ECLI:NL:RBDHA:2022:4504

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
12 mei 2022
Publicatiedatum
12 mei 2022
Zaaknummer
09/767304-19 en 09/767106-21 (ttz. gev.)
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Criminele organisatie en drugshandel met internationale dimensies

In de zaak van de verdachte, geboren in 1979 in Polen en momenteel gedetineerd, heeft de rechtbank Den Haag op 12 mei 2022 uitspraak gedaan in een omvangrijke strafzaak die draait om de criminele organisatie Echinops. De verdachte is beschuldigd van het leiden van deze organisatie, die zich bezighield met grootschalige drugshandel, waaronder de invoer van aanzienlijke hoeveelheden cocaïne en hasj. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte betrokken was bij meerdere drugstransporten, waaronder de uitvoer van 19,96 kilo cocaïne en 188 kilo hasj naar Duitsland, en de invoer van 1169 kilo cocaïne vanuit Zuid-Amerika. De verdachte had een organiserende rol en gaf instructies aan medeverdachten over het verstoppen en vervoeren van de drugs. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 13 jaar, waarbij rekening is gehouden met de ernst van de feiten en de ontwrichtende invloed van de georganiseerde drugshandel op de samenleving. De rechtbank heeft ook de rechtmatigheid van het bewijs, waaronder Encrochat-berichten, beoordeeld en geoordeeld dat deze rechtmatig zijn verkregen. De verdachte is vrijgesproken van enkele andere tenlastegelegde feiten, waaronder witwassen en deelname aan andere transporten, wegens onvoldoende bewijs.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG

Strafrecht
Meervoudige kamer
Parketnummers: 09/767304-19 (dagvaarding I) en 09/767106-21 (ttz. gev., dagvaarding II)
Datum uitspraak: 12 mei 2022
Tegenspraak
(Promisvonnis)
De rechtbank Den Haag heeft op de grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[Verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1979 te [geboorteplaats] (Polen),
zonder bekende woon- of verblijfplaats hier te lande,
op dit moment uit anderen hoofde gedetineerd in de penitentiaire inrichting Achterhoek te Zutphen.

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek is gehouden op de terechtzittingen van 7 oktober 2020, 23 december 2020, 9 maart 2021, 27 mei 2021 (alle pro forma), 24 november 2021 (regie), 8, 9, 10, 11, 14, 15, 18, 23, 24 en 25 maart 2022 (inhoudelijke behandeling) en 3 mei 2022 (sluiting onderzoek).
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie
mr. B. de Jonge en van hetgeen door de verdachte en zijn raadsvrouw
mr. K.C. van de Wijngaart naar voren is gebracht.
De officier van justitie heeft op de terechtzitting van 15 maart 2022 medegedeeld dat hij voornemens is een ontnemingsvordering als bedoeld in artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr) aanhangig te maken.

2.De tenlastelegging

Aan de verdachte is - na wijzigingen van de tenlastelegging op de terechtzittingen van 23 december 2020, 8 maart 2022, 14 maart 2022 en 23 maart 2022 - ten laste gelegd dat:
Ten aanzien van dagvaarding I
1.
(zaaksdossier Echinops)
hij in of omstreeks de periode van 01 januari 2018 tot en met 23 juni 2020, te Bodegraven en/of te Woerden en/of te Bergambacht en/of te Waddinxveen, althans in Nederland, als leider heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit een samenwerkingsverband van natuurlijke personen, te weten in elk geval [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 10] en/of [medeverdachte 2], welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven als bedoeld in artikel 10 lid 3 en/of lid 4 en/of lid 5 en/of artikel 11 lid 2 en/of lid 3 en/of lid 4 en/of lid 5 van de Opiumwet en/of art. 10a van de Opiumwet;
2.
(zaaksdossier Siret)
hij, op één of meerdere tijdstippen, in of omstreeks de periode van 17 juni 2020 tot en met 23 juni 2020, te Bodegraven en/of te Woerden en/of te Bergambacht en/of te Waddinxveen, althans in Nederland en/of in Duitsland, tezamen en in vereniging met anderen, althans alleen, opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht 19,96 kilo cocaïne, althans een (grote) hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel bedoeld als in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
3.
(zaaksdossier Siret)
hij, op of omstreeks 24 juni 2020, te Woerden, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, althans alleen, (telkens) van een voorwerp, te weten een geldbedrag van in totaal (ongeveer) 20.118,- euro, althans een geldbedrag, de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding en/of de verplaatsing heeft verborgen en/of verhuld, en/of heeft verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende op een voorwerp, te weten voornoemd geldbedrag, was, en/of heeft verborgen en/of verhuld wie bovenomschreven voorwerp, te weten voornoemd geldbedrag, voorhanden heeft gehad, terwijl hij wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden dat dat voorwerp geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf;
en/of
hij, op of omstreeks 24 juni 2020, te Woerden, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, althans alleen, een voorwerp, te weten een geldbedrag van in totaal (ongeveer) 20.118,- euro, althans een geldbedrag, heeft verworven, voorhanden gehad, overgedragen en/of omgezet, althans van enig voorwerp gebruik heeft gemaakt, terwijl hij wist, althans redelijkerwijs
moest vermoeden, dat dat voorwerp geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf;
4.
(zaaksdossier Oder: Dover/[betrokkene 1])
hij in of omstreeks de periode van 22 maart 2018 tot en met 23 maart 2018 te Bodegraven, althans in Nederland, en/of te Dover, althans in het Verenigd Koninkrijk, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht ongeveer 31 kg cocaïne en/of 10 kg crack en/of 3 kg heroïne, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne en/of heroïne, zijnde cocaïne en/of crack en/of heroïne telkens een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
5.
(zaaksdossier Antenne: Waarder/[betrokkene 2])
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 01 juli 2018 tot en met 31 juli 2018 te Gouda en/of te Waarder (gemeente Bodegraven-Reeuwijk) en/of te Bodegraven en/of elders in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf, om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland te brengen, al dan niet als bedoeld in artikel 1 lid 5 van de Opiumwet, ongeveer 81 kilogram cocaïne, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij die wet behorende lijst I, hebbende/zijnde hij en/of zijn mededader(s):
- naar een garage gereden en/of een aldaar een of meer vrachtwagenband(en) van
- cocaïne verpakt en/of geplaatst en/of verstopt in een of meer vrachtwagenband(en) en/of
- ( meermalen) met elkaar en/of (een) (contactpersoon van) opdrachtgever(s) telefonisch contact gehad en/of gelegd en/of onderhouden (telkens) (onder meer) om informatie door te geven en/of te ontvangen en/of instructies en/of aanwijzingen te geven en/of te ontvangen en/of
- ( meermalen) afspraken gemaakt om elkaar te ontmoeten en/of
- voornoemde cocaïne in een auto (kenteken [KENTEKEN 1]) laten plaatsen en/of heeft/hebben geplaatst en/of gehad en/of
- in een auto (kenteken [KENTEKEN 1]) gestapt en/of via de A12 in richting van Utrecht is gereden, alwaar de cocaïne zou worden overgedragen aan een of meer mededader(s), om (vervolgens) te worden vervoerd naar Engeland,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
een velg af laten halen en/of gehaald en/of;
Subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring en/of een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
en/of
hij op of omstreeks 31 juli 2018 te Gouda en/of te Waarder (gemeente Bodegraven-Reeuwijk) althans in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk heeft afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, ongeveer 81 kilogram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
6.
(zaaksdossier Tyne: Port of Tyne/[betrokkene 3])
hij in of omstreeks de periode van 10 oktober 2018 tot en met 19 oktober 2018 te IJmuiden, althans in Nederland, en/of te Port of Tyne, althans in het Verenigd Koninkrijk, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht ongeveer 115 cocaïne, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
7.
(zaaksdossier Vecht: Harwich/[betrokkene 4])
hij in of omstreeks de periode van 10 mei 2019 tot en met 16 mei 2019 te Hoek van Holland, althans in Nederland, en/of te Harwich, althans in het Verenigd Koninkrijk, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht ongeveer 15 kg cocaïne en/of 93 kg heroïne, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne en/of heroïne, zijnde cocaïne en/of heroïne telkens een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
8.
(zaaksdossier Siret)
hij, op één of meerdere tijdstippen, in of omstreeks de periode van 17 juni 2020 tot en met 23 juni 2020, te Bodegraven en/of te Woerden en/of te Bergambacht en/of te Waddinxveen, althans in Nederland en/of in Duitsland, tezamen en in vereniging met anderen, althans alleen, opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht 188 kilo hasj, althans een (grote) hoeveelheid van een materiaal bevattende hasj, zijnde hasj een middel bedoeld als in de bij de Opiumwet behorende lijst II;
Ten aanzien van dagvaarding II
1.
(zaaksdossier Voer: container 2019)
hij in de periode van 1 maart 2010 tot en met 21 mei 2019 te Alphen aan den Rijn en/of Woerden, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht, althans opzettelijk aanwezig heeft gehad, ongeveer 2000 kilogram cocaïne, althans 100 kilogram cocaïne, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
Subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring en/of een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
althans,
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2019 tot en met 23 mei 2019, te Bodegraven en/of Zegveld, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, althans alleen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk bewerken,
verwerken, verkopen, afleveren, vervoeren en/of binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland brengen van een (grote) hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, cocaïne zijnde een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, voor te bereiden en/ofte bevorderen, heeft getracht dat feit mede te plegen of zich en/of (een) ander(en) getracht daarbij behulpzaam te zijn, immers heeft verdachte en/of hebben zijn medeverdachten met dat doel:
- afspraken gemaakt om een of meer container(s) oud ijzer te importeren en/of te vervoeren en/of uit te laden, en/of
- een terrein geregeld om een of meer container( s) met oud ijzer te lossen, terwijl die container(s) bestemd waren om cocaïne in te vervoeren en/of te testen of cocaïne vervoerd kon worden in dergelijke container(s);
2.
(zaaksdossiers Voer+Jetski: partij met stempel RM35)
hij in of omstreeks de periode van 6 april 2020 tot en met 22 april 2020 te Alphen aan den Rijn, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad een hoeveelheid van (ongeveer) 50 kilo cocaïne (blokken met stempel RM35), althans een (grote) hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel bedoeld als in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
3.
(zaaksdossiers Voer+Jetski: geripte partij)
Hij in of omstreeks de periode van 27 mei 2020 tot en met 29 mei 2020, te Alphen aan den Rijn, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, althans alleen, opzettelijk aanwezig heeft gehad een hoeveelheid van (ongeveer) 1400 kilo cocaïne, althans een (grote) hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel bedoeld als in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
4.
(zaaksdossier Vliet: 400 kilo hasj)
Hij in of omstreeks de periode van 18 mei 2020 tot en met 21 mei 2020, te Estopana in Spanje, althans in Spanje, en/of Perthus in Frankrijk, althans in Frankrijk, en/of Bodegraven, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland te brengen 400 kilo (verwerkte) hennep, althans een grote hoeveelheid (verwerkte) hennep,
- naar Spanje is/zijn gereden om die (verwerkte) hennep op te halen, en/of
- die (verwerkte) hennep in ontvangst heeft/hebben genomen,
terwijl de uitvoering van dat misdrijf niet voltooid is, zijnde hasj een middel bedoeld als in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
5.
(zaaksdossier Jetski: container met mango's)
hij in de periode van 26 maart 2020 tot en met 29 maart 2020 te Rotterdam en/of Bodegraven en/of Someren tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht ongeveer 1169 kilogram cocaïne, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
Subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring en/of een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
althans,
hij in of omstreeks de periode van 27 tot en met 29 maart 2020, te Bodegraven en/of Someren, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, althans alleen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, vervoeren en/of binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland brengen van een (grote) hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, cocaïne zijnde een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, voor te bereiden en/of te bevorderen, heeft getracht dat feit mede te plegen of zich en/of (een) ander(en) getracht daarbij behulpzaam te zijn, immers heeft verdachte en/of hebben zijn medeverdachten met dat doel:
- een container bewaakt, en/of
- zich naar de locatie begeven waar de container die te worden uitgepakt, en/of
- de container geopend, en/of
- ten behoeve van het bewaken en/of vervoeren en/of openen van de container informatie uitgewisseld;
6.
(zaaksdossier Jetski: uitvoer Engeland)
hij in of omstreeks de periode van 1 april 2020 tot en met 24 juni 2020 te Brampton en/of Huntingdon en/of Bedford (Verenigd Koninkrijk), althans een of meerdere plaatsen in het Verenigd Koninkrijk en/of Bodegraven, althans in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk (meermalen) buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht een grote hoeveelheid cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet.

3.Inleiding

De zaak tegen de verdachte (hierna ook: [verdachte]) is onderdeel van een groter strafrechtelijk onderzoek, genaamd Echinops.
Naar aanleiding van een ander strafrechtelijk onderzoek werd het mobiele telefoonnummer van [verdachte] opgenomen en uitgeluisterd. Uit deze gesprekken is het vermoeden ontstaan dat hij zich bezig zou houden met grootschalige internationale drugshandel. Hierop werd het onderzoek Echinops gestart. Gedurende dit onderzoek zijn onder andere diverse observaties verricht en diverse mobiele telefoons afgeluisterd. Ook is na onderzoek het vermoeden ontstaan dat diverse verdachten gebruik maakten van PGP-telefoons en de versleutelde chatdienst Encrochat. Ook was sprake van relevante Encrochat-berichten uit het onderzoek 26Lemont, die aan het onderzoek Echinops ter beschikking werden gesteld. Uit de afgeluisterde telefoongesprekken, de observaties en de Encrochat-berichten is bij de opsporingsinstanties het vermoeden ontstaan dat diverse verdachten, voornamelijk met de Poolse nationaliteit, zich in Nederland in georganiseerd verband hebben bezig gehouden met de in- en uitvoer van grote hoeveelheden hard- en softdrugs, onder meer door deze in reservewielen van vrachtwagens te verstoppen. Tevens is gebleken dat diverse verdachten binnen het Echinops onderzoek werkzaam waren bij Uitzendbureau [medeverdachte 13] (hierna: [medeverdachte 13]). Het vermoeden is ontstaan dat de verdachten tijdens hun normale werkuren bij [medeverdachte 13] strafbare feiten hebben gepleegd. Voorts is het vermoeden ontstaan dat [medeverdachte 13] een bijdrage heeft geleverd aan de strafbare feiten door voertuigen, telefoonabonnementen en bedrijfsruimtes voor het plegen van de strafbare feiten beschikbaar te stellen. [medeverdachte 13] is daarom ook als verdachte aangemerkt in het onderzoek Echinops.
Naar aanleiding van het onderzoek zijn tien zaaksdossiers gevormd die deel uitmaken van het Echinops-dossier. Een van de zaaksdossiers heeft betrekking op de verdenking van deelname aan een criminele organisatie, waarbij de verdenking is dat [verdachte] en een persoon genaamd [medeverdachte 3] (hierna: [medeverdachte 3]) de leiders zouden zijn en dat de overige verdachten hebben deelgenomen aan de criminele organisatie. De overige zaaksdossiers betreffen – kort samengevat – de navolgende verdenkingen. Om een volledig beeld te schetsen van de omvang van de verdenkingen en de organisatie worden alle zaaksdossiers kort besproken, ook de zaaksdossiers die niet op de tenlastelegging staan.
Siret-Echinops (uitvoer 19,96 kilo cocaïne en 188 kilo hasj)
Op maandag 22 juni 2020 werd nabij de plaats Hamburg in Duitsland een vrachtwagen door de douane staande gehouden en gecontroleerd. De bestuurder van deze vrachtwagen bleek te zijn genaamd [betrokkene 5] (hierna: [betrokkene 5]). Tijdens de controle bleek dat onder de vrachtwagen een drietal reservewielen zat die vol waren geladen met verdovende middelen, te weten ongeveer 211 kilo hasj en ongeveer 40 kilo cocaïne.
[betrokkene 5] is door de rechtbank in Duitsland veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier jaren en zes maanden.
Uit de afgeluisterde telefoongesprekken en na nader onderzoek is het vermoeden ontstaan dat de partij drugs vanuit Nederland werd vervoerd met als eindbestemming Noorwegen en dat [verdachte], samen met anderen, te weten [medeverdachte 1] (hierna: [medeverdachte 1]), [medeverdachte 2], [medeverdachte 3], [medeverdachte 4] (hierna: [medeverdachte 4]), [medeverdachte 5], [medeverdachte 8] (hierna: [medeverdachte 8]) en [betrokkene 6] (hierna: [betrokkene 6]) hierbij betrokken zouden zijn. [betrokkene 6] is tot op heden, ondanks een Europees arrestatiebevel, onvindbaar en niet aangehouden door de politie.
Siret-Echinops (hypotheekfraude)
Dit dossier is alleen relevant voor [medeverdachte 10] en zal in zijn vonnis worden besproken.
Siret-Echinops (witwassen van € 20.118,-)
Op 24 juni 2020 werd [verdachte] op het adres [adres 1] in [woonplaats] aangehouden. In deze woning werd onder andere een geldbedrag van in totaal € 20.118,- aangetroffen. Het vermoeden is dat dit geld van misdrijf afkomstig is.
Siret-Echinops (witwassen van € 226.160,-)
Op woensdag 24 juni 2020 werden [medeverdachte 1], [medeverdachte 4] en [medeverdachte 6] genaamd (hierna: [medeverdachte 6]), aangehouden. Dit adres betrof het verblijfsadres van [medeverdachte 4]. In deze woning werd volgens de politie onder andere een geldbedrag van in totaal € 226.1560,- aangetroffen. Het vermoeden is dat dit geld van misdrijf afkomstig is.
Siret-Echinops (aanwezig hebben van 45 kilo cocaïne, 98,5 kilo hasj en 6,4 kilo hennep)
Op 24 juni 2020 werden op het adres [adres 2] in [woonplaats] [medeverdachte 2], [medeverdachte 5], [medeverdachte 8], [medeverdachte 9] (hierna: [medeverdachte 9]) en [medeverdachte 7] (hierna: [medeverdachte 7]) aangehouden. Dit adres betrof het BRP-adres van [medeverdachte 4] maar na onderzoek is het vermoeden ontstaan dat [medeverdachte 2] de hoofdbewoner was van deze woning. Tijdens de doorzoeking werden in een van de vier slaapkamers twee rolkoffers en een sporttas met daarin ongeveer 45 kilo cocaïne aangetroffen. In de inpandige garage werden drie verhuisdozen aangetroffen met daarin volgens de politie 98,5 kilo hasj en 6,4 kilo hennep.
Siret-Echinops (voorhanden hebben vuurwapen)
Tevens werd in een van de slaapkamers in de woning aan de [adres 2] in [woonplaats] een
semi-automatisch vuurwapen aangetroffen.
Antenne
Op 31 juli 2018 werd door S. [betrokkene 2] (hierna: [betrokkene 2]) een vrachtwagenband aangeboden bij [bedrijf 1] in [vestigingsplaats]. Zijn verzoek aan het bedrijf was om de band van de velg los te maken. Bij het verwijderen van de band van de velg zag de medewerker van het bedrijf een pakketje in de band. Hij vermoedde dat het pakketje verdovende middelen bevatte. De medewerker stuurde [betrokkene 2] weg en belde de politie. Naar aanleiding van de melding werd kort daarna [betrokkene 2] aangehouden. In de bestelbus waarin [betrokkene 2] reed, lagen twee vrachtwagenbanden. Daarin was 81 kilo cocaïne verborgen. Het gerechtshof Den Haag heeft [betrokkene 2] in hoger beroep veroordeeld voor het vervoeren van 81 kilo cocaïne op 31 juli 2018 en voor het samen met [betrokkene 1] uitvoeren van 44 kilo harddrugs naar het Verenigd Koninkrijk (zie zaaksdossier Oder hierna). Na nader onderzoek is het vermoeden ontstaan dat [verdachte] ook betrokken was bij het transport van de 81 kilo cocaïne.
Oder
Op 23 maart 2018 werd in Dover te Engeland een Poolse vrachtwagencombinatie gecontroleerd. Tijdens de controle werd in een van de reservewielen 31 kilo cocaïne, 10 kilo crack-cocaïne en drie kilo heroïne aangetroffen. De bestuurder bleek te zijn genaamd [betrokkene 1] (hierna: [betrokkene 1]). [betrokkene 1] werd in Engeland veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 126 maanden. Na nader onderzoek is het vermoeden ontstaan dat [verdachte] ook hierbij betrokken was.
Tyne
Op 19 oktober 2018 werd in Port of Tyne te Engeland een Poolse vrachtwagencombinatie gecontroleerd. Tijdens de controle werd in twee reservewielen 115 kilo cocaïne aangetroffen. De bestuurder bleek te zijn genaamd [betrokkene 3] (hierna: [betrokkene 3]). Na onderzoek van de telecom- en de ANPR-gegevens kon ook een tweede verdachte worden aangehouden, genaamd [betrokkene 7] (hierna: [betrokkene 7]). Na nader onderzoek is het vermoeden ontstaan dat [verdachte], [medeverdachte 1] en een persoon genaamd [medeverdachte 11] (hierna: [medeverdachte 11]) ook hierbij betrokken waren.
Vecht
Op 16 mei 2019 werd in Harwich te Engeland een vrachtwagencombinatie gecontroleerd. Tijdens de controle werden in twee van de reservewielen 93 pakketten heroïne en 15 pakketten cocaïne aangetroffen. De bestuurder bleek te zijn genaamd [betrokkene 4] (hierna: [betrokkene 4]). Na nader onderzoek is het vermoeden ontstaan dat [verdachte] en [medeverdachte 1] ook hierbij betrokken waren.
Vliet
Op 21 mei 2020 werd in Boulou te Frankrijk een Poolse vrachtwagen gecontroleerd bij de grensovergang van Spanje naar Frankrijk. In de vrachtwagen werd 407 kilo cannabis aangetroffen. De chauffeurs bleken te zijn genaamd [betrokkene 8] (hierna: [betrokkene 8]) en [betrokkene 9]. [betrokkene 8] en [betrokkene 9] werden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vier jaren en een boete van € 712.000,-. Na nader onderzoek is het vermoeden ontstaan dat [verdachte], [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] ook hierbij betrokken waren.
Vlist
Op 24 april 2020 werden in Spanje twee voertuigen met Poolse kentekens gecontroleerd. In een van de voertuigen werd in een dubbele bodem 12 kilo marihuana aangetroffen. De chauffeurs waren [medeverdachte 1], [medeverdachte 7] en [betrokkene 10]. In afwachting van het proces werden de verdachten in vrijheid gesteld. Na nader onderzoek is het vermoeden ontstaan dat ook [verdachte] en [medeverdachte 4] hierbij betrokken waren. [betrokkene 10] was de toenmalige partner van [medeverdachte 4]. Hij is op 1 oktober 2020 tijdens een motorongeluk in Polen om het leven gekomen.
Voer (container 2019)
Op 21 mei 2019 werd op de [adres 3] te [woonplaats] een zeecontainer met oud ijzer gelost. Op dit adres is [medeverdachte 12] (hierna: [medeverdachte 12]) woonachtig. De zeecontainer was afkomstig uit Zuid-Amerika en was opgehaald vanaf de kade van Antwerpen door een vrachtwagen, die op naam stond van [bedrijf 2] (hierna: [bedrijf 2]). De bestuurder van deze vrachtwagen was [betrokkene 8]. [medeverdachte 12] is de bestuurder van [bedrijf 2]. De zeecontainer werd gelost in het bijzijn van onder anderen [medeverdachte 12], [verdachte] en [medeverdachte 2]. Het oud ijzer werd door [medeverdachte 12] verkocht aan een oud ijzer handelaar. De opbrengst hiervan werd gestort op de rekening van [bedrijf 2]. De waarde van het oud ijzer verhield zich niet met de gemaakte kosten om het oud ijzer naar Nederland te verschepen.
Hierdoor is het vermoeden ontstaan dat het oud ijzer werd gebruikt als deklading en dat zich in de container verdovende middelen bevonden. Hierbij zouden [verdachte], [medeverdachte 2] en [medeverdachte 12] betrokken zijn. Dit vermoeden werd versterkt door het feit dat [verdachte] en [medeverdachte 2] een dag later in een garagebedrijf in Rotterdam werden aangehouden, waar meer dan 100 kilo cocaïne werd aangetroffen.
Voer+Jetski (partij met stempel RM35)
Op de [adres 4] te [vestigingsplaats] zijn de bedrijven [bedrijf 2] en [bedrijf 3] gevestigd. [medeverdachte 12] is voor 90% eigenaar van [bedrijf 3]. Uit de onderschepte berichten van Encrochat van de accounts die vermoedelijk toebehoorden aan [verdachte], [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] is het vermoeden ontstaan dat in het pand van het bedrijf [bedrijf 3] aan de [adres 4] te [vestigingsplaats] enkele honderden kilo's verdovende middelen hebben gelegen en dat [verdachte], [medeverdachte 2], [medeverdachte 3] en [medeverdachte 12] hierbij betrokken waren.
Voer+Jetski (geripte partij)
Het vermoeden is dat in de nacht van 28 op 29 mei 2020 vanuit het bedrijf [bedrijf 3] op de [adres 4] te [vestigingsplaats] een bestelauto is weggenomen. Uit de onderschepte berichten van Encrochat is tevens het vermoeden ontstaan dat in deze bestelauto een grote hoeveelheid cocaïne lag. Voorts is het vermoeden ontstaan dat [verdachte], [medeverdachte 2], [medeverdachte 5], [medeverdachte 1], [medeverdachte 4] en [medeverdachte 12] hierbij betrokken waren.
Jetski (container met mango’s)
Op donderdag 26 maart 2020 werd na TCI-informatie in de Rotterdamse haven een container gecontroleerd door medewerkers van de douane. Deze container was geladen met als deklading mango's afkomstig uit Brazilië. Na het openen van de container werd tussen de deklading in totaal 1170 kilo cocaïne aangetroffen. Door de douane werd de cocaïne uit de container gehaald. De deklading werd teruggeplaatst en de container werd voorzien van een peilbaken. Uit de bakengegevens, observaties en de berichten uit Encrochat is het vermoeden ontstaan dat onder anderen [verdachte], [medeverdachte 2], [medeverdachte 5], [medeverdachte 1] en [betrokkene 6] hierbij betrokken waren.
Jetski (uitvoer Engeland)
Uit Encrochat berichten is het vermoeden ontstaan dat [medeverdachte 9], in samenwerking met [verdachte], [medeverdachte 3] en [medeverdachte 11], diverse malen als chauffeur verdovende middelen naar Engeland heeft gereden.
[verdachte] wordt verweten dat hij betrokken is geweest bij de zaaksdossiers Siret-Echinops (uitvoer 19,96 kilo cocaïne en 188 kilo hasj) (dagvaarding I de feiten 2 en 8), Siret-Echinops (witwassen van € 20.118,-) (dagvaarding I feit 3), Oder (dagvaarding I feit 4), Antenne (dagvaarding I feit 5), Tyne (dagvaarding I feit 6), Vecht (dagvaarding I feit 7), Voer (container 2019) (dagvaarding II feit 1), Voer+Jetski (partij met stempel RM35)(dagvaarding II feit 2), Voer+Jetski (geripte partij) (dagvaarding II feit 3), Vliet (dagvaarding II feit 4), Jetski (container met mango’s) (dagvaarding II feit 5) en Jetski (uitvoer Engeland)(dagvaarding II feit 6) en dat hij als leider heeft deelgenomen aan een criminele organisatie (dagvaarding I feit 1).
4. Ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie ten aanzien van dagvaarding II feit 4 (zaaksdossier Vliet)
4.1
Het niet-ontvankelijkheidsverweer
De raadsman van de medeverdachte [medeverdachte 3] heeft bepleit dat het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk moet worden verklaard in de vervolging van dit feit omdat – kort gezegd – het ontbreekt aan een deugdelijke grondslag voor de vestiging van rechtsmacht.
Daartoe heeft de raadsman van [medeverdachte 3] aangevoerd dat wanneer een niet-Nederlandse verdachte zich buiten Nederland schuldig maakt aan een feit dat strafbaar is gesteld in de Opiumwet zonder dat is komen vast te staan dat de verdovende middelen bedoeld zijn voor de Nederlandse markt, Nederland geen rechtsmacht heeft ten aanzien van die gedragingen. Nu sprake is van een verdachte met de Poolse nationaliteit en onbekend is of de verdovende middelen naar Nederland zouden worden uitgevoerd, heeft Nederland geen rechtsmacht en dient het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk verklaard te worden.
4.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat er wel rechtsmacht is voor vervolging omdat het transport door de criminele organisatie vanuit Nederland is gecoördineerd en Nederland derhalve medepleegplaats is.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
De vraag of het Openbaar Ministerie ontvankelijk is in de vervolging van de verdachte, is een vraag die de rechtbank op grond van artikel 348 van het Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv) ambtshalve dient te toetsen. De rechtbank zal daarom bovenstaand verweer ook in deze zaak bespreken.
Aan de orde is de vraag of Nederland als medepleegplaats kan worden aangemerkt voor het hasjtransport. Naar het oordeel van de rechtbank is dat niet het geval. Uit het dossier blijkt niet dat dit transport vanuit Nederland is gecoördineerd of dat een van de - Poolse - verdachten vanuit Nederland bemoeienis heeft gehad met dit transport.
Het verweer slaagt dan ook en de rechtbank zal het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk verklaren in de vervolging van dit feit.
5. Ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie ten aanzien van dagvaarding II feit 6 (zaaksdossier Jetski, uitvoer VK)
5.1
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk is ten aanzien van het bij dagvaarding II onder 6 tenlastegelegde. De rechtsmacht ontbreekt, nu [verdachte] niet de Nederlandse nationaliteit heeft, de gedragingen zich niet op Nederlands grondgebied hebben afgespeeld en ook de verdovende middelen niet voor de Nederlandse markt bestemd waren.
5.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het verweer van de verdediging, onder verwijzing naar artikel 13, derde lid, van de Opiumwet, dient te worden verworpen.
5.3
Het oordeel van de rechtbank
De verdachte wordt verweten dat hij – kort samengevat – meermalen met anderen een grote hoeveelheid cocaïne vanuit Nederland heeft uitgevoerd naar het Verenigd Koninkrijk.
Zoals hieronder bij de bespreking en beoordeling van dit tenlastegelegde feit zal blijken, gaat de rechtbank ervan uit dat door de verdachten ook gedragingen vanuit Nederland zijn verricht en dat steeds één van de Poolse (mede)verdachten vanuit Nederland bemoeienis heeft gehad met de transporten.
Het verweer van de verdediging wordt daarom verworpen.
Het Openbaar Ministerie is mitsdien ontvankelijk in de vervolging van de verdachte.

6.Rechtmatigheid Encrochat bewijs

6.1
Inleiding
In de zaken van het onderzoek Echinops waarin Encrochat bewijs een rol speelt, hebben de raadslieden gezamenlijk verweer gevoerd ten aanzien van de rechtmatigheid van de Encrochat data. De rechtbank beschouwt deze verweren, waaronder begrepen de op voorhand toegezonden schriftelijke standpunten en de gedane verzoeken, als ter terechtzitting voorgedragen in alle zaken waarin de raadslieden hebben aangegeven zich daarbij aan te sluiten. Waar de rechtbank hierna verwijst naar ‘de verdediging’ wordt dan ook gedoeld op de verdediging in al die zaken waarin de raadslieden hebben aangegeven zich daarbij aan te sluiten.
6.2
Het standpunt van de verdediging
6.2.1
Aanhoudingsverzoek
De verdediging heeft de rechtbank verzocht om de behandeling van de zaak aan te houden, desnoods voor een periode van zes maanden, omdat in Frankrijk het constitutioneel hof naar verwachting binnen twee maanden uitspraak zal doen en een mogelijke uitkomst daarvan kan zijn dat de wijze waarop de Encrochat hack heeft plaatsgevonden onrechtmatig is naar Frans recht. Indien uit die procedure zou volgen dat de Franse justitie meer stukken moet verstrekken, en daaruit zou bijvoorbeeld blijken dat de Nederlandse inzet veel groter is geweest dan door Nederland is toegegeven, dan is dat van belang voor de procedures in het onderzoek Echinops.
6.2.2
Unierecht en prejudiciële vragen
De verdediging heeft aangevoerd dat het verwerken, bewaren en gebruiken van de Encrochat data valt onder de werkingssfeer van richtlijn 2002/58 van de EU en daarmee het Unierecht, omdat de autoriteiten zich hebben begeven op het terrein van de elektronische communicatiediensten en hebben gedaan wat in andere situaties een dergelijke dienst wordt verplicht te doen. Daarom dient te worden getoetst aan de bepalingen van richtlijn 2002/58, in het licht van de bepalingen zoals genoemd in het Handvest van de grondrechten van de EU (hierna: Handvest). Wanneer de verwerking, bewaring en gebruikmaking van de data niet valt binnen de werkingssfeer van richtlijn 2002/58, valt het binnen de werkingssfeer van richtlijn 2016/680 en dus eveneens onder het Unierecht, hetgeen geen verschil maakt voor de uit te voeren rechtmatigheidstoets. De verdediging stelt zich op het standpunt dat sprake is van een inbreuk op de artikelen 7, 8 en 11 van het Handvest nu sprake is van algemene en ongedifferentieerde data, waarin verkeers-, locatie-, en persoonsgegevens en inhoudelijke communicatie zijn opgenomen. Die dataset heeft geen houdbaarheidsdatum en kan onbeperkt gebruikt worden door autoriteiten, terwijl er geen zicht is op wat met de data gebeurt, tenzij het wordt gebruikt voor een strafrechtelijk onderzoek, waarvoor dan een controle door de rechter-commissaris plaatsvindt. Door het opslaan en gebruiken van deze gegevens is informatie voorhanden waaruit, in het geheel beschouwd, zeer precieze conclusies kunnen worden getrokken over het privéleven van de personen van wie de gegevens zijn bewaard. De wettelijke grondslag voor de inbreuk op deze grondrechten, te weten artikelen 126uba en 126t Sv, voldoet hierbij niet aan de eisen die het Unierecht stelt. Het bewaren van de gegevens is niet strikt noodzakelijk, omdat bij een groot deel van de gebruikers, waaronder in deze zaak, helemaal geen verdenking bestond op basis waarvan kon worden geoordeeld dat een noodzaak bestond om in de data te zoeken, waardoor het bewaren en gebruiken van de data zich niet verhoudt met het evenredigheidsbeginsel, zoals neergelegd in artikel 52 Handvest.
Gelet op het voorgaande verzoekt de verdediging de rechtbank primair om de aan het dossier toegevoegde Encrochat berichten van het bewijs uit te sluiten, hetgeen tot een integrale vrijspraak zou moeten leiden.
Subsidiair verzoekt de verdediging de rechtbank om prejudiciële vragen te stellen aan het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: Hof van Justitie). De interpretatie van de betrokken Unierechtelijke bepalingen is relevant voor de beoordeling van de vragen van artikel 348 en 350 Sv. Er is geen sprake van een
acte éclairéof een
acte clair. Daarnaast bestaat de noodzaak uit het feit dat de beantwoording van de vragen van doorslaggevend belang is voor de beoordeling van het bewijs tegen de verdachte, betreffen het rechtsvragen waarover niet eerder in Nederlandse jurisprudentie inhoudelijk is beslist, terwijl de beslissingen op onderzoekswensen die er thans liggen en die ingaan op het Unierecht, daar een onjuiste uitleg aan geven. Tot slot is het vanuit het oogpunt van rechtszekerheid en een efficiënte rechtsbedeling noodzakelijk om helderheid te krijgen over de rechtmatigheid van het bewaren en gebruiken van de Encrochatdata, ook voor andere strafzaken.
