4.5.De bewezenverklaring
De rechtbank verklaart ten laste van de verdachte bewezen dat:
1. subsidiair
hij in de periode van 26 maart 2020 tot en met 13 juni 2020 te 's-Gravenhage en Voorburg en Rijswijk en/of elders in Nederland om een feit, bedoeld in het vierde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren van telkens een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine(olie) en ICE en een hoeveelheid XTC pillen, zijnde telkens amfetamine en/of MDMA (3,4-methyleendioxy-methamfetamine) en/of MDA (tenamfetamine) en/of MDEA (3,4-methyleendioxy-methamfetamine, synoniem N-ethyl-MDA), telkens een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, voor te bereiden en/of te bevorderen, een of meer anderen heeft getracht te bewegen om die feiten te plegen, te doen plegen, mede te plegen, en/of om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen, hebbende verdachte:
- een encrypted telefoon (PGP) voorhanden gehad en
- een of meer ontmoetingen geregeld voor een of meer personen met een of meer potentiële kopers en/of verkopers van amfetamine(olie) en
- afspraken gemaakt/laten maken over de prijs/prijzen en/of hoeveelheid van de te leveren amfetamine(olie) en/of ICE en/of XTC pillen en
- betalingen gedaan en/of ontvangen ten behoeve van de aankoop en/of verkoop van amfetamine(olie) en/of ICE en/of XTC pillen;
2.
hij in de periode van 26 maart 2020 tot en met 13 juni 2020 te ’s-Gravenhage en Voorburg en Rijswijk en/of elders in Nederland meermalen opzettelijk heeft verkocht en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval telkens opzettelijk aanwezig heeft gehad een hoeveelheid van meer dan 30 gram hennep en hasjies/hash, zijnde hennep en hasjies/hash telkens een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
3. primair
hij in de periode van 26 maart 2020 tot en met 13 juni 2020, te 's-Gravenhage en Voorburg en Rijswijk en/of elders in Nederland, ter uitvoering van het door hem, verdachte, voorgenomen misdrijf om zonder erkenning meerdere wapens, in de zin van artikel I onder 3, gelet op artikel 2 lid 1 categorie III en categorie II van de Wet Wapens en Munitie te weten een (semi)automatisch vuurwapen, over te dragen en/of te verhandelen en/of anderszins ter beschikking te stellen, immers heeft hij, verdachte, meermalen een of meer chatberichten gestuurd naar en ontvangen van een persoon genaamd “ [alias] ” en “ [alias] ” en “ [alias] ” en “ [alias] ” en “ [alias] ” en in die berichten voornoemde wapens te koop aangeboden en/of aangeboden gekregen, althans in die berichten aangestuurd op de verkoop en/of aankoop van voornoemde wapens door aan en/of van die personen afbeeldingen en/of specificaties van betreffende wapens te sturen en/of te ontvangen en/of het verkoopbedrag en/of het aankoopbedrag van betreffende wapens door te geven en/of over de verkoopprijs en/of aankoopprijs te onderhandelen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
4.
hij in de periode van 1 maart 2020 tot en met 4 mei 2020 te 's-Gravenhage en Voorburg en Rijswijk en/of elders in Nederland voorwerpen en een geldbedrag van 89.811.- euro ( [straat] ) en een geldbedrag van 38.850. euro ( [straat] ) en een geldbedrag van 800 euro ( [straat] ), een horloge (Rolex) en een auto (Mercedes) en een deel van een bitcoin, heeft verworven, voorhanden gehad, en/of van die voorwerpen en geldbedragen gebruik heeft gemaakt, terwijl hij wist dat dat die voorwerpen en die geldbedragen geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit enig misdrijf;
Voor zover in de tenlastelegging type- en taalfouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd en gecursiveerd weergegeven, zonder dat de verdachte daardoor in de verdediging is geschaad.