Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.de vennootschap naar vreemd rechtKABUSHIKI KAISHA NIKON (NIKON CORPORATION),
NIKON EUROPE B.V.,
1.Waar gaat deze zaak over?
2.De procedure
3.De feiten
– in het algemeen elders geproduceerde – Nikon-producten in Europa.
- het Uniewoordmerk NIKON, op 8 september 2000 geregistreerd (onder registratienummer 392548) voor – onder meer – waren in de klasse 6, 7, 9 (waaronder fotografische instrumenten), 10 en 11;
- het hieronder afgebeelde Uniebeeldmerk, op 17 mei 2005 geregistreerd (onder registratienummer 2539591) voor waren in de klasse 7, 9 en 10;
- het hieronder afgebeelde Uniebeeldmerk, op 2 juni 2012 geregistreerd (onder registratienummer 10415214) voor – onder meer – waren in de klasse 7, 9 en 10:
‘
Resellers who have been appointed by Nikon or any of Nikon’s affiliated companies in the European Union (“EU”) as authorized distributor, based on a written selective distribution agreement – which contains qualitative and quantitative criteria – are allowed to offer, promote, sell, deliver and/or distribute those SD1-products[het product in kwestie behoorde tot dit assortiment aan Nikon-producten, toevoeging rechtbank]
in the EU.’
Deze testaankoop is uitgevoerd op 24 maart 2017 via de website www.rhinocamera.fr. Het betreft een Nikon D750 cameratoestel met een op dat toestel passende Nikon 24-85mm F3.5-4.5 G ED VR-lens, die op 21 maart 2017 op de betreffende website te koop werden aangeboden. Het aankoopbedrag bedraagt € 2.079,--.
Deze testaankoop is uitgevoerd op 8 februari 2017 via de website www.rhinocamera.de. Het betreft een Nikon D7100 cameratoestel (zonder lens), die op 7 februari 2017 op genoemde website te koop werd aangeboden. Het aankoopbedrag bedraagt € 669,--.
- Testaankoop III
Deze testaankoop is uitgevoerd op 1 maart 2017 via de website www.rhinocamera.nl. Het betreft een D750 cameratoestel (zonder lens), die op diezelfde datum op genoemde website te koop werd aangeboden. Het aankoopbedrag bedraagt € 1.649,--.
Deze testaankoop is uitgevoerd in augustus 2017 via de website www.rhinocamera.nl. Het betreft een Nikon 35mm F1.8G AF-S DX lens, die op diezelfde datum op genoemde website te koop werd aangeboden. Het aankoopbedrag bedraagt € 215,--.
‘
2. Nikon Corp hereby appoints Nikon Europe B.V. (…) to be its true and lawful
in the Netherlands
meer – fotocamera’s en toebehoren voorzien van tekens gelijk aan de Uniemerken te koop aangeboden. Op 19 september 2017 betrof het aanbod op de website www.rhinocamera.nl
– onder meer – een Nikon D750 cameratoestel. De prijs voor dit product bedroeg € 1.599,--. Op diezelfde datum werd dit toestel via officiële dealers van de Nikon Group in Nederland verkocht voor een bedrag van minimaal € 2.029,--.
4.Het geschil
(a) het totale aantal door PHL ingekochte Inbreukmakende Producten;
(b) het totale aantal Inbreukmakende Producten dat aan PHL is geleverd;
(c) het totale aantal Inbreukmakende Producten dat nog aan PHL geleverd moet worden;
(d) het totale aantal Inbreukmakende Producten dat reeds door PHL is verkocht;
(e) de prijs waarvoor PHL de Inbreukmakende Producten respectievelijk heeft ingekocht en heeft verkocht; en
(f) de winst die PHL heeft gerealiseerd ten aanzien van de verkoop van de Inbreukmakende Producten,
een en ander onder gelijktijdige toezending van bescheiden waaruit de juistheid van de opgave blijkt (zoals, maar niet beperkt tot: inkooporders, facturen, pakbonnen, vervoersdocumentatie, etcetera);
5.De beoordeling
Bevoegdheid
- op 8 februari 2017 een ‘Nikon D7100 24.1 MP Digital SLR Camera Body’ heeft gekocht van ‘britishdeals’, gevestigd in Londen (Verenigd Koninkrijk);
- op 2 maart 2017 een ‘Nikon D750 SLR Body (kit box)’ heeft gekocht van
‘progadgets-online’, gevestigd in Londen (Verenigd Koninkrijk); en
- op 25 augustus 2017 een ‘Nikon AF-S 35mm 1.8G Lens’ heeft gekocht van ‘digiwideinternationalstudio, gevestigd in Dublin (Ierland).