6.2.3
EVRM
De verdediging heeft aangevoerd dat de wijze waarop de Encrochatdata door de Franse opsporingsdiensten zijn verzameld en verstrekt, is geschied in strijd met artikel 8 EVRM (het recht op privacy). Er zijn verschillende aanwijzingen dat het feitelijke doel van de Encrochat hack was om bulkcommunicatie van Encrochat gebruikers te onderscheppen, terwijl helemaal geen verdenking bestond tegen deze gebruikers. De machtiging door de Franse rechter had daarvoor nooit mogen worden afgegeven. Dit levert in beginsel een inbreuk op het recht op
private lifeop. Als niet aan de voorwaarden voor een dergelijke inbreuk is voldaan, dan is mogelijk ook artikel 6 EVRM (het recht op een eerlijk proces) geschonden. Materiaal dat in strijd met artikel 6 EVRM is verkregen, moet van het bewijs worden uitgesloten. Om dit te kunnen onderzoeken heeft de verdediging alle Franse stukken nodig die zien op de inzet van de bevoegdheid tot onderschepping van de Encrochat berichten. Bij een schending van artikel 6 EVRM moet een rechtmatigheidstoets in volle omvang plaatsvinden. Anders ontbreekt het aan een
effective remedyals bedoeld in artikel 13 EVRM en artikel 47 Handvest. De hack is bovendien door middel van de interceptietool geplaatst op de individuele telefoontoestellen van de gebruikers. Als die toestellen zich op dat moment in Nederland bevonden, is daarmee inbreuk gemaakt op de soevereiniteit van Nederland. Het vertrouwensbeginsel gaat in dat geval niet op.
Indien zou blijken dat in Frankrijk opsporingshandelingen zijn verricht onder verantwoordelijkheid van de Nederlandse opsporingsautoriteiten, dan kan geen beroep meer worden gedaan op het vertrouwensbeginsel en moet de Nederlandse strafrechter toetsen of artikel 8 EVRM daarbij is nageleefd. Uit onder meer de Britse stukken blijkt dat de Nederlandse opsporingsdiensten een grotere rol hebben gespeeld bij de onderschepping van de Encrochat berichten dan het OM naar buiten heeft gebracht. Daar komt bij dat het OM de rechtbank en de verdediging bewust onjuist heeft voorgelicht. De interceptie van de Encrochatdata heeft immers niet op de server, maar op de Encrochat telefoons plaatsgevonden en het onderzoek 26Lemont was wel degelijk gericht op de individuele gebruikers van die toestellen en niet op het bedrijf Encrochat en de daaraan gelieerde personen zoals het OM steeds heeft gesteld. Dat levert een onherstelbaar vormverzuim op.
Ook de Nederlandse opsporingsdiensten hebben mogelijk in strijd met artikel 8 EVRM gehandeld, hetgeen ook een schending van artikel 6 EVRM kan opleveren. Maar ook als geen sprake is van een schending van artikel 6 EVRM, kan een inbreuk op artikel 8 EVRM via artikel 359a Sv mogelijk worden gesanctioneerd. Het onderzoek 26Lemont maakt namelijk deel uit van het voorbereidend onderzoek in de onderhavige zaak. Volgens de HR kunnen bovendien vormverzuimen die buiten het voorbereidend onderzoek jegens de verdachte zijn begaan, aanleiding geven om de sancties uit artikel 359a Sv toe te passen, namelijk als het vormverzuim is begaan tegen de verdachte en als het een bepalende invloed heeft op het opsporingsonderzoek. Om te kunnen motiveren dat een eventueel vormverzuim moet leiden tot een rechtsgevolg, moet de verdediging toegang krijgen tot alle stukken van het onderzoek 26Lemont.
Dit alles brengt mee dat op de voet van artikel 359a Sv de officier van justitie niet meer in de vervolging kan worden ontvangen, althans dat de Encrochatdata onrechtmatig zijn verkregen en dus niet voor het bewijs mogen worden gebruikt, dan wel dat dit tot strafvermindering moet leiden.
6.2.4 126
uba
Er heeft in Nederland geen toereikende wettelijke grondslag bestaan voor het verkrijgen van toegang tot en het onderzoeken van de Encrochat data, volgens de verdediging. De Nederlandse opsporingsdiensten hebben de beschikking gekregen over bulkdata die zij wilden gaan gebruiken voor de opsporing van strafbare feiten. Het Nederlandse strafrecht biedt daarvoor geen wettelijke grondslag. Artikel 126uba Sv ziet op het binnendringen in een geautomatiseerd werk, maar de Nederlandse opsporingsdiensten hebben dat niet gedaan, dat hebben de Franse opsporingsdiensten gedaan. De bevoegdheid van artikel 126uba Sv is ten onrechte toegepast. Ook om deze reden zijn de artikelen 8 en 6 EVRM geschonden. Bovendien is niet alleen binnengedrongen in de server van Encrochat, maar ook in de telefoons van individuele Encrochat gebruikers, terwijl er nog geen verdenking tegen individuele gebruikers bestond. Daarmee is niet voldaan aan het eerste lid van artikel 126uba Sv.
6.2.5
Betrouwbaarheid Encrochat data
De verdediging heeft voorts aangevoerd dat in de dataset van Echinops veel berichten zijn weggevallen dan wel onvolledig zijn. Het lijkt erop dat in Echinops, net als in onderzoek Flamenco, 10% van de berichten ontbreekt. Gesprekken kunnen dus onvolledig zijn, zodat de Encrochat berichten als bewijsmiddel ondeugdelijk zijn en de rechtbank deze niet voor het bewijs mag gebruiken. Voor zover de rechtbank de Encrochat berichten wel voor het bewijs wil gebruiken, doet de verdediging het verzoek het NFI onderzoek te laten doen naar de volledigheid en de betrouwbaarheid van de dataset in Echinops.
6.2.6
Gebruik zendmastgegevens
De verdediging heeft gesteld dat de zendmastgegevens gelet op de wijze van verkrijging niet voor het bewijs mogen worden gebruikt, en heeft daarbij verwezen naar het Prokuratuur arrest van het Hof van Justitie.
6.2.7
Conclusie
De rechtbank heeft in dit verband tot nu toe alle verzoeken van de verdediging afgewezen, waardoor een veroordeling in strijd zal zijn met het recht op een
fair trial. De rechtbank zou haar beslissingen moeten heroverwegen en de onderzoekswensen alsnog moeten inwilligen. Omdat het OM met grove veronachtzaming van de belangen van de verdachten heeft gehandeld, dient het OM niet-ontvankelijk te worden verklaard. Subsidiair moeten alle berichten worden uitgesloten van het bewijs en moeten de verdachten worden vrijgesproken. Meer subsidiair moet dit tot strafmatiging leiden.
6.3
Het standpunt van de officier van justitie
6.3.1
Aanhoudingsverzoek
De officier van justitie heeft gesteld dat de rechtsvraag in de procedure bij het Franse constitutionele hof is of in die zaak meer stukken zouden moeten worden gevoegd, omdat bepaalde stukken zijn aangemerkt als staatsgeheim. Dat in die geheime stukken meer informatie zou staan over Nederlandse betrokkenheid bij de Encrochat hack, is een blote suggestie. De rechtmatigheid van het Franse onderzoek naar Encrochat is niet de voorliggende vraag. Het vertrouwensbeginsel brengt mee dat we ervan uit mogen gaan dat de in Frankrijk ingezette opsporingsmiddelen op rechtmatige wijze zijn ingezet. Het aanhoudingsverzoek moet daarom worden afgewezen.
6.3.2
Unierecht en prejudiciële vragen
De officier van justitie bestrijdt niet dat het Unierecht van toepassing is. Het gaat hier echter niet om de bewaarplicht die op providers rust. De door de verdediging aangehaalde richtlijnen en bijbehorende jurisprudentie uit Luxemburg hebben uitdrukkelijk geen betrekking op de opsporing, omdat die met zoveel woorden is uitgesloten van die wetgeving. Op de opsporing is richtlijn 2016/680 van toepassing. De privacywaarborgen uit die richtlijn zijn in Nederland geïmplementeerd in de Wet politiegegevens (hierna: Wpg).
Het is onjuist dat de uit Frankrijk ontvangen data ‘ongelimiteerd’ gebruikt en opgeslagen worden. De verdediging geeft nergens concreet aan welke norm uit de Wpg geschonden is en waarom dat een rechtsgevolg in deze zaak zou moeten krijgen. De Wpg bevat geen strafvorderlijke voorschriften waarin het toezicht aan de strafrechter is toebedeeld. De verdediging stelt voorts dat de ‘serverdata’ zonder grondslag of controle worden verwerkt. Dat is onjuist. De verwerking van die gegevens vindt eveneens plaats binnen het raamwerk van de Wpg. In strafvorderlijk opzicht werden de gegevens ontvangen in een lopend opsporingsonderzoek. Het delen van gegevens ten behoeve van gebruik voor bewijs door Frankrijk kende een grondslag in het Europees recht, te weten artikel 7 van de EU Rechtshulpovereenkomst uit 2000. Dat regelt de situatie waarin gegevens anders dan op verzoek ter beschikking worden gesteld van een ander land. Dergelijke serverdata hadden ook in Nederland rechtmatig kunnen worden verkregen zonder rechterlijke machtiging, bijvoorbeeld op grond van artikel 125i of 96c Sv. Er was dus ook geen aanleiding om ten aanzien van die serverdata eenzelfde extra waarborg in te bouwen, zoals is gedaan met het
livegehackte inhoudelijke berichtenverkeer van de gebruikers.
Het gebruik van de Encrochatdata door de opsporingsdiensten in Nederland kende een goede wettelijke basis en deze verwerking was voorzien van voldoende waarborgen, waaronder een rechterlijke toets vooraf en achteraf. Aan de rechter-commissaris is vooraf voorgelegd dat onderzoek Echinops betrekking had op een crimineel samenwerkingsverband dat zich vermoedelijk bezighield met het plegen van 12-jaarsfeiten. Daardoor viel het binnen de reikwijdte van artikel 126uba Sv en is terecht een machtiging verleend. Er is dus geen begin van onrechtmatigheid vast te stellen met betrekking tot het verkrijgen of verwerken van de Encrochat berichten in onderzoek Echinops.
Ten aanzien van het subsidiaire verzoek tot het stellen van prejudiciële vragen miskent de verdediging dat de rechtbank Unierecht moet toepassen en ook van een uitleg mag voorzien. Er is geen verplichting tot het stellen van prejudiciële vragen door een andere rechter dan de hoogste nationale rechter. Het is wenselijk dat eerst zoveel mogelijk de feiten zijn vastgesteld. Er is geen aanleiding om nu prejudiciële vragen te stellen en daarom moet dit verzoek worden afgewezen.
6.3.3
EVRM
Een Franse onderzoeksrechter heeft in een Frans onderzoek op basis van een verdenking aan Franse opsporingsdiensten de opdracht gegeven om in Frankrijk een bevoegdheid naar Frans recht in te zetten. De inzet van de bevoegdheid vond dus plaats onder verantwoordelijkheid van Frankrijk. Gelet op het vertrouwensbeginsel wordt niet getoetst of het Franse recht voldoende grondslag bood voor het hacken. Er is geen aanleiding te denken dat dit naar Frans recht onrechtmatig was.
Er was een strafvorderlijke basis voor het ontvangen van de serverdata door Nederland en later voor het ontvangen van het inhoudelijke berichtenverkeer. Er is daarbij ook nog voorzien in een rechterlijke toetsing voordat het inhoudelijke berichtenverkeer werd gehackt.
Een verdachte kan concrete inbreuken op
zijngrondrechten in volle omvang aan de rechter voorleggen. Uit de aanvragen blijkt echter dat het onderzoek 26Lemont zich richtte op het bedrijf Encrochat. Om de medeplichtigheid aan eventuele strafbare feiten van gebruikers te onderzoeken én het witwassen van gelden afkomstig van die gebruikers, was het nodig om ook strafbaar handelen door gebruikers te onderzoeken. Dat onderzoek was instrumenteel ten behoeve van het onderzoek naar het bedrijf Encrochat. Er was dus geen sprake van misleiding. Alle aanvragen, machtigingen en verlengingen zitten in het dossier dus dit kan ook getoetst worden.
Het OM stelt niet dat Encrochat enkel door criminelen werd gebruikt. De rechter-commissaris is juist geïnformeerd over het gebruik van Encrochat telefoons door de Echinops verdachten. Zij hielden zich daadwerkelijk bezig met ernstige strafbare feiten. Dat maakt de inbreuk niet disproportioneel. De eventuele inbreuk op de privacy van andere Encrochat gebruikers raakt niet aan de verdachte en ligt in deze zaak niet ter toetsing voor.
Het EHRM hecht zonder meer belang aan de mogelijkheid voor de verdediging om het gebruik van bewijs te kunnen bestrijden, maar dat hangt wel af van de aard van het bewijs en de vraag of de authenticiteit, betrouwbaarheid en zeggingskracht van dat bewijs worden bestreden. De door de verdediging gevoerde verweren gaan echter niet over de authenticiteit, betrouwbaarheid en zeggingskracht. Aan de
equality of armskan niet worden getwijfeld: de berichten zijn aan de verdediging verstrekt en de verdediging heeft van alle berichten kennis kunnen nemen. Er is verder wél ten volle verantwoording afgelegd over de rechterlijke toets die vooraf en achteraf heeft plaatsgevonden in Nederland. Het recht op een eerlijk proces is niet geschonden.
6.3.4 126
uba
De Encrochat berichten werden ontvangen tijdens de looptijd van een Joint Investigation Team (hierna: JIT) met Frankrijk. Een JIT overeenkomst is daarvoor een rechtsgrond, dat volgt uit het JIT kaderbesluit. Omdat werd onderkend dat de door Frankrijk in te zetten bevoegdheden mogelijk ook de privacy zouden raken van nog onbekende gebruikers, werd ook in Nederland een rechterlijke machtiging gevraagd, hoewel de bevoegdheid werd ingezet in Frankrijk door de Franse opsporingsautoriteiten. De rechter-commissaris heeft vervolgens ook voorzien in een toets per onderzoek, zoveel mogelijk in lijn met de normale vereisten van artikel 126uba Sv. Er was daarmee afdoende rechtsbasis voor het ontvangen van de berichten uit Frankrijk en de door de rechter-commissaris aangelegde toets was ook voorzienbaar, nu zoveel mogelijk bij de wet is aangesloten.
6.3.5
Betrouwbaarheid Encrochatdata
Een deskundige heeft gerapporteerd over de ontbrekende berichten in de Encrochatdataset. De onvolledigheid kan zijn veroorzaakt door het niet werken van de hack of de door een gebruiker ingestelde
burn time, maar is niet te wijten aan de opsporingsdiensten. De verdediging heeft niet concreet aangegeven dat relevante passages in de gesprekken zouden missen, met uitzondering van een drietal gesprekken waarvan slechts de berichten van één van de gesprekspartners beschikbaar zijn. Dat maakt de berichten die er wel in zitten, op zich niet onbetrouwbaar. Bovendien maken die drie gesprekken geen deel uit van de bewijsconstructie. De (zeer) beperkte onvolledigheid speelt daarom in deze zaak geen enkele rol. Uit de deskundigenrapporten volgt niet dat er twijfel zou zijn over de nauwkeurigheid van de berichten.
6.3.6
Gebruik zendmastgegevens
De zendmastgegevens zijn inderdaad zonder voorafgaande machtiging van de rechter-commissaris opgevraagd, maar het Prokuratuur arrest van het Hof van Justitie dateert van na de aanhoudingen van de verdachten in deze zaak. Er is weliswaar sprake van een vormverzuim, maar daarvan kan het OM geen verwijt worden gemaakt. De toets kan achteraf alsnog worden aangelegd, en de verdediging heeft niet aangegeven welke zendmastgegevens die toets niet zouden doorstaan. Het ontbreken van de voorafgaande toets zou slechts moeten leiden tot de constatering van het vormverzuim.
6.4
Het oordeel van de rechtbank
6.4.1
Inleiding
De rechtbank ziet zich voor de vraag gesteld of de wijze waarop de Encrochatdata zijn verkregen, geanalyseerd en gebruikt, in strijd is met het EVRM, het Handvest, het Unierecht en/of het nationale recht. Deze vraag is inmiddels in meerdere zaken door rechtbanken beantwoord. Hoewel elke zaak anders is, zijn sommige verweren en de daarmee samenhangende rechtsvragen op dezelfde wijze aan de orde gekomen. Evenals raadslieden in verschillende Encrochat zaken hebben gedaan, hebben rechtbanken, om praktische redenen en omwille van de rechtseenheid, op onderdelen bij elkaars overwegingen aangesloten. Ook deze rechtbank zal, om dezelfde redenen en voor zover zij niet tot een ander oordeel komt, overwegingen uit andere uitspraken overnemen. In deze zaak heeft de rechtbank al eerder beslist op verweren met betrekking tot Encrochat, te weten bij tussenbeslissingen van 9 maart 2021 en 3 december 2021. De rechtbank komt thans tot eindbeslissingen.
Om de Encrochat verweren te kunnen beoordelen, staat de rechtbank eerst stil bij de wijze waarop de Encrochat communicatiedienst werkte. Daarna komt aan de orde de wijze waarop de Encrochatdata door de Franse opsporingsdiensten zijn verkregen en zijn gedeeld met de Nederlandse opsporingsdiensten, en hoe de Encrochatdata vervolgens in het onderzoek Echinops terecht zijn gekomen. Daarna zal de rechtbank beslissen op het aanhoudingsverzoek met betrekking tot de Franse procedure, de Encrochat verweren beoordelen en beslissen op het verzoek tot het stellen van prejudiciële vragen en de verzoeken tot het doen van nader onderzoek.
6.4.2
Beschrijving Encrochat
Encrochat was een aanbieder van telefoons waarmee door middel van de Encrochat-applicatie versleutelde chats (bestaande uit tekstberichten en foto’s) konden worden verzonden en ontvangen en waarmee onderling gebeld kon worden. Ook was het mogelijk om notities te bewaren op de telefoons. De gebruiker had niet de mogelijkheid om zelf applicaties te installeren op het toestel en dus was het gebruik van zo’n toestel beperkt tot de applicaties die er door de leverancier op waren gezet.
Door Encrochat zijn diverse typen telefoons geleverd, waaronder de BQ Aquaris X2 en de BQ Aquaris X3/Carbon.
Met de Encrochat applicatie konden de gebruikers alleen onderling en één-op-één met elkaar communiceren. Er konden dus geen groepsgesprekken, zoals bijvoorbeeld bij Whatsapp, worden gevoerd. Deze communicatie kon pas tot stand komen nadat een gebruiker zijn ‘username’ stuurde naar een andere gebruiker met het verzoek om toegevoegd te worden aan diens contactenlijst. Gebruikers konden vervolgens elkaars username opslaan in hun contactenlijst onder een zelfgekozen omschrijving (‘nickname’). Er kon dus slechts gecommuniceerd worden met contacten in de contactenlijst en niet met overige Encrochat gebruikers, ook al was daarvan wel een Encrochat gebruikersnaam bekend.
Ieder bericht werd in principe na een vooraf ingestelde tijd automatisch van het toestel verwijderd, ook wel de
burn timegenoemd. Deze tijd was door de gebruiker aan te passen, maar stond standaard ingesteld op zeven dagen. Tot slot kon de inhoud van een toestel door de gebruiker met een simpele handeling in een keer volledig worden gewist. Dit werd ook wel de
panic wipegenoemd.
Gebruikers kochten een Encrochat telefoon in combinatie met een abonnement om de service te kunnen gebruiken. De duur van het abonnement was vaak 1, 3 of 6 maanden en kon verlengd worden. De kosten voor het toestel bedroegen ongeveer € 1.000,-- en het bijbehorende abonnement beliep ongeveer € 1.500,-- voor zes maanden.
6.4.3
Het verloop van het onderzoek naar Encrochat en het JIT
De rechtbank leidt uit de stukken in het dossier, waaronder ook stukken overgelegd door de verdediging uit Engelse strafzaken, alsmede de mededelingen van de officier van justitie, het volgende verloop af van het onderzoek naar het bedrijf Encrochat en de justitiële samenwerking in het JIT dat ten behoeve van het onderzoek naar Encrochat door Frankrijk en Nederland is opgericht.
6.4.4
Onderzoek in Nederland
Encrochat is al vanaf 2017 in Nederland onderwerp van onderzoek. Op 25 september 2017 is het onderzoek 26Bismarck opgestart naar het ‘georganiseerde verband Encrochat’. De toestellen van Encrochat werden namelijk in diverse strafrechtelijke onderzoeken aangetroffen en in beslag genomen bij personen die van ernstige strafbare feiten werden verdacht. De indruk ontstond bij de politie dat deze telefoons vrijwel uitsluitend in het (georganiseerde) criminele circuit werden gebruikt. De gebruikers van de Encrochat telefoons bleven (doorgaans) onbekend. De onmogelijkheid om de telefoons te herleiden tot de persoon die de telefoon gebruikte in combinatie met de specifieke faciliteiten op die telefoons maakte volgens de politie deze dienst populair binnen bepaalde typen van criminaliteit. De
burn timevan de berichten en de
panic wipebrachten ook mee dat op het moment dat een dergelijk toestel in beslag was genomen én forensisch kon worden ontsleuteld daaruit toch maar zeer beperkt berichtenverkeer kon worden uitgelezen.
Op 10 februari 2020 is (als vervolg op 26Bismarck) het onderzoek onder de naam 26Lemont gestart gericht op het bedrijf Encrochat en de daaraan gelieerde natuurlijke personen.
6.4.5
Onderzoek in Frankrijk
In Frankrijk hebben de Franse autoriteiten in 2018 om vergelijkbare redenen ook een strafrechtelijk onderzoek opgestart naar het ‘georganiseerd verband Encrochat’ en de nodige opsporingshandelingen verricht. Zij hebben in dat onderzoek onder meer in januari en oktober 2019 en in februari en juni 2020 kopieën gemaakt van de Encrochat infrastructuur (‘de serverdata’), die zich bevond op de server van hostingprovider OVH in het Franse Roubaix. Over deze server liep namelijk het versleutelde berichtenverkeer van Encrochat en haar gebruikers.
De Franse rechter heeft in dat onderzoek ook op 30 januari 2020, op basis van een aanvraag van het Franse OM van een dag eerder, toestemming verleend om de bewuste server in Roubaix te infiltreren en een interceptietool te installeren om ‘live’ informatie te kunnen verkrijgen met betrekking tot uitgewisselde chats tussen de Encrochatgebruikers (de ‘telefoondata’).
Op grond van het dossier en de mededelingen van het OM concludeert de rechtbank dat Nederland niet betrokken is geweest bij de ontwikkeling van de interceptietool en bij de aanvraag van de machtiging aan de Franse rechter om deze tool in te zetten. Voor zover de verdediging het tegendeel heeft gesuggereerd, heeft zij geen feiten of omstandigheden aangedragen die deze suggestie kunnen rechtvaardigen. De rechtbank gaat er dan ook vanuit dat de Franse autoriteiten de aanvraag voor deze machtiging op basis van eigen feiten en omstandigheden hebben onderbouwd en aan de Franse rechter hebben voorgelegd.
6.4.6
Gezamenlijk onderzoek in Nederland en Frankrijk (JIT)
In de eerste maanden van 2020 is overleg gevoerd door politie en justitie uit verschillende landen (onder meer Frankrijk, Nederland en het Verenigd Koninkrijk) met als doel te komen tot een gecoördineerde aanpak bij het onderzoek naar het bedrijf Encrochat en de daaraan gelieerde personen. Dit gezamenlijke overleg heeft geleid tot de oprichting in april 2020 door Nederland en Frankrijk van een JIT om de verdenkingen tegen Encrochat verder te onderzoeken. Die verdenkingen waren dat het bedrijf Encrochat en de daaraan gelieerde personen zich schuldig maakten aan witwassen, deelname aan een criminele organisatie en medeplichtig waren aan strafbare feiten die door de gebruikers van Encrochat werden gepleegd.
Het onderzoek 26Lemont is onderdeel van het JIT. In het JIT is door beide JIT-partners informatie verzameld. Zo zijn de eerdergenoemde serverdata, waarover Frankrijk al de beschikking had, in het JIT gevoegd en door Nederland met rechtshulpverzoeken opgevraagd.
In (de aanloop naar de formele formatie van) het JIT is besproken dat het Franse onderzoeksteam – gezien de locatie van de servers – met de door hen ontwikkelde interceptietool Encrochat zou hacken en afgesproken dat de data die door de inzet van die interceptietool door de Franse autoriteiten in hun onderzoek zouden worden verkregen (de ‘telefoondata’) in het JIT gedeeld zouden worden. Op 10 april 2020 is de JIT-overeenkomst door de justitiële autoriteiten van Nederland ondertekend, dit was later dan voorzien vanwege COVID-19.
Voorafgaand aan de feitelijke inzet van die interceptietool heeft het Nederlandse OM in het onderzoek 26Lemont op 13 maart 2020 bij de rechter-commissaris te Rotterdam een vordering ingediend om een machtiging op grond van artikel 126uba en 126t Sv te verkrijgen, waarmee het OM een bevel op basis van die artikelen kon uitvaardigen.
Het OM heeft de rechter-commissaris daarbij een lijst verstrekt van opsporingsonderzoeken, waarin criminele samenwerkingsverbanden (hierna: CSV’s) werden onderzocht die gebruik maakten van toestellen van Encrochat. Om toetsing aan het bepaalde in artikel 126uba, eerste lid, Sv mogelijk te maken was daarbij de inhoud van die onderzoeken nader omschreven, evenals de strafbare feiten waarop de desbetreffende CSV’s zich richtten. Onderzoek Echinops stond op die lijst.
De rechter-commissaris heeft op 27 maart 2020 een machtiging verleend voor een periode van maximaal vier weken (‘de 126uba-machtiging’), welke periode op 30 maart 2020 inging. De machtiging gold voor de onderzoeken op de lijst bij de aanvraag, waaronder als gezegd onderzoek Echinops, en bevatte voorwaarden voor het gebruik van de data voor de onderzoeken op die lijst en voor gebruik in andere (toekomstige) onderzoeken. Op grond van deze machtiging heeft de officier van justitie op 1 april 2020 een bevel 126uba Sv afgegeven. De machtiging maakt inmiddels (zij het voorzien van enkele zwartgemaakte passages) onderdeel uit van het dossier Echinops. In de machtiging zijn door de rechter-commissaris afwegingen gemaakt en voorwaarden gesteld om de privacy schending zoveel mogelijk in te kaderen en zogenaamde ‘fishing expeditions’ te voorkomen.
6.4.7
De uitvoering van de hack op 1 april 2020
Het Franse onderzoeksteam heeft op 1 april 2020 vanuit Pontoise (Frankrijk) rond 17:15 uur door een infiltratie op de server te Roubaix (Frankrijk) de interceptietool door middel van een update op de Encrochat telefoons geïnstalleerd. Hiermee kon de communicatie van en naar die telefoons worden vastgelegd en naar de Franse autoriteiten worden verzonden.
Het Franse onderzoeksteam heeft op deze wijze de Encrochat telefoondata ‘live’ verzameld in de periode van 1 april 2020 te 17:15 uur tot 26 juni 2020 omstreeks 17:00 uur. Deze telefoondata betreffen een kopie van de database die op dat moment op het toestel aanwezig was (waaronder dus ook soms historische data) en data die op dat moment van en naar de telefoon verzonden werden. Het Franse politieteam heeft de opgevangen data gedurende deze periode opgeslagen in computersystemen in Frankrijk.
Op 13 juni 2020 heeft het bedrijf Encrochat haar gebruikers gewaarschuwd dat de overheid was binnengedrongen in het systeem en eindigde het berichtenverkeer. Op 26 juni 2020 heeft de Franse politie de onderscheppingsserver uitgeschakeld.
In deze periode zijn door de Franse autoriteiten van circa 39.000 telefoons gegevens ontvangen, waarvan circa 9.000 zich in die periode in Nederland bevonden.
6.4.8
Het delen van de door de interceptietool afgevangen data
De informatie die is vergaard van de telefoons van de klanten van Encrochat is door het Franse onderzoeksteam op Franse computersystemen geplaatst. Het Franse team heeft het Nederlandse onderzoeksteam vanaf 1 april 2020 toegang tot de Encrochat telefoondata gegeven via een beveiligde verbinding met die computersystemen in Frankrijk. De data zijn via die beveiligde verbinding gekopieerd naar het onderzoeksnetwerk van de Nederlandse politie onder verificatie van de integriteit van de door hen gemaakte kopie door vergelijking van de betrokken hashwaardes.
Op 27 juli 2020 heeft de Nederlandse politie van het Franse onderzoeksteam twee harde schijven ontvangen met daarop een kopie van de tussen 1 april 2020 en 26 juni 2020 verzamelde Encrochat telefoondata. Ook hiervan zijn de hashwaardes van de data vergeleken met de hashes van de al eerder gedurende de ‘live-fase’ door de politie gekopieerde data en deze zijn kloppend bevonden tot 24 juni 2020 te 13:07 uur.
6.4.9
Wat is er in Nederland met de verkregen data gebeurd?
De Nederlandse opsporingsdiensten beschikten aldus over een enorme hoeveelheid data. Die data kunnen worden onderverdeeld in 3 subcategorieën:
- metadata (accountnamen, imei-nummers etc.), verkregen op verschillende momenten en verschillende periodes bestrijkend, waaronder de live periode van 1 april 2020 tot 20 juni 2020 (‘serverdata’);
- ‘ live’ binnengekomen inhoudelijke communicatie uit de periode 1 april 2020 tot 20 juni 2020 (‘telefoondata’);
- inhoudelijke communicatie van vóór 1 april 2020, meegekomen met het binnenhalen van de data (eveneens ‘telefoondata’).
De dataset is door de Nederlandse politie met behulp van algoritmes en zoektermen geanalyseerd en onderzocht. Deels in het kader van reeds bekende onderzoeken die op de hiervoor genoemde lijst stonden die de rechter-commissaris had goedgekeurd, zoals het onderzoek Echinops. Deels op basis van in categorieën ingedeelde zoektermen.
6.4.10
Welke data zijn onderzocht door het Nederlandse onderzoeksteam?
Uit het voorgaande leidt de rechtbank af dat het Nederlandse onderzoeksteam de beschikking heeft gekregen over álle data, dus niet alleen data afkomstig van Nederlandse toestellen, en dat het onderzoek met de zoektermen zoals dat in 26Lemont is verricht ook is verricht binnen de gehele dataset. Nergens staat beschreven dat vanuit de Franse gegevens een selectie is gemaakt van data afkomstig van Nederlandse telefoons of Nederlandse Encrochat gebruikers. De rechtbank gaat er daarom van uit dat niet alleen de data van Nederlandse toestellen of Encrochat gebruikers zijn onderzocht, maar alle beschikbare Encrochat data.
6.4.11
Hoe zijn de Encrochatdata in onderzoek Echinops terechtgekomen?
Op basis van de 126uba-machtiging van de rechter-commissaris te Rotterdam heeft de officier van justitie een bevel afgegeven om de uit Frankrijk verkregen informatie te analyseren binnen de door de rechter-commissaris gestelde voorwaarden. De voor het onderzoek Echinops relevante Encrochat accounts zijn niet gevonden op basis van trefwoorden. Al in 2019 was in onderzoek Echinops door middel van IMSI-scans gebleken dat sommige verdachten PGP-telefoons gebruikten. Doordat de IMEI-nummers van deze toestellen in het onderzoek Echinops waren vastgelegd, konden deze worden gematcht met de lijst van IMEI-nummers in onderzoek 26Lemont. De informatie die aldus van belang bleek voor het onderzoek Echinops, is vervolgens met toestemming van de officieren van justitie van onderzoek 26Lemont op grond van artikel 126dd Sv verstrekt aan onderzoek Echinops. Ten behoeve van nadere analyse en herleidbaarheid van het sporenmateriaal is de informatie beschikbaar gemaakt in het forensisch systeem Hansken van het NFI.
Beoordeling
6.4.12
Aanhoudingsverzoek
De verdediging heeft verzocht om aanhouding van de zaken in het onderzoek Echinops omdat in Frankrijk een procedure bij het constitutionele hof aanhangig is, waarvan de uitkomst mogelijk relevant is voor de Echinops zaken. Uit hetgeen door de verdediging en de officier naar voren is gebracht, begrijpt de rechtbank dat de rechtsvraag – kort gezegd – is of de Franse wettelijke regeling, op grond waarvan digitale gegevens mogen worden onderschept met technische middelen die vallen onder Frans staatsgeheim, in strijd is met de Franse grondwet. Als dat het geval is, dan zouden wellicht bepaalde stukken die nu onder het staatsgeheim vallen, aan de verdediging ter beschikking moeten worden gesteld.
Naar het oordeel van de rechtbank volgt hieruit niet zonder meer dat de uitkomst van de procedure voor het Franse constitutionele hof zou kunnen leiden tot de conclusie dat de Encrochat hack onrechtmatig zou zijn. Bij bevestigende beantwoording van de vraag lijkt het gevolg eerder te zullen zijn dat bepaalde stukken aan de verdediging en aan de Franse rechter ter beschikking zullen worden gesteld. De rechtbank is met de officier van justitie van oordeel dat er vooralsnog geen aanwijzingen zijn dat daaruit nieuwe informatie naar voren zal komen over eventuele betrokkenheid van Nederlandse opsporingsinstanties. Dat de uitkomst van deze procedure relevante consequenties zou kunnen hebben voor de rechtmatigheid van de verkrijging en het gebruik van de Encrochat data in Nederland, is dan ook onvoldoende onderbouwd. De rechtbank wijst het aanhoudingsverzoek om de uitkomst van de Franse procedure af te wachten daarom af.
De rechtbank komt nu toe aan de beantwoording van de vraag of de wijze waarop de Encrochat data zijn verkregen, geanalyseerd en gebruikt, in strijd is met het EVRM, het Unierecht en/of het nationale recht.
6.4.13
Artikel 359a Sv
De officier van justitie heeft betoogd dat nu de verkrijging van de Encrochatdata niet in Echinops maar in 26Lemont heeft plaatsgevonden, de rechtbank aan de beoordeling van de rechtmatigheid van de datavergaring niet toekomt. Als daar al een vormverzuim zou zijn begaan, heeft dat immers niet in het voorbereidend onderzoek van Echinops plaatsgehad.
De rechtbank is evenwel van oordeel dat dit aan een toetsing niet in de weg staat. Zoals volgt uit de arresten van de Hoge Raad van 1 december 2020 (ECLI:NL:HR:2020:1889 en 1890) kan toetsing aan de orde komen bij een onrechtmatige handeling jegens de verdachte begaan in een
andervoorbereidend onderzoek indien het vormverzuim van bepalende invloed is geweest op het verloop van het opsporingsonderzoek naar en/of verdere vervolging van de verdachte ter zake van het tenlastegelegde feit.
De rechtbank heeft geconstateerd dat de Encrochat berichten in ieder geval in een aantal zaaksdossiers in het onderzoek Echinops een prominente rol spelen in de bewijsconstructie van de officier van justitie. De rechtbank is daarmee van oordeel dat eventuele vormverzuimen bij de verkrijging en de verwerking van Encrochat data binnen 26Lemont van bepalende invloed zouden kunnen zijn bij het opsporingsonderzoek en de vervolging van de verdachten binnen Echinops. Het voorgaande betekent niet dat de rechtbank het onderzoek 26Lemont als voorbereidend onderzoek naar de verdachten in het onderzoek Echinops beschouwt, het betekent uitsluitend dat zij geen reden ziet te oordelen dat het bepaalde in artikel 359a Sv aan verdere toetsing van de datavergaring en/of analyse in de weg staat.
6.4.14
Het interstatelijk vertrouwensbeginsel
Voor zover de verweren de verkrijging van de Encrochat data in Frankrijk betreffen, stuiten zij naar het oordeel van de rechtbank wel af op het interstatelijk vertrouwensbeginsel. Het interstatelijk vertrouwensbeginsel brengt volgens vaste rechtspraak namelijk met zich dat ten aanzien van onderzoekshandelingen waarvan de uitvoering plaatsvindt onder de verantwoordelijkheid van de autoriteiten van een andere tot het EVRM toegetreden staat (in dit geval Frankrijk) de taak van de Nederlandse strafrechter ertoe beperkt is te waarborgen dat de wijze waarop van de resultaten van dit onderzoek in de strafzaak tegen de verdachte gebruik wordt gemaakt, geen inbreuk maakt op zijn recht op een eerlijk proces overeenkomstig artikel 6, eerste lid, EVRM. Het behoort niet tot de taak van de Nederlandse strafrechter om te toetsen of de wijze waarop dit Franse onderzoek is uitgevoerd strookt met de daarvoor in Frankrijk geldende rechtsregels noch of de Franse rechter de genoemde machtiging heeft kunnen verlenen.
