] all documents reflecting any payments by Devas [Multimedia] to any of [de Devas Aandeelhouders]”. Nadat de Devas Aandeelhouders te kennen hadden gegeven dat “
no [such] payments have been made”, is dat verzoek afgewezen, terwijl volgens India nu duidelijk is geworden dat Devas Multimedia wel (indirecte) betalingen aan de Devas Aandeelhouders hebben verricht (vgl. 4.18 onder d. en e.).
no such payments have been made” dus strikt genomen juist is, heeft India niet (voldoende) concreet toegelicht welk nadeel voor India in de Arbitrage is ontstaan doordat de Devas Aandeelhouders ter beantwoording van deze vraag niet hebben gewezen op betalingen van Devas Multimedia aan Devas Delaware, welke laatstgenoemde vennootschap vervolgens betalingen verrichte aan de Devas Aandeelhouders. Deze vraag werd gesteld in het kader van de waardering van Devas Multimedia en was daarmee van belang voor de hoogte van de door India te betalen schadevergoeding. Devas c.s. wijst erop dat de eventuele bekendheid met de – zo benadrukt zij – legitieme betalingen juist tot een lagere waardering van Devas Multimedia en dus tot een lagere schadevergoeding zouden hebben kunnen leiden. Tot slot is nog van belang dat het overgrote deel van de door India naar voren gebrachte betalingen, zoals hieronder zal blijken, dateert van ná 25 februari 2011, de datum van de (formele) beëindiging van het Devas Contract. Deze betalingen kunnen niet van invloed zijn op de hoogte van de schadevergoeding.
waarvan de naleving niet door beperkingen van procesrechtelijke aard mag worden verhinderd.
indigenously in India” te ontwikkelen, kan ten slotte bezwaarlijk worden gezien als (een sterke aanwijzing voor) fraude (die vernietiging op grond van artikel 1065, eerste lid onder e., Rv rechtvaardigt).
satellite-only-diensten had kunnen aanbieden zonder een vergunning van de Wireless Planning and Coordination Wing (WPC) van het Indiase Department of Telecommunication. De Arbiters zouden in de Award on Quantum ten onrechte zijn teruggevallen op een onvoldoende gemotiveerd
obiter-dictumoordeel uit hun Award on Merits luidende dat uit het aangevoerde bewijs volgt dit het geval zou zijn geweest. India verbindt daaraan de conclusie dat de Arbiters zich niet aan hun opdracht hebben gehouden, het oordeel in het Award on Quantum niet gemotiveerd is en dit oordeel tot stand is gekomen zonder hoor en wederhoor.
feevan één procent van het geïncasseerde overeengekomen, de overige 99% komt op grond van zogenoemde
promissory notesaan de Devas Aandeelhouders toe.
promissory notesbevatten eveneens een
Change of Control-bepaling, op grond waarvan de betalingsverplichtingen van de Devas Cessionarissen aan de Devas Aandeelhouders vervallen “
if, at any time, (i)[de betreffende Devas Cessionaris]
fails to own, directly or indirectly, 100% of all equity interests in[de betreffende Devas Aandeelhouder],
(ii)[de betreffende Devas Cessionaris]
fails to have the power and right, directly or indirectly, whether through voting or other shareholder arrangements or otherwise, to direct the management and policies of[de betreffende Devas Aandeelhouder]
or (iii) a receiver, liquidator, administrator, or other court or government appointed officer is appointed for[de betreffende Devas Aandeelhouder]
or for all or substantially all of its assets”.
assignment(cessie) kunnen worden overgedragen door een cedent aan een cessionaris. Het Engelse recht stelt de volgende eisen aan een geldige
(legal) assignment: (i) onvoorwaardelijkheid, (ii) niet uitsluitend de strekking hebben van
‘by way of charge’(pand),
maintenance and champertyaan de rechtsgeldigheid van de cessies in de weg staat. Een partij maakt zich schuldig aan
maintenanceals hij een procedure ondersteunt waarin hij geen gerechtvaardigd belang heeft. Van
champertyis sprake als een derde een procedure voert in ruil voor een aandeel in de opbrengst van die procedure. India betoogt dat de Devas Cessionarissen geen gerechtvaardigd belang hebben bij de cessies omdat hen als moedervennootschappen van de Devas Aandeelhouders de eventuele opbrengst van de arbitrage ook zonder cessies (indirect) toekomt. Bovendien gaat het volgens India niet aan dat de Devas Cessionarissen, die de professionele hulp hebben ingeroepen van de heer [Naam adviseur] - die door India wordt gekenschetst als een “aasgier-specialist” -, als derde de procedure van de Devas Aandeelhouders zouden mogen overnemen, terwijl de Devas Aandeelhouders uit de procedure zouden mogen verdwijnen en zich op die manier niet meer voor hun fraude zouden hoeven te verantwoorden. Devas c.s. heeft één en ander betwist.
maintenance and champertygeen vereiste is waaraan een cessie naar Engels recht dient te voldoen, maar een procesrechtelijk leerstuk betreft dat bepaalde partijen uitsluit van de mogelijkheid procedures ten overstaan van de Engelse rechter te voeren. In de woorden van de Court of Appeal in de zaak Giles vs Thompson: “
It is designed to protect the integrity of the English judicial system”.In de uitspraak in de zaak Mansell vs
“I should add that the decision in [de zaak] Papera also confirms that the rules against champerty, so far as they survive, are primarily concerned with the protection of the integrity of the litigation process in this jurisdiction. An English court should not refuse to enforce provisions relating to foreign litigation if the terms in question would not be regarded as contrary to public policy in the forum in question, even if they would be objectionable if they related to proceedings here”.
maintenance and champerty, behoeft de over dit leerstuk tussen partijen gevoerde discussie geen beoordeling, ook omdat cessies ter incasso niet in strijd worden geacht met de Nederlandse openbare orde en, zoals hieronder zal blijken, een gerechtvaardigd belang aan de Cessieakten ten grondslag ligt.
sham-agreements” moeten worden beschouwd en om die reden naar Engels recht niet rechtsgeldig zijn. Devas c.s. betwisten dit. Niet ter discussie tussen partijen staat, dat van een “
sham-agreement” naar Engels recht sprake is als het een transactie betreft “
which is not what it pretends to be”.
promissory notesde afspraken tussen de Devas Aandeelhouders en de Devas Cessionarissen volledig worden weergegeven, dus ook de afspraken in geval van
change of control. Met Devas c.s. is de rechtbank dan ook van oordeel dat de Cessieakten (aan derden) niet een verkeerde indruk geven van de rechten en plichten van partijen en dat dus geen sprake is van
dishonesty.
Change of Control-bepaling die de volledige vordering op grond van de Award on Quantum om niet op de Devas Cessionarissen doet overgaan, hetgeen naar Engels recht in beginsel niet toegestaan is. Ten tijde van het sluiten van de Cessieakten bestond er immers zowel aan de zijde van de Devas Aandeelhouders als aan de zijde van de Devas Cessionarissen (als dochter- respectievelijk moedervennootschappen) een
sensible business explanationvoor het aangaan van de Cessieakten met laatstgenoemde bepaling, namelijk het voorkomen van de facto onteigening van de Arbitrale vorderingen.
vulture fund’, maar aan de moedervennootschappen waar per saldo dezelfde personen aan het roer staan als bij de dochtervennootschappen.
vulture fund’ zijn overgedragen, niet van belang.
173,00aan gevorderde nakosten (plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)).