Uitspraak
zetelende te New Delhi, India,
2.Beoordeling van de schorsing en hervatting van het geding in cassatie
3.Beoordeling van het middel
4.Beslissing
3 februari 2023.
Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 3 februari 2023 uitspraak gedaan in het cassatieberoep van de Republiek India tegen een arrest van het hof. India heeft het cassatieberoep ingesteld tegen een eerder vonnis waarin Devas c.s. betrokken waren. De zaak betreft een vordering tot vernietiging van een arbitraal vonnis, waarbij India zich beroept op de bepalingen van het Bilateraal Investering Verdrag (BIT) tussen India en Mauritius. De Hoge Raad heeft de schorsing en hervatting van het geding in cassatie beoordeeld, waarbij Devas c.s. een akte hebben ingediend om het geding te schorsen en later te hervatten. India heeft deze schorsing betwist en aangevoerd dat de cessies tussen Devas c.s. en CCDM c.s. ongeldig zijn. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de schorsing en hervatting tijdig zijn ingediend en dat het geding in cassatie voortgezet kan worden door Devas c.s. als oorspronkelijke verwerende partijen. De Hoge Raad heeft de klachten van India over het arrest van het hof beoordeeld en deze niet gegrond verklaard. De Hoge Raad heeft India veroordeeld in de kosten van het geding in cassatie en Devas c.s. in de kosten van de behandeling van de aangezegde schorsing en hervatting.