- de testaankopen I en III waren verpakt in een doos die voor een ander Nikon-product dan het gekochte product bestemd is;
- in de dozen met daarin de testaankopen I en II verloopstekkers aanwezig waren die niet van de Nikon Group afkomstig zijn;
- in de doos met daarin testaankoop III een verloopstekker aanwezig was die bestemd is voor de Amerikaanse markt;
- in de dozen van de testaankopen I en II een geprinte handleiding aanwezig was met daar doorheen een nietje, terwijl de Nikon Group handleidingen in boekvorm aan afnemers verstrekt;
- de doos waarin testaankoop III was verpakt, beschadigd was;
- op de doos van de lens van testaankoop I en op de doos van testaankoop IV een sluitzegel met Chinese tekens aanwezig was, hetgeen er op duidt dat deze producten voor de Chinese en/of Japanse markt bestemd zijn.
- het verkopen via de websites www.rhinocamera.fr, www.rhinocamera.de en www.rhinocamera.nl van drie camera’s en vier lenzen voorzien van tekens gelijk aan de Nikon-merken;
- het aanbieden ter verkoop via de rhinocamera-websites van camera’s en aanverwante producten voorzien van tekens gelijk aan de Nikon-merken.
nietbij voorbaat kansloos was. De conclusie moet dus zijn dat PHL te kwader trouw inbreuk heeft gemaakt op de merken van Nikon Corp. De met de vordering onder (6) ook gevorderde veroordeling tot winstafdracht is daarmee toewijsbaar, zij het binnen de door de Hoge Raad uitgezette grenzen waar het cumulatie met schadevergoeding betreft [9] . Het debat over winstafdracht kan in de schadestaatprocedure aan de orde komen. De rechtbank zal dit in het dictum van dit vonnis tot uitdrukking brengen.
rhinocamera-websites aangeboden producten, deze niet kunnen worden toegewezen omdat Nikon c.s. eerst zal moeten onderbouwen dat daarmee merkinbreuk is gemaakt. Dit betoog kan, gelet op hetgeen hiervoor onder 5.5 tot en met 5.11 is overwogen over de bewijslastverdeling in deze zaak, niet worden gevolgd.
IE-zaken, de rechtbank begrijpt in zowel de hoofdzaak als in de incidenten, buiten toepassing te laten en de door Nikon c.s. gemaakte proceskosten volledig aan haar toe te wijzen. Dit komt, aldus Nikon c.s., neer op een bedrag van in totaal (voor de hoofdzaak en incidenten) van, afgerond, € 160.000,--. Aan dit verzoek heeft Nikon c.s. ten grondslag gelegd dat PHL onnodige proceshandelingen heeft verricht en voortdurend vertragingstactieken heeft toegepast. Meer in het bijzonder heeft Nikon c.s. gewezen op de volgende handelingen van PHL (zie ook bijlage I bij dit vonnis):
- het opwerpen van een bevoegdheidsincident in reactie op de dagvaarding;
- het maken van bezwaar tegen het verzoek van Nikon c.s. aan de rechtbank om een provisionele voorziening ex artikel 223 Rv in te mogen stellen (welk bezwaar is gehonoreerd, waarna de beslissing van de rolrechter van deze rechtbank in deze is ‘teruggedraaid’ door het gerechtshof Den Haag, hetgeen uiteindelijk heeft geleid tot het vonnis van deze rechtbank van 11 maart 2020);
6.De beslissing
Nikon-producten die niet door dan wel zonder toestemming van Nikon Corp in de EER in het verkeer zijn gebracht (de Inbreukmakende Producten);
(a) het totale aantal door PHL ingekochte Inbreukmakende Producten;
(b) het totale aantal Inbreukmakende Producten dat aan PHL is geleverd;
