ECLI:NL:RBDHA:2023:11092
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vervolgberoep inzake uitzetting naar Marokko en de rechtmatigheid van de maatregel van bewaring
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 21 juli 2023 uitspraak gedaan in een vervolgberoep van eiser tegen de maatregel van bewaring die op 24 maart 2023 door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was opgelegd. Eiser, die de Marokkaanse nationaliteit heeft, heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel en verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft besloten dat een onderzoek ter zitting niet nodig was en heeft het onderzoek gesloten op dezelfde datum.
De rechtbank heeft overwogen dat de maatregel van bewaring rechtmatig is, tenzij er sprake is van een gebrek aan een concreet zicht op uitzetting naar Marokko. Eiser heeft aangevoerd dat er geen zicht is op uitzetting binnen een redelijke termijn, omdat de Marokkaanse autoriteiten nauwelijks laissez-passers afgeven en de doorlooptijd van aanvragen gemiddeld zes maanden bedraagt. De rechtbank heeft echter vastgesteld dat er geen redenen zijn om aan te nemen dat er geen concreet zicht op uitzetting is, verwijzend naar eerdere uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat de staatssecretaris de situatie van eiser in de gaten houdt en dat de enkele omstandigheid dat er nog geen reactie is gekomen op de laissez-passeraanvraag niet voldoende is om te concluderen dat er geen zicht op uitzetting is. Eiser heeft bovendien geen bereidheid getoond om zijn uitzetting te bespoedigen. Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen, zonder aanleiding voor een proceskostenveroordeling.