De rechtbank ziet in het dossier, waaronder begrepen de Britse stukken die door de verdediging zijn overgelegd en de Franse stukken die door de officier van justitie in het dossier zijn gevoegd, geen aanwijzingen waaruit zou kunnen blijken dat in het Franse onderzoek sprake is geweest van een schending van artikel 6 EVRM dan wel van een schending van artikel 8 EVRM die zodanig ernstig is dat deze tevens een schending van artikel 6 EVRM oplevert. Het interstatelijk vertrouwensbeginsel is dan ook onverkort van toepassing en brengt mee dat de Nederlandse strafrechter erop moet vertrouwen dat de interceptie in Frankrijk op basis van een toereikende wettelijke grondslag en in overeenstemming met artikel 8 EVRM heeft plaatsgevonden.
Zouden de onderzoekshandelingen in Frankrijk zijn uitgevoerd onder (mede-) verantwoordelijkheid van de Nederlandse autoriteiten, dan dient de Nederlandse strafrechter wél te onderzoeken of de Nederlandse rechtsregels die dat optreden normeren zijn nageleefd. De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de onderzoekshandelingen in Frankrijk (mede) onder verantwoordelijkheid van Nederlandse opsporingsdiensten zijn uitgevoerd.
De rechtbank volgt de verdediging daarin niet. De rechtbank heeft hiervoor al geconcludeerd dat Nederland niet betrokken is geweest bij de ontwikkeling van de interceptietool en bij de aanvraag van de machtiging bij de Franse rechter om deze tool in te zetten. Ook met betrekking tot het vergaren van de serverdata en de interceptie van de telefoondata is de rechtbank van oordeel dat dit niet (mede) onder verantwoordelijkheid van de Nederlandse opsporingsdiensten heeft plaatsgevonden. Dat volgt uit de hiervoor door de rechtbank gegeven beschrijving van het onderzoek, de samenwerking in het JIT en de wijze waarop de Encrochat data door de Franse opsporingsdiensten zijn vergaard en vervolgens met de Nederlandse opsporingsdiensten zijn gedeeld.
6.4.15
EVRM
De wijze waarop de Encrochat data vervolgens door de Nederlandse onderzoeksteams (eerst in 26Lemont en daarna in Echinops) zijn geanalyseerd en verwerkt ligt wel ter toetsing voor. Het vertrouwensbeginsel is immers niet van toepassing op onderzoek door de Nederlandse opsporingsdiensten naar de gegevens die zij van de Franse opsporingsdiensten hebben gekregen.
De Nederlandse rechter dient te waarborgen dat de wijze waarop van de resultaten van het buitenlandse onderzoek in een strafzaak gebruikt wordt gemaakt, geschiedt conform het toepasselijk recht, te weten het EVRM, het Unierecht en het nationale recht. De rechtbank zal ten eerste nagaan of inbreuk is gemaakt op het recht van de verdachte op een eerlijk proces als bedoeld in artikel 6, eerste lid, EVRM.
Nederland heeft als JIT-partner de beschikking gekregen over de door Frankrijk verkregen data en moet zich bij de verdere verwerking en het delen daarvan met andere onderzoeken rekenschap geven van mogelijke inbreuken die daarmee gepaard kunnen gaan. Omdat het onderzoeksteam in 26Lemont voorzag dat bij de verkrijging en verwerking van de Encrochatdata vanuit Frankrijk mogelijk ook de belangen en rechten van een groot aantal Nederlandse Encrochat gebruikers betrokken zouden zijn, heeft het OM ervoor gekozen een rechterlijke toets te vragen voorafgaand aan de verkrijging en verwerking van de data. Het OM stelt daar op grond van de Nederlandse wetgeving strikt genomen niet toe gehouden te zijn geweest, maar deze stap omwille van de zorgvuldigheid te hebben gezet. Nu de wet niet voorziet in een machtiging voor exact deze situatie, is aansluiting gezocht bij de artikelen 126uba en 126t Sv.
De rechter-commissaris heeft het OM in dit verzoek ontvangen en een machtiging verleend. De rechter-commissaris heeft in zijn beschikking van 27 maart 2020 overwogen dat het aannemelijk is dat communicatie via Encrochat in een groot tot zeer groot aantal gevallen van gebruik betrekking heeft op ernstige strafbare feiten in georganiseerd verband, dat het kennisnemen van die communicatie noodzakelijk is voor het onderzoek naar die feiten en dat het niet mogelijk was om op andere effectieve wijze onderzoek te doen naar die communicatie. Door middel van de aanvullende voorwaarden die door de rechter-commissaris zijn gesteld, is tevens voldaan aan de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit.
De tekstdelen in de 126uba-beschikking van de rechter-commissaris van 27 maart 2020, die in verband met de bescherming van Frans staatsgeheim door het OM zijn zwart gelakt, zijn wel getoetst door de rechter-commissaris in een artikel 149b Sv procedure.
De rechtbank ziet het verzoek van de officier van justitie in 26Lemont aan de rechter-commissaris tot afgifte van de 126uba Sv machtiging als een adequate invulling om de door het recht op privacy beschermde belangen van de Encrochat gebruikers te waarborgen. Artikel 126uba Sv omvat immers de rechterlijke toets voor het binnendringen in een geautomatiseerd werk, het onderzoek van dat geautomatiseerd werk inclusief de vastlegging en verwerking van de daarbij aangetroffen gegevens. De officier van justitie heeft derhalve als het ware ‘het meerdere’ gevraagd om ‘het mindere’ te kunnen laten toetsen. Deze toets is in de wet strikt genomen niet voorgeschreven. Dat neemt niet weg dat deze is aangelegd en daarmee een rechterlijke afweging is ingebouwd om de verwerking van de Encrochatdata met inachtneming van de relevante belangen te doen plaatsvinden.
De lijst met onderzoeken die aan de rechter-commissaris is overhandigd, waarop ook het onderzoek Echinops was vermeld, betreft onderzoeken naar zware vormen van criminaliteit. De rechter-commissaris heeft dit afgezet tegen de betrokken belangen van individuele gebruikers en daarbij in aanmerking genomen dat een groot tot zeer groot deel van de gebruikers Encrochat gebruikt in relatie tot of ten behoeve van het plegen van ernstige, de rechtsorde verstorende, vormen van (georganiseerde) criminaliteit. Dit brengt ook mee dat de gevoerde communicatie veelal betrekking heeft op strafbare feiten en niet of nauwelijks op het privéleven van de gebruikers. De inbreuk die daarop wordt gemaakt, is derhalve relatief gering.
Aan de hand van de door de rechter-commissaris geformuleerde voorwaarden heeft de zaaksofficier van justitie van 26Lemont de Encrochatdata vervolgens gedeeld met andere onderzoeksteams, mits deze hetzij op de lijst behorende bij de machtiging van de rechter-commissaris van 27 maart 2020 stonden, hetzij daaraan later zijn toegevoegd door de rechter-commissaris. Onderzoek Echinops stond op de lijst bij de machtiging van 27 maart 2020. Er is derhalve geen sprake geweest van een situatie waarin verschillende onderzoeksteams onder leiding van het OM vrijelijk konden putten uit de gehele Encrochatdataset verkregen in 26Lemont.
Nu de analyse van de data in 26Lemont en de selectie voor de verdere verstrekking aan Echinops zijn geschied overeenkomstig de 126uba Sv beschikking van de rechter-commissaris, concludeert de rechtbank dat hierin niet alleen de door artikel 6 EVRM beschermde belangen voldoende zijn meegewogen, maar ook dat de waarborgen van artikel 8 EVRM in acht zijn genomen en geen sprake is geweest van een onrechtmatige inmenging van het openbaar gezag in het privéleven van de verdachte.
Er zijn ook overigens geen feiten en omstandigheden aangevoerd waaruit de rechtbank kan afleiden dat er reden is om te veronderstellen dat het verwerken (analyseren en gebruiken) en verstrekken van de Encrochatdata aan het onderzoek Echinops onrechtmatig is geweest.
6.4.16
Schending artikel 6 EVRM ten aanzien van de controle van de gegevens/stukken
De verdediging heeft gesteld dat zij onvoldoende toegang heeft gekregen tot stukken die kunnen zien op onrechtmatigheden in het onderzoek. Verzoeken tot verstrekking van stukken, waaronder Franse machtigingen en vorderingen, de JIT-overeenkomst en stukken die ten grondslag hebben gelegen aan de machtiging van de rechter-commissaris, zijn afgewezen. Dit is volgens de verdediging in strijd met de
equality of armsen daarmee in strijd met artikel 6 EVRM.
De rechtbank heeft bij de beoordeling van de verzoeken om kennisname van stukken steeds voorop gesteld dat sprake is geweest van een opsporingsonderzoek dat onder verantwoordelijkheid van de Franse autoriteiten heeft plaatsgevonden. Op basis van het vertrouwensbeginsel is het uitgangspunt dat de Nederlandse strafrechter erop moet vertrouwen dat de interceptie in Frankrijk op basis van een toereikende wettelijke grondslag en in overeenstemming met artikel 6 EVRM heeft plaatsgevonden.
Het beginsel van
equality of armsbrengt inderdaad met zich dat de verdediging toegang moet krijgen tot het bewijs en in beginsel ook tot stukken die kunnen zien op onrechtmatigheden in het onderzoek Echinops. Dat dat recht zich uitstrekt tot stukken met betrekking tot het Franse opsporingsonderzoek en de internationale samenwerking binnen het JIT, zou betekenen dat de Nederlandse strafrechter alsnog via de ‘achterdeur’ van de
equality of armsde rechtmatigheid van het Franse strafrechtelijke optreden zou kunnen toetsen. Dit is naar het oordeel van de rechtbank in strijd met de bedoeling van het interstatelijke vertrouwensbeginsel. Voor zover de verdediging het ontbreken van de verzochte Franse stukken dus op zichzelf als een schending van artikel 6 EVRM heeft aangemerkt, stuit dit verweer af op het vertrouwensbeginsel.
Het dossier Echinops bevat wel - onder meer - de 126uba-machtiging van de rechter-commissaris van 27 maart 2020, de stukken die het OM bij de aanvraag van die machtiging heeft ingediend, de verlengingen van de 126uba-machtiging, en de 149b-machtiging van de rechter-commissaris van 11 oktober 2021. Het dossier Echinops bevat daarmee alle noodzakelijke gegevens om te kunnen toetsen of het gebruik van de Encrochat berichten in het onderzoek Echinops al dan niet in strijd is met het recht op een eerlijk proces als bedoeld in artikel 6 EVRM. Er is hiermee dan ook geen sprake van schending van het beginsel van
equality of armsnoch van een noodzaak om de verdediging in dit verband te compenseren.
6.4.17
Toegang tot de hele database 26Lemont?
De verdediging heeft gesteld dat zij geen kennis heeft kunnen nemen van de volledige dataset die is verkregen in 26Lemont en dat ook dit betekent dat geen sprake is van
equality of armsen daarmee sprake is van een inbreuk op artikel 6 EVRM.
De rechtbank stelt voorop dat – ook gelet op andere te respecteren belangen – uit het beginsel van
equality of armsniet voortvloeit dat de verdachte aanspraak kan maken op kennisneming van alle informatie die als resultaat van opsporing is verkregen of als aanleiding voor de opsporing heeft gediend. Onbeperkte toegang door de verdediging tot alle informatie die in het onderzoek 26Lemont is verkregen, zou immers een onaanvaardbare inbreuk opleveren op het recht op privacy van alle andere personen dan de verdachte, van wie het gegevens betreft.
De officier van justitie heeft alle gesprekken van de Encrochat-accounts die aan de verdachten worden toegeschreven, aan het dossier toegevoegd. De verdediging heeft daarmee voldoende gelegenheid gehad om de inhoud van de voor het onderzoek Echinops relevante Encrochat gesprekken te controleren.
6.4.18
Unierecht
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat het gebruik van Encrochat-data in strafrechtelijke procedures zoals de onderhavige valt onder de werkingssfeer van het Unierecht en daarmee strijdig zou zijn.
Met betrekking tot richtlijn 2002/58 geldt dat deze, gelet op het bepaalde in artikel 1, derde lid, van deze richtlijn, niet van toepassing is op verwerking van de Encrochatdata door de politie. Maatregelen die inbreuk maken op het beginsel van vertrouwelijkheid van elektronische communicatie zonder dat daarbij verwerkingsverplichtingen worden opgelegd aan aanbieders van elektronische communicatiediensten, vallen buiten het bereik van deze richtlijn.
EU-richtlijn 2016/680 beoogt te waarborgen dat gegevens die door rechtshandhavingsautoriteiten worden verzameld, op wettige en eerlijke wijze worden verwerkt, voor bepaalde legitieme doelen worden verzameld en verwerkt, en op passende wijze worden beschermd tegen ongeoorloofde en onrechtmatige verwerking. Deze richtlijn ziet ook op strafrechtelijke onderzoeken en is in Nederland geïmplementeerd in de Wet politiegegevens en de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens en daaronder vallende besluiten. Het is niet aannemelijk geworden dat de implementatie van de richtlijn onjuist of onvolledig zou zijn geweest, noch dat het verwerken van de Encrochatdata in strijd zou zijn met de in Nederland geïmplementeerde wetgeving.
Tot slot is betoogd dat de wijze van bewaren en gebruiken van de Encrochatdata onrechtmatig zou zijn wegens strijd met de artikelen 7, 8 en 11 van het Handvest. Duidelijk is dat inbreuk is gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van de Encrochat gebruikers. De bescherming die die bepalingen beogen te bieden tegen inbreuken op de persoonlijke levenssfeer en de in artikel 8 EVRM bedoelde bescherming is nagenoeg vergelijkbaar. Dit brengt mee dat de hiervoor door de rechtbank gegeven beoordeling van de inbreuk op de privacy van de Encrochat gebruikers op vergelijkbare wijze kan worden toegepast op de beoordeling van de inbreuk op door het Handvest geboden bescherming. De rechtbank verwijst hiernaar en acht dan ook de inbreuk op de persoonlijke levenssfeer bij wet voorzien en geschied met inachtneming van de in het Unierecht neergelegde waarborgen.
6.4.19
Subsidiair verzoek tot het stellen van prejudiciële vragen
De verdediging heeft een verzoek gedaan tot het stellen van prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie indien – kort gezegd – de rechtbank de verweren inzake het Unierecht niet volgt. Die situatie doet zich voor. De rechtbank zal echter geen prejudiciële vragen stellen omdat zij zich na de inhoudelijke behandeling, bestudering van alle stukken, en nadere bestudering van de jurisprudentie van het Hof van Justitie voldoende in staat acht een beslissing te nemen die in overeenstemming is met het Unierecht. De rechtbank wijst het verzoek daarom af.
6.4.20
De betrouwbaarheid van de Encrochat data
De verdediging heeft gesteld dat het erop lijkt dat in Echinops, net als in onderzoek Flamenco, 10% van de Encrochat berichten ontbreekt. Gesprekken kunnen dus onvolledig zijn, zodat de Encrochat berichten als bewijsmiddel ondeugdelijk zijn en de rechtbank deze niet voor het bewijs mag gebruiken.
Uit het onderzoek dat door het NFI is gedaan naar de volledigheid en correctheid van Encrochat berichten verzameld met een technisch hulpmiddel is gebleken dat geen redenen zijn gevonden om te twijfelen aan de correctheid van de Encrochat berichten die zijn onderschept met het technisch hulpmiddel. Er is in het onderzoek Echinops een keer bij de weergave van een vertaald chatbericht in het dossier een fout gemaakt, waardoor de bellende en gebelde partij omgekeerd zijn weergegeven. Dit is later hersteld. De Encrochat berichtengeschiedenis is echter niet volledig: er kunnen berichten ontbreken. Dit kan een enkel bericht zijn, maar langere perioden aan ontbrekende berichten komen ook voor. Op de toestellen is door het automatisch verwijderen van berichten na de
burn timeook geen volledige berichtengeschiedenis aanwezig. Daarnaast is het mogelijk dat berichten handmatig door de gebruiker zijn gewist, en daardoor ontbreken op het toestel. Meer onderzoek naar de volledigheid van de gegevens is mogelijk, maar dat zal niets veranderen aan de conclusie dat berichten kunnen ontbreken.
Dat berichten in de onderschepte Encrochat data ontbreken, betekent naar het oordeel van de rechtbank nog niet dat de berichten die er wel zijn, daardoor als onbetrouwbaar moeten worden beoordeeld. De rechtbank heeft geconstateerd dat de communicatie tussen de verschillende accounts, zoals opgenomen in het dossier, niet abnormaal of onbegrijpelijk is verlopen. De conversaties sloten inhoudelijk naadloos op elkaar aan en de gebruikers waren doorgaans niet in verwarring over de vraag met welke persoon men communiceerde. Zelfs in gesprekken waarin het toestel op enig moment door een ander werd gebruikt was voor de ander snel kenbaar met wie hij sprak. De verdediging heeft ook niet concreet aangegeven waarom de onvolledigheid van sommige berichtenreeksen (in het dossier Echinops kennelijk slechts een drietal gesprekken) betekent dat de berichten die wel in het dossier zitten, onbetrouwbaar zijn. Gelet op het voorgaande oordeelt de rechtbank dat de Encrochat berichten betrouwbaar zijn.
De verdediging heeft een voorwaardelijk verzoek gedaan tot het doen van nader onderzoek door het NFI, maar de verdediging heeft niet aangegeven waarom dit onderzoek noodzakelijk is in aanvulling op het onderzoek dat reeds door het NFI is gedaan. De rechtbank wijst dit verzoek daarom af.
6.4.21
Gebruik zendmastgegevens
De verdediging heeft gesteld dat de zendmastgegevens gelet op de wijze van verkrijging niet voor het bewijs mogen worden gebruikt, en heeft daarbij het arrest van het Hof van Justitie van 2 maart 2021 (C-746/18, Prokuratuur) aangehaald. De rechtbank begrijpt dat de verdediging heeft bedoeld te stellen dat het OM zendmastgegevens heeft opgevraagd van gebruikers van Encrochat telefoons zonder voorafgaande machtiging van de rechter-commissaris, terwijl dit wel vereist was gelet op het arrest Prokuratuur, en dat dit een vormverzuim oplevert dat moet leiden tot uitsluiting van het aldus verkregen bewijs.
De rechtbank is, met de verdediging en het OM, van oordeel dat het Prokuratuur arrest hier van toepassing is, en de opgevraagde mastgegevens - hoewel deze zijn opgevraagd in overeenstemming met de voorschriften uit het wetboek van Strafvordering - achteraf gezien niet door een officier van justitie gevorderd hadden mogen worden zonder voorafgaande toetsing door een rechterlijke instantie of een onafhankelijke bestuurlijke entiteit. Dit betekent dat sprake is van schending van het Unierecht. De rechtbank is echter van oordeel dat het nadeel dat door de schending is veroorzaakt in deze zaak beperkt is. De mastgegevens beslaan slechts een beperkte tijdspanne en niet kan worden gezegd dat daarmee een min of meer compleet beeld van het privéleven van de verdachte c.q. de verdachten is verkregen. Voorts is niet aangevoerd dat sprake zou zijn van een inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van een of meer verdachten. Bovendien weegt de rechtbank mee dat het aannemelijk is dat de rechter-commissaris - indien deze was benaderd met het verzoek de vorderingen vooraf te toetsen - toestemming zou hebben gegeven voor het doen van deze vorderingen.
Het voorgaande brengt met zich dat de rechtbank zal volstaan met de constatering dat sprake is van een vormverzuim, zonder dat daaraan een rechtsgevolg wordt verbonden.
6.4.22
Fair trial, the proceedings as a whole (artikel 6 EVRM)
Anders dan de verdediging heeft aangevoerd acht de rechtbank niet aannemelijk geworden dat het OM in deze zaak bewust informatie heeft achtergehouden en zo de rechten van de verdachten heeft willen beknotten of de rechtbank of verdediging fout heeft willen voorlichten. De rechtbank heeft ook anderszins geen inbreuken geconstateerd die tot de niet-ontvankelijkheid van het OM dan wel uitsluiting van het bewijs moeten leiden, noch heeft de rechtbank redenen om te constateren dat het proces als geheel niet zou voldoen aan het recht op een eerlijk proces als bedoeld in artikel 6 EVRM. Het voorgaande leidt er toe dat ook deze verweren strekkende tot niet-ontvankelijkheid van het OM dan wel bewijsuitsluiting worden verworpen.
6.4.23
Conclusie ten aanzien van alle Encrochat verweren
Gelet op al hetgeen hiervoor is overwogen ten aanzien van de rechtmatigheid van de Encrochatdata, verwerpt de rechtbank de verweren van de verdediging, strekkende tot niet-ontvankelijkheid van het OM, bewijsuitsluiting en/of strafvermindering. Ook wijst de rechtbank af de (voorwaardelijke) verzoeken tot aanhouding, nader onderzoek en/of het stellen van prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie.
De rechtbank oordeelt dat in het voorbereidend onderzoek geen sprake is van vormverzuimen waaraan rechtsgevolgen verbonden dienen te worden. De Encrochatdata kunnen gebruikt worden voor het bewijs en de rechtbank zal dat ook doen.
7. Toeschrijving telefoonnummers, bij- en roepnamen en Encrochat-accounts [1]
7.1
Inleiding
Het bewijs tegen de verdachten binnen het onderzoek Echinops bestaat grotendeels uit afgeluisterde telefoongesprekken en uit Encrochat berichten uit het onderzoek 26Lemont. In de afgeluisterde telefoongesprekken en in de Encrochat-berichten worden volgens de politie diverse verdachten aangeduid met verschillende roep-, dan wel bijnamen. De telefoonnummers van de afgeluisterde telefoongesprekken en de accounts waarmee de Encrochat-berichten werden verstuurd, worden door de politie toegeschreven aan een aantal verdachten binnen het onderzoek Echinops.
Nu een groot deel van de verdachten heeft ontkend dergelijke roep-of bijnamen te hebben of de gebruikers te zijn van de door de politie aan hen toegeschreven telefoonnummers en Encrochat-accounts, zal de rechtbank eerst beoordelen of deze telefoonnummers, roep- en bijnamen en Encrochat-accounts aan de verdachten binnen het onderzoek Echinops kunnen worden toegeschreven.
7.2
Telefoonnummers
7.2.1
De telefoonnummers [telefoonnummer 1] en [telefoonnummer 2]
Op basis van de afgeluisterde telefoongesprekken, observaties en stemherkenning door diverse tolken is gebleken dat [verdachte] gebruik maakte van de telefoonnummers [telefoonnummer 1] en [telefoonnummer 2]. In een van de afgeluisterde telefoongesprekken werd door de gebruiker als zijn adres [adres 1] te [woonplaats] genoemd. Ook werd de gebruiker door diverse mensen “[roepnaam verdachte]” genoemd. [2] De telefoon met het telefoonnummer [telefoonnummer 1] werd op 24 juni 2020 ook in de woning op de [adres 1] te [woonplaats] aangetroffen. [3]
Op grond van het vorenstaande - in onderling verband en samenhang bezien - gaat de rechtbank ervan uit dat [verdachte] de gebruiker was van voornoemde telefoonnummers. Zoals hieronder zal blijken, betreft “[roepnaam verdachte]” de roepnaam van [verdachte]. Het adres [adres 1] te [woonplaats] betrof het verblijfadres van [verdachte].
7.2.2
De telefoonnummers [telefoonnummer 3] en [telefoonnummer 4]
Op basis van de afgeluisterde telefoongesprekken en op basis van stemherkenning door diverse tolken is gebleken dat [medeverdachte 2] gebruik maakte van de telefoonnummers [telefoonnummer 3] en [telefoonnummer 4]. In de afgeluisterde gesprekken werden de voornaam van [medeverdachte 2] “[voornaam medeverdachte 2]” en de naam van de partner van [medeverdachte 2] genoemd. Ook werd tijdens een van de afgeluisterde gesprekken door de gebruiker gezegd dat hij door zijn advocaat is gebeld, dat men in de gevangenis een fout heeft gemaakt en dat hij opnieuw moet gaan zitten. De verdachte [medeverdachte 2] heeft voor een andere zaak in een penitentiaire inrichting verbleven, waarbij hij door een administratieve fout in vrijheid is gesteld. [4]
Op grond van het vorenstaande - in onderling verband en samenhang bezien - gaat de rechtbank ervan uit dat [medeverdachte 2] de gebruiker was van voornoemde telefoonnummers.
7.2.3
De telefoonnummers [telefoonnummer 5], [telefoonnummer 6], [telefoonnummer 7], [telefoonnummer 8], , het Spaanse telefoonnummer [telefoonnummer 9] en [telefoonnummer 10]
Op basis van de afgeluisterde telefoongesprekken en op basis van stemherkenning door diverse tolken is gebleken dat [medeverdachte 1] gebruik maakte van de telefoonnummers [telefoonnummer 5], [telefoonnummer 6], [telefoonnummer 7], [telefoonnummer 8], en het Spaanse telefoonnummer [telefoonnummer 9]. In diverse afgeluisterde telefoongesprekken werd de gebruiker “[bijnaam medeverdachte 1]” of “[voornaam medeverdachte 1]” genoemd. Ook werden diverse liefdesgesprekken gevoerd met [medeverdachte 6], de toenmalige partner van [medeverdachte 1]. [5]
Voorts is uit de afgeluisterde telefoongesprekken die door [verdachte] vanuit de penitentiaire inrichting zijn gevoerd en uit de historische gegevens van het telefoonnummer [telefoonnummer 10] gebleken dat [medeverdachte 1] gebruik maakte van voornoemd telefoonnummer. [6]
Op grond van het vorenstaande - in onderling verband en samenhang bezien - gaat de rechtbank ervan uit dat [medeverdachte 1] de gebruiker was van voornoemde telefoonnummers. Zoals hieronder zal blijken, betreffen “[bijnaam medeverdachte 1]” en “[voornaam medeverdachte 1]” de bij-, dan wel de roepnaam van [medeverdachte 1].
7.2.4
Het telefoonnummer [telefoonnummer 11]
Tijdens het onderzoek werd een IMSI-scan uitgevoerd in de nabijheid van [verdachte].
Uit deze scan kwamen onder andere het IMSI-nummer [IMSI-nummer 1] en het IMEI-nummer [IMEI-nummer 1] naar voren. Het IMSI-nummer [IMSI-nummer 1] was gekoppeld aan het telefoonnummer [telefoonnummer 11]. Het IMEI-nummer [IMEI-nummer 1] betrof een telefoontoestel van het merk Samsung, type Galaxy S8. Uit de opgevraagde vluchtverkeergegevens van [medeverdachte 3] is gebleken dat [medeverdachte 3] het telefoonnummer [telefoonnummer 11] heeft opgegeven tijdens de vluchten. [7]
Op grond van het vorenstaande - in onderling verband en samenhang bezien - gaat de rechtbank ervan uit dat [medeverdachte 3] de gebruiker was van voornoemd telefoonnummer.
7.2.5
De telefoonnummers [telefoonnummer 12] en [telefoonnummer 13]
Op basis van de afgeluisterde telefoongesprekken en op basis van stemherkenning door diverse tolken is gebleken dat [medeverdachte 4] gebruik maakte van de telefoonnummers [telefoonnummer 12] en [telefoonnummer 13]. In de afgeluisterde gesprekken werd door de gebruiker de naam “[voornaam medeverdachte 4] [medeverdachte 4]” en “[medeverdachte 4]” genoemd. [8]
Op grond van het vorenstaande - in onderling verband en samenhang bezien - gaat de rechtbank ervan uit dat [medeverdachte 4] de gebruiker was van voornoemde telefoonnummers.
7.2.6
Het telefoonnummer [telefoonnummer 7]
Op basis van de afgeluisterde telefoongesprekken en op basis van stemherkenning door diverse tolken is gebleken dat [medeverdachte 6] gebruik maakte van het telefoonnummer [telefoonnummer 7]. In de afgeluisterde gesprekken werd de naam “[voornaam medeverdachte 6]”/ “[bijnaam medeverdachte 6]” diverse malen genoemd. Ook werd vaak gebeld met de telefoonnummers van [medeverdachte 1], de toenmalige partner van [medeverdachte 6]. [9]
[medeverdachte 6] heeft voorts verklaard dat haar telefoonnummer eindigt op 036. [10]
Op grond van het vorenstaande - in onderling verband en samenhang bezien - gaat de rechtbank ervan uit dat [medeverdachte 6] de gebruiker was van voornoemd telefoonnummer. “[voornaam medeverdachte 6]” is de eerste voornaam van [medeverdachte 6]. Zoals hieronder zal blijken gaat de rechtbank ervan uit dat “[bijnaam medeverdachte 6]” de bijnaam is van [medeverdachte 6].
7.2.7
De telefoonnummers [telefoonnummer 15] en [telefoonnummer 16]
Op basis van de afgeluisterde telefoongesprekken en op basis van stemherkenning door diverse tolken is gebleken dat [betrokkene 5] gebruik maakte van de telefoonnummers [telefoonnummer 15] en [telefoonnummer 16]. De gebruiker van voornoemde nummers werd diverse malen “[voornaam betrokkene 5]” genoemd. [11]
Op grond van het vorenstaande - in onderling verband en samenhang bezien - gaat de rechtbank ervan uit dat [betrokkene 5] de gebruiker was van voornoemde telefoonnummers. “[voornaam betrokkene 5]” betreft de eerste voornaam van [betrokkene 5].
7.2.8
Het telefoonnummer [telefoonnummer 17]
Op 24 juni 2020 werd [medeverdachte 8] aangehouden in een van de slaapkamers van de woning aan de [adres 2] te [woonplaats]. In deze slaapkamer werd een iPhone 6 aangetroffen. Na onderzoek naar de inhoud van deze telefoon, zoals de schermafbeeldingen, is gebleken dat [medeverdachte 8] ook de gebruiker was van deze telefoon. De telefoon was voorzien van het telefoonnummer [telefoonnummer 17]. [12]
Op grond van het vorenstaande - in onderling verband en samenhang bezien - gaat de rechtbank ervan uit dat [medeverdachte 8] de gebruiker was van voornoemd telefoonnummer.
7.2.9
De telefoonnummers [telefoonnummer 18] en [telefoonnummer 19]
Op 24 juni 2020 werd [medeverdachte 10] aangehouden in zijn woning op het [adres 5] te
[woonplaats]. In deze woning werden twee mobiele telefoons van het merk Apple aangetroffen. Na onderzoek naar de inhoud van deze telefoons, zoals de foto’s, bleek dat [medeverdachte 10] ook de gebruiker was van deze telefoons. De telefoons waren voorzien van de telefoonnummers [telefoonnummer 18] en [telefoonnummer 19]. [13]
Op grond van het vorenstaande - in onderling verband en samenhang bezien - gaat de rechtbank ervan uit dat [medeverdachte 10] de gebruiker was van voornoemde telefoonnummers.
7.2.10
Het telefoonnummer [telefoonnummer 20]
Op basis van de afgeluisterde telefoongesprekken en op basis van stemherkenning door diverse tolken is gebleken dat [medeverdachte 12] gebruik maakte van het telefoonnummer [telefoonnummer 20]. De gebruiker noemde zichzelf in de afgeluisterde telefoongesprekken “[roepnaam medeverdachte 12]”. [14] [medeverdachte 12] heeft verklaard dat hij de gebruiker was van het telefoonnummer [telefoonnummer 20]. [15]
Op grond van het vorenstaande - in onderling verband en samenhang bezien - gaat de rechtbank ervan uit dat [medeverdachte 12] de gebruiker was van voornoemd telefoonnummer. De voornaam van [medeverdachte 12] is ook “[voornaam medeverdachte 12]”.
7.3
Bij- en roepnamen
7.3.1 [
bijnaam 1 verdachte] en [bijnaam 2 verdachte]
Uit de afgeluisterde telefoongesprekken is gebleken dat [verdachte] door diverse personen, onder wie [medeverdachte 1], “[bijnaam 1 verdachte]” en “[bijnaam 2 verdachte]” werd genoemd. [16]
Op grond van het vorenstaande concludeert de rechtbank dat “[bijnaam 1 verdachte]” en “[bijnaam 2 verdachte]” bijnamen van [verdachte] zijn. Wanneer in de hieronder te bespreken bewijsmiddelen “[bijnaam 1 verdachte]” of “[bijnaam 2 verdachte]” wordt genoemd, gaat de rechtbank ervan uit dat hiermee wordt bedoeld de verdachte [verdachte].
7.3.2 [
voornaam medeverdachte 1] en [bijnaam medeverdachte 1]
Uit de afgeluisterde telefoongesprekken is gebleken dat [medeverdachte 1] door diverse personen, onder wie [verdachte], “[bijnaam medeverdachte 1]” of ”[bijnaam medeverdachte 1]” werd genoemd. [17] [medeverdachte 1] heeft ook verklaard dat zijn roep- en bijnamen “[voornaam medeverdachte 1]” en “[bijnaam medeverdachte 1]” zijn. [18]
Op grond van het vorenstaande concludeert de rechtbank dat “[voornaam medeverdachte 1]” en “[bijnaam medeverdachte 1]” de roep- en bijnaam van [medeverdachte 1] zijn. Wanneer in de hieronder te bespreken bewijsmiddelen “[bijnaam medeverdachte 1]” of “[voornaam medeverdachte 1]” wordt genoemd, gaat de rechtbank ervan uit dat hiermee wordt bedoeld de verdachte [medeverdachte 1].
7.3.3 [
bijnaam medeverdachte 2]
Uit de afgeluisterde telefoongesprekken is gebleken dat [medeverdachte 2] “[bijnaam medeverdachte 2]” werd genoemd. [19]
Op grond van het vorenstaande concludeert de rechtbank dat “[bijnaam medeverdachte 2]” de bijnaam van [medeverdachte 2] is. Wanneer in de hieronder te bespreken bewijsmiddelen “[bijnaam medeverdachte 2]” wordt genoemd, gaat de rechtbank ervan uit dat hiermee wordt bedoeld de verdachte [medeverdachte 2].
7.3.4 [
roepnaam medeverdachte 5]
[medeverdachte 5] heeft verklaard dat hij “[roepnaam medeverdachte 5]” wordt genoemd. [20]
Op grond van het vorenstaande concludeert de rechtbank dat “[roepnaam medeverdachte 5]” de roepnaam van [medeverdachte 5] is. Wanneer in de hieronder te bespreken bewijsmiddelen “[roepnaam medeverdachte 5]” wordt genoemd, gaat de rechtbank ervan uit dat hiermee wordt bedoeld de verdachte [medeverdachte 5].
7.3.5 [
bij- of roepnaam medeverdachte 3]
De rechtbank constateert dat een van de voornamen van [medeverdachte 3] “[voornaam medeverdachte 3]” is. “[bij- of roepnaam medeverdachte 3]” betreft een afkorting van de naam “[voornaam medeverdachte 3]”. [21]
Op grond van het vorenstaande concludeert de rechtbank dat “[bij- of roepnaam medeverdachte 3]” de roep- dan wel bijnaam van [medeverdachte 3] is. Wanneer in de hieronder te bespreken bewijsmiddelen “[bij- of roepnaam medeverdachte 3]” wordt genoemd, gaat de rechtbank ervan uit dat hiermee wordt bedoeld de verdachte [medeverdachte 3].
7.3.6 [
bijnaam medeverdachte 4]
Uit de afgeluisterde telefoongesprekken is gebleken dat [medeverdachte 4] aangeduid werd met de bijnaam “[bijnaam medeverdachte 4]”. Het Poolse woord “[bijnaam medeverdachte 4]” betekent “de dikke”. [22]
Op grond van het vorenstaande concludeert de rechtbank dat “[bijnaam medeverdachte 4]” de bijnaam van [medeverdachte 4] is. Wanneer in de hieronder te bespreken bewijsmiddelen “[bijnaam medeverdachte 4]” wordt genoemd, gaat de rechtbank ervan uit dat hiermee wordt bedoeld de verdachte [medeverdachte 4].
7.3.7 [
bijnaam medeverdachte 6]
Uit de afgeluisterde telefoongesprekken is gebleken dat [medeverdachte 6] ook “[bijnaam medeverdachte 6]” werd genoemd. [23]
Op grond van het vorenstaande concludeert de rechtbank dat “[bijnaam medeverdachte 6]” de bijnaam van [medeverdachte 6] is. Wanneer in de hieronder te bespreken bewijsmiddelen “[bijnaam medeverdachte 6]” wordt genoemd, gaat de rechtbank ervan uit dat hiermee wordt bedoeld de verdachte [medeverdachte 6].