(c) het totale aantal Inbreukmakende Producten dat nog aan PHL geleverd moet worden;
(d) het totale aantal Inbreukmakende Producten dat reeds door PHL is verkocht;
(e) de prijs waarvoor PHL de Inbreukmakende Producten respectievelijk heeft ingekocht en heeft verkocht; en
(f) de winst die PHL heeft gerealiseerd ten aanzien van de verkoop van de Inbreukmakende Producten,
een en ander onder gelijktijdige toezending van bescheiden waaruit de juistheid van de opgave blijkt (zoals, maar niet beperkt tot; inkooporders, facturen, pakbonnen, vervoersdocumentatie, etcetera);
- de dagvaarding van 25 oktober 2017, met producties EP1 tot en met EP14;
- de incidentele conclusie houdende exceptie van onbevoegdheid ex artikel 11 Rv [12] , met producties 1 tot en met 3;
- de conclusie van antwoord in het bevoegdheidsincident, met producties EP15 tot en met EP20;
- de rolbeslissing van 6 november 2018 waarbij het verzoek van Nikon c.s. tot het instellen van een incident voorlopige voorziening is afgewezen;
proces-verbaal van de pleidooizitting bij en de uitspraak van het gerechtshof Den Haag van 13 juni 2019 [13] waarbij namens Nikon c.s. verzocht wordt de zaak op de continuatierol van 14 augustus 2019 te plaatsen teneinde op die datum een vordering strekkende tot een voorlopige voorziening ex artikel 223 Rv in te stellen;
- het faxbericht van PHL van 18 juli 2019 waarin PHL aangeeft inhoudelijk te willen reageren op het verzoek van Nikon c.s. van 17 juli 2019 en de mededeling dat die reactie uiterlijk op 24 juli 2019 zal volgen;
- het e-mailbericht van Nikon c.s. van 24 juli 2019 met daaraan gehecht een brief aan de rechtbank (abusievelijk) gedateerd op 23 juli 2019;
- het faxbericht van Nikon c.s. van 24 juli 2019 waarbij Nikon c.s. reageert op de reactie van PHL van dezelfde datum;
- de mededeling van de griffier aan partijen van 26 juli 2019 dat de rolbeslissing van 17 juli 2019 onverkort wordt gehandhaafd;
- de conclusie in het incident houdende voorlopige voorziening ex 223 Rv van Nikon c.s., met producties EP21 tot en met EP65;
- de incidentele conclusie van eis houdende exceptie van onbevoegdheid ex artikel 11 Rv en tevens antwoordconclusie in incident houdende voorlopige voorziening ex artikel 223 Rv van PHL, met producties 4 tot en met 27;
- de conclusie van antwoord in het bevoegdheidsincident van Nikon c.s., met producties EP66 tot en met EP74;
- het faxbericht van PHL van 6 februari 2020, met als bijlage productie 19B (aanvullende proceskostenspecificatie) [14] ;
- het e-mailbericht van Nikon c.s. van 10 februari 2020 met een opgave en specificatie van aanvullende proceskosten;
- het faxbericht van PHL van 10 februari 2020, met als bijlage productie 19C (aanvullende proceskostenspecificatie) [15] ;
- het tussenvonnis van 4 mei 2022, waarin een mondelinge behandeling is bepaald voor 4 juli 2022;
- de akte houdende aanvullende producties voor mondelinge behandeling van Nikon c.s., met producties EP78 tot en met EP82;
- de akte overlegging nadere producties van PHL, met productie GP9 (specificatie proceskosten ex 1019h Rv);
- de finale proceskostenspecificatie voor mondelinge behandeling van Nikon c.s., overgelegd met een e-mailbericht van 1 juli 2022;
- de akte overlegging nadere productie van PHL, met productie GP10 (finale specificatie proceskosten ex 1019h Rv).