In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 12 oktober 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring van een eiser met de Marokkaanse nationaliteit. De maatregel van bewaring was op 15 mei 2023 opgelegd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel en verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft besloten dat een zitting niet nodig was en heeft het onderzoek gesloten.
De rechtbank heeft overwogen dat de maatregel van bewaring eerder rechtmatig was bevonden en dat de huidige beoordeling zich richt op de rechtmatigheid sinds het sluiten van het vorige onderzoek. Eiser heeft aangevoerd dat er geen redelijk vooruitzicht op uitzetting is, aangezien er sinds 2017 geen succesvolle pogingen zijn gedaan om hem te verwijderen. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat er in het algemeen zicht op uitzetting naar Marokko is en dat verweerder voldoende voortvarend handelt in de uitzettingsprocedure. De rechtbank heeft vastgesteld dat er een verzoek om een laissez-passer is ingediend en dat er regelmatig contact is geweest met eiser over zijn vertrek.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.