7.3.8 [
bijnaam betrokkene 5]
Op basis van de opgenomen telefoongesprekken en na aanhouding van [betrokkene 5] is gebleken dat [betrokkene 5] aangeduid werd met de bijnaam “[bijnaam betrokkene 5]”. “[bijnaam betrokkene 5]” betekent in het Pools “opa”. [24]
Op grond van het vorenstaande concludeert de rechtbank dat “[bijnaam betrokkene 5]” de bijnaam van [betrokkene 5] is. Wanneer in de hieronder te bespreken bewijsmiddelen “[bijnaam betrokkene 5]” wordt genoemd, gaat de rechtbank ervan uit dat hiermee wordt bedoeld [betrokkene 5].
7.3.9 [
bijnaam medeverdachte 7]
In meerdere Encrochat gesprekken werd door diverse gebruikers de naam “[bijnaam medeverdachte 7]” genoemd.
Gelet op de aard en de context waarin de naam “[bijnaam medeverdachte 7]” in de gesprekken werd genoemd, is het vermoeden ontstaan dat hiermee [medeverdachte 7] werd bedoeld. [25]
Op grond van het vorenstaande, en gezien het feit dat “[bijnaam medeverdachte 7]” een afkorting is van [medeverdachte 7], concludeert de rechtbank dat “[bijnaam medeverdachte 7]” de bijnaam van [medeverdachte 7] is. Wanneer in de hieronder te bespreken bewijsmiddelen “[bijnaam medeverdachte 7]” wordt genoemd, gaat de rechtbank ervan uit dat hiermee wordt bedoeld de verdachte [medeverdachte 7].
7.3.10 [
bijnaam medeverdachte 9]
[medeverdachte 9] heeft verklaard dat hij ook “[bijnaam medeverdachte 9]” wordt genoemd. [26]
Op grond van het vorenstaande concludeert de rechtbank dat “[bijnaam medeverdachte 9]” de bijnaam van [medeverdachte 9] is. Wanneer in de hieronder te bespreken bewijsmiddelen “[bijnaam medeverdachte 9]” wordt genoemd, gaat de rechtbank ervan uit dat hiermee wordt bedoeld de verdachte [medeverdachte 9].
7.4
Encrochat-accounts
7.4.1 [
Encrochat-account 1]
Uit het onderzoek in de Encrochat gegevens is gebleken dat het IMEI-nummer
[IMEI-nummer 2] en het IMSI-nummer [IMSI-nummer 2] gekoppeld zijn aan de gebruikersnaam “[Encrochat-account 1]”. Op 24 juni 2020 heeft een doorzoeking plaatsgevonden in de woning aan de [adres 1] te [woonplaats]. In deze woning werd [verdachte] aangehouden.
Tijdens deze doorzoeking werd onder andere een lege verpakking aangetroffen van een PGP-telefoon van het merk Aquaris X2 BQ. Op de verpakking stond in blauwe kleur de letter “M” geschreven. Tevens was op de verpakking een sticker geplakt waarop stond geschreven “[Encrochat-account 1]”.
Aan de achterzijde van de doos zat een labelsticker met daarop twee IMEI-nummers, te weten [IMEI-nummer 2] en [IMEI-nummer 3] . Vanwege technische redenen wordt in de Encrochats het IMEI-nummer zonder het laatste - het zogenoemde - controlecijfer weergegeven.
Het Encrochat-account “[Encrochat-account 1]” was door verschillende andere Encrochat-gebruikers opgeslagen als onder andere “[bijnaam 1 verdachte]”, “[roepnaam verdachte]” en “[voornaam verdachte]”.
Op 21 april 2020 heeft een IMSI-scan plaatsgevonden. Tijdens deze scan werd bij [verdachte] onder andere de mobiele telefoon met het IMEI-nummer [IMEI-nummer 2] gemeten. [27]
De rechtbank constateert dat een van de voornamen van [verdachte] “[voornaam verdachte]” is. Ook heeft [verdachte] verklaard dat mensen hem “[roepnaam verdachte]” noemen. [28] Tevens heeft de rechtbank hierboven vastgesteld dat “[bijnaam 1 verdachte]” een bijnaam van [verdachte] was.
Op grond van het vorenstaande - in onderling verband en samenhang bezien - concludeert de rechtbank dat [verdachte] de gebruiker was van het Encrochat-account “[Encrochat-account 1]”. Wanneer in de hieronder te bespreken bewijsmiddelen “[Encrochat-account 1]” wordt genoemd, gaat de rechtbank ervan uit dat hiermee wordt bedoeld de verdachte [verdachte].
7.4.2 [
Encrochat-account 2]
Uit het onderzoek in de Encrochat gegevens is gebleken dat het IMEI-nummer
[IMEI-nummer 4] en het IMSI-nummer [IMSI-nummer 3] gekoppeld zijn aan de gebruikersnaam “[Encrochat-account 2]”. Het Encrochat-account “[Encrochat-account 2]” was door verschillende andere Encrochat-gebruikers opgeslagen als “[bij- of roepnaam medeverdachte 3]”, “[naam 1]” en “[naam 2]”. Tevens is tijdens de interceptie gebleken dat [medeverdachte 3] geregeld werd aangesproken met de naam [bij- of roepnaam medeverdachte 3]. [29]
Zoals hierboven reeds vastgesteld is [medeverdachte 3] de gebruiker van het telefoontoestel van het merk Samsung, type Galaxy S8 met het telefoonnummer [telefoonnummer 11].
Van het IMEI-nummer [IMEI-nummer 4] werden de historische verkeersgegevens opgevraagd over de periode 19 oktober 2019 tot en met 19 april 2020. Uit de verstrekte gegevens bleek dat de Samsung S8 met het IMEI-nummer [IMEI-nummer 1] wat betreft zendmasten hetzelfde beeld gaf als de PGP-telefoon van het merk BQ met het IMEI-nummer [IMEI-nummer 4] . Hierbij werd gebruikt gemaakt van zendmasten in Nederland, Duitsland, Polen, België, Engeland en Ierland.
Uit de gevorderde vluchtgegevens van [medeverdachte 3] kon voorts afgeleid worden dat deze vluchten gelijk liepen met de zendmasten van de Samsung S8 met het IMEI-nummer [IMEI-nummer 1] en van de PGP-telefoon van het merk BQ met het IMEI-nummer [IMEI-nummer 4] . [30]
Zoals reeds vastgesteld betreft “[bij- of roepnaam medeverdachte 3]” de roepnaam van [medeverdachte 3].
Op grond van het vorenstaande - in onderling verband en samenhang bezien - concludeert de rechtbank dat [medeverdachte 3] de gebruiker was van het Encrochat-account “[Encrochat-account 2]”. Wanneer in de hieronder te bespreken bewijsmiddelen “[Encrochat-account 2]” wordt genoemd, gaat de rechtbank ervan uit dat hiermee wordt bedoeld de verdachte [medeverdachte 3].
7.4.3 [
Encrochat-account 3]
Uit onderzoek is gebleken dat het Encrochat-account “[Encrochat-account 3]” werd gebruikt door [medeverdachte 4] en [medeverdachte 1]. Tijdens meerdere gesprekken is gebleken dat [medeverdachte 4] in eerste instantie het account in gebruik had, aangezien meerdere malen en in verschillende Encrochat-gesprekken de gebruiker van het account “[Encrochat-account 3]” werd aangesproken met de naam “[voornaam medeverdachte 4]”. Later tijdens deze chatgesprekken werd
over“[voornaam medeverdachte 4]” gesproken. “[Encrochat-account 3]” was door “[Encrochat-account 7]” en “[Encrochat-account 1]” opgeslagen onder de namen “[bijnaam medeverdachte 1]” (bij “[Encrochat-account 7]”) en “[bijnaam medeverdachte 1]” (bij “[Encrochat-account 1]”).
Uit de Encrochat-gesprekken met “[Encrochat-account 6]” is het vermoeden ontstaan dat [medeverdachte 4] het account “[Encrochat-account 3]” tussen 26 maart 2020 en 9 mei 2020 in gebruik heeft gehad en dat zij daarna het account heeft overgedragen aan [medeverdachte 1]. [31]
Op grond van het vorenstaande - in onderling verband en samenhang bezien - concludeert de rechtbank dat [medeverdachte 4] tussen 26 maart 2020 en 9 mei 2020 gebruik heeft gemaakt van het Encrochat-account “[Encrochat-account 3]” en dat vanaf 9 mei 2020 [medeverdachte 1] de gebruiker was van voornoemd Encrochat-account.
7.4.4 [
Encrochat-account 4]
Uit het onderzoek in de Encrochat-gegevens is gebleken dat het PGP-toestel met het IMEI-nummer [IMEI-nummer 5] gekoppeld was aan de gebruikersnaam “[Encrochat-account 4]”. Het Encrochat-account “[Encrochat-account 2]” heeft onder andere een Encrochat-gesprek gevoerd met het Encrochat-account “[Encrochat-account 4]”. Tijdens het gesprek werd de gebruiker van “[Encrochat-account 4]” meerdere malen aangesproken met de namen “[tweede voornaam medeverdachte 1]” en “[bijnaam medeverdachte 1]”.
Het Encrochat-account “[Encrochat-account 4]” stond bij verschillende andere Encrochat-accounts opgeslagen als onder andere “[bijnaam medeverdachte 1]”.
Uit de historische verkeersgegevens van het IMEI-nummer [IMEI-nummer 5] en het mobiele telefoonnummer [telefoonnummer 5] van [medeverdachte 1] is gebleken dat deze telefoons tegelijkertijd met elkaar bewogen in dezelfde richting qua zendmasten. Zowel het PGP-toestel als het telefoonnummer [telefoonnummer 5] bewogen op 26 maart 2020 tegelijkertijd vanuit Nederland naar Duitsland en op 28 maart 2020 weer terug naar Nederland. Op 8 april 2020 bewogen ze tegelijkertijd vanuit Nederland via België naar Frankrijk en op 11 april 2020 weer terug naar Nederland. Op 16 april 2020 bewogen ze tegelijkertijd vanuit Nederland via Duitsland naar Polen en op 21 april 2020 (vroeg in de ochtend) weer terug naar Nederland. Op 21 april 2020 (einde middag) bewogen ze tegelijkertijd vanuit Nederland via België, Luxemburg en Frankrijk naar Spanje. [32]
Zoals hierboven reeds overwogen is de bijnaam van [medeverdachte 1] “[bijnaam medeverdachte 1]”. Voorts constateert de rechtbank dat de tweede voornaam van [medeverdachte 1] “[tweede voornaam medeverdachte 1]” betreft.
Op grond van het vorenstaande - in onderling verband en samenhang bezien - concludeert de rechtbank dat [medeverdachte 1] de gebruiker was van het Encrochat-account “[Encrochat-account 4]”. Wanneer in de hieronder te bespreken bewijsmiddelen “[Encrochat-account 4]” wordt genoemd, gaat de rechtbank ervan uit dat hiermee wordt bedoeld de verdachte [medeverdachte 1].
7.4.5 [
Encrochat-account 5]
Tijdens een Encrochat-gesprek tussen het account “[Encrochat-account 5]” en het account “[Encrochat-account 7]” werd de gebruiker van het account “[Encrochat-account 5]” aangesproken met “[voornaam medeverdachte 4]” en “[voornaam medeverdachte 4]”. Vervolgens werd later tijdens het chatgesprek door “[Encrochat-account 5]” aangegeven dat “[voornaam medeverdachte 4]” op ““[Encrochat-account 2]” zou zitten en “[bijnaam medeverdachte 1]” op dat moment “[Encrochat-account 5]” in gebruik had.
Uit onderzoek is gebleken dat het Encrochat-account “[Encrochat-account 5]” door verschillende gebruikers was opgeslagen als “[voornaam medeverdachte 4]” (door “[Encrochat-account 2]”) en “[voornaam medeverdachte 4]” (door “[Encrochat-account 3]” en “[Encrochat-account 1]”). [33]
De rechtbank constateert dat de eerste voornaam van [medeverdachte 4] “[voornaam medeverdachte 4]” betreft. “[bijnaam medeverdachte 1]” is de bijnaam van [medeverdachte 1].
Gelet op het vorenstaande - in onderling verband en samenhang bezien - concludeert de rechtbank dat de gebruikers van het Encrochat-account “[Encrochat-account 5]” [medeverdachte 4] en [medeverdachte 1] zijn geweest.
7.4.6 [
Encrochat-account 6]
Tijdens een Encrochat-gesprek met “[Encrochat-account 1]” op 9 mei 2020 werd door de gebruiker van het Encrochat-account “[Encrochat-account 6]” gezegd: “ik had een verjaardag gehad / ik was jarig”.
Het Encrochat-account “[Encrochat-account 6]” was door verschillende andere Encrochat-gebruikers opgeslagen als onder andere “[voornaam medeverdachte 2]” en “[BIJNAAM MEDEVERDACHTE 2]” .
Door “[Encrochat-account 6]” werd een foto naar “[Encrochat-account 1]” gestuurd waarop twee personenvoertuigen stonden afgebeeld. De locatie waar deze foto gemaakt was, werd door de verbalisant herkend als de locatie [adres 2] in [woonplaats]. [34]
Tijdens een Encrochat-gesprek met “[Encrochat-account 1]” op 22 mei 2020 om 16.24 uur werd door “[Encrochat-account 6]” gezegd: “Wij zijn 1 jaar geleden door de honden aangehouden”. [35]
Op 22 mei 2019 werden [verdachte] en [medeverdachte 2] in Rotterdam aangehouden op verdenking van witwassen, handel in verdovende middelen, bezit van vuurwapens en identiteitsfraude (onderzoek Artemis). [36]
De rechtbank constateert dat de eerste voornaam van [medeverdachte 2] “[voornaam medeverdachte 2]” is. Voorts is hij geboren op [geboortedatum] en is zijn bijnaam “[bijnaam medeverdachte 2]”.
Op grond van het vorenstaande - in onderling verband en samenhang bezien - concludeert de rechtbank dat de gebruiker van het Encrochat-account “[Encrochat-account 6]” [medeverdachte 2] is geweest. Wanneer in de hieronder te bespreken bewijsmiddelen “[Encrochat-account 6]” wordt genoemd, gaat de rechtbank ervan uit dat hiermee wordt bedoeld de verdachte [medeverdachte 2].
7.4.7 [
Encrochat-account 7] en [Encrochat-account 8]
Uit de historische locatiegegevens van het Encrochat-account “[Encrochat-account 7]” is gebleken dat de gebruiker op 26 mei 2020 op Schiphol te Amsterdam was aangekomen.
De gebruiker van het Encrochat-account “[Encrochat-account 7]” heeft op 1 april 2020 tegen een andere Encrochat-gebruiker gezegd dat hij over 22 dagen [leeftijd] wordt. Op 22 april 2020 werd “[Encrochat-account 7]” ook gefeliciteerd met zijn verjaardag. Uit het voorgaande kan worden afgeleid dat de gebruiker van het Encrochat-account “[Encrochat-account 7]” op [geboortedatum medeverdachte 11] is geboren.
De gebruiker van het Encrochat-account “[Encrochat-account 7]” heeft op 4 april 2020 een foto gestuurd aan de gebruiker van het Encrochat-account “[Encrochat-account 4]”. Op deze foto stond een rechterarm met een tatoeage afgebeeld.
Na onderzoek in het computersysteem van de politie kwam [medeverdachte 11] naar voren als de mogelijke gebruiker van het Encrochat-account “[Encrochat-account 7]”. Hij is immers geboren op [geboortedatum medeverdachte 11] en er was een link tussen [medeverdachte 11] en de contacten van [verdachte]. Voorts bleek uit een foto in het computersysteem van de politie dat [medeverdachte 11] een tatoeage had, die zeer sterke gelijkenissen vertoont met de tatoeage die op de arm stond afgebeeld op de foto die door “[Encrochat-account 7]” was verzonden aan “[Encrochat-account 4]”.
Tevens bleek uit de historische vluchtgegevens dat [medeverdachte 11] op 26 mei 2020 vanuit Manchester (Engeland) naar Schiphol te Amsterdam is gevlogen. [37]
Tijdens een gesprek op Encrochat tussen “[Encrochat-account 2]” en het account “[Encrochat-account 8]” op 1 april 2020 gaf “[Encrochat-account 8]” aan dat: “[Encrochat-account 7] deze/dit is mijn nieuwe, die/dat verwijderen”. [38]
Op grond van het vorenstaande - in onderling verband en samenhang bezien - concludeert de rechtbank dat [medeverdachte 11] tot 1 april 2020 de gebruiker is geweest van het Encrochat-account “[Encrochat-account 8]” en dat [medeverdachte 11] vanaf 1 april 2020 de gebruiker is geweest van het Encrochat account “[Encrochat-account 7]”. Wanneer in de hieronder te bespreken bewijsmiddelen “[Encrochat-account 7]” of “[Encrochat-account 8]” wordt genoemd en het betreft de hiervoor genoemde perioden, gaat de rechtbank ervan uit dat hiermee wordt bedoeld de verdachte [medeverdachte 11].
7.4.8 [
Encrochat-account 9]
Uit de Encrochat-berichten is gebleken dat de gebruiker van het account “[Encrochat-account 9]” een vrouw, dan wel een vriendin en drie zonen had. Voorts kwam zijn moeder uit [moederland].
In enkele chatberichten gaf “[Encrochat-account 9]” aan dat hij in zijn woning in [woonplaats] was. De foto’s die hij op dat moment verstuurde, hadden uitzicht op het [adres 6] te [woonplaats].
In een gesprek gaf “[Encrochat-account 9]” aan dat hij er zo was en vervolgens gaf hij het volgende door: “witte Mercedes”.
Voorts bleek uit de Encrochat-berichten het navolgende. Op 17 mei 2020 rond 1:00 uur werd “[Encrochat-account 9]” gefeliciteerd. “[Encrochat-account 9]” verklaarde van een verjaardag te komen.
Uit diverse berichten bleek dat “[Encrochat-account 9]” de bijnaam [bijnaam 1 betrokkene 11]/[bijnaam 2 betrokkene 11] had.
“[Encrochat-account 9]” verstuurde diverse foto's vanuit zijn auto. Uit deze foto's bleek dat hij in een witte auto reed. Op de foto's waren ook het dashboard en de voorstoel van de auto te zien. Na vergelijking op internet bleek dit bij een Mercedes type AMG C63 S te behoren.
Na onderzoek in het politiesysteem is gebleken dat een persoon genaamd [betrokkene 11] (hierna: [betrokkene 11]), geboren te [geboorteland], wonende aan het [adres 6] te [woonplaats], in het bezit was van een witte Mercedes AMG C63 S. Hij woonde op voornoemd adres samen met een vrouw, geboren op [geboortedatum vrouw], en drie jongens. [39]
In een gesprek op Encrochat tussen “[Encrochat-account 9]” en “[Encrochat-account 10]” op 3 maart 2020 werd door “[Encrochat-account 9]” een foto verzonden waarop drie kinderen stonden afgebeeld.
Tijdens het onderzoek werd de mobiele telefoon van [betrokkene 11] inbeslaggenomen en onderzocht.
In het onderzoek naar de inhoud van deze telefoon werden onder andere twee foto’s aangetroffen van [betrokkene 11] met zijn kinderen. Na vergelijking met de foto’s die door “[Encrochat-account 9]” in de Encrochat waren verzonden naar “[Encrochat-account 10]” is gebleken dat op de foto's dezelfde kinderen stonden afgebeeld. [40]
Op grond van het vorenstaande - in onderling verband en samenhang bezien - concludeert de rechtbank dat de gebruiker van het Encrochat-account “[Encrochat-account 9]” [betrokkene 11] is geweest. Wanneer in de hieronder te bespreken bewijsmiddelen “[Encrochat-account 9]” wordt genoemd, gaat de rechtbank ervan uit dat hiermee wordt bedoeld [betrokkene 11].

8.Beoordeling van de tenlastelegging

8.1
Dagvaarding I de feiten 2 en 8: Siret-Echinops (uitvoer 19,96 kilo cocaïne en 188 kilo hasj)
8.1.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het bij dagvaarding I onder 2 en 8 tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden.
8.1.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
8.1.3
Het oordeel van de rechtbank
De bewijsmiddelen
Op 22 juni 2020 om 2:25 uur reden twee douanefunctionarissen te Heimfeld, Duitsland, op de autosnelweg BAB7. Zij zagen een Poolse vrachtwagen met de kentekens [KENTEKEN 2] (trekker) en [KENTEKEN 3] (oplegger) rijden. Deze vrachtwagen werd vervolgens gecontroleerd. Tijdens deze controle viel het op dat de reservewielen van de oplegger een afwijkende afmeting hadden en dat een band bij de houder met extra spanbanden was beveiligd. De douanefunctionarissen lieten de chauffeur van de vrachtwagen, [betrokkene 5], de reservewielen van de oplegger demonteren. Zij stelden vast dat de wielen een abnormaal hoog gewicht hadden. Na onderzoek door het röntgenapparaat bleek dat er vreemde voorwerpen in de banden zaten. Tijdens een poging de banden met behulp van een vorkheftruk van de velg te drukken, prikten de vorken door de band en kwam wit poeder, alsmede een bruine substantie tevoorschijn. Bij een sneltest van het witte poeder reageerde dit positief op cocaïne. [41] De vrachtwagen was van het merk Scania, type R490 [42] en had drie reservewielen. [43]
In een telefoongesprek tussen [verdachte] en [medeverdachte 4] op 17 juni 2020 om 12.28 uur zegt [medeverdachte 4] dat zij heeft afgesproken dat het laden in plaats van morgen op vrijdag plaats zal hebben. Op de vraag waar dit betrekking op heeft, antwoordt zij Frederikstadt, Noorwegen. [44]
In een telefoongesprek met [verdachte] op 17 juni 2020 om 13.49 uur zegt [medeverdachte 4] dat [bijnaam betrokkene 5] waarschijnlijk vannacht al in Nederland is en dat hij in Dalfsen zal lossen. [verdachte] zegt dat [bijnaam betrokkene 5] hier vandaan iets van 300, 350 heeft. [45]
Op 17 juni 2020 om 18:31 uur wordt [verdachte] gebeld door [medeverdachte 2]. Deze zegt dat [naam 3] nog 15 km heeft te rijden. Die andere rijdt een momentje achter hem aan. [46]
Op 17 juni 2020 om 18:51 uur belt [verdachte] naar [medeverdachte 2]. [verdachte] vraagt hoeveel kilometer zij van dat adres, dat ik aan jou heb gegeven vandaan zijn. [medeverdachte 2] antwoordt 5 km en [naam 4] 7. [47]
Op 17 juni 2020 om 19.37 uur wordt [verdachte] gebeld door het nummer van [medeverdachte 4]. Het gesprek wordt gevoerd door een onbekende man. Deze zegt dat het onweer eraan komt, waarop [verdachte] zegt dat hij hoopt dat de katten zich verstopt hebben, wat betekent dat de politie niet op de been is. [48]
Op 17 juni 2020 om 20.50 uur belt [verdachte] naar [medeverdachte 2]. Deze vraagt: “[naam 4] heeft de poen nodig om het daarnaartoe te brengen, niet waar?”, waarop [verdachte] dit bevestigt. [verdachte] gaat nu die SCANIA ophalen. [49]
Op 17 juni 2020 om 22.19 uur wordt [verdachte] gebeld door [medeverdachte 2].
[verdachte] vraagt hoeveel er aan hem gegeven moet worden. [medeverdachte 2] weet het niet en [verdachte] zegt: “Vraag dan, want hij is nu bij me”. [medeverdachte 2] zegt: “Dan geef hem 1500, hé” en richt zich tot iemand in dezelfde ruimte: “[naam 4]! 1500? ja?”. [naam 4] zegt dan: “Laten we zeggen de helft in Polen en 500 terug geven”, waarop [medeverdachte 2] zegt: “Is goed, ik moet hem de helft terug geven en 500 voor [roepnaam medeverdachte 5] omdat [roepnaam medeverdachte 5] hem geld heeft geleend, hé”. [50]
Op 18 juni 2020 om 2:55 uur wordt [verdachte] gebeld door [medeverdachte 2]. [verdachte] vraagt of zij het in de garage hebben verstopt, waarop [medeverdachte 2] ja zegt. [verdachte] zegt: “Als vannacht maar niemand jullie garage gaat bestelen”. [51]
In een telefoongesprek tussen [medeverdachte 1] en [medeverdachte 4] van 18 juni 2020 om 09.45 uur zegt [medeverdachte 1] dat hij gisteren al wist dat het Noorwegen zou worden, omdat [bijnaam betrokkene 5] hem had gebeld. [52]
Op 18 juni 2020 om 11:55 uur belt [verdachte] naar [medeverdachte 2]. Deze zegt: “Zeg het maar, want ik wil zelf geen beslissing nemen. Moet ik met de kurnik [een busje/wagen met een slaapplaats boven de cabine] om die 40 ophalen. Met de kurnik of met Ibiza moet die 45 ophalen”. (…) [medeverdachte 2] zegt: “Busje laat ik aan [naam 4] over, want 150 laad ik niet in Ibiza”. [verdachte]: “150 hasj is het”. [medeverdachte 2]: “Maar het 150 kilo!”. [53]
Op 18 juni 2020 om 12.03 uur wordt [bijnaam betrokkene 5] gebeld door [medeverdachte 4]. Zij zegt tegen hem dat hij naar Bodegraven moet rijden. [54]
Op 18 juni 2020 om 13:17 uur belt [verdachte] naar [medeverdachte 2]. [medeverdachte 2] zegt: “Ik neem dat goed nu, hiervandaan en ga hier weg” en “Als je hebt verzonnen waarnaartoe, laat het dan aan mij weten”. [verdachte] zegt: “Voorzichtig daar, wanneer je er weg zal gaan, zodat geen hoer jou in de gaten kon hebben” en “Je gaat aan de achterkant vertrekken”. [medeverdachte 2] antwoordt: “Wij zijn die koffers naar beneden aan het brengen, er is zelfs een beetje gemorst, brokken op de grond, ik moet het stofzuigen”. [55]
Op 18 juni 2020 om 13:50 uur belt [verdachte] naar [medeverdachte 2]. Hij zegt tegen [medeverdachte 2] dat het langzamerhand al moet worden georganiseerd want [bijnaam betrokkene 5] zal er zo zijn. [medeverdachte 2] vraagt of [bijnaam betrokkene 5] al is ingeladen. [56]
Op 18 juni 2020 om 14:01 uur wordt [verdachte] gebeld door [medeverdachte 2]. [medeverdachte 2] zegt: “Want van wat mij bekend is, zullen daar verdomme drie van die grote niet in passen. Eentje moet wel klein zijn, het past er anders niet in, op die dubbele lift die er is”. [57]
Op 18 juni 2020 om 14.07 uur zegt [medeverdachte 4] over de telefoon tegen [verdachte] dat [bijnaam betrokkene 5] over 20 minuten op het pompstation daar bij de McDonalds zal zijn. [verdachte] zegt dat hij toch tegen haar heeft gezegd “in de zone”. [medeverdachte 4] zegt goed, dan zal ik tegen hem zeggen dat hij naar de zone moet rijden. [58]
Op 18 juni 2020 om 14:47 uur belt [verdachte] naar [medeverdachte 2]. [verdachte] vraagt aan wie hasjiesj om te testen moet worden gegeven. (…) [medeverdachte 2] zegt dat het echt een full-full wordt, het wordt veel, want je zegt dat het kruid nog ingepakt moet. [59]
Op 18 juni 2020 om 14:51 uur wordt [verdachte] gebeld door [medeverdachte 2].
[verdachte] zegt dat hij "plus Stolwijk" had gestuurd. Op 18 juni 2020 om 14:56 uur belt [medeverdachte 2] met een man die [naam 4] wordt genoemd. [medeverdachte 2] zegt: “Kijk uit naar een busje, want het zal waarschijnlijk een busje zijn” en “Want hij stuurde naar het parkeerterrein bij de Plus”. Op 18 juni 2020 om 15:00 uur wordt [medeverdachte 2] gebeld door een man die [naam 4] wordt genoemd. Deze zegt dat hij bij de Plus is. [60]
Op 18 juni 2020 om 15:08 uur wordt [bijnaam betrokkene 5] (Opa) gebeld door [medeverdachte 4]. [bijnaam betrokkene 5] zegt iets over een lijn/touw. [medeverdachte 4] zegt dat de jongens die zullen (mee)nemen. [bijnaam betrokkene 5] vraagt of zij ook de sleutels van de Mercedes hebben. [medeverdachte 4] zegt van wel. Goed, die moeten ze meenemen, dan zal [bijnaam betrokkene 5] ook direct dat lijntje in orde maken.
Op 18 juni 2020 om 16:30 uur belt [bijnaam betrokkene 5] naar [medeverdachte 4]. Zij zegt tegen hem dat zij hem zo meteen de opdracht zal sturen. [61]
Op 18 juni 2020 om 17:33 uur belt [verdachte] naar [medeverdachte 2]. [verdachte] zegt dat hij nog niet eens iets heeft opengedaan. Hij heeft het alleen ingepakt. [62]
Op 18 juni 2020 om 19.39 uur belt [verdachte] naar [medeverdachte 2].
[verdachte] vraagt of [medeverdachte 2] voor hem, van wat de onbekende man nog over heeft, of dat 30 is. 10 en 10 en 10. Of 41 totaal? [medeverdachte 2] zegt dat het 41 in zijn geheel is. [63]
Op 18 juni 2020 om 20.20 uur wordt [medeverdachte 2] gebeld door [verdachte].
[verdachte] zegt: “Jij gaat zo meteen die 65 brengen. Verberg het daar daarin” en “Desnoods komt de koelauto, de koelauto gaan we lossen, we zetten de twee wielen in de koelauto, we brengen de wielen en in Duitsland worden alleen de wielen verwisseld”. [verdachte] zegt verder: “Dus alleen, gaan jullie dat ophalen en ga die 65 brengen voorlopig en zo doen we het”, waarop [medeverdachte 2] zegt: “Dan laat ik [naam 4] dat ophalen en ik ga met (fon.) [naam 5] dat brengen”. [64]
Op 18 juni 2020 om 20:44 uur wordt [verdachte] gebeld door [medeverdachte 2].
[verdachte] zegt: “Breng die 65 weg en wat die 41 betreft: het zou beter zijn om die in de kamer te verstoppen in plaats van in de garage, of op die zolder die je hebt? En die hasj gewoon in de garage, ergens verstoppen, pas dan gaan we dat - dat - dat waarschijnlijk morgen doen. (…) We gaan het verpakken, we gaan daar naartoe rijden. [medeverdachte 2]: “Ik weet het, we hebben het erover gehad.” [65]
Op 18 juni 2020 om 22:48 uur belt [verdachte] naar [medeverdachte 4] en zegt hij tegen haar: “Bel met [bijnaam betrokkene 5] en geef door dat hij gewoon kan gaan rijden. Als hij eenmaal heeft geladen.... hé. (…) Dan moet hij het adres dat je aan hem gaat doorgeven, invoeren, hé, maar als hij eenmaal geladen heeft, moet je een beetje, een beetje, terug... net of hij in de richting van Nederland reed, weet je wel”. [medeverdachte 4] zegt: “Oké”. [verdachte] zegt dat als hij eenmaal geladen heeft laat hem je bellen dan vertel ik je morgenochtend een exacte plaats waar hij naartoe nog een beetje moet doorrijden en daar kan hij achtenveertig op een wilde plek gaan staan, want daar gaan jongens later bij hem, weet je wel, bijladen, hé”. [medeverdachte 4]: “Is goed”. [66]
Op 18 juni 2020 om 23:28 uur belt [verdachte] naar [medeverdachte 4]. Zij geeft de telefoon aan [bijnaam medeverdachte 1]. Die vertelt dat hij iets met 14 antennes heeft gekocht, die zelfs 5G eruit kan flikken. Alles, voor zover hij weet. Hij heeft er 3250 voor betaald. Hij zit in elkaar geklapt. Je kan het gewoon door de grens meebrengen. [verdachte] zegt dat [bijnaam medeverdachte 1] waarschijnlijk daar naar toe gaat, zaterdag, ergens. Weet je wel, als begeleiding weer. Alleen, zoals laatst. Opa piloten. [67]
Op 19 juni 2020 11:26 uur wordt [verdachte] gebeld door [medeverdachte 2].
[verdachte] zegt: “Ze hebben voor beide dingen tokens en ze weten daar...”, waarop [medeverdachte 2] reageert met: “Voor hetgeen wat als eerste zou aankomen was er een wachtwoord voor: sopilca. En voor die tweede heb ik net een token [naam 4] opgestuurd. Ik zeg tegen [naam 4]....”. [68]
Op 19 juni 2020 om 11:38 uur belt [medeverdachte 2] met een man die [naam 4] wordt genoemd. [medeverdachte 2] vraagt waar [naam 4] is. “In de Plus, ik loop al naar buiten”, zegt [naam 4].
[medeverdachte 2] zegt: “Kom dan buiten, want ik ben gekomen”. [69]
Op 19 juni 2020 om 12:04 uur belt [medeverdachte 2] met [naam 4]. Deze zegt dat het kartonnen dozen zijn op de zitplaatsen want er is nergens plek nog. Hij is zo volgepakt dat het zelfs gek eruit ziet. [70]
Op 19 juni 2020 om 12:40 uur belt [medeverdachte 2] met een man die [naam 4] wordt genoemd. [medeverdachte 2] zegt: “En kijk verdomme een beetje of dat wel hasj is” en “Maar kijk even of het überhaupt naar hasj ruikt”. [naam 4] vraagt of hij er eentje als steekproef mag openen. [medeverdachte 2] zegt: “Maak het open en bekijk het. Ik moet er zo meteen geld voor betalen”.
Op 19 juni 2020 te 12:43 uur wordt [medeverdachte 2] gebeld door een man die [naam 4] wordt genoemd. [naam 4] zegt: “Ik heb bij wijze van steekproef uit de eerste en uit de tweede gecheckt - het is hasj” (…) “De ene is een F met zo'n groen blaadje en die van mij hebben een teken van Pepsi”. [71]
Op 19 juni 2020 om 13:41 uur belt [verdachte] naar een onbekende man. Deze zegt dat er 60, 40, 9, 41, 50 blokken en 250 ervan is. Er is nog 50 van hetgeen van gisteren, dan is het 300. [verdachte] zegt: “Zo veel lukt ons niet”. De onbekende man zegt: “Man ik weet hoe we het daar verstoppen, elk is van honderd kilo. (…) Ik ga zo een wagentje pakken om die wielen erop te leggen, op dat wagentje en klaar. We gaan verstoppen”. [72]
Op 19 juni 2020 om 15:28 uur belt [verdachte] naar een onbekende man. Hij vraagt: “Misschien kun je in de drie..., kun je wel alles in de drie inproppen, he?” De onbekende man denkt van wel. (…) Hasj neemt niet zoveel plaats in. [73]
Op 19 juni 2020 om 16:49 uur wordt [verdachte] gebeld door [medeverdachte 2].
[verdachte] vraagt of [naam 4] bij [medeverdachte 2] is. [medeverdachte 2] zegt dat iedereen er is. [verdachte] zegt: “Leg alleen aan [naam 4] uit, dat erbij het uithalen, in de garage hoe te verdelen, wat aan wie, wat-wat-wat”. [medeverdachte 2] zegt: “Ja, hij weet dat, want ik heb dat opgeschreven. Wat als 100 binnenkwam is met opschrift ‘100’ wat als 150 – ‘150’ 41 is gemarkeerd als 41 en de 9 zal als 9 worden opgeschreven.” [74]
Op 19 juni 2020 om 16:52 uur belt [verdachte] naar [medeverdachte 4]. [verdachte] zegt dat [medeverdachte 4] tegen [bijnaam medeverdachte 1] moet zeggen dat ie nuchter moet blijven omdat er werk voor hem zal zijn. [medeverdachte 4] zal hem roepen en dan kan [verdachte] het hem zelf vertellen. [medeverdachte 4] roept: “[roepnaam medeverdachte 1]? [roepnaam medeverdachte 1]!”. [verdachte] zegt tegen [bijnaam medeverdachte 1] dat het kan zijn dat hij pas morgenochtend vertrekt, je gaat [bijnaam betrokkene 5] begeleiden, zoals laatst. [75]
Op 19 juni 2020 om 18:22 uur belt [verdachte] met [medeverdachte 2].
[medeverdachte 2] zegt dat hij nu terugrijdt. Hij is naar Hornbach geweest waar hij nog drie lepels ging kopen, want er zijn alleen van die "afgebeten" restjes over. Alle [andere] zijn door [roepnaam betrokkene 6] meegenomen. [76]
Op 19 juni 2020 om 21:17 uur wordt [verdachte] gebeld door [medeverdachte 2].
[medeverdachte 2] zegt dat hij in 1 "standaard" 97,2 heeft gestopt, hasj. In de tweede heb ik 50 van deze gedaan en ...7..8... 9.800 van hasj. En die 150 blijft over. Ik kan misschien nog 5-6 kilo erin proppen. Maar ik weet niet of ik dat erin moet gaan proppen of 150 als geheel achterlaten. [verdachte] vraagt: “Je hebt in 1-tje dus 90 gelegd, he?”. [medeverdachte 2] antwoordt: “In de "standaard", ja. 45 paste in de "mega””. [verdachte]: “45 van alleen maar hasj, ja?”. [medeverdachte 2]: “Ja, in de tweede standaard heb ik 50 "botten" en 9,8 van deze, van hasj”. (…) [verdachte]: “We moeten 150 meenemen. Die van ons. Van 50 daarvan is van ons dus daar zullen we het beste aan verdienen, ja?”. (…) [medeverdachte 2]: “Nou, ik kan dat wiel open doen waar verdomme die 100 zit en er nog 50 van de [naam 6] en 50 van die van ons in flikkeren. (…) Dan zal er 50 van ons zijn en 50 van die [NAAM 6] en deze 100 zal blijven. Ter plaatse”. [verdachte]: “Zo gaan we het doen, ja”. [77]
Op 20 juni 2020 om 0:52 uur wordt [verdachte] gebeld door [medeverdachte 2]. [78] [verdachte] zegt: “Zeg maar dat [roepnaam betrokkene 6] gaat slapen want hij gaat morgen rijden met [bij- of roepnaam medeverdachte 3] mee naar Noorwegen”. [medeverdachte 2] zegt dat zij alleen gaan, apart. [verdachte] bevestigt dat en zegt dat ze geld ophalen. [roepnaam betrokkene 6] (met) een koffertje, naar een hotel. En [bij- of roepnaam medeverdachte 3] gaat terug, haalt het in Zweden op en wat Denemarken betreft, dan halen we het op, misschien als jongens een keer gaan rijden. [medeverdachte 2] zegt dat ze niet eens “lepels” (gereedschap) hoeven te kopen. Het is goed dat die touwtjes zijn verwisseld. De onbekende man zegt dat [roepnaam medeverdachte 5] met de zwager kan gaan. [verdachte] zegt: “Ok, [roepnaam medeverdachte 5] met de zwager en [bijnaam medeverdachte 1] kan ze er ook bij helpen”. [79]
Op 20 juni 2020 om 1:02 uur wordt [verdachte] gebeld door [medeverdachte 2].
[verdachte]: “Laat hem met [bij- of roepnaam medeverdachte 3] rijden gvd en [naam 7] zal met [bijnaam medeverdachte 1] rijden”.
[medeverdachte 2] (tegen nnman naast hem]: “[roepnaam betrokkene 6], de voorzitter belt”. ([roepnaam betrokkene 6] komt aan de telefoon) [verdachte]: “[roepnaam betrokkene 6], ga met [naam 4] rijden gvd”.
[roepnaam betrokkene 6]: “Waarom zal [naam 7] niet meer rijden?”.
[verdachte]: “Hij rijdt wel maar hij zal met [bijnaam medeverdachte 1] rijden en [bij- of roepnaam medeverdachte 3] zegt dat hij zou willen…”
[roepnaam betrokkene 6]: “[bij- of roepnaam medeverdachte 3] zou willen... Ik ga met [bijnaam medeverdachte 1] rijden en laat [naam 7] doen wat hij maar wil want hij is nergens toe in staat. Zal hij het openmaken? Nee, hij kan niets doen...”. [verdachte]: “Hij zal het wel redden, laat die [naam 7] met rust gvd. [roepnaam betrokkene 6], ga met [bij- of roepnaam medeverdachte 3] rijden, ok?”. [80]
Op 20 juni 2020 om 1:52 uur belt [verdachte] naar [medeverdachte 2].
[verdachte]: “Over een klein uurtje zullen ze in Bode zijn.” (…) “Ga jij maar [roepnaam medeverdachte 5] voorbereiden, [roepnaam medeverdachte 5] hoeft niet gestuurd te worden? Nee, [roepnaam medeverdachte 5] niet, [roepnaam medeverdachte 5] en [naam 7]?”
[medeverdachte 2]: “Nee, [naam 4] is er, [naam 4] kan rijden”.
[verdachte]: “Aaah [naam 4], laat [naam 4] rijden, [naam 4] redt zich beter dan gvd [naam 7]”. [81]
Op 20 juni 2020 om 11:32 uur wordt [verdachte] gebeld door [medeverdachte 2].
[verdachte]: “Luister, wat ik tegen je wilde zeggen, de telefoons moeten nieuw zijn, laat ze met z’n drieën gaan en voor iedereen eentje kopen, wij zullen alle kleine toestellen die wij deze week hadden wegflikkeren en voor de nieuwe week nieuwe aanschaffen…weet je?”.
[medeverdachte 2]: “Ik zeg dat ze nieuwe moeten kopen, dat zei ik al gisteren tegen [roepnaam betrokkene 6]”.
[verdachte]: “Nogmaals: jij, ik, [bijnaam medeverdachte 4] [= de dikke mbt een vrouw], [bij- of roepnaam medeverdachte 3] en hier een stuk of 6 of 7”. [82]
In een telefoongesprek tussen [medeverdachte 2] en [verdachte] op 20 juni 2020 om 14:56 uur vraagt [medeverdachte 2]: “Moeten ze met onze bus rijden?”. [verdachte] antwoordt: “[bijnaam medeverdachte 1] gaat zoals altijd met Kurnik (= de kippenhok) rijden, niet waar? En laat hen rijden met die ...”. [medeverdachte 2]: “Met die van ons, ja?” [verdachte]: “Ja, Ja”. [medeverdachte 2]: “Dan is het goed, ik ga de paperassen en zo aan hen meegeven en laat ze karren [ = gas geven]”. [verdachte]: “Hebben ze al contact met de chauffeur? (…) [roepnaam medeverdachte 5] met die ... niet waar? [medeverdachte 2]: “Goed”. [83]
Op 20 juni 2020 om 18:04 uur stuurt [medeverdachte 2] een sms-bericht naar een onbekende man met het telefoonnummer [telefoonnummer 21] ([naam 4]) met de tekst: “Benzinestation score 27 777 ganderkesee autos 28 richting Bremen”. [84]
Op 20 juni 2020 om 19:55 uur wordt [verdachte] gebeld door [medeverdachte 2].
[verdachte]: “Luister, geef aan [roepnaam medeverdachte 5] een seintje dat het goedje, dat het zoveel mogelijk onder het frame moet zijn/liggen en niet achterin, of moet het achterin?”. (…) [medeverdachte 2]: “En zij zijn al door? Zij zijn al in Duitsland, niet waar?”. [verdachte]: “Ja”. [85]
Op 21 juni 2020 om 10:46 uur wordt [voornaam medeverdachte 1] gebeld door [bijnaam betrokkene 5]. [voornaam medeverdachte 1] vraagt waar [bijnaam betrokkene 5] moet lossen. [bijnaam betrokkene 5] zegt dat lossen nog een stuk in het buitenland is, voor Oslo. [voornaam medeverdachte 1] vraagt: “Dezelfde route gaan we rijden als voorheen?”. “Ja”, zegt [bijnaam betrokkene 5], “hetzelfde, alles identiek als voorheen, Goetteborg, Oslo”. [86]
Op 21 juni 2020 om 15:28 uur wordt [medeverdachte 4] gebeld door [medeverdachte 2]. [bijnaam medeverdachte 1], ook [voornaam medeverdachte 1] genoemd, komt aan de telefoon. [medeverdachte 2] zegt dat alles voor [bijnaam medeverdachte 1] al klaar ligt bij [medeverdachte 2]: telefoons en al die zooi. (…). [medeverdachte 2] vraagt of [bijnaam medeverdachte 1] de huissleutel van de onbekende man heeft. Aan [medeverdachte 2] gegeven, zegt [bijnaam medeverdachte 1]. (…) [bijnaam medeverdachte 1] herhaalt dat het 3 uur en een kwartier is en dat hij nog uitleg aan [bijnaam betrokkene 5] moet geven. Overleg over sleutels. [roepnaam medeverdachte 5] heeft Deens geld. [medeverdachte 2] zegt verder dat [bijnaam medeverdachte 1] ter plaatse ook moet kijken hoe ze die wielen hebben aangebracht, of het stevig genoeg is. Erg belangrijk. Ze zouden het met een riem doen. [87]
Op 22 juni 2020 om 6:25 uur ontvangt [medeverdachte 2] een sms-bericht van het telefoonnummer [telefoonnummer 22] met de tekst “[bijnaam betrokkene 5] [= opa] is gevallen. Ik ben nu naar de plek geweest waar hij vandaan werd meegenomen. Rond 12 uur ben ik thuis”.
Op 22 juni 2020 om 6:26 uur ontvangt [medeverdachte 2] een sms-bericht van het telefoonnummer [telefoonnummer 22] met de tekst “Ik gooi de TEL weg”. [88]
Op 22 juni 2020 om 7.48 uur wordt [medeverdachte 1] gebeld door een onbekende man.
[medeverdachte 1] zegt dat hij rond het benzinestation ging rijden om te kijken. Ze stonden aan de zijkant. De onbekende man vraagt: “Maar denk je dat ze jou of iemand in de gaten kregen? Weet je niet, he?”. [89]
Op 22 juni 2020 om 7:51 uur wordt [medeverdachte 1] gebeld door een onbekende man. [medeverdachte 1] zegt: “Ik ga het zo tegen jou zeggen, twee auto’s die hem hebben weggesleept. Ik heb hem gesproken, nou die stonden er ook, toen ik daar naartoe heb gereden, naar dat tankstation”. [90]
Op 22 juni 2020 om 7:52 uur wordt [medeverdachte 1] gebeld door een onbekende man.
De onbekende man zegt: “Maar hoezo, misschien stond hij in een of ander systeem, verdomme, Joost mag het weten, verdomme, een drama”. [91]
Op 22 juni 2020 om 08:02 uur wordt [medeverdachte 1] gebeld door een onbekende man.
Deze zegt: “Als je terug bent, zeg tegen [voornaam medeverdachte 4] dat zij alle spullen uit de woning weg...”. [92]
Op 22 juni 2020 om 10:43 uur wordt [medeverdachte 1] gebeld door een onbekende man. Ze hebben het over [bijnaam betrokkene 5] die volgens de onbekende man door toeval is aangehouden want anders zouden ze ook [medeverdachte 1] pakken. [medeverdachte 1] zegt dat zelfs als ze toekeken ze hem dan niet konden zien omdat het er donker was en hij van achter kwam en pas aan het eind [bijnaam betrokkene 5] benaderde om het aan hem te geven. [93]
Onder [betrokkene 5] werd een hoeveelheid verdovende middelen in beslaggenomen. Door het Duitse forensisch instituut werden de in beslaggenomen verdovende middelen onderzocht en hieruit bleek dat de netto gewichten van de verdovende middelen 188 kilo hasj en 30 kilo cocaïne betroffen. [94]
Op het verpakkingsmateriaal (krimpzakken) van de onder [betrokkene 5] aangetroffen verdovende middelen werd door de Duitse autoriteiten DNA aangetroffen, dat na onderzoek door het NFI is toegeschreven aan [medeverdachte 8] en [medeverdachte 5]. [95]
De telefoon van [medeverdachte 3] heeft op 20-06-2020 om 20:24 uur voor het laatst een telefoonmast in Nederland aangestraald. Om 20:27 uur straalde de telefoon een Duitse telefoonmast aan, op 21-06-2020 om 01:46 uur een telefoonmast in Denemarken, om 04:30 uur een telefoonmast in Zweden en om 09:24 uur een telefoonmast in Noorwegen. [96]
De telefoon die bij [medeverdachte 3] in gebruik was, maakte op 21-06-2020 om 13:03:33 uur gebruik van een zendmast bij de plaats Vassbotten in Noorwegen bij de grens met Zweden. [97]
Uit de Encrochat berichten bleek dat “[Encrochat-account 2]” op 15 mei 2020 foto’s van het rijbewijs en de identiteitskaart van [betrokkene 5] aan “[Encrochat-account 1]” heeft gestuurd. [98]
In de woning aan de [adres 2] in [woonplaats] werd tijdens de doorzoeking in de slaapkamer die door [medeverdachte 5] werd gebruikt in een zwart buideltasje een “toiletticket” van een benzinepomp in Duitsland aangetroffen met als datum en tijdstip 20 juni 2020 om 21.17.15.02 uur. Dit ticket bleek afkomstig te zijn van de ticketautomaat van de tankstelle Score, locatie 27 777 Ganderkesee, Hasbruch Sud. [99]
Tijdens de doorzoeking van de woning aan de [adres 2] in [woonplaats] werden in de garage bandenlichters geschikt voor vrachtwagens, vijf breekijzers, onderdelen voor ventielen van vrachtwagenbanden en een vrachtwagenband aangetroffen. [100] Ook werden twee jammers aangetroffen. [101] Verder werden in de garage drie verhuisdozen aangetroffen, waarin zakken zaten met (vermoedelijke) hasjblokken die waren voorzien van een Pepsi-logo [102]
Het oordeel van de rechtbank
Uit de hiervoor opgenomen bewijsmiddelen, in onderling verband en samenhang bezien, leidt de rechtbank het volgende af. Er heeft een transport van cocaïne en hasj vanuit Nederland naar Duitsland plaatsgevonden, met Noorwegen als bestemming. De verdovende middelen werden eerst in de garage en kamer/zolder op de [adres 2] verstopt, vervolgens in drie wielen gestopt en in Duitsland met spanbanden onder de vrachtwagen van [betrokkene 5] gehangen. In de dagen voor het transport wordt veelvuldig overleg gevoerd over de organisatie van het transport: de koffers en dozen, blokken en lepels, het verpakken, het vervoer, de rolverdeling, het testen van de hasj, de tokens en de betaling. Daarbij worden diverse aantallen genoemd, waaronder 150 kilo hasj. De jongens zullen een lijn/touw meenemen. Ook is een jammer gekocht en zal begeleiding, “piloten”, van [bijnaam betrokkene 5]/Opa ([betrokkene 5]) plaatsvinden. Er zal geld worden opgehaald in Noorwegen en Zweden en er worden nieuwe telefoons gekocht. Uiteindelijk wordt [betrokkene 5] in Duitsland aangehouden, waarbij in de drie reservewielen van de vrachtwagen cocaïne en hasj wordt aangetroffen. Tijdens de doorzoeking van de woning [adres 2] in [woonplaats] worden diverse voorwerpen aangetroffen die in verband staan met het transport.
[verdachte] heeft ter terechtzitting verklaard dat hij het transport van de cocaïne en hasj heeft aangenomen. Uit het dossier blijkt duidelijk dat hij de leiding heeft en bepaalt hoe het transport zal worden aangepakt. Hij bepaalt bijvoorbeeld wie er met wie gaat rijden. Hij geeft meermalen opdrachten aan [medeverdachte 2] en anderen. Zo zegt hij tegen [medeverdachte 2] waar de drugs moeten worden verstopt. Verder geeft [verdachte] opdracht aan [medeverdachte 2] om nieuwe telefoons te kopen. Hij geeft instructie aan [medeverdachte 4] dat [bijnaam betrokkene 5] niet naar het pompstation moet gaan maar naar de zone. Zij zegt dat ze dit tegen [bijnaam betrokkene 5] zal zeggen. [verdachte] laat [medeverdachte 2] tegen [roepnaam betrokkene 6] zeggen dat hij moet gaan slapen omdat hij morgen met [bij- of roepnaam medeverdachte 3] ([medeverdachte 3]) mee naar Noorwegen gaat rijden. [roepnaam betrokkene 6] noemt hem ‘de voorzitter’. Hij laat [medeverdachte 4] tegen [medeverdachte 1] zeggen dat hij nuchter moet blijven omdat er werk voor hem zal zijn.
[verdachte] heeft veel contact met [medeverdachte 2]. Deze heeft een actieve rol bij het verstoppen, inpakken en regelen van het vervoer van de verdovende middelen, zodat deze uiteindelijk in Duitsland in de vrachtwagen terechtkomen. Daarbij bepaalt [verdachte] wat er gebeurt. Zo overlegt [medeverdachte 2] met [verdachte] over de verdeling van de hasj over de wielen en [verdachte] zegt dat ze het zo gaan doen. Op zijn beurt vertelt [medeverdachte 2] aan [naam 4] wat hij moet doen. Zo geeft hij hem opdracht om te bekijken of het wel hasj is, omdat hij er zo meteen geld voor moet betalen. Ook stuurt hij een token aan [naam 4].
[medeverdachte 4] geeft aanwijzingen aan [betrokkene 5] over waar hij naartoe moet rijden en stemt het transport met hem af. Dat [medeverdachte 4] wel degelijk wist dat met de vrachtwagen verdovende middelen werden vervoerd, blijkt daaruit dat [verdachte] tegen haar zegt dat [betrokkene 5] als hij eenmaal geladen heeft een beetje terug moet gaan, net alsof hij in de richting van Nederland rijdt en dat die jongens later bij hem, “weet je wel”, gaan bijladen. Bovendien krijgt [medeverdachte 1] na de aanhouding van [betrokkene 5] opdracht tegen [medeverdachte 4] te zeggen “dat zij alle spullen uit de woning …”. Uit het voorgaande blijkt haar wetenschap van het illegale karakter van het transport.
Een DNA spoor van [medeverdachte 5] is op het verpakkingsmateriaal van de in Duitsland onderschepte drugs aangetroffen. Hij is met [medeverdachte 8] met de drugs naar Duitsland gereden. Dat kan worden afgeleid uit het telefoongesprek op 20 juni 2020 om 01.52 uur en blijkt duidelijk uit het telefoongesprek op 20 juni 2020 om 14.56 uur. Zij staan dan op het punt om te vertrekken. Bovendien zegt [verdachte] om 19.55 uur tegen [medeverdachte 2] dat hij aan [roepnaam medeverdachte 5] ([medeverdachte 5]) een seintje moet geven waar het goedje moet worden aangebracht. Diezelfde avond heeft [medeverdachte 5] een bezoek gebracht aan het toilet bij het benzinestation nabij Bremen waar de drugs onder de vrachtwagen zijn gehangen, wat blijkt uit het toiletticket dat bij de doorzoeking van zijn slaapkamer in een buideltasje is aangetroffen.
“[naam 4]” regelt de betalingen, hij verdeelt de drugs in de garage, rijdt met kartonnen dozen en is samen met [medeverdachte 5] met de drugs naar Duitsland gereden. Onderweg ontvangt hij een sms met gegevens over de plaats waar de drugs onder de vrachtwagen worden gehangen. Dat het hier om [medeverdachte 8] gaat blijkt uit het feit dat hij contact heeft met [medeverdachte 2], bij wie hij zich in dezelfde ruimte bevindt. Ook heeft hij contact met [medeverdachte 5] met wie hij samen in de woning aan de [adres 2] is tijdens hun aanhouding. Bovendien wordt een DNA spoor van [medeverdachte 8] op het verpakkingsmateriaal van de drugs in Duitsland aangetroffen.
[medeverdachte 1] is naar Duitsland gereden. Hij overlegt met [betrokkene 5] over de route en heeft [betrokkene 5] begeleid totdat deze werd aangehouden. [medeverdachte 1] brengt daar ook verslag van uit aan [medeverdachte 2]. Tegenover de politie heeft [medeverdachte 1] verklaard dat hij naar de chauffeur in Duitsland is gereden om geld te brengen voor brandstof en alle kosten rondom wegen en dat hij een lampje heeft verwisseld en dat zij samen de route hebben vastgesteld. Uit de telefoongesprekken blijkt echter een veel verdergaande rol van [medeverdachte 1]. Hem wordt gezegd dat hij ter plaatse ook moet kijken hoe ze die wielen hebben aangebracht, of het stevig genoeg is. Ze zouden het met een riem doen.
[medeverdachte 3] is met [roepnaam betrokkene 6] naar Noorwegen gereden om geld op te halen. Hij heeft via Encrochat foto’s van het rijbewijs en de identiteitskaart van [betrokkene 5] aan [verdachte] gestuurd. [verdachte] laat, zoals hierboven aangegeven, [medeverdachte 2] tegen [roepnaam betrokkene 6] zeggen dat hij moet gaan slapen omdat hij morgen met [bij- of roepnaam medeverdachte 3] mee naar Noorwegen gaat rijden. De telefoon van [medeverdachte 3] straalt achtereenvolgens Nederland, Duitsland, Denemarken en Noorwegen aan.
Op grond van bovenstaande bewijsmiddelen acht de rechtbank het medeplegen van uitvoer van cocaïne en hasj naar Duitsland wettig en overtuigend bewezen. Het betrof 30 kilo cocaïne, maar er is 19,96 kilo tenlastegelegd, zodat die minder grote hoeveelheid bewezen zal worden verklaard. Naar het oordeel van de rechtbank is bij deze feiten sprake geweest van een nauwe en bewuste samenwerking, waaraan de verdachte door de hiervoor omschreven feiten en omstandigheden een bijdrage van voldoende gewicht geleverd heeft om als medepleger te worden aangemerkt.
8.2
Dagvaarding I feit 3: Siret-Echinops (witwassen van € 20.118,-)
8.2.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de verdachte van dit feit dient te worden vrijgesproken.
8.2.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft ook vrijspraak bepleit.
8.2.3
Het oordeel van de rechtbank
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat uit het dossier niet blijkt dat de contante geldbedragen die in de woning van [verdachte] zijn aangetroffen, van misdrijf afkomstig zouden zijn. De rechtbank zal [verdachte] daarom vrijspreken van dit tenlastegelegde feit.
8.3
Dagvaarding I, feiten 4 en 5: Oder en Antenne
Gelet op de samenhang tussen deze twee zaken zal de rechtbank ze gezamenlijk beoordelen.
8.3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat er in ruime mate bewijs is dat deze feiten door de Echinops-organisatie werden gepleegd. Het transport door [betrokkene 1] past bij de modus operandi van de Echinops-organisatie. Het transport stond niet op zichzelf, want in de woning in Bodegraven waar [betrokkene 2] verbleef, is bij doorzoeking door de politie een USB stick aangetroffen waarop naast een verklaring van [betrokkene 1] en foto’s van zijn identiteitsbewijs, ook foto’s van een andere vrachtwagen zijn aangetroffen. Dat wijst op een drugslijn in plaats van een eenmalig transport. [betrokkene 2] is geregeld gezien met vrachtwagenwielen bij een garagebox aan de [adres 7] in [woonplaats], die tussen 2015 en 2019 werd gehuurd door [medeverdachte 10]. [betrokkene 2] kocht al drie jaar lang geregeld gebruikte vrachtwagenbanden bij garage [bedrijf 1]. Dat zijn allemaal aanwijzingen dat het transport van [betrokkene 1] geen op zichzelf staand feit was, maar verbonden was met de Echinops-organisatie die al langere tijd vanuit [woonplaats] opereerde.
Nadat de politie bij de doorzoeking van de woning van [betrokkene 2] de voornoemde USB stick met foto’s heeft aangetroffen, brengt de broer van [betrokkene 2], [broer betrokkene 2] verslag uit aan [medeverdachte 10] en [medeverdachte 2], terwijl [medeverdachte 10] daarna overleg heeft met [verdachte]. Na gehoord te zijn als getuige gaat [broer betrokkene 2] wederom naar [verdachte], en datzelfde doet hij na zijn eigen aanhouding op 11 oktober 2020. [broer betrokkene 2] werkte toen nog niet voor [medeverdachte 13], zodat duidelijk is dat gesproken werd over het opsporingsonderzoek. Ook wordt bij [betrokkene 2] een BQ Aquaris telefoon aangetroffen, het toestel waarop Encrochat draaide. [betrokkene 2] werkte tussen 2014 en 2016 voor [medeverdachte 13], in de periode dat [verdachte] daar leidinggevende was. [betrokkene 1] had telefonisch contact met een direct contact van [verdachte]. Tot slot dient hier ook het schakelbewijs te worden meegenomen, nu het transport door [betrokkene 1] naadloos past bij het patroon van de Echinops-organisatie: de wielen, de omvang van de partij, de chauffeur, het laden op een parkeerplaats langs de snelweg, de link naar [woonplaats] en de link naar [medeverdachte 13].
Omdat het vervoer van drugs in de vrachtwagenband de laatste fase voor uitvoer is - er is dan geteld en verpakt, en in een band gestopt die past bij de vrachtwagen die de drugs gaat vervoeren, en de drugs was onderweg vanuit de regio [woonplaats], passend bij vervoer richting een vrachtwagen - verzoekt de officier van justitie om [verdachte] te veroordelen voor het primair tenlastegelegde feit.
In de tenlastelegging is subsidiair opgenomen dat het om materiaal bevattende cocaïne gaat, en dat blijkt ook uit het dossier: het ging onder meer om
crack-cocaïne.
8.3.2
Het standpunt van de verdediging
Uit het dossier blijkt niet van enige betrokkenheid van [verdachte] bij dit transport. De veroordeling van [betrokkene 2] betekent niet dat [verdachte] daarbij betrokken was. [verdachte] heeft ter zitting verklaard dat hij niet bij dit transport betrokken was en dat hij [betrokkene 1] niet kent. Er dient zeer terughoudend te worden omgegaan met schakelbewijs. In deze zaak is [betrokkene 1] gestopt in Hapert om volgens de officier van justitie verdovende middelen te plaatsen. Deze stopplaats komt niet in de andere zaaksdossiers naar voren. Het is onbekend waar [verdachte] op dat moment was. De wijze waarop [betrokkene 2] bij dit transport betrokken was, blijft onduidelijk. Uit de USB stick blijkt de link naar [woonplaats] en [medeverdachte 13], maar dit leidt alleen naar [betrokkene 2]. Nergens blijkt hoe [betrokkene 2] in contact zou staan met [verdachte]. [verdachte] is nooit bij de garagebox aan de [adres 7] gezien. Er is geen enkel op zichzelf staand bewijsmiddel voorhanden om enige betrokkenheid van [verdachte] bij dit transport vast te stellen dan wel een bewijsconstructie met schakelbewijs te funderen en dus moet [verdachte] worden vrijgesproken.
Subsidiair stelt de verdediging zich op het standpunt dat
crackis tenlastegelegd en dat staat niet op lijst I bij de Opiumwet. Dit moet leiden tot ontslag van alle rechtsvervolging nu het feit niet kan worden gekwalificeerd als strafbaar feit.
8.3.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank overweegt dat in het dossier aanwijzingen te vinden zijn voor betrokkenheid van de Echinops-organisatie bij het transport van de 44 kilo harddrugs naar Dover en bij het transport van de 81 kilo cocaïne door [betrokkene 2]. Zo zijn de drugs in reservewielen verstopt, zijn foto’s van het identiteitsbewijs van [betrokkene 1] op een USB stick in de woning van [betrokkene 2] aangetroffen, is [betrokkene 2] in de weer gezien met vrachtwagenwielen bij de garagebox aan de [adres 7] en zijn er ontmoetingen geweest na de aanhouding van [betrokkene 2] tussen [broer betrokkene 2], [medeverdachte 10], [medeverdachte 2] en [verdachte]. Het vermoeden van de officier van justitie dat bij deze ontmoetingen verslag werd uitgebracht aan [verdachte] over de doorzoeking of over het opsporingsonderzoek, wordt echter niet gesteund door objectief bewijs. Dat [verdachte] iets te maken zou hebben met de 81 kilo cocaïne die in de bus van [betrokkene 2] is aangetroffen, vindt geen steun in het dossier. De aanwijzingen voor betrokkenheid van de Echinops-organisatie bij de transporten zijn naar het oordeel van de rechtbank dan ook onvoldoende concreet om te kunnen concluderen dat [verdachte] (mede) verantwoordelijk is geweest voor deze transporten. Om die reden is de rechtbank van oordeel dat [verdachte] van het bij dagvaarding I onder 4 en 5 tenlastegelegde moet worden vrijgesproken.
8.4
Dagvaarding I feit 6: Tyne
8.4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat dit feit wettig en overtuigend bewezen kan worden. Gelet op de modus operandi is het transport duidelijk uitgevoerd door de Echinops-organisatie en [verdachte] was daarvan de leider. Ook wijst de DNA-hit van [medeverdachte 11] op de aangetroffen cocaïne op betrokkenheid van de Echinops-organisatie.
8.4.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft vrijspraak bepleit wegens het ontbreken van wettig en overtuigend bewijs.
8.4.3
Het oordeel van de rechtbank
Naar het oordeel van de rechtbank zijn er onvoldoende aanknopingspunten om te kunnen concluderen dat [verdachte] en [medeverdachte 1] bij dit transport betrokken waren. Dat de cocaïne in vrachtwagenbanden werd vervoerd en dat telefoonnummers van bij dit transport betrokken personen voorkomen in historische verkeersgegevens van telefoonnummers die zouden zijn gebruikt door [verdachte], betekent niet dat [verdachte] bij (de organisatie van) dit transport betrokken was. [medeverdachte 1] komt in het zaaksdossier Tyne niet voor. De controle van [medeverdachte 1] in een bestelbus met kenteken [kenteken 4] en het vermoeden dat [medeverdachte 1] goederen uit die bestelbus zou uitladen bij de garagebox aan de [adres 7], zijn van na de datum van het transport naar Port of Tyne en zeggen evenmin iets over betrokkenheid bij dit transport. De rechtbank zal [verdachte] daarom vrijspreken van dit feit.
8.5
Dagvaarding I feit 7: Vecht
8.5.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat er in ruime mate bewijs is dat dit transport door de Echinops-organisatie is uitgevoerd. Het transport door [betrokkene 4] past in de modus operandi van de Echinops-organisatie: een Poolse dekmantel, Poolse chauffeur, drugs in de wielen en een stop in Nederland voor het laden van de drugs. Volgens de tachograaf is [betrokkene 4] gestopt in Stolwijk, nabij Bergambacht, terwijl [betrokkene 4] deze stop niet noemt in zijn verhoor. [verdachte] heeft deze stopplaats doorgegeven aan een chauffeur. In de woning in [woonplaats] is een telefoon in beslag genomen waarop gesprekken over dit transport en een foto van het identiteitsbewijs van [betrokkene 4] zijn aangetroffen. Verder heeft [betrokkene 4] gebeld met iemand die een telefoon van [medeverdachte 13] gebruikt en die veelvuldig contact onderhoudt met [medeverdachte 4], en heeft de werkgever van [betrokkene 4], [betrokkene 12] van MAR Trans, telefonisch contact gehad met [medeverdachte 1]. [medeverdachte 1] was dus bij dit transport betrokken. Ook [verdachte] is bij het transport betrokken, door leiding te geven aan de Echinops-organisatie, de organisatie die het transport heeft uitgevoerd.
8.5.2
Het standpunt van de verdediging
De stopplaats in Stolwijk, in een dorpskern en voor de deur van een supermarkt, is geen plek om verdovende middelen in een vrachtwagen te laden en is bovendien een andere plek dan de stopplek in Stolwijk in 2019. Bovendien is het gesprek van [verdachte] over de stopplaats van 4 april 2020 en lijkt dat eerder over een transactie van geld te gaan. Historische telefoongegevens of ANPR-gegevens waaruit zou kunnen blijken dat [verdachte] betrokken was bij deze stop, ontbreken. [betrokkene 4] heeft contact gehad met ‘[roepnaam medeverdachte 1]’, niet met [verdachte]. De telefoon die is aangetroffen op de [adres 2] in [woonplaats] is geen concrete aanwijzing voor betrokkenheid van [verdachte]. Dat [betrokkene 4] is geboren in een plaats die op 90 km afstand van Opole ligt, is geen aanwijzing dat [betrokkene 4] chauffeur is geweest voor de Echinops-organisatie. Er is geen link tussen [betrokkene 4] en [verdachte], en evenmin tussen [betrokkene 12] en [verdachte]. De omstandigheden in dit dossier zijn onvoldoende onderscheidend en gedragingen van [verdachte] die uiterlijke gelijkenissen zouden vertonen, ontbreken. Ook al zou de link met [medeverdachte 1] en de telefoon op de [adres 2] in [woonplaats] leiden tot een bewezenverklaring ten aanzien van [medeverdachte 1], dan kan er nog geen handeling of gedraging worden gekoppeld aan [verdachte], zodat hij moet worden vrijgesproken.
8.5.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank overweegt dat in het dossier aanwijzingen te vinden zijn voor betrokkenheid van de Echinops-organisatie bij het transport van de pakketten met heroïne en cocaïne naar Harwich. Zo zijn de drugs in reservewielen verstopt, is een foto van het identiteitsbewijs van [betrokkene 4] op een telefoon in de woning op de [adres 2] in [woonplaats] aangetroffen, heeft [betrokkene 4] gebeld met iemand die een telefoon van [medeverdachte 13] gebruikt en die op zijn of haar beurt veelvuldig contact heeft gehad met [medeverdachte 4] en de werkgever van [betrokkene 4], en heeft [betrokkene 4] telefonisch contact gehad met [medeverdachte 1]. Deze aanwijzingen voor betrokkenheid van de Echinops-organisatie zijn naar het oordeel van de rechtbank echter onvoldoende concreet om te kunnen concluderen dat [verdachte] of [medeverdachte 1] betrokken en daarmee (mede) verantwoordelijk zijn geweest voor dit transport. Om die reden is de rechtbank van oordeel dat [verdachte] van de tenlastegelegde uitvoer van cocaïne en heroïne moet worden vrijgesproken.
8.6
Dagvaarding II feit 1: Voer: container 2019
8.6.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat de containers een deklading bevatten, of – subsidiair – een testzending betroffen. Immers, de herkomst van deze containers is Colombia, een bronland van cocaïne. Op papier kan de Echinops-organisatie op geen enkele wijze aan dit transport worden gekoppeld. Voor de aankoop van het schroot en de twee containers wordt ongeveer € 34.000,-- betaald door [bedrijf 4], een eenmanszaak die geregistreerd staat op een adres in [vestigingsplaats], waar ook personeel van [medeverdachte 13] blijkt te zijn gevestigd. In diezelfde periode worden twee Ducati motorfietsen voor ongeveer hetzelfde bedrag door [bedrijf 4] verkocht en geleverd aan [verdachte] en [medeverdachte 2]. Dit wijst er op dat de Echinops-organisatie € 34.000,-- aan kosten heeft gemaakt en dat ter schadeloosstelling daarvoor twee motoren mochten worden uitgekozen, waarbij het bedrijf [bedrijf 4] wordt gebruikt als katvanger. Daar komt nog bij dat de aankoop van de containers met oud ijzer een volstrekt oneconomische transactie was. De invoer heeft ten minste € 16.800 gekost, maar eigenlijk zelfs € 34.000, terwijl de verkoop maar € 6.966 heeft opgeleverd. Tot slot is van belang dat er geen werkelijke interesse in het oud ijzer was: voor de tweede container worden zes opkopers benaderd of ze een container oud ijzer willen kopen.
De opkoper van het metaal heeft een aanzienlijk lager gewicht aan oud ijzer ontvangen dan het gewicht dat op de vrachtbrieven stond vermeld als netto gewicht: ruim 2.100 kilo minder. Deze 2.100 kilo zijn ergens tussen de aankomst in Antwerpen en het uitladen verdwenen. Opvallend daarbij is dat [betrokkene 13], een langer lopend contact van de Echinops-organisatie, aanwezig was bij het uitladen van de container. En een dag later worden [betrokkene 13], [verdachte] en [medeverdachte 2] aangehouden in Rotterdam op verdenking van het aanwezig hebben van 100 kilo cocaïne. Dit past bij een voltooide invoer. De officier stelt zich dan ook op het standpunt dat er voldoende bewijs is dat bij aankomst in Antwerpen cocaïne in de containers heeft gezeten. Dat de container is gescand zegt niets omdat drugs vaak al voor de scan uit de container wordt gehaald.
Subsidiair stelt de officier zich op het standpunt dat sprake was van een testlading. Het opzet was immers gericht op het trachten te faciliteren van invoer van cocaïne. Er is niet alleen sprake van betrokkenheid achteraf. Het feit dat [bedrijf 4] op de papieren wordt opgevoerd, toont aan dat de Echinops-organisatie reeds in januari 2019, dus vooraf, betrokken was.
8.6.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft aangevoerd dat [verdachte] pas later is benaderd om de containers te kopen, vandaar dat hij niet op de papieren vermeld staat. De oorspronkelijke koper wilde niet meer en daardoor heeft [verdachte] ook een lagere prijs betaald. Betwist wordt dat er cocaïne in de container zat. De containers hebben immers anderhalve maand in de haven gestaan. En als er al cocaïne in de containers zat, dan kan niet worden vastgesteld hoeveel dat was en waar die cocaïne eruit is gehaald en vervolgens is gebleven. Bovendien is de container door de scan gekomen. Ook is het verschil in gewicht goed te verklaren door de pallets en de aarde die tussen het schroot zat. Tot slot is er geen enkele relatie tussen de Ducati’s en de containers. Betwist wordt dat sprake was van een testzending en dat [verdachte] al voor 4 april 2019 het opzet had op het invoeren van cocaïne met betrekking tot dit transport. [verdachte] dient dan ook vrijgesproken te worden van dit tenlastegelegde feit.
8.6.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank stelt voorop dat het transport van de twee containers vanuit Zuid-Amerika naar Antwerpen met daarin oud ijzer om hier te verkopen, verliesgevend is geweest. De conclusie van de officier van justitie dat de containers daarom, alsmede gelet op het verschil in gewicht bij aankomst en bij uitladen, 2.100 kilo cocaïne moeten hebben bevat, deelt de rechtbank echter niet.
Als er al verdovende middelen in de containers zouden hebben gezeten, is niet bekend welke verdovende middelen in de containers zaten, hoeveel verdovende middelen er in de containers zaten en door wie het uit de containers zou zijn gehaald.
Dat er op 22 mei 2019 100 kilo cocaïne in het bijzijn van [verdachte] is aangetroffen, doet daar niet aan af. Enig verband tussen die cocaïne en de containers valt uit het dossier immers niet af te leiden.
Nu de rechtbank niet tot een bewezenverklaring van de aanwezigheid van cocaïne in de containers komt, kan in het midden blijven of de Ducati’s een rol hebben gespeeld bij de invoer van de containers. [verdachte] dient dan ook van het primair tenlastegelegde feit te worden vrijgesproken.
Subsidiair heeft de officier aangevoerd dat sprake zou zijn geweest van een testlading ter voorbereiding op een transport van verdovende middelen. Naar het oordeel van de rechtbank is er evenmin bewijs voor dit subsidiair tenlastegelegde feit. Uit het dossier kan niet worden opgemaakt dat het opzet van [verdachte] gericht was op het trachten te faciliteren van invoer van cocaïne.
De tweede container is buiten de tenlastegelegde periode naar Nederland vervoerd zodat de rechtbank deze buiten beschouwing laat.
Gelet op het bovenstaande is de rechtbank van oordeel dat [verdachte] ook van het subsidiair tenlastegelegde feit moet worden vrijgesproken.
8.7
Dagvaarding II feit 2: Voer+Jetski (partij met stempel RM35)
8.7.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden.
8.7.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft vrijspraak bepleit. Naar de mening van de verdediging kan niet vastgesteld worden wat de inhoud en het gewicht zijn van de blokken met het stempel “RM35”. Voorts is niet gebleken dat [verdachte] de beschikkingsmacht, dan wel wetenschap had over deze blokken.
8.7.3
Het oordeel van de rechtbank
De bewijsmiddelen
Uit de onderschepte Encrochat-berichten uit het onderzoek 26Lemont blijkt het navolgende.
Op 6 april 2020 om 7:30:46 uur stuurt “[Encrochat-account 1]” een foto naar “[Encrochat-account 2]”. [103] Op deze foto zijn vijf stapels rechthoekige, in plastic verpakte, lichtbruine pakketten te zien. Bij drie stapels is op de bovenste pakketten een label te zien met de letters en cijfers “RM35”. [104] Om 7:30:55 uur stuurt “[Encrochat-account 1]” naar “[Encrochat-account 2]” het navolgende bericht:
“50 stuks”. [105]
Om 7:30:51 uur stuurt “[Encrochat-account 6]” een foto naar “[Encrochat-account 2]”. [106] Deze foto betreft dezelfde foto die “[Encrochat-account 1]” om 7:30:46 uur aan “[Encrochat-account 2]” heeft gestuurd. [107] Vervolgens werden de navolgende berichten verzonden.
7:31:11 uur “[Encrochat-account 6]”
50 stuks 1 Token
8:06:33 uur “[Encrochat-account 2]”
Een KOSC moet geopend en een goede foto gemaakt, duidelijk?
8:06:33 uur “[Encrochat-account 6]”
Als ik terug kom [108]
Om 8:49:30 uur stuurt “[Encrochat-account 6]” een foto naar “[Encrochat-account 2]”. [109] De foto betreft een rechthoekig, in plastic verpakt, lichtbruin pakket met aan de bovenzijde een label met de letters en cijfers “RM35”. Het pakket ligt op een roze deken. [110] Een verbalisant heeft de deken herkend als dezelfde deken die op 24 juni 2020 in de garage van de woning aan de [adres 2] te [woonplaats] is aangetroffen. [111]
8:49:30 uur “[Encrochat-account 2]”
OK, snij open
8:49:41 uur “[Encrochat-account 2]”
Misschien kun je iets knijpen
Om respectievelijk 8:52:50 uur, 8:53:09 uur en 8:53:21 stuurt “[Encrochat-account 6]” vier foto’s naar “[Encrochat-account 2]”. [112] De foto’s betreffen foto’s van een wit rechthoekig blok dat in een lichtbruine verpakking zit. Op het witte blok is het reliëf van de letters en cijfers “RM35” te zien. [113]
9:14:49 uur “[Encrochat-account 6]”
Het is afgebrokkeld
9:15:03 uur “[Encrochat-account 2]”
Toen je van hem moest schaven [114]
Op 17 april 2020 om 21:58:17 uur stuurt “[Encrochat-account 6]” een foto naar “[Encrochat-account 2]”. [115] Op deze foto zijn vijf stapels rechthoekige, in plastic verpakte, lichtbruine pakketten te zien. Op de bovenste pakketten van twee stapels is te zien dat er een label op de pakketten zit met de letters en cijfers “RM35”. [116]
Om 21:58:33 uur stuurt “[Encrochat-account 6]” het volgende bericht naar “[Encrochat-account 2]”:
“50”. Om 21:58:44 uur antwoordt “[Encrochat-account 2]” met:
“Super”. [117]
Op 24 november 2020 heeft een doorzoeking plaatsgevonden in het bedrijfspand aan de
[adres 4] te [vestigingsplaats]. Tevens werden in het pand diverse foto’s gemaakt.
Een verbalisant heeft de foto die op 17 april 2020 te 21:58:17 uur via Encrochat door “[Encrochat-account 6]” aan “[Encrochat-account 2]” is gestuurd, vergeleken met de foto’s die in het pand aan de [adres 4] te [vestigingsplaats] zijn gemaakt. Aan de hand van diverse overeenkomsten concludeert de verbalisant dat de foto die via Encrochat werd verstuurd, in het pand aan de [adres 4] te [vestigingsplaats] is gemaakt. [118] Op de foto die in het pand aan de [adres 4] te [vestigingsplaats] is gemaakt, zijn linksboven soortgelijke oneffenheden op de stelconplaat te zien als op de foto die via Encrochat is verstuurd. [119]
Op 22 april 2020 te 18:32:18 uur stuurt “[Encrochat-account 6]” een foto aan “[Encrochat-account 2]”. [120] Op deze foto zijn vijf stapels lichtbruine, in plastic verpakte, rechthoekige pakketten te zien. Op de bovenste pakketten van vier stapels is te zien dat er een label op de pakketten zit met de letters en cijfers “RM35”. Voorts is rechtsboven in de hoek van de foto een roodkleurig driehoekig object te zien. [121]
Een verbalisant heeft de foto die op 22 april 2020 te 18:32:18 uur via Encrochat door “[Encrochat-account 6]” aan “[Encrochat-account 2]” is gestuurd, vergeleken met de foto’s die in het pand aan de [adres 4] te [vestigingsplaats] zijn gemaakt. Aan de hand van diverse overeenkomsten concludeert de verbalisant dat de foto die via Encrochat werd verstuurd, in het pand aan de [adres 4] te [vestigingsplaats] is gemaakt. [122] Op de foto die in het pand aan de [adres 4] te [vestigingsplaats] is gemaakt, is rechtsboven in de hoek ook een soortgelijk roodkleurig driehoekig object te zien. Voorts komen de horizontale en verticale naden op de vloer in grote mate met elkaar overeen. [123]
Op 4 en 5 april 2020 heeft het navolgende gesprek via Encrochat plaatsgevonden tussen “[Encrochat-account 2]” en “[Encrochat-account 4]”.
4 april 2020
2:09:47 uur “[Encrochat-account 2]”
[NAAM 8] zal rijden
5 april 2020
1:46:04 uur “[Encrochat-account 4]”
[NAAM 8] komt om 5.20-5.30 naar schrijnwerkerij
1:48:02 uur “[Encrochat-account 2]”
Zeg maar tegen [NAAM 8] dat het geen drugs zijn maar een mix, zodat hij niet denkt dat hij een ton coca vervoert
1:48:12 uur “[Encrochat-account 2]”
Dat is een soort krijt [124]
In de periode van 17 april 2020 tot en met 29 mei 2020 hebben de simkaarten in gebruik bij [medeverdachte 1] zeven maal een zendmast in de directe omgeving van de [adres 4] te [vestigingsplaats] aangestraald. [125]
In de periode van 1 maart 2020 tot en met 29 mei 2020 hebben de simkaarten in gebruik bij [medeverdachte 2] 56 maal, onder meer op 17 en 20 april 2020, een zendmast in de directe omgeving van de [adres 4] te [vestigingsplaats] aangestraald. [126]
In de periode van 12 januari 2020 tot en met 22 april 2020 hebben de simkaarten in gebruik bij [medeverdachte 3] 29 maal, onder meer op 8 en 11 april 2020, een zendmast in de directe omgeving van de [adres 4] te [vestigingsplaats] aangestraald. [127]
In de periode van 6 februari 2020 tot en met 23 juni 2020 hebben de simkaarten in gebruik bij [verdachte] 462 maal, onder meer op 22 april 2020, een zendmast in de directe omgeving van de [adres 4] te [vestigingsplaats] aangestraald. [128]
Uit de onderschepte Encrochat-berichten is gebleken dat door diverse gebruikers, onder wie “[Encrochat-account 1]”, “[Encrochat-account 2]”, “[Encrochat-account 4]”, “[Encrochat-account 6]” en “[Encrochat-account 3]”, werd gesproken over – kort samengevat – afspraken/ontmoetingen bij de “schrijnwerkerij”/“timmerwerkplaats”. Uit de context van de chatgesprekken kon worden opgemaakt dat hiermee werd bedoeld de timmerfabriek van [bedrijf 3] aan de [adres 4] te [vestigingsplaats]. [129]
[verdachte] heeft verklaard dat hij vaak in de loods van [medeverdachte 12] aan de [adres 4] te [vestigingsplaats] kwam. Hij had geen sleutel van de loods maar hij kon altijd via medewerkers die tegenover de loods woonden, een sleutel van de loods krijgen om binnen te komen. Ook kon hij aan de medewerkers vragen of zij de deur open wilden doen. Het gebeurde ook weleens dat de sleutel onder een steen werd gelegd. [verdachte] is ook soms in de loods geweest, terwijl iedereen weg was. Als hij van tevoren een van de medewerkers belde en een afspraak maakte, kon hij naar binnen. De sleutel bracht hij later weer terug naar de medewerkers. [130]
Het oordeel van de rechtbank
Naar het oordeel van de rechtbank kan uit de bewijsmiddelen afgeleid worden dat de 50 blokken met het stempel RM35 erop, cocaïne betreffen. Deze blokken zijn op een soortgelijke wijze verpakt als de cocaïne die op 24 juni 2020 in de woning aan de [adres 2] te [woonplaats] werd aangetroffen. Het is een feit van algemene bekendheid dat cocaïne voor de grootschalige handel veelal verpakt wordt in blokken van een kilo. [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] hebben in de Encrochat-berichten gesproken over “knijpen”, “afbrokkelen” en “schrapen”. [verdachte], [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] hebben gebruik gemaakt van Encrochat om over deze blokken te communiceren. Aannemelijk is dat zij hiervan gebruik hebben gemaakt om vertrouwelijk te kunnen communiceren vanwege hun criminele activiteiten. Uit de Encrochat berichten tussen [medeverdachte 3] en [medeverdachte 1] blijkt dat zij hebben gesproken over het vervoeren van drugs en “coca”. Ook is op de foto’s te zien dat de blokken op een roze deken lagen die later in de woning aan de [adres 2] te [woonplaats] werd aangetroffen. In voornoemde woning werd ook een grote hoeveelheid cocaïne aangetroffen. [verdachte], [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] hebben tevens geen uitleg willen geven omtrent de inhoud van deze blokken. De rechtbank komt daarom tot de conclusie dat de 50 blokken met het stempel RM35 cocaïne betreffen en dat het gewicht van één blok ongeveer een kilo is.
Gelet op de overeenkomsten tussen de foto’s die op 17 april 2020 om 21:58:17 uur en 22 april 2020 te 18:32:18 uur via Encrochat door “[Encrochat-account 6]” aan “[Encrochat-account 2]” zijn gestuurd en de foto’s die door de politie in het pand aan de [adres 4] te [vestigingsplaats] zijn gemaakt, concludeert de rechtbank dat de cocaïne in voornoemd pand heeft gelegen.
Op grond van het bovenstaande – in onderling verband en samenhang bezien – acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat [verdachte], [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] in de periode van 6 april 2020 tot en met 22 april 2020 opzettelijk ongeveer 50 kilo cocaïne aanwezig hebben gehad. Uit de Encrochat-berichten blijkt dat een nauwe en bewuste samenwerking bestond tussen [verdachte], [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2]. Zij waren op de hoogte van de cocaïne en uit de verklaring van [verdachte] blijkt dat hij toegang had tot de loods van [medeverdachte 12]. Uit de zendmastgegevens en de Encrochat-berichten over afspraken of ontmoetingen bij de ‘schrijnwerkerij’ blijkt dat [verdachte], [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] vaak in de loods kwamen. De rechtbank ziet dan ook geen aanleiding om te twijfelen aan de door de politie gemaakte koppeling van de zendmastgegevens met de aanwezigheid in de loods aan de [adres 4]. [verdachte], [medeverdachte 3] en [medeverdachte 2] hadden dus beschikkingsmacht over de cocaïne.
De door de verdediging gevoerde verweren omtrent de inhoud en het gewicht van de blokken en omtrent de beschikkingsmacht en de wetenschap bij [verdachte] worden dan ook verworpen.
[medeverdachte 12] is bij vonnis van heden vrijgesproken van het opzettelijk aanwezig hebben van voornoemde 50 kilo cocaïne.
8.8
Dagvaarding II feit 3: Voer+Jetski (geripte partij)
8.8.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat, mede gelet op de eigen verklaring van [verdachte], het tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden.
8.8.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft vrijspraak bepleit. Naar de mening van de verdediging wist [verdachte] alleen dat in de loods van [medeverdachte 12] een partij cocaïne lag en had hij niet de beschikkingsmacht over deze partij.
8.8.3
Het oordeel van de rechtbank
De bewijsmiddelen
In de nacht van 28 op 29 mei 2020 werd uit de loods aan de [adres 4] te [vestigingsplaats] een bestelwagen van het merk Volkswagen, type Crafter, met het kenteken [KENTEKEN 5] weggenomen. [131]
Uit de onderschepte Encrochat-berichten uit het onderzoek 26Lemont blijkt het navolgende.
Op 30 mei 2020 heeft “[Encrochat-account 9]” het navolgende gesprek met de gebruiker van het account “[Encrochat-account 11]”.
0:47:10 uur “[Encrochat-account 11]”
Maat ga het goed me neefje zei ellende
0:49:30 uur “[Encrochat-account 9]”
Blokken gestolen
0:51:10 uur “[Encrochat-account 11]”
Van waar is weg gehaald opslag??
0:51:24 uur “[Encrochat-account 11]”
Rdam of …?
0:51:49 uur “[Encrochat-account 9]”
In de buurt van rotterdam
0:51:55 uur “[Encrochat-account 9]”
Loods
0:52:01 uur “[Encrochat-account 9]”
Gisteren nacht
Op 29 mei 2020 heeft “[Encrochat-account 9]” het navolgende gesprek met de gebruiker van het account “[Encrochat-account 10]”.
17:07:16 uur “[Encrochat-account 9]”
Zij hebben vanavond gestolen
17:07:24 uur “[Encrochat-account 9]”
1000 kilo
17:11:29 uur “[Encrochat-account 10]”
Hebben ze van jou gestolen of vrienden
17:11:38 “[Encrochat-account 9]”
Mijn
17:11:54 “[Encrochat-account 9]”
Poolse vriend [132]
Uit onderzoek is gebleken dat het Encrochat-account “[Encrochat-account 12]” werd gebruikt door P. [betrokkene 14] (hierna: [betrokkene 14]). Op 28 mei 2020 heeft “[Encrochat-account 12]” het navolgende gesprek met de gebruiker van het account “[Encrochat-account 13]”.
20:07:07 uur “[Encrochat-account 13]”
Stuur foto
20:07:13 uur “[Encrochat-account 13]”
Laat me mee genieten
20:08:28 uur “[Encrochat-account 12]”
Beter niet joh
20:09:27 uur “[Encrochat-account 13]”
Ok hoeveel
20:09:42 uur “[Encrochat-account 12]”
Wat
20:09:45 uur “[Encrochat-account 13]”
Stuks
20:09:47 uur “[Encrochat-account 13]”
Hoeveel
20:10:05 uur “[Encrochat-account 12]”
990 ik en gek 450
20:10:21 uur “[Encrochat-account 12]”
Is van Roos
20:10:35 uur “[Encrochat-account 12]”
Nu snekbweg
20:10:41 uur “[Encrochat-account 12]”
Die shit
20:11:06 uur “[Encrochat-account 13]”
Ok doe voorzichtig
20:12:39 uur “[Encrochat-account 12]”
Oke nu stashen en kat uit boom kijkrn
20:48:22 uur “[Encrochat-account 13]”
Goes werk
20:48:29 uur “[Encrochat-account 13]”
Ben trota op jullie
20:48:42 uur “[Encrochat-account 12]”
Oke pfff kk gewerkt rug kapot
20:48:51 uur “[Encrochat-account 12]”
Nu snel zetten
20:48:57 uur “[Encrochat-account 12]”
Op paar plekken
20:49:17 uur “[Encrochat-account 12]”
En dan rustig kijken wat we doen
20:49:32 uur “[Encrochat-account 12]”
Ze worden kk gek
Tussen 29 mei 2020 en 4 juni 2020 heeft “[Encrochat-account 12]” het navolgende gesprek met de gebruiker van het account “[Encrochat-account 14]”.
29 mei 2020
10:04:50 uur “[Encrochat-account 12]”
Ja misschien heb ik je nodig als je kan helpen met stashen
10:04:59 uur “[Encrochat-account 12]”
Goeie safe plek
10:12:47 uur “[Encrochat-account 14]”
Yes heb ik kloot
10:13:44 uur “[Encrochat-account 14]”
Spreken wel even dan samen
10:15:47 uur “[Encrochat-account 12]”
Ja maar moet wel snel opruimen pik
10:16:03 uur “[Encrochat-account 12]”
Dus als het zo direct al wat kan zou top zijn
10:35:01 uur “[Encrochat-account 12]”
Pak er 100/ stash die
11:14:30 uur “[Encrochat-account 12]”
Hahaha gewoon simpel kan je stashen spullen
11:14:55 uur “[Encrochat-account 12]”
En nu direct ophalen
11:16:19 uur “[Encrochat-account 14]”
Ben onderweg. 30 min ja
2 juni 2020
9:25:09 uur “[Encrochat-account 12]”
Is wel ellende nu druk wordt opgevoerd
9:32:45 uur “[Encrochat-account 12]”
De jongen die mij verdenkt van iets hij heeft we! hulp gevraagd aan verschilden groepen niemand wil helpen dat wel maar ze zijn bezig en het denken wat ze gaan doe
9:34:42 uur “[Encrochat-account 12]”
Politie bij vrouw geweest en zeggen dat ze gehoord hebben dat zij en de kids gevaar lopen
9:37:35 uur “[Encrochat-account 12]”
Maar alleen omdat een auto aan mij gekoppeld wordt zeggen ze ik zit er achter
4 juni 2020
20:57:09 uur “[Encrochat-account 12]”
Alles is na de klote pik
20:57:19 uur “[Encrochat-account 12]”
Heb het verkloot
20:57:37 uur “[Encrochat-account 12]”
Er zijn nu 2/keuzes
20:57:59 uur “[Encrochat-account 12]”
En ik wil het niet ben er klaar mee
20:58:41 uur “[Encrochat-account 14]”
Ja je moet weg man een tijdje gewoon
20:58:41 uur “[Encrochat-account 12]”
Het kan opgelost worden
20:58:59 uur “[Encrochat-account 14]”
Denk je
20:59:27 uur “[Encrochat-account 12]”
Terug en klaar wand hun willen het ook niet oorlog maar ze worden gedwongen
21:00:39 uur “[Encrochat-account 12]”
Spullen terug en zand erover
21:01:01 uur “[Encrochat-account 12]”
Ik zit niet alleen in de shit nog 2/andere
21:01:03 uur “[Encrochat-account 12]”
Ook
21:01:25 uur “[Encrochat-account 12]”
Veel bekend de plaatje is rond snapje
21:01:57 uur “[Encrochat-account 12]”
Ik ben ook klaar ermee met alles is afgelopen
21:02:24 uur “[Encrochat-account 12]”
Moet voor me gezin kiezen en denken
21:05:25 uur “[Encrochat-account 12]”
Ze willen hey liefst terug en geen bloed
21:13:15 uur “[Encrochat-account 12]”
Hoe snel kan ik ophalen
21:17:11 uur “[Encrochat-account 14]”
Als je wil kan ik denk via iemand terug geven of regelen
21:18:01 uur “[Encrochat-account 12]”
Ik hoeft alleen auto te regelen en dan daar in de buurt afgeven
21:18:17 uur “[Encrochat-account 12]”
Aan ze en klaar [133]
Op 30 mei 2020 te 13:39:07 uur stuurt “[Encrochat-account 1]” het navolgende bericht aan “[Encrochat-account 2]”:
[Encrochat-account 15]: We hebben kenteken van BMW
[Encrochat-account 15]: [betrokkene 14]
[Encrochat-account 15]: Rijdt altijd in de auto
[Encrochat-account 15]: Is criminal
[Encrochat-account 15]: Is gezien in de straat 28-5
Op 10 juni 2020 heeft “[Encrochat-account 9]” via Encrochat het navolgende gesprek met de gebruiker van het account “[Encrochat-account 16]”.
10:27:15 uur “[Encrochat-account 9]”
Ik heb tot laatste kk euro terug
10:30:03 uur “[Encrochat-account 9]”
Die gestolen handel
10:30:23 uur “[Encrochat-account 9]”
Tot fucking laatste geld terug
10:30:33 “[Encrochat-account 16]”
Die 1000 st ?
10:30:39 uur “[Encrochat-account 9]”
[verdachte] heeft kort samengevat het navolgende verklaard. In de nacht van 28 op 29 mei 2020 is 1.000 kilo cocaïne uit de loods van [medeverdachte 12] aan de [adres 4] te [vestigingsplaats] gestolen. De cocaïne lag in de gestolen Volkswagen Crafter. [verdachte] wist dat er voor één dag cocaïne in de loods van [medeverdachte 12] werd bewaard. [verdachte] was niet de eigenaar van de partij, maar hij kende de eigenaar. Na navraag bij een buurman van de loods kreeg [verdachte] een kenteken van een BMW. Het kenteken heeft hij overgedragen aan de eigenaar van de cocaïne. [verdachte] kwam er later achter dat die auto van [betrokkene 14] was. [verdachte] wist een paar dagen van tevoren dat de drugs daar voor de eigenaar zou worden bewaard. Dat heeft iemand aan hem verteld. Iemand wilde geld verdienen en had dit besproken met de eigenaar. De drugs zou daar zijn neergezet op 28 mei 2020 rond 22.00 uur. Voorts heeft [verdachte] verklaard dat hij vaak in de loods van [medeverdachte 12] aan de [adres 4] te [vestigingsplaats] kwam. Hij had geen sleutel van de loods maar hij kon altijd via medewerkers die tegenover de loods woonden, een sleutel van de loods krijgen om binnen te komen. Ook kon hij aan de medewerkers vragen of zij de deur open wilden doen. Het gebeurde ook weleens dat de sleutel onder een steen werd gelegd. [verdachte] is ook soms in de loods geweest, terwijl iedereen weg was. Als hij van tevoren een van de medewerkers belde en een afspraak maakte, kon hij naar binnen. De sleutel bracht hij later weer terug naar de medewerkers. [135]
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank ziet geen aanleiding om te twijfelen aan de verklaring van [verdachte] dat in de nacht van 28 op 29 mei 2020 1.000 kilo cocaïne uit de loods van [medeverdachte 12] aan de [adres 4] te [vestigingsplaats] is gestolen. Deze verklaring wordt ondersteund door de hierboven genoemde Encrochat-berichten.
[verdachte] was ervan op de hoogte dat 1.000 kilo cocaïne in voornoemde loods lag. Uit de verklaring van [verdachte] blijkt dat hij – te allen tijde – toegang had tot de loods van [medeverdachte 12]. [verdachte] had daarom wetenschap en beschikkingsmacht over de cocaïne. Het verweer van de verdediging dat [verdachte] geen beschikkingsmacht had over de cocaïne wordt dan ook verworpen.
Op grond van het vorenstaande – in onderling verband en samenhang bezien – acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat [verdachte], samen met anderen, in de periode van 27 mei 2020 tot en met 29 mei 2020 opzettelijk 1.000 kilo cocaïne aanwezig heeft gehad.
Bij vonnis van heden heeft de rechtbank [medeverdachte 2], [medeverdachte 5], [medeverdachte 1] en [medeverdachte 4] van dit feit vrijgesproken. [medeverdachte 12] is bij vonnis van heden vrijgesproken van het opzettelijk aanwezig hebben van voornoemde 1000 kilo cocaïne.
8.9
Dagvaarding II feit 5: Jetski (container met mango’s)
8.9.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het primair tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden. Naar zijn mening is er voldoende
bewijs dat [verdachte] intellectueel betrokken was bij de invoer voor het moment van feitelijke
inbeslagname.
8.9.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft vrijspraak van het primair tenlastegelegde bepleit. Naar de mening van de verdediging kan [verdachte] niet als medepleger worden aangemerkt bij de invoer. Hij raakte pas betrokken nadat de verdovende middelen al in beslag waren genomen. De verdediging heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank ten aanzien van het subsidiair tenlastegelegde.
8.9.3
Het oordeel van de rechtbank
De bewijsmiddelen
Op 26 maart 2020 heeft de douane te Rotterdam een container gecontroleerd [136] naar aanleiding van TCI informatie. In de container met nummer [CONTAINERNUMMER] worden op de zesde en zevende slag vier pallets met hierin 1170 pakketten cocaïne met een totaal gewicht van 1169,56 kilo aangetroffen. Deze hoeveelheid is door het HARC team uit de container gehaald [137] . Onder de container werd een peilbaken geplaatst [138] en een observatie-eenheid heeft, aan de hand van de peilbakengegevens, de container geobserveerd [139] .
De container is op 27 maart 2020 opgehaald door een vrachtwagen met kenteken [kenteken 6] en oplegger voorzien van kenteken [KENTEKEN 7]. Uit observaties van 27 maart tot en met 2 april 2020 bleek dat de container gedurende die periode meerdere plaatsen in Nederland heeft aangedaan [140] . Van 27 maart 2020 om 23.38 uur tot 29 maart 2020 om 01:02 uur heeft de container stilgestaan op de [adres 8] te [woonplaats] [141] . De container is op 29 maart 2020 tussen 01:00 uur en 01:15 uur verplaatst naar de [adres 9] te [woonplaats]. Op 29 maart 2020 vanaf 06:37 uur wordt de container verplaatst en is via de [adres 10] te Asten [142] om 12.55 uur gestopt op de [adres 11] te [wooonplaats] [143] . Op 29 maart 2020 om 21:40 uur is de container uit [woonplaats] vertrokken [144] .
Uit de observaties is gebleken dat zich in de buurt van de container een Renault Twingo met kenteken [KENTEKEN 8] heeft bevonden. Deze Renault Twingo staat op naam van [medeverdachte 4] [145] .
De chauffeur van de vrachtwagen heeft verklaard dat hij de vrachtwagen op 27 maart 2020 heeft opgehaald op de Maasvlakte. Van zijn planner moest hij vervolgens naar Moerdijk gaan. Daar is de chauffeur door twee onbekende jongens opgehaald. Zij hebben de vrachtwagen meegenomen. Toen was de container nog verzegeld. De chauffeur heeft de vrachtwagen op maandagavond 30 maart 2020 in Beverwaard teruggekregen zonder zegel. [146]
Op 29 maart 2020 is rond 09.45 uur in Asten een Ford Focus voorzien van het kenteken [kenteken 9] staande gehouden vanwege het niet hebben van de vereiste verzekering. De bestuurder bleek [medeverdachte 1] te zijn. Passagiers waren [betrokkene 6] en [betrokkene 10]. Op diezelfde ochtend rond 10.45 uur werd de hierboven genoemde Renault Twingo in Lierop, gemeente Someren staande gehouden. Bestuurder was [verdachte] en [medeverdachte 5] en ene [naam 9] waren passagiers. [147]
Eerder op 29 maart 2020 rond 01:30 uur werd [medeverdachte 5] staande gehouden op de [adres 12] te [woonplaats]. [medeverdachte 5] bestuurde een Opel Astra Notchback met kenteken [KENTEKEN 10]. [medeverdachte 5] bleek niet in het bezit te zijn van een geldig rijbewijs en werd hiervoor bekeurd [148] .
Uit de onderschepte Encrochat-berichten uit het onderzoek 26Lemont blijkt het navolgende.
“[Encrochat-account 9]” stuurt op 27 maart 2020 om 01:12:34 uur aan “[Encrochat-account 1]” een gesprek door dat hij met ene “[Encrochat-account 17]” heeft gevoerd:
“[Encrochat-account 17]”: Morgen bij jou lossen toch
“[Encrochat-account 17]”: RotterdM lozen?
“[Encrochat-account 9]”: ligt aan tijdstip
“[Encrochat-account 17]”: Oke we zien wel
“[Encrochat-account 9]”: Bodegraven van 17:00 tot 6:00 eindhoven 24 uur
“[Encrochat-account 9]”: kijken wanneer die uit rijd
“[Encrochat-account 9]”: En wanneer die bak naar de echte bv moet
“[Encrochat-account 9]”: we hebben opties komt goed inshallah
Om 01:16 bericht “[Encrochat-account 9]” aan “[Encrochat-account 1]”: ‘ik denk bak is al binnen’.
En om 01:19 antwoordt “[Encrochat-account 1]”: ‘mango’s ophalen’.
Er wordt door “[Encrochat-account 9]” naar een adres gevraagd en “[Encrochat-account 1]” antwoordt ‘Someren’ [149] .
Op 28 maart 2020 bericht “[Encrochat-account 9]” aan “[Encrochat-account 1]”: ‘Kijk goed in de lucht voor drone’, en op 29 maart om 01:08:22 ‘We gaan 6.00 rijden’ [150] . Om 11:59:15 wordt door “[Encrochat-account 1]” weer Someren doorgegeven. [151]
Op 28 maart 2020 om 20:12:55 uur meldt “[Encrochat-account 4]” aan “[Encrochat-account 18]” dat hij met [roepnaam betrokkene 6] bezig is met een container en die nacht rond 01:08:15 (het is dan inmiddels 29 maart 2020) bericht hij ‘wij zullen blijven om in de gaten te houden’ [152] .
Ook “[Encrochat-account 6]” krijgt op 27 maart 2020 van “[Encrochat-account 1]” ‘Someren’ door [153] . Door “[Encrochat-account 6]” wordt gevraagd op 28 maart 2020 ‘Op welke pallets zijn die goederen/dat spul en hoeveel?’ en “[Encrochat-account 1]” antwoordt dan “1000 6 pallets’ [154] . En ook “[Encrochat-account 6]” wordt gewaarschuwd voor drones [155] . Op 29 maart 2020 om 11:45 uur zegt “[Encrochat-account 1]” tegen “[Encrochat-account 6]” ‘Kartonnen ook leeg miljoenen zijn gegaan’. En “[Encrochat-account 6]” antwoordt dan ‘Allemaal? Kut en wat nu?” En zegt dan nog: ‘Hebben wij dit van honden gestolen’ ‘Of komen zij zo binnenrijden?’. Op 29 maart om 11:01 laat “[Encrochat-account 1]” aan “[Encrochat-account 3]” weten: ‘Vrachtwagen staat binnen. Jongens zijn bezig ik ga je regelmatig informeren over alles’. [156]
Het oordeel van de rechtbank
Uit het dossier en het verhandelde ter terechtzitting is gebleken dat [verdachte] als medeorganisator een aandeel heeft gehad in het vanuit het buitenland binnen het Nederlandse grondgebied brengen en verder vervoeren van de partij cocaïne. Uit de Encrochat-gesprekken die [verdachte] (“[Encrochat-account 1]”) met [betrokkene 11] (“[Encrochat-account 9]”) maar ook met [medeverdachte 2] (“[Encrochat-account 6]”) heeft gevoerd blijkt dat [verdachte], voordat de container met daarin de cocaïne in de haven van Rotterdam op 26 maart 2020 in beslag werd genomen, ervan op de hoogte was dat de container zou komen. Weliswaar dateren de Encrochat gesprekken die in het dossier zitten van 27 maart 2020 en daarna, maar uit de inhoud van de berichten blijkt dat [verdachte] al eerder met [betrokkene 11] over dit transport moet hebben gesproken. [verdachte] wist toen immers al dat de deklading bestond uit mango’s en hij had al geregeld waar de container naartoe moest: Someren. [betrokkene 11] vermeldde het tijdspad van de container (Bodegraven van 17:00 tot 9:00) en dat komt overeen met de peilbakengegevens. De container heeft inderdaad gedurende langere tijd stilgestaan in Bodegraven. Bovendien wist [verdachte] om hoeveel drugs het ging en waar die zich bevonden (1000 6 pallets). [verdachte] en zijn organisatie hebben een gedeelte van het vervoer voor hun rekening genomen. Verder heeft [verdachte] anderen ingeschakeld om in de buurt van de vrachtwagen te blijven en ging hij met een aantal medeverdachten naar Someren om de container van de cocaïne te ontdoen. Ook bepaalde hij wie wanneer iets moest doen. De rechtbank is dan ook van oordeel dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat [verdachte] in ieder geval vanaf 26 maart 2020 betrokken is geweest bij het medeplegen van de (verlengde) invoer van 1169 kilo cocaïne.
8.1
Dagvaarding II feit 6: Jetski (uitvoer Engeland)
8.10.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat op 5 april 2020, 20 april 2020, 10 mei 2020 en 1 juni 2020 respectievelijk 222, 159, 56 en 165 blokken cocaïne vanuit Nederland naar Engeland zijn uitgevoerd. Gelet op de Encrochat berichten was hierbij sprake van een nauwe en bewuste samenwerking tussen [verdachte], [medeverdachte 3], [medeverdachte 11] en [medeverdachte 9]. [medeverdachte 11] heeft niet alleen na maar ook voorafgaand aan de uitvoer van de cocaïne vanuit Nederland naar Engeland uitvoeringshandelingen verricht.
8.10.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft vrijspraak bepleit, nu [verdachte] niet als medepleger kan worden aangemerkt. Tevens kan niet vastgesteld worden welke soort drugs is uitgevoerd.
8.10.3
Het oordeel van de rechtbank
De bewijsmiddelen
Uit de onderschepte Encrochat-berichten uit het onderzoek 26Lemont blijkt het navolgende.
In de periode van 1 april 2020 tot en met 1 juni 2020 heeft “[Encrochat-account 1]” de navolgende gesprekken met “[Encrochat-account 7]”.
1 april 2020
13:54:57 uur “[Encrochat-account 7]”
Ik heb een chauffeur geregeld
2 april 2020
7:17:26 uur “[Encrochat-account 7]”
Moet ik naar dat nieuwe huisje rijden?
7:18:26 uur “[Encrochat-account 1]”
Ja ik ga zo het adres naar jou sturen, …
7:18:29 uur “[Encrochat-account 1]”
Huur vandaag een bus en ga erin rijden
9:31:46 uur “[Encrochat-account 7]”
Ik ga vandaag naar dat huis niet rijden
9:32:24 uur “[Encrochat-account 7]”
Zij willen de auto rond de 15-16 mei geven
9:32:25 uur “[Encrochat-account 7]”
De verhuurbedrijven zijn dicht
10:12:32 uur “[Encrochat-account 1]”
Hoe is het met [bijnaam medeverdachte 9]
10:12:37 uur “[Encrochat-account 1]”
Ingeladen
10:13:01 uur “[Encrochat-account 7]”
Ik heb de bus net geregeld
10:13:23 uur “[Encrochat-account 1]”
Neem die mee
11:30:10 uur “[Encrochat-account 7]”
Ik heb de bus opgehaald [157]
Om 12:04:59 uur stuurt “[Encrochat-account 1]” een foto aan “[Encrochat-account 7]”. [158] Op deze foto is een schermafdruk van een e-mailbericht te zien met onder andere het adres “[adres 13] Luton”. [159]
19:52:29 uur “[Encrochat-account 1]”
Bespreek met [bijnaam medeverdachte 9] ong hoe laat morgen
19:53:10 uur “[Encrochat-account 7]”
Oké
19:59:06 uur “[Encrochat-account 7]”
Zaterdag 21 gaat naar hull varen
3 april 2020
7:00:33 uur “[Encrochat-account 7]”
Moet ik vandaag naar dat nieuwe huis rijden
7:00:49 uur “[Encrochat-account 1]”
Ja
7:01:09 uur “[Encrochat-account 1]”
De sleutel ligt daar verstopt
7:01:14 uur “[Encrochat-account 7]”
Oké
7:15:19 uur “[Encrochat-account 7]”
Ik ga over 30 min. vertrekken
8:45:07 uur “[Encrochat-account 7]”
En waar is de sleutel verstopt
8:45:18 uur “[Encrochat-account 7]”
Ik ben daar over 2h
8:46:03 uur “[Encrochat-account 1]”
Ik leg het uit wanneer je ter plaatse bent
11:17:54 uur “[Encrochat-account 7]”
Ik ben bij het huis [160]
Om 11:29:40 uur stuurt “[Encrochat-account 7]” een foto naar “[Encrochat-account 1]”. [161] Op deze foto staat een huis afgebeeld. [162]
11:29:59 uur “[Encrochat-account 1]”
Om 11:33:12 uur stuurt “[Encrochat-account 1]” een foto aan “[Encrochat-account 7]”. [164] Op deze foto is een schermafdruk van een bericht te zien met onder andere het adres “[adres 14], Huntingdon”. [165]
Om 11:33:25 uur stuurt “[Encrochat-account 1]” een foto naar “[Encrochat-account 7]”. [166] Op deze foto staat een huis afgebeeld. [167]
11:45:01 uur “[Encrochat-account 7]”
Uur rijden vanaf Luton
11:45:56 uur “[Encrochat-account 7]”
Hoe was die garage in Bedford, dit zou een sprookje zijn
11:46:09 uur “[Encrochat-account 7]”
Ik ga zo controleren of zij een e-mail terug hebben geschreven
11.46:18 uur “[Encrochat-account 1]”
Oké
11.48.25
uur “[Encrochat-account 7]”
Er is een antwoord e-mail
11:48:31 uur “[Encrochat-account 7]”
Ik ga die lezen en laat het weten
11.48.38
uur “[Encrochat-account 1]”
Super
11:51:18 uur “[Encrochat-account 7]”
Er zal een hal zijn
11:57:36 uur “[Encrochat-account 7]”
Ik ga even naar die hal toe rijden
11:57:46 uur “[Encrochat-account 7]”
Ik zal die dan in levenden lijven zien
11:57:59 uur “[Encrochat-account 7]”
Hoe die eruit ziet
11:59:41 uur “[Encrochat-account 1]”
Om 12:20:15 uur stuurt “[Encrochat-account 7]” een foto naar “[Encrochat-account 1]”. [169] Op deze foto staat een pand afgebeeld. [170]
12:20:16 uur “[Encrochat-account 7]”
Half uur naar huis
12:23:15 uur “[Encrochat-account 1]”
Geef het adres [171]
Om 12:23:49 uur stuurt “[Encrochat-account 7]” een foto aan “[Encrochat-account 1]”. [172] Op deze foto is een schermafdruk van een bericht te zien met onder andere het adres “Units 1 &2, [adres 15], Bedford”. [173]
12:42:42 uur “[Encrochat-account 1]”
Accepteer [bij- of roepnaam medeverdachte 3]
12:42:45 uur “[Encrochat-account 7]”
[Encrochat-account 2]… To [naam 1]
12:42:47 uur “[Encrochat-account 7]”
Oké
12:43:00 uur “[Encrochat-account 1]”
Ja
12:43:20 uur “[Encrochat-account 7]”
Ik heb [174]
Om 12:51:55 uur stuurt “[Encrochat-account 7]” een foto naar “[Encrochat-account 1]”. [175] Op deze foto staat een huis afgebeeld. [176]
12:51:56 uur “[Encrochat-account 7]”
Hier heb je 36 [177]
Tussen 12:54:43 uur en 13:01:25 uur stuurt “[Encrochat-account 7]” 26 foto’s naar “[Encrochat-account 1]”. [178] Op de foto’s zijn onder andere een leeg interieur van een woning en een garage te zien. [179]
13:01:25 uur “[Encrochat-account 7]”
Garage
13:05:56 uur “[Encrochat-account 7]”
De omgeving hier is te gek
13:06:24 uur “[Encrochat-account 7]”
Ik zou zelf hier kunnen wonen alleen ik ben een stadsmens
4 april 2020
0:14:04 uur “[Encrochat-account 7]”
Ik heb [bijnaam medeverdachte 9] gesproken en hij heeft gezegd dat hij de ferry vandaag niet gaat halen, hij gaat pas zondag om 22 varen
15:38:07 uur “[Encrochat-account 7]”
[bijnaam medeverdachte 9] is dan voor Hull en die twee naar die nieuwe? [180]
Om 15:58:04 uur stuurt “[Encrochat-account 1]” een foto naar “[Encrochat-account 7]”. [181] Op deze foto staat een vrachtwagen trekker afgebeeld. [182]
15:58:15 uur “[Encrochat-account 1]”
Hij is al in het vizier
17:19:49 uur “[Encrochat-account 7]”
Hoe laat zal hij er morgen zijn
17:36:47 uur “[Encrochat-account 1]”
Ik laat het weten
17:37:04 uur “[Encrochat-account 7]”
Oké
17:37:04 uur “[Encrochat-account 7]”
[bijnaam medeverdachte 9] heeft gebeld en heeft gezegd dat alles al klaar is en dat het kan worden geladen
17:58:20 uur “[Encrochat-account 1]”
Oké
5 april 2020
12:04:02 uur “[Encrochat-account 1]”
En, heeft hij gezegd hoe laat hij gaat varen
12:42:36 uur “[Encrochat-account 1]”
Vraag aan [bijnaam medeverdachte 9] hoe laat hij eraf gaat
12:47:43 uur “[Encrochat-account 7]”
Oké
12:50:05 uur “[Encrochat-account 7]”
Om 21 ferry
12:50:07 uur “[Encrochat-account 7]”
Heeft hij [bijnaam medeverdachte 9]
12:50:13 uur “[Encrochat-account 1]”
Oké
12:50:17 uur “[Encrochat-account 7]”
Gaat over 1 uur rijden
12:50:26 uur “[Encrochat-account 1]”
Hoe laat komt de boot er aan
13:31:31 uur “[Encrochat-account 7]”
7-8
13:31:57 uur “[Encrochat-account 1]”
Oké
16:25:54 uur “[Encrochat-account 7]”
Hij zal er over ong. 3 h zijn
16:26:13 uur “[Encrochat-account 1]”
Bij jou
16:26:49 uur “[Encrochat-account 7]”
Ja, want ik heb dit nagekeken en vanaf mij tot Dover is 2.15 min
19:46:11 uur “[Encrochat-account 7]”
Wij gaan terug naar huis
19:46:30 uur “[Encrochat-account 1]”
Heb je opgehaald
19:46:38 uur “[Encrochat-account 7]”
Om 19:58:04 uur stuurt “[Encrochat-account 7]” een foto naar “[Encrochat-account 1]”. [184] Op deze foto staan twee banden afgebeeld. Deze banden staan rechtop op kartonplaten die op de grond liggen. [185]
Om 20:25:56 uur stuurt “[Encrochat-account 7]” een foto naar “[Encrochat-account 1]”. [186] Op deze foto staan rechthoekige, in plastic verpakte, lichtbruine pakketten afgebeeld. Deze pakketten liggen op kartonplaten die op de grond liggen. [187]
Om 20:26:01 uur stuurt “[Encrochat-account 7]” een foto naar “[Encrochat-account 1]”. [188] Op deze foto staat een rechthoekig, in plastic verpakt, lichtbruin pakket met aan de bovenzijde op het plastic het woord “Givenchy” geprint. [189]
20:29:19 uur “[Encrochat-account 7]”
Om 20:31:54 uur stuurt “[Encrochat-account 7]” een foto naar “[Encrochat-account 1]”. [191] Op deze foto staan drie stapels rechthoekige, in plastic verpakte, witte pakketten afgebeeld. Deze pakketten liggen op kartonplaten die op de grond liggen. [192]
20:35:32 uur “[Encrochat-account 7]”
106
6 april 2020
5:20:50 uur “[Encrochat-account 7]”
Welkom ik ben al op, ik rijd om die “kapec” er af te gooien en ik wacht dan op een tel van [bijnaam medeverdachte 9]
6:18:47 uur “[Encrochat-account 1]”
De Engels man
6:19:57 uur “[Encrochat-account 7]”
Is net komen aanvaren
6:43:59 uur “[Encrochat-account 7]”
Ik heb hem gesproken, ik rijd om hem te pakken
8:18:34 uur “[Encrochat-account 1]”
Heb je opgehaald
8:45:10 uur “[Encrochat-account 7]”
Wij zijn 30 min van hem vandaan
8:45:18 uur “[Encrochat-account 1]”
Oké
9:10:54 uur “[Encrochat-account 7]”
Wij gaan naar de basis
9:45:03 uur “[Encrochat-account 1]”
Hoe laat begin je met het afgeven
11:11:53 uur “[Encrochat-account 7]”
Ik ben net de garage ingereden [193]
Om 11:34:03 uur stuurt “[Encrochat-account 7]” een foto naar “[Encrochat-account 1]”. [194] Op deze foto staan diverse rechthoekige, in plastic verpakte, pakketten afgebeeld. Deze pakketten liggen op de grond. Tevens staat achter deze pakketten een wiel afgebeeld. [195]
11:37:24 uur “[Encrochat-account 1]”
Geef het adres want zij zeuren [196]
Om 11:39:20 uur stuurt “[Encrochat-account 7]” een foto aan “[Encrochat-account 1]”. [197] Op deze foto is een schermafdruk van een website te zien met onder andere het adres “[adres 16], Hull, [POSTCODE 1]”. [198]
11:47:22 uur “[Encrochat-account 7]”
Ik heb het gestuurd naar ar…
11:48:05 uur “[Encrochat-account 7]”
Er kan een afspraak worden gemaakt over 15 min
11:48:12 uur “[Encrochat-account 7]”
Op dat adres
11:48:52 uur “[Encrochat-account 7]”
[Postcode 1]
11:57:54 uur “[Encrochat-account 1]”
[Encrochat-account 19]: Need 20 x 4 He will arrange with your guy
[Encrochat-account 19]: Bring 20 first
11:59:19 uur “[Encrochat-account 7]”
80 inpakken met 20 erin?
11:59:51 uur “[Encrochat-account 1]”
Om 12:00:32 uur stuurt “[Encrochat-account 7]” een foto naar “[Encrochat-account 1]”. [200] Op deze foto staan twee blauwe en een zwarte sporttas afgebeeld die op de grond liggen. De zwarte sporttas ligt op de blauwe sporttassen. [201]
12:00:46 uur “[Encrochat-account 7]”
Ja ik heb 80 ingepakt
12:00:56 uur “[Encrochat-account 7]”
30-30-20
12:01:17 uur “[Encrochat-account 7]”
Zij willen eerst 20 en later wat
12:01:33 uur “[Encrochat-account 1]”
Neem 20 en later dat wat je met hem zal afspreken
12:01:52 uur “[Encrochat-account 7]”
Maar ik ben dit niet aan het vervoeren
12:02:56 uur “[Encrochat-account 1]”
Als die 20 lukt, dan zal er een afspraak worden gemaakt voor de rest
12:03:05 uur “[Encrochat-account 7]”
Oké
12:03:37 uur “[Encrochat-account 7]”
Goed ik neem 10 van die grote en het probleem is opgelost
12:03:58 uur “[Encrochat-account 7]”
Hoe laat zullen zij op die postcode zijn
12:04:08 uur “[Encrochat-account 7]”
[Postcode 1]
12:20:07 uur “[Encrochat-account 7]”
Hoe laat zullen zij er zijn
12:43:17 uur “[Encrochat-account 7]”
Hoe laat zal hij/zij er zijn, na 20
12:43:20 uur “[Encrochat-account 7]”
Die eerste
12:43:25 uur “[Encrochat-account 1]”
Is er al
12:45:46 uur “[Encrochat-account 7]”
Zal daar over 5 min zijn
12:53:48 uur “[Encrochat-account 1]”
Hij heeft 20 van die 80 meegenomen
12:55:09 uur “[Encrochat-account 7]”
Ja
13:00:28 uur “[Encrochat-account 1]”
Regel die 60 met die gast
13:01:06 uur “[Encrochat-account 7]”
Ik heb de naam van zijn pisak
13:51:30 uur “[Encrochat-account 1]”
Hoe gaat het
13:51:55 uur “[Encrochat-account 7]”
80 is al afgegeven
13:52:04 uur “[Encrochat-account 1]”
Super
13:53:39 uur “[Encrochat-account 7]”
Welke is de volgende
13:54:50 uur “[Encrochat-account 1]”
Ik ben aan het afspreken
13:54:50 uur “[Encrochat-account 1]”
[Encrochat-account 20]: Hij is daar om 15:30 uk time
[Encrochat-account 9]: 13+10
[Encrochat-account 20]: Aub als kan in 2 apart zakken of bags of dozen
14:20:24 uur “[Encrochat-account 7]”
Oké
14:36:50 uur “[Encrochat-account 1]”
[Postcode 1]
14:36:58 uur “[Encrochat-account 1]”
Zet dit adres erin
14:37:30 uur “[Encrochat-account 7]”
Ik ben er over 10 min
14:46:11 uur “[Encrochat-account 7]”
Vertel dat ik in de bocht sta
9 april 2020
10:40:03 uur “[Encrochat-account 7]”
Wat gebeurt na die drugs
10:40:14 uur “[Encrochat-account 1]”
Weet je dat ik dat laatste werk heb geannuleerd
10:40:26 uur “[Encrochat-account 7]”
Ik weet het, je hebt dit verteld
10:40:32 uur “[Encrochat-account 7]”
Die 300 co zou gaan
10:40:33 uur “[Encrochat-account 1]”
Want die chauffeur paste mij niet
10:40:55 uur “[Encrochat-account 1]”
Hij was van [naam 10]
10:41:26 uur “[Encrochat-account 7]”
Als je het niet voelt, dan is het beter om het niet te doen, een kleine uitglij
10:41:31 uur “[Encrochat-account 7]”
Kom op, regel die garage
10:41:41 uur “[Encrochat-account 7]”
Zodat zij dat in dat huis leeghalen
10:42:09 uur “[Encrochat-account 7]”
Ik ga daar een doorgang maken
10:42:33 uur “[Encrochat-account 1]”
Oké
13:59:16 uur “[Encrochat-account 7]”
Hoeveel wil je in NL per stuk hebben
13:59:29 uur “[Encrochat-account 7]”
Want iemand wil komen aanrijden
13:59:41 uur “[Encrochat-account 1]”
Waarvoor
14:00:11 uur “[Encrochat-account 7]”
Stuk cocaïne
14:00:20 uur “[Encrochat-account 7]”
Ter plaatse in NL
14:00:22 uur “[Encrochat-account 1]”
27.5
14:00:34 uur “[Encrochat-account 1]”
Duizend verdient
14:00:48 uur “[Encrochat-account 7]”
27.5
voor mij
14:02:01 uur “[Encrochat-account 7]”
Want een gast heeft aangeboden 28.5 ter plekke te betalen
14:02:28 uur “[Encrochat-account 1]”
Dat is dan 2 verdient
14:02:33 uur “[Encrochat-account 7]”
Dus duizend per hoofd
14:02:58 uur “[Encrochat-account 7]”
700 per hoofd
14:03:11 uur “[Encrochat-account 7]”
Ik, jij en collega/kennis
15 april 2020
15:10:27 uur “[Encrochat-account 1]”
Hi en wanneer gaat [bijnaam medeverdachte 9] vertrekken
16:05:31 “[Encrochat-account 7]”
[bijnaam medeverdachte 9] donderdag of vrijdag
16:06:08 uur “[Encrochat-account 1]”
Oké
16 april 2020
11:47:29 “[Encrochat-account 7]”
[bijnaam medeverdachte 9] morgen laden
11:47:39 “[Encrochat-account 7]”
Ik ben overmorgen in Nederland
19 april 2020
21:53:57 uur “[Encrochat-account 7]”
Stuur een lijst
21:54:35 uur “[Encrochat-account 7]”
Voor het werk voor morgen
21:55:02 uur “[Encrochat-account 1]”
[naam 1] gaat opsturen
22:00:48 uur “[Encrochat-account 7]”
Oké
20 april 2020
7:25:52 uur “[Encrochat-account 7]”
Hij is uit de haven gereden
7:26:07 uur “[Encrochat-account 7]”
Ik ga hem zo pakken
7:28:20 uur “[Encrochat-account 7]”
Ik geef 40 aan [bijnaam medeverdachte 9]
7:28:35 uur “[Encrochat-account 1]”
Ja
7:28:36 uur “[Encrochat-account 7]”
Ik ga hun loon voor dat werk geven
7:28:44 uur “[Encrochat-account 1]”
Oké
9:25:15 uur “[Encrochat-account 7]”
Ik heb ontvangen
9:25:32 uur “[Encrochat-account 7]”
Wij gaan naar de hal rijden
9:31:48 uur “[Encrochat-account 7]”
Ik heb 40 duizend aan hen gegeven
11:27:25 uur “[Encrochat-account 7]”
Ik ga aan het werk
11:27:56 uur “[Encrochat-account 1]”
Heb je tassen
11:28:10 uur “[Encrochat-account 7]”
Ja
23 april 2020
23:06:28 uur “[Encrochat-account 1]”
Ben je er
23:06:34 uur “[Encrochat-account 1]”
Ik in Bode
25 april 2020
10:38:36 uur “[Encrochat-account 7]”
Een kennis/collega wil 5 kg cocaine voor NL
10:38:50 uur “[Encrochat-account 7]”
Heb je iets goeds?
10:38:57 uur “[Encrochat-account 1]”
Ik vraag
7 mei 2020
18:31:11 uur “[Encrochat-account 7]”
Ik heb [bijnaam medeverdachte 9] gebeld
18:31:26 uur “[Encrochat-account 7]”
Morgen gaat hij laden
18:31:50 uur “[Encrochat-account 7]”
Vrijdag om 22 gaat hij uit PL wegrijden
18:32:04 uur “[Encrochat-account 7]”
Op zondag gaat hij varen, maandag zal hij bij mij zijn
8 mei 2020
13:21:36 uur “[Encrochat-account 7]”
Ik ga de bus tot dinsdag verlengen
13:21:47 uur “[Encrochat-account 7]”
In verband met [bijnaam medeverdachte 9]
11 mei 2020
7:37:35 uur “[Encrochat-account 7]”
[bijnaam medeverdachte 9] heeft gebeld
7:37:45 uur “[Encrochat-account 7]”
Hij rijdt/vliegt al
9:54:34 uur “[Encrochat-account 7]”
Ik ga terug naar de garages
9:54:39 uur “[Encrochat-account 7]”
Hij heeft aangenomen
9:54:55 uur “[Encrochat-account 1]”
Oké
10:54:35 uur “[Encrochat-account 7]”
Ik ga terug naar de garages
10:54:40 uur “[Encrochat-account 7]”
Hij heeft in ontvangst genomen
20 mei 2020
18:50:37 uur “[Encrochat-account 7]”
Wanneer moeten die ‘kapec’ worden ingepakt
22:11:44 uur “[Encrochat-account 7]”
Zeg tegen mij wat met die chauffeur van [naam 11] moet gebeuren
22:11:50 uur “[Encrochat-account 7]”
Hoe die het beste kan worden neergezet
22:28:27 uur “[Encrochat-account 7]”
Hij rijdt met een oversized van Bydgoszcz, vaart vanuit Hull en Kingholm of zoiets
22:28:45 uur “[Encrochat-account 7]”
Hangt af van de bestelling alhoewel het is vakker HULI
21 mei 2020
13:55:32 uur “[Encrochat-account 1]”
[naam 12] is waarschijnlijk opgepakt
14:02:30 uur “[Encrochat-account 7]”
Waarmee vloog/reed hij?
14:06:10 uur “[Encrochat-account 1]”
450 kruiden
29 mei 2020
10:47:46 uur “[Encrochat-account 7]”
[bijnaam medeverdachte 9] is vertrokken
10:47:49 uur “[Encrochat-account 7]”
Hij is al aan het rijden
10:47:59 uur “[Encrochat-account 7]”
Ik ga morgen ’s ochtends vertrekken
10:48:56 uur “[Encrochat-account 1]”
Oké
1 juni 2020
6:16:18 uur “[Encrochat-account 7]”
Wij gaan over 1 uur weg van het dek
9:42:49 uur “[Encrochat-account 7]”
Ik heb [bijnaam medeverdachte 9] onderweg te pakken gekregen, wij hebben 20 km tot aan de plek van ontvangst
9:45:03 uur “[Encrochat-account 1]”
Super [202]
In de periode van 1 april 2020 tot en met 28 mei 2020 heeft
“[Encrochat-account 2]”de navolgende gesprekken met
“[Encrochat-account 8]”.
6 april 2020
6:22:21 uur “[Encrochat-account 8]”
Zal eerste om 9 zijn?
6:22:26 uur “[Encrochat-account 2]”
Ja
6:22:35 uur “[Encrochat-account 2]”
Om 16 op te halen
6:22:44 uur “[Encrochat-account 2]”
Tweede om 10
6:22:52 uur “[Encrochat-account 2]”
Om 60+30 o te halen
6:23:21 uur “[Encrochat-account 8]”
Oké
6:33:17 uur “[Encrochat-account 2]”
20kg total (all givenchy)
20 from the 60kg
Givenchy
Peugeot bipper
White
[KENTEKEN 11]
[KENTEKEN 12]
6:34:07 uur “[Encrochat-account 8]”
Dus 60+30 op te halen
6:34:07 uur “[Encrochat-account 2]”
Over 10 min
6:34:12 uur “[Encrochat-account 2]”
Driver 2)....
X 35 kg
35 kg from the 60kg (Givenchy)
[KENTEKEN 13]
Blue BMW 4 series
Reg: Lx19
Eta 20 min
6:34:51 uur “[Encrochat-account 2]”
Driver 3)..
35kg total
30kg from 30kg
+
5kg from 60kg (Givenchy)
White ford transit
[KENTEKEN 14]
Eta 35 min
6:36:49 uur “[Encrochat-account 2]”
Verdeel het zo zoals ik naar jou heb geschreven oké
6:37:06 uur “[Encrochat-account 2]”
Voordat je gaat inpakken, maak foto’s voor mij oké
6:52:46 uur “[Encrochat-account 2]”
Ga rustig inpakken voor die drie chauffeurs, ga twee keer tellen, wij hebben tijd
6:55:30 uur “[Encrochat-account 2]”
Planswijziging
6:55:44 uur “[Encrochat-account 2]”
Zij willen zo snel mogelijk
6:55:57 uur “[Encrochat-account 2]”
En dat adres is zwakjes, zeiden zij
6:56:08 uur “[Encrochat-account 2]”
Want daar is een camera
6:56:58 uur “[Encrochat-account 8]”
Geef mij even, ik ga inpakken en rijden
7:00:54 uur “[Encrochat-account 8]”
Zal ik een nieuw adres zoeken?
7:01:01 uur “[Encrochat-account 2]”
Ja
7:14:04 uur “[Encrochat-account 8]”
[POSTCODE 2]
7:23:33 uur “[Encrochat-account 2]”
Zij zijn al aan het wachten, ga rijden, succes
7:55:05 uur “[Encrochat-account 8]”
Ik heb die bmw gezien
7:57:11 uur “[Encrochat-account 8]”
Ik heb dat voor die 3 meegenomen
7:57:19 uur “[Encrochat-account 2]”
Rijd een stukje daarvandaan weg, zodat zij niet zien dat je alles in 1 keer vervoert
7:57:30 uur “[Encrochat-account 2]”
Want dit zou 1 na 1 moeten gebeuren oké
7:57:57 uur “[Encrochat-account 8]”
Goed ik rijd naar die met die BMW en ik rijd naar een stukje verderop
7:58:06 uur “[Encrochat-account 2]”
Rijd weg, wacht 5 min en rijd daarnaartoe terug
7:59:14 uur “[Encrochat-account 2]”
Het zal beter zijn als zij niet zien dat wij het goed/de goederen vervoeren
7:59:22 uur “[Encrochat-account 2]”
Alles in één auto
8:01:55 uur “[Encrochat-account 2]”
This next ...
35kg total
30kg from 30kg
+
5kg from 60kg (Givenchy)
White ford transit
[KENTEKEN 14]
Eta 35 min
8:02:03 uur “[Encrochat-account 2]”
Dit is het volgende
8:03:10 uur “[Encrochat-account 2]”
Hij is daar al en wacht
8:04:29 uur “[Encrochat-account 8]”
Het kenteken
8:04:52 uur “[Encrochat-account 2]”
Heb ik niet
8:05:33 uur “[Encrochat-account 2]”
Als er op die plek een witte transit staat, dan is dit heel waarschijnlijk hij
8:10:40 uur “[Encrochat-account 2]”
This next pls...
[adres 17]
X 35 kg
35 kg from the 60kg
(Givenchy)
[KENTEKEN 13]
Blue BMW 4 series
Reg: Lx19
8:11:24 uur “[Encrochat-account 8]”
Laat hem staan daar waar hij staat want het is op die straat druk geworden
8:13:37 uur “[Encrochat-account 2]”
Goed, geef dan aan hem en hij kan oprotten
8:17:30 uur “[Encrochat-account 2]”
Kom terug naar huis er is dat 10 nog
8:18:16 uur “[Encrochat-account 8]”
10 en 16
8:37:26 uur “[Encrochat-account 2]”
Heb je het postcode
8:37:53 uur “[Encrochat-account 8]”
[POSTCODE 2]
8:40:36 uur “[Encrochat-account 2]”
Rijd naar die plek van dat postcode
8:41:05 uur “[Encrochat-account 8]”
Slechts 16 nemen
8:41:19 uur “[Encrochat-account 2]”
Ja slechts 16
8:54:44 uur “[Encrochat-account 8]”
Ik ben er
9:00:52 uur “[Encrochat-account 8]”
Wij zijn lang aan het wachten op die laatste
9:00:52 uur “[Encrochat-account 2]”
Ik ben nu aan het regelen
12:11:29 uur “[Encrochat-account 2]”
Alles was met een tape beplakt
12:12:08 uur “[Encrochat-account 2]”
Je had 60- 30- 16- 10
13:06:30 uur “[Encrochat-account 2]”
[POSTCODE 2]
13:06:41 uur “[Encrochat-account 2]”
Hij is er al en wacht daar
13:06:51 uur “[Encrochat-account 8]”
Ik ben al aan het rijden 10 min
13:29:43 uur “[Encrochat-account 2]”
Ben je daar
13:29:50 uur “[Encrochat-account 8]”
Ja maar er is hier in de buurt niets wat erop lijkt
13:41:33 uur “[Encrochat-account 2]”
69 reg white polo he in bro
11 mei 2020
18:55:44 “[Encrochat-account 8]”
Is al bekend hoe laat zij zullen komen?
18:56:38 uur “[Encrochat-account 2]”
Zij zullen elk ogenblik zijn
19:06:40 uur “[Encrochat-account 2]”
Zij zijn daar al
19:17:21 “[Encrochat-account 8]”
Zijn zij er
19:53:08 “[Encrochat-account 8]”
Is het bekend wanneer volgende
20:01:48 uur “[Encrochat-account 2]”
Morgen ’s ochtends
20:41:11 “[Encrochat-account 8]”
En hoe laat morgen?
20:43:06 uur “[Encrochat-account 2]”
Ik heb info dat morgen ’s ochtends
20:43:25 uur “[Encrochat-account 2]”
Wij zullen het zeker 1 uur van tevoren vernemen
12 mei 2020
6:59:13 uur “[Encrochat-account 2]”
Om 12 de eerste
12:31:48 uur “[Encrochat-account 2]”
Zij zijn bij nr. 9
12:32:03 uur “[Encrochat-account 2]”
Zilverkleurige merce
12:36:10 “[Encrochat-account 8]”
Ik heb hek
12:36:12 “[Encrochat-account 8]”
In de periode van 3 april 2020 tot en met 1 juni 2020 heeft
“[Encrochat-account 2]”de navolgende gesprekken met
“[Encrochat-account 7]”.
4 april 2020
0:14:19 uur “[Encrochat-account 7]”
Ik heb [BIJNAAM MEDEVERDACHTE 9] gesproken, hij zei dat hij vandaag niet meer op de veer kan komen, hij zal pas maandag om 22 gaan varen
5 april 2020
19:25:34 uur “[Encrochat-account 2]”
Is die plaats OK?
19:25:55 uur “[Encrochat-account 7]”
Een zeer kleine stad
19:26:29 uur “[Encrochat-account 2]”
Hoe heet die stad
19:27:11 uur “[Encrochat-account 7]”
Hnutingdon
19:30:35 uur “[Encrochat-account 7]”
Zet het zo op dat die 80 als eerste komt
19:31:21 uur “[Encrochat-account 2]”
OK ik ga doen wat ik kan, vanaf hoe laat wil je uitgeven
19:31:37 uur “[Encrochat-account 7]”
Zo vroeg mogelijk
19:32:03 uur “[Encrochat-account 7]”
8
19:46:02 uur “[Encrochat-account 7]”
We gaan terug naar huis
19:46:52 uur “[Encrochat-account 7]”
Opgehaald
20:33:31 uur “[Encrochat-account 2]”
10
20:38:25 uur “[Encrochat-account 7]”
Klop t [204]
Om 20:38:34 uur stuurt “[Encrochat-account 7]” een foto naar “[Encrochat-account 2]”. [205] Op deze foto staan rechthoekige, in plastic verpakte, lichtbruine pakketten afgebeeld. Deze pakketten liggen op kartonplaten die op de grond liggen. [206]
20:38:34 uur “[Encrochat-account 7]”
Om 20:38:50 uur stuurt “[Encrochat-account 7]” een foto naar “[Encrochat-account 2]”. [208] Op deze foto staan twee stapels rechthoekige, in plastic verpakte, witte pakketten afgebeeld. Deze pakketten liggen op kartonplaten die op de grond liggen. Op de bovenste pakketten van de twee stapels staat “10” geschreven. [209]
20:38:54 uur “[Encrochat-account 7]”
10
20:39:07 uur “[Encrochat-account 2]”
Super [210]
Om 20:44:38 uur stuurt “[Encrochat-account 7]” een foto naar “[Encrochat-account 2]”. [211] Op deze foto staan twee blauwe sporttassen afgebeeld met daarin rechthoekige, in plastic verpakte, lichtbruine pakketten. [212]
20:44:42 uur “[Encrochat-account 7]”
Om 20:47:52 uur stuurt “[Encrochat-account 7]” een foto naar “[Encrochat-account 2]”. [214] Op deze foto staat een blauwe sporttas afgebeeld met daarin rechthoekige, in plastic verpakte, zilverkleurige pakketten. [215]
20:49:42 uur “[Encrochat-account 7]”
Om 20:47:52 uur stuurt “[Encrochat-account 7]” een foto naar “[Encrochat-account 2]”. [217] Op deze foto staat een zwarte sporttas afgebeeld met daarin rechthoekige, in plastic verpakte, zilverkleurige pakketten. [218]
20:49:42 uur “[Encrochat-account 7]”
16
20:50:16 uur “[Encrochat-account 2]”
Super [219]
Om 20:52:58 uur stuurt “[Encrochat-account 7]” een foto naar “[Encrochat-account 2]”. [220] Op deze foto staat een zwarte sporttas van het merk Lonsdale afgebeeld. [221]
20:53:02 uur “[Encrochat-account 7]”
Om 21:06:55 uur stuurt “[Encrochat-account 7]” een foto naar “[Encrochat-account 2]”. [223] Op deze foto staan twee banden afgebeeld. [224]
21:08:24 uur “[Encrochat-account 2]”
A 16 stuks zal 9.00 zijn [225]
6 april 2020
Om 11:39:38 uur stuurt “[Encrochat-account 7]” een foto aan “[Encrochat-account 2]”. [226] Op deze foto is een schermafdruk van een website te zien met onder andere het adres “[adres 16], Bransholme, Hull, [POSTCODE 1]”. [227]
Om 11:45:41 uur stuurt “[Encrochat-account 7]” een foto naar “[Encrochat-account 2]”. [228] Op deze foto staan drie stapels rechthoekige, in plastic verpakte, lichtbruine pakketten afgebeeld. Deze pakketten liggen op de grond. Op de bovenste pakketten van de drie stapels staat “13” geschreven. [229]
11:45:53 uur “[Encrochat-account 7]”
13 klopt [230]
Om 11:46:06 uur stuurt “[Encrochat-account 7]” een foto naar “[Encrochat-account 2]”. [231] Op deze foto staan twee stapels rechthoekige, in plastic verpakte, lichtbruine pakketten afgebeeld. Deze pakketten liggen op de grond. Op de bovenste pakketten van de twee stapels staat “10” geschreven. [232]
11:46:15 uur “[Encrochat-account 7]”
10 klopt [233]
Om 11:46:29 uur stuurt “[Encrochat-account 7]” een foto naar “[Encrochat-account 2]”. [234] Op deze foto staan twee stapels rechthoekige, in plastic verpakte, lichtbruine pakketten afgebeeld. Deze pakketten liggen op de grond. Op de bovenste pakketten van de twee stapels staat “9” geschreven. [235]
11:46:36 uur “[Encrochat-account 7]”
Het klopt
Om 11:46:53 uur stuurt “[Encrochat-account 7]” een foto naar “[Encrochat-account 2]”. [236] Op deze foto staan diverse stapels rechthoekige, in plastic verpakte, zilverkleurige pakketten afgebeeld. Deze pakketten liggen op de grond. Op de bovenste pakketten van de stapels staat “80” geschreven. [237]
11:47:00 uur “[Encrochat-account 7]”
80 klopt
11:52:02 uur “[Encrochat-account 7]”
[Postcode 1]
12:49:53 uur “[Encrochat-account 2]”
[Encrochat-account 19]: Need 20 x 4 He will arrange with your guy
[Encrochat-account 19]: Bring 20 first
12:49:53 uur “[Encrochat-account 2]”
Zij zijn daar over 30 min
15:26:07 uur “[Encrochat-account 2]”
[adres 18]
15:27:00 uur “[Encrochat-account 2]”
Hoe laat zou je op dit adres kunnen zijn
7 april 2020
7:01:59 uur “[Encrochat-account 2]”
Op ben op die straat
7:02:25 uur “[Encrochat-account 2]”
[adres 18]?
7:02:33 uur “[Encrochat-account 7]”
Ja
7:02:47 uur “[Encrochat-account 7]”
[adres 18] [238]
Om 7:17:16 uur stuurt “[Encrochat-account 7]” een foto naar “[Encrochat-account 2]”. [239] Op deze foto staan negen rechthoekige, in plastic verpakte, lichtbruine pakketten afgebeeld. Deze pakketten liggen op de grond. [240]
7:17:21 uur “[Encrochat-account 7]”
9
7:17:52 uur “[Encrochat-account 2]”
Ok super
12:33:18 uur “[Encrochat-account 7]”
Zal om 15 op die plek zijn of is om 15 klaar met werk?
12:43:27 uur “[Encrochat-account 7]”
Ik rij naar de winkel, ga eten en zal het eruit halen
13:55:25 uur “[Encrochat-account 7]”
Ik ben er
14:08:47 uur “[Encrochat-account 7]”
Ik sta op de hoek
14:17:07 uur “[Encrochat-account 2]”
maak aub foto’s van hoeveel het er is en wat [241]
Om 14:26:00 uur stuurt “[Encrochat-account 7]” een foto naar “[Encrochat-account 2]”. [242] Op deze foto staan rechthoekige, in plastic verpakte, zilverkleurige pakketten afgebeeld. [243]
14:26:24 uur “[Encrochat-account 7]”
9
14:30:03 uur “[Encrochat-account 2]”
Dank je, rij voorzichtig
14:49:08 uur “[Encrochat-account 7]”
Over 3 uur ben ik daar
17:49:19 uur “[Encrochat-account 7]”
Ik ben er
17:49:28 uur “[Encrochat-account 2]”
OK
17:54:02 uur “[Encrochat-account 7]”
Hij heeft het al ontvangen
17:54:05 uur “[Encrochat-account 7]”
En is weggereden
8 april 2020
13:46:50 uur “[Encrochat-account 2]”
Ik ben in BODE
20 april 2020
7:39:48 uur “[Encrochat-account 7]”
… ik wacht op [BIJNAAM MEDEVERDACHTE 9]. Die kan ieder moment hier zijn
7:44:01 uur “[Encrochat-account 7]”
Ik heb hem
8:30:44 uur “[Encrochat-account 7]”
Wat heb je aan interessants voor mij
8:38:53 uur “[Encrochat-account 7]”
Zal het wel 150 zijn?
8:44:51 uur “[Encrochat-account 2]”
159
8:48:05 uur “[Encrochat-account 2]”
Bekkie, 1 vent die 20 givenchy komt halen, zal ook direct geld geven en dat geld zal ook aan [BIJNAAM MEDEVERDACHTE 9] moeten worden gegeven
8:48:28 uur “[Encrochat-account 7]”
Goed
8:49:07 uur “[Encrochat-account 7]”
Over 20 minuten ga ik afhalen
9:25:38 uur “[Encrochat-account 7]”
We rijden naar loods
10:44:44 uur “[Encrochat-account 7]”
Hier gaan we afgiftes doen
10:49:28 uur “[Encrochat-account 2]”
40, 20, 39, 60
10:49:57 uur “[Encrochat-account 2]”
40 met witte vellen is 40 en 40 zonder vellen is 20 want dit was al zo ondertekenden ik had geen marker
10:50:06 uur “[Encrochat-account 2]”
De rest is ondertekend
11:06:26 uur “[Encrochat-account 2]”
Nog 1 plaats zou handig zijn
11:07:04 uur “[Encrochat-account 2]”
Zodat er niet twee tegelijkertijd komen aanrijden
11:07:32 uur “[Encrochat-account 7]”
Goed
12:23:31 uur “[Encrochat-account 2]”
39 + 60 zal eerste afgegeven worden
12:27:11 uur “[Encrochat-account 7]”
Ik ga aan het werk
12:27:20 uur “[Encrochat-account 7]”
39 klopt
12:28:31 uur “[Encrochat-account 7]”
40 klopt
12:29:07 uur “[Encrochat-account 7]”
20 klopt
12:30:06 uur “[Encrochat-account 7]”
60 klopt
12:32:29 uur “[Encrochat-account 7]”
Een “kostka” is zacht
12:32:40 uur “[Encrochat-account 7]”
Alsof er meel zou zijn
12:32:48 uur “[Encrochat-account 7]”
Ik ga die openmaken
12:35:01 uur “[Encrochat-account 2]”
Nee laat het
12:35:22 uur “[Encrochat-account 2]”
Wij hebben er niet aan gezeten, het is zoals origineel, laat het zo
12:35:59 uur “[Encrochat-account 2]”
Als we het openen, wordt het een probleem en ze gaan ons ermee opzadelen
13:13:48 uur “[Encrochat-account 2]”
Kan de eerste over 20 min komen?
13:13:55 uur “[Encrochat-account 7]”
Ja
13:36:31 uur “[Encrochat-account 2]”
Hij is daar
13:36:40 uur “[Encrochat-account 2]”
Hij komt al voorrijden
13:36:55 uur “[Encrochat-account 2]”
Eerste 20 van 39
14:08:56 uur “[Encrochat-account 7]”
Hull
14:09:22 uur “[Encrochat-account 7]”
[adres 19]
15:00:51 uur “[Encrochat-account 7]”
Nu moet er aan hem 14 van de 39 en 20 van de 61 worden gegeven
15:01:18 uur “[Encrochat-account 2]”
Ja
15:13:54 uur “[Encrochat-account 2]”
Dit voor 20 givenchy met opschrift 40
15:14:03 uur “[Encrochat-account 2]”
Geven ze ook geld
15:14:04 uur “[Encrochat-account 7]”
OK
15:45:22 uur “[Encrochat-account 2]”
Dus 60-39 feitelijk afgegeven
15:45:47 uur “[Encrochat-account 7]”
Ja, ik heb het niet meer
15:45:57 uur “[Encrochat-account 2]”
OK super
15:45:58 uur “[Encrochat-account 7]”
Ik ga terug naar de loods
15:45:06 uur “[Encrochat-account 7]”
In de auto is over Mi 40 met vel + 20 “veertigjes”
15:46:34 uur “[Encrochat-account 2]”
Die 20 zullen we zo meteen afgeven
15:47:00 uur “[Encrochat-account 2]”
En voor die 40 zijn ook al aasgieren aan het ronddraaien
24 april 2020
20:36:23 uur “[Encrochat-account 2]”
Ik ben in Bode ….
11 mei 2020
6:10:30 uur “[Encrochat-account 7]”
[bijnaam medeverdachte 9] gaat over ongeveer een uurtje bij ons wegvaren
7:40:18 uur “[Encrochat-account 7]”
[bijnaam medeverdachte 9] heeft gebeld
7:40:28 uur “[Encrochat-account 7]”
Hij vliegt al
9:54:25 uur “[Encrochat-account 7]”
Ik ga terug naar de garages
11:56:19 uur “[Encrochat-account 7]”
Zij is ontploft
12:03:46 uur “[Encrochat-account 2]”
Verzamel alles in een zak
12:03:58 uur “[Encrochat-account 2]”
Het verschil moeten we betalen
12:31:28 uur “[Encrochat-account 2]”
Verzamel dat bij elkaar bekkie
12:50:36 uur “[Encrochat-account 7]”
Prada 86 stuks
12:52:52 uur “[Encrochat-account 7]”
34
12:55:00 uur “[Encrochat-account 2]”
Doe die voor mij allemaal apart
12:55:07 uur “[Encrochat-account 7]”
10A = 20 stuks
12:55:53 uur “[Encrochat-account 7]”
A = 10 stuks
12:57:18 uur “[Encrochat-account 7]”
3a = 3 stuk
12:57:52 uur “[Encrochat-account 2]”
Die met A allemaal
12:57:57 uur “[Encrochat-account 2]”
Doe ze apart, het moet 30 zijn
13:02:22 uur “[Encrochat-account 2]”
7a + 3a + 10a + 10a
13:19:38 uur “[Encrochat-account 2]”
7a + 3a + 10a + 10a met teken A + 26prada totaal56
13:22:51 uur “[Encrochat-account 2]”
Zijn het 56?
13:22:56 uur “[Encrochat-account 7]”
56 in totaal
13:23:11 uur “[Encrochat-account 2]”
Super
13:23:36 uur “[Encrochat-account 2]”
Pak in dat gaat naar eentje
13:29:20 uur “[Encrochat-account 2]”
Zij wachten al
13:29:36 uur “[Encrochat-account 7]”
Op welk adres wachten ze?
13:29:55 uur “[Encrochat-account 2]”
Dat je me toestuurde
13:30:29 uur “[Encrochat-account 2]”
[adres 19]
13:30:31 “[Encrochat-account 7]”
Zal er pas over een half uur zijn
13:58:55 “[Encrochat-account 7]”
Er is over: 60 prada, 34A en 10 met opschrift A
14:43:29 uur “[Encrochat-account 2]”
[Encrochat-account 21]: Eta 3.25
[Encrochat-account 21]: Merc citan van 64 plate
14:43:44 uur “[Encrochat-account 2]”
15.25
14:44:21 uur “[Encrochat-account 2]”
10 stuks van die met band
15:01:42 uur “[Encrochat-account 7]”
Ik ga als een sodemieter
16:42:03 uur “[Encrochat-account 7]”
Hoeveel komt hij halen?
16:43:51 uur “[Encrochat-account 2]”
34
1 juni 2020
9:42:43 uur “[Encrochat-account 7]”
Ik heb [bijnaam medeverdachte 9] op de route te pakken gekregen, we hebben nog 20 km naar de plek van afgifte
9:52:09 uur “[Encrochat-account 2]”
Hoe laat denk je te gaan afgeven
9:52:14 uur “[Encrochat-account 7]”
Zo rond 14
9:52:28 uur “[Encrochat-account 2]”
Dat denk ik ook
9:52:44 uur “[Encrochat-account 2]”
Fijn, want het is maar 1 klant
10:06:22 uur “[Encrochat-account 7]”
We redden het niet om 14
10:06:38 uur “[Encrochat-account 2]”
165 stuks en allemaal dezelfde
10:06:50 uur “[Encrochat-account 2]”
Weet ik, ik heb [NAAM 13] gesproken
14:41:54 uur “[Encrochat-account 2]”
Geef die postcode
14:44:17 uur “[Encrochat-account 7]”
[adres 20]
14:44:54 uur “[Encrochat-account 7]”
En twee straten bij dat park vandaag is de afgifte
15:00:16 uur “[Encrochat-account 7]”
Geef door aan VADER zodat ik niet bel
15:05:13 uur “[Encrochat-account 2]”
First time I need 30 – 20 – 20 please can you put them in different bags and mark clearly with the number on them
15:05:45 uur “[Encrochat-account 7]”
Ok
17:34:12 uur “[Encrochat-account 2]”
Geef het adres van afgifte door, bekkie
17:38:15 uur “[Encrochat-account 7]”
[adres 19]
17:46:35 uur “[Encrochat-account 2]”
Stuur aub een foto van KOSC zodra je ze uitkleedt [244]
Om 18:01:18 uur stuurt “[Encrochat-account 7]” een foto naar “[Encrochat-account 2]”. [245] Op deze foto staat een vrachtwagenband afgebeeld. Uit deze band wordt een voorwerp gehaald. [246]
18:11:49 uur “[Encrochat-account 2]”
Zodra je klaar bent, maak aub een foto 20 + 20 + 30 alles ondertekend en het liefst later de tas waar wat is, ok [247]
Om 18:40:52 uur stuurt “[Encrochat-account 7]” een foto naar “[Encrochat-account 2]”. [248] Op deze foto staat een stapel plastic zilveren pakketten die op de grond liggen, afgebeeld. [249]
18:41:14 uur “[Encrochat-account 7]”
165
18:11:33 uur “[Encrochat-account 2]”
Super
18:51:07 uur “[Encrochat-account 7]”
We starten [250]
Om 18:52:25 uur stuurt “[Encrochat-account 7]” een foto naar “[Encrochat-account 2]”. [251] Op deze foto staat een lichtblauwe zwarte sporttas afgebeeld. Op deze sporttas staat “20” geschreven. [252]
Om 18:53:19 uur stuurt “[Encrochat-account 7]” een foto naar “[Encrochat-account 2]”. [253] Op deze foto staat een lichtblauwe zwarte sporttas afgebeeld. Op deze sporttas staat “30” geschreven. [254]
Om 18:53:19 uur stuurt “[Encrochat-account 7]” een foto naar “[Encrochat-account 2]”. [255] Op deze foto staat een lichtblauwe zwarte sporttas afgebeeld. Op deze sporttas staat “20” geschreven. [256]
20:02:09 uur “[Encrochat-account 7]”
Er zijn 40 over
20:03:00 uur “[Encrochat-account 7]”
De laatste
20:03:32 uur “[Encrochat-account 2]”
20 + 10 + 10
20:03:54 uur “[Encrochat-account 2]”
Maak voor mij kant en klare foto’s van de tassen
20:15:51 uur “[Encrochat-account 2]”
Gaan jullie maar beginnen met die laatste 10 + 10 + 20
20:33:12 uur “[Encrochat-account 7]”
Tot vrijdag zal [BIJNAAM MEDEVERDACHTE 9] waarschijnlijk in de UK zijn [257]
In de periode van 1 april 2020 tot en met 9 mei 2020 heeft
“[Encrochat-account 4]”de navolgende gesprekken met
“[Encrochat-account 7]”.
3 april 2020
11:32:27 uur “[Encrochat-account 4]”
Ik ben een verzending naar jou in vacuüm aan het zetten, zo meteen
11.38.08
uur “[Encrochat-account 7]”
Ik ben er erg blij mee
15:49:41 uur “[Encrochat-account 4]”
Er zullen 56 stuks per “kapec” zijn
15:51:31 uur “[Encrochat-account 4]”
1 “kapec”: 13+10+9+24stuks van die met de opschrift: 80
15:53:35 uur “[Encrochat-account 4]”
De tweede
15:53:35 uur “[Encrochat-account 4]”
Er zullen daarin 56 stuks zijn met de opschrift 80
4 april 2020
6:10:12 uur “[Encrochat-account 4]”
Waar hij is
6:10:18 uur “[Encrochat-account 4]”
Nu
6:12:05 uur “[Encrochat-account 7]”
Ga nu naar hem rijden [258]
Om 6:14:09 uur stuurt “[Encrochat-account 7]” een foto naar “[Encrochat-account 4]”. [259] Een verbalisant heeft de persoon op deze foto herkend als [medeverdachte 9]. [260]
17:58:11 uur “[Encrochat-account 7]”
[bijnaam medeverdachte 9] heeft gebeld en heeft gezegd dat alles klaar is, kan worden geladen
20:42:34 uur “[Encrochat-account 4]”
Hij gaat of ’s ochtends of ’s avonds varen
20:42:58 uur “[Encrochat-account 4]”
116 st [261]
Het oordeel van de rechtbank
Op grond van vorenstaande bewijsmiddelen – in onderling verband en samenhang bezien – acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat [verdachte], [medeverdachte 3] en [medeverdachte 11] op respectievelijk 5 april 2020 (116 blokken/kilo), 20 april 2020 (159 blokken/kilo), 10 mei 2020 (56 blokken/kilo) en 1 juni 2020 (165 blokken/kilo) verdovende middelen vanuit Nederland naar het Verenigd Koninkrijk hebben uitgevoerd. [medeverdachte 9] is – in ieder geval – ook bij het transport van 5 april 2020 betrokken geweest. Naar het oordeel van de rechtbank kan uit de bewijsmiddelen afgeleid worden dat de in de Encrochat-berichten besproken en op de foto’s afgebeelde blokken, cocaïne betreffen. Het is een feit van algemene bekendheid dat cocaïne voor de grootschalige handel veelal verpakt wordt in blokken van een kilo. In de Encrochat-berichten wordt ook gesproken over cocaïne of “co” en over één blok dat het “zacht was”, alsof “er meel zou zijn”. Uit de Encrochat-berichten kan ook afgeleid worden dat de verdachten wisten van het illegale karakter van het/de transport(en). [verdachte], [medeverdachte 3] en [medeverdachte 11] hebben gebruik gemaakt van een PGP-telefoon en Encrochat om over deze blokken te communiceren. Aannemelijk is dat zij hiervan gebruik hebben gemaakt om vertrouwelijk te kunnen communiceren vanwege hun criminele activiteiten. Uit de Encrochat-berichten blijkt voorts dat sprake was van een nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachten. [verdachte], [medeverdachte 3], [medeverdachte 11] en [medeverdachte 9] hebben tevens geen uitleg willen geven omtrent de inhoud van deze blokken.
De rechtbank verwijst ten overvloede naar hetgeen over de inhoud van de blokken is overwogen bij het zaaksdossier “Voer+Jetski (partij met stempel RM35)”.
Het verweer van de verdediging dat niet wettig en overtuigend bewezen kan worden dat het cocaïne betreft, wordt dan ook verworpen.
De rechtbank verwerpt het verweer van de verdediging dat niet wettig en overtuigend bewezen kan worden dat de gedragingen vanuit Nederland zijn verricht. Uit het dossier blijkt dat de transporten vanuit Nederland zijn gecoördineerd. De rechtbank verwijst daarbij naar de Encrochat-berichten van [medeverdachte 3] en [verdachte] van respectievelijk 8 en 24 april 2020 en 23 april 2020, waarin zij aangeven dat zij in “Bode” waren. De rechtbank gaat er vanuit dat hiermee “Bodegraven” wordt bedoeld. Hieruit kan afgeleid worden dat in ieder geval steeds één van de Poolse (mede)verdachten vanuit Nederland bemoeienis heeft gehad met de transporten.
De rechtbank acht daarom het bij dagvaarding II onder 6 tenlastegelegde feit wettig en overtuigend bewezen.
8.11
Dagvaarding I feit 1: deelname aan een criminele organisatie
8.11.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden. Hij acht bewezen dat [verdachte] als leider heeft deelgenomen aan de criminele organisatie.
8.11.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft vrijspraak bepleit, nu geen sprake is van een gestructureerd en duurzaam crimineel samenwerkingsverband.
8.11.3
Het oordeel van de rechtbank
8.11.3.1 Algemene overweging met betrekking tot deelname aan een criminele organisatie
Volgens bestendige jurisprudentie [262] moet onder een organisatie als bedoeld in artikel 140 Sr respectievelijk artikel 11b Opiumwet worden verstaan “een samenwerkingsverband, met een zekere duurzaamheid en structuur, tussen de verdachte en ten minste één andere persoon. Niet is vereist dat daarbij komt vast te staan dat een persoon, om als deelnemer aan die organisatie te kunnen worden aangemerkt, moet hebben samengewerkt met, althans bekend moet zijn geweest met alle andere personen die deel uitmaken van de organisatie of dat de samenstelling van het samenwerkingsverband steeds dezelfde is”. Aanwijzingen voor het bestaan van een dergelijk samenwerkingsverband kunnen bijvoorbeeld zijn gemeenschappelijke regels, het voeren van overleg, gezamenlijke besluitvorming, een taakverdeling, een bepaalde hiërarchie en/of geledingen. Dit zijn echter geen constitutieve vereisten om van een samenwerkingsverband te kunnen spreken.
Er moet ook worden bewezen dat de organisatie als oogmerk heeft om misdrijven te plegen. Aangezien het oogmerk voldoende is, is een gepleegd misdrijf, of strafbare poging of voorbereiding daartoe, dus niet vereist. Het oogmerk kan echter wel blijken uit de door de criminele organisatie gepleegde misdrijven. Het oogmerk moet bovendien, gelet op de duurzaamheid van het samenwerkingsverband, gericht zijn op het gedurende enige tijd plegen van misdrijven.
Het is niet vereist dat de verdachte precies wist op welke misdrijven het oogmerk van de organisatie was gericht [263] . De verdachte dient in zijn algemeenheid te weten dat de organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven. Daarnaast is het niet van belang of de verdachte is vrijgesproken van betrokkenheid bij een misdrijf dat in het verband van de organisatie is begaan. [264]
Om van deelnemen aan de criminele organisatie te kunnen spreken, dient de verdachte te behoren tot de organisatie en moet hij een aandeel hebben in, dan wel ondersteuning bieden aan gedragingen ter verwezenlijking van het oogmerk van die organisatie. Een dergelijke bijdrage kan bestaan uit het (mede)plegen van enig misdrijf, maar ook uit het verrichten van handelingen die op zichzelf niet strafbaar zijn, zolang van bovenbedoeld aandeel of ondersteuning kan worden gesproken. [265]
De rechtbank zal aan de hand van dit juridisch kader beoordelen of, wellicht in wisselende verbanden, sprake is geweest van een duurzaam samenwerkingsverband, of de onderhavige organisatie als oogmerk had het plegen van misdrijven ter zake de Opiumwet, en of de verdachte heeft deelgenomen aan de criminele organisatie.
8.11.3.2 Duurzame samenwerking
Zoals in het vorenstaande is overwogen acht de rechtbank bewezen dat [verdachte], samen met diverse andere verdachten in het Echinops onderzoek, zich meermalen heeft schuldig gemaakt aan de in- en uitvoer en het aanwezig hebben van hard- en softdrugs.
Hieruit kan reeds afgeleid worden dat sprake was van een samenwerking tussen [verdachte] en de andere verdachten. De samenwerking was intensief. Uit de afgeluisterde telefoongesprekken en de onderschepte Encrochat-berichten blijkt dat uitgebreid en tot in de details werd overlegd tussen [verdachte] en een aantal verdachten, waarbij [verdachte] de andere verdachten aanstuurde en een bepalende rol had. De samenwerking was ook duurzaam en bestendig. De bewezenverklaarde feiten hebben plaatsgevonden gedurende een periode van een aantal maanden, te weten van maart 2020 tot en met juni 2020, waarbij sprake was van nauwe afstemming van de planmatige activiteiten. Er was sprake van een structuur en een bepaalde hiërarchie en rolverdeling binnen de organisatie.
Wanneer deze feiten en omstandigheden in onderling verband en samenhang worden bezien is de rechtbank van oordeel dat sprake is geweest van een duurzaam en gestructureerd samenwerkingsverband.
8.11.3.3 Crimineel oogmerk van de organisatie
Dat de organisatie het oogmerk had op het plegen van misdrijven met betrekking tot (de grootschalige) in- en uitvoer van verdovende middelen, dan wel het plegen van voorbereidingshandelingen daartoe, en het aanwezig hebben van verdovende middelen, blijkt onder meer uit de feiten neergelegd in de verschillende zaaksdossiers, op basis waarvan meerdere verdachten worden veroordeeld. De rechtbank verwijst daarbij onder meer naar de veelheid aan en de frequentie van berichtgeving hierover uit de afgeluisterde telefoongesprekken of de Encrochat-berichten. Mede daaruit kan het oogmerk van de organisatie op het plegen van Opiumwetdelicten worden afgeleid. Dat de verdachten op de hoogte waren van het criminele oogmerk van de organisatie is gezien al het voorgaande evident.
8.11.3.4 Deelnemers aan de organisatie en hun rol daarin
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat van de criminele organisatie – naast mogelijk anderen die (nog) niet als verdachten hebben terechtgestaan – in elk geval deel hebben uitgemaakt [verdachte], [medeverdachte 1], [medeverdachte 2], [medeverdachte 3], [medeverdachte 4], [medeverdachte 5], [medeverdachte 6], [medeverdachte 7], [medeverdachte 8], [medeverdachte 9] en [medeverdachte 11].
Zij hebben – daargelaten wat reeds volgt uit hetgeen ten laste van ieder van hen afzonderlijk is bewezenverklaard – op hoofdlijnen de volgende deelname aan de organisatie geleverd.
[verdachte]
Uit de bewijsmiddelen van de bewezenverklaarde zaaksdossiers blijkt zonder meer dat [verdachte] de leider was van de organisatie. Hij had een leidende, coördinerende en initiërende rol bij alle drugstransporten die de rechtbank bewezen heeft verklaard. Hij had een bepalende rol bij het inpakken en verstoppen van de verdovende middelen, het regelen van de chauffeurs voor de drugstransporten en het regelen van de chauffeurs voor de begeleiding bij deze transporten. Ook had hij een bepalende rol bij het regelen van de stashlocaties voor de drugs in Engeland. Voorts bepaalde hij wie er geld moest gaan ophalen in het kader van de in- of uitvoer van de verdovende middelen. Tijdens een van de afgeluisterde telefoongesprekken wordt hij ook “voorzitter” genoemd en er zijn talloze telefoongesprekken of berichten waarin [verdachte] instructies geeft aan zijn medeverdachten of waarin zij hem om instructies vragen. Hij maakte gebruik van een PGP-telefoon en Encrochat om met leden van de organisatie te communiceren.
[medeverdachte 1]
[medeverdachte 1] heeft bij het drugstransport naar Noorwegen als begeleider van [betrokkene 5] gefungeerd, waarbij hij een coördinerende rol had. Hij stond daarbij in nauw contact met [medeverdachte 4] en [medeverdachte 2]. Ook had hij een ondersteunende rol bij de invoer van de container met mango’s (zaaksdossier Jetski).
Hij maakte gebruik van een PGP-telefoon en Encrochat om met leden van de organisatie te communiceren, onder wie [verdachte]. Uit het voorgaande leidt de rechtbank af dat [medeverdachte 1], qua hiërarchie in de criminele organisatie, een belangrijke en essentiële rol vervulde.
[medeverdachte 2]
[medeverdachte 2] had een coördinerende rol bij het drugstransport naar Noorwegen. Hij heeft een actieve rol gehad bij het inpakken, bewaren, verstoppen en vervoeren van de verdovende middelen. Hij was de hoofdbewoner van de woning aan de [adres 2] te [woonplaats] waar een grote hoeveelheid verdovende middelen werd aangetroffen. Hij stond in nauw contact met [verdachte], waarbij door [verdachte] werd bepaald wat er moest gebeuren. Dit gaf [medeverdachte 2] weer door aan andere leden van de organisatie. Hij maakte gebruik van een PGP-telefoon en Encrochat om met leden van de organisatie te communiceren. Uit het voorgaande leidt de rechtbank af dat [medeverdachte 2], qua hiërarchie in de criminele organisatie, een belangrijke en essentiële rol vervulde.
[medeverdachte 3]
[medeverdachte 3] is in opdracht van [verdachte] naar Noorwegen gereden om geld op te halen. Hij had een coördinerende en initiërende rol bij de partij cocaïne met het stempel RM35. Hij had daarbij uitvoerig overleg met [medeverdachte 2]. Ook had hij een coördinerende en initiërende rol bij de uitvoer van cocaïne naar Engeland (zaaksdossier Jetski). Hij maakte gebruik van een PGP-telefoon en Encrochat om met leden van de organisatie te communiceren. Uit het voorgaande leidt de rechtbank af dat [medeverdachte 3], qua hiërarchie in de criminele organisatie, een belangrijke en essentiële rol vervulde.
Anders dan de officier van justitie acht de rechtbank niet bewezen dat [medeverdachte 3], al dan niet samen met [verdachte], de leider was van de criminele organisatie.
[medeverdachte 4]
Uit de afgeluisterde telefoongesprekken blijkt dat [medeverdachte 4] in nauw contact stond met [verdachte] met betrekking tot het transport naar Noorwegen. Ook heeft zij aanwijzingen aan de chauffeur [betrokkene 5] gegeven. Uit het dossier is voorts gebleken dat zij de administrateur van de organisatie was die de “dagelijkse gang van zaken”, zoals het papierwerk met betrekking tot de transporten, de telefoons of telefoonkaarten, het huren van auto’s voor de transporten en de betalingen, regelde. Zij was daarom een spin in het web met betrekking tot de organisatie. Zij maakte voorts gebruik van een PGP-telefoon en Encrochat om met leden van de organisatie te communiceren. Uit het voorgaande leidt de rechtbank af dat [medeverdachte 4], qua hiërarchie in de criminele organisatie, een belangrijke en essentiële rol vervulde.
[medeverdachte 5]
[medeverdachte 5] was een van de inpakkers van de verdovende middelen. Ook heeft hij met [medeverdachte 8] met betrekking tot het transport naar Noorwegen verdovende middelen naar Duitsland vervoerd.
Voorts had hij een ondersteunende rol bij de invoer van de container met mango’s (zaaksdossier Jetski).
Hij verbleef reeds een aantal maanden in de woning aan de [adres 2] te [woonplaats] waar een grote hoeveelheid verdovende middelen werd aangetroffen.
Uit het voorgaande leidt de rechtbank af dat [medeverdachte 5], qua hiërarchie in de criminele organisatie, een ondersteunende, maar essentiële rol vervulde.
[medeverdachte 6]
[medeverdachte 6] had ten tijde van de bewezenverklaarde feiten een relatie met [medeverdachte 1]. Uit de afgeluisterde telefoongesprekken is gebleken dat zij informatie heeft doorgegeven aan leden van de organisatie en hand- en spandiensten heeft verricht voor de organisatie. Ook is uit deze gesprekken gebleken dat zij op de hoogte was van de criminele activiteiten van de organisatie. De rechtbank verwijst met name naar onderstaande afgeluisterde telefoongesprekken.
Op 22 april 2020 te 23:43 uur wordt [medeverdachte 1] gebeld door [medeverdachte 6].
[medeverdachte 1]: [voornaam medeverdachte 4] heeft laatst thuis toch wel iets verstopt, bij mij toch?
[medeverdachte 6]: Wat heeft zij gedaan?
[medeverdachte 1]: Hebben zij die blokjes verstopt bij mij? 20 stuks?
[medeverdachte 6]: Ja, ik weet niet hoeveel.
[medeverdachte 1]: Van 1 hebben zij best veel afgeschrapt. En [voornaam verdachte] weet het, dat zij en dit hebben gedaan.
[medeverdachte 1]: Want toen zij dit schrapten, nou ik weet het niet, die gulzige debiel, idioot, rond de 100 grof meer.
….
[medeverdachte 6]: Maar zoveel, kom op.
[medeverdachte 1]: [voornaam medeverdachte 6]? Een soort halvemaan, aan de zijkant, helemaal weg, alsof iemand heeft afgebeten, …
[medeverdachte 6]: Aha, nou ik was daar wel, zij waren iets aan het schrapen, maar zoveel? Alstublieft.
[medeverdachte 1]: Hm en die lul heeft vanuit Engeland gebeld. Heeft rond gebeld.
[medeverdachte 6]: Wie?
[medeverdachte 1]: Vanuit Engeland, want het was naar Engeland gereden, toch.
[medeverdachte 6]: Aha.
[medeverdachte 1]: Want zij hebben het in Engeland gekregen, hebben [voornaam verdachte] gebeld, naar die hoeren.
….
[medeverdachte 1]: Zij zet slechts mooie oogjes naar [naam 14] (fon), kut, die dikke klote. Ik heb het met haar gehad door dat schrapen, dat zij dat heeft gedaan, voor wat zij hebben gedaan. [naam 15] (fon) wilde dit
verdoezelen, want het was hier of daar ingepakt, nou dus niet, lul. En op deze manier werd, kut nou juist bij [voornaam medeverdachte 4] ingepakt; schijnt dat erop een boord dikke laag koks lag.
[medeverdachte 1]: Zij wordt gek, de dikke slet. Als je het had gezien, hoe zij hem haar excuses aanbood, hoe poeslief zij was in die sms berichten. … Hoe moet ik dit weten, zij betaalt mij niet. Als zij mij maar niet belazert, zij heeft mij ook belazerd.
[medeverdachte 6]: Jou?
[medeverdachte 1]: Zij heeft mij ook belazerd, het geld klopte ook niet.
[medeverdachte 6]: [voornaam verdachte] is zeker dan erg boos, toch?
[medeverdachte 1]: Hm, denk eraan, wat moet hij nu er niet over denken [bijnaam medeverdachte 4] had meerdere keren het geld van het bedrijf, kut, heeft ermee betaald, heeft ermee betaald, wat moeten zij daarover denken?
[medeverdachte 6]: Hij gaat toch weg van haar.
[medeverdachte 1]: Waarschijnlijk, zeker. Zij zei geen probleem om naar Polen terug te gaan. Van [bij- of roepnaam medeverdachte 3] wil zij al dat kruid. Zij wil 10 kg van de kruiden meenemen. Want zij voelt het dat het voor haar klaar is, het belangrijks is dat zij de kruiden zal hebben.
[medeverdachte 1]: niet al te veel (ntv) handelen, en hier kut. (ntv) naar Polen gaan rijden (ntv).
[medeverdachte 6]: Wij hebben even met elkaar gesproken en zij waren ergens naartoe gereden [naam 16] met [roepnaam betrokkene 6]; ik zei nog tegen [naam 16], die verzekering van Audi en hij zei: ik wilde jou hetzelfde vragen. Hij zei: hoeveel? Ik zei: zoals altijd 225. en hij: kut hoeveel?! Ik zei: zoals altijd. Hij moest erom lachen.
[medeverdachte 1]: Heeft hij het gegeven?
[medeverdachte 6]: Ja, hij heeft gegeven, in gras
[medeverdachte 1]: Heeft hij al het geld teruggegeven?
[medeverdachte 6]: Ja, hij geeft het nu wel teruggeven. Ik zeg het en hij geeft het gelijk terug.
[medeverdachte 1]: Je moet morgen aan [voornaam medeverdachte 4] en [roepnaam betrokkene 6] vragen waar al mijn spullen, vanuit die la in die kamer, zijn, dit alles, die papieren, die rekeningen, alles, waar die zijn? Want ik heb die nodig om af te rekenen.
[medeverdachte 6]: Lieverd welke papieren?
[medeverdachte 1]: Lieverd, ik had ook de doos van mijn tel.. ntv.
[medeverdachte 6]: Hier, dit alles zit in de tas van [voornaam medeverdachte 4].
[medeverdachte 1]: Wil je dit alles meenemen.
[medeverdachte 6]: Goed; ik heb dit verstopt in, kun je je het nog herinneren, toen jij die groene jas heeft gekocht van Tommy?
[medeverdachte 1]: Ja.
[medeverdachte 6]: Er was een verstopplekje, een soort hoesje. Ik heb dus erin alles gestopt, bij [voornaam medeverdachte 4] in de tas. Die tas was eerst bij [roepnaam betrokkene 6], die is nu hier.
[medeverdachte 1]: Ik ben benieuwd of alles erin zit?
[medeverdachte 6]: Nou ik heb gezegd waar dit was en [voornaam medeverdachte 4] heeft gezegd dat het in de laptop tas was gestopt en de laptoptas is boven, in de kamer van [voornaam medeverdachte 4]. En dit is dus in die tas.
[medeverdachte 1]: Ik heb [voornaam medeverdachte 4] eerder hierna gevraagd en zij: bij [roepnaam betrokkene 6]. Ik vroeg aan [roepnaam betrokkene 6] en [roepnaam betrokkene 6] dat [voornaam medeverdachte 4] die heeft meegenomen, nou.
[medeverdachte 6]: Nou het ging erom dat het onduidelijk was waar dit naar toe was gereden. En ik zei dat ik dit aan [roepnaam betrokkene 6] heb gegeven en [voornaam medeverdachte 4] zei dat dit in de laptop zit, in de laptoptas. [roepnaam betrokkene 6] had dit bij zich, is later gebleken.
[medeverdachte 1]: [voornaam medeverdachte 4] (ntv} er zitten mijn berekeningen in.
[medeverdachte 6]: Ik ga dit morgen meenemen.
[medeverdachte 1]: Er zitten mijn berekeningen in, alles.
Op 8 mei 2020 te 19.06 uur wordt [medeverdachte 6] gebeld door een onbekende vrouw met het telefoonnummer [telefoonnummer 23].
[medeverdachte 6]: Ik heb hier ook info van [roepnaam medeverdachte 1] voor jou, dat wij veel witte poeder hebben, hahaha, Ariel, Wizzir, Omo, hahaha.
NNV: Waspoeder, hahahaha.
Een onbekende man zegt op de achtergrond: Cocaïne.
[medeverdachte 6]: Cocaïne.
NNV: Cocaïne hahaha.
Op 8 mei 2020 te 20:54 uur wordt [medeverdachte 6] gebeld door [medeverdachte 4].
[medeverdachte 4] vraagt of [medeverdachte 6] thuis is.
[medeverdachte 6] zegt dat zij net zijn gekomen.
[medeverdachte 4]: Nou er ligt daar op de tafel 1000 euro.
[medeverdachte 6]: Ja, ik zie het.
[medeverdachte 4]: [naam 17] komt die zo ophalen.
[medeverdachte 6]: Goed.
Op 9 mei 2020 te 12:17 uur wordt [medeverdachte 6] gebeld door [medeverdachte 1].
[medeverdachte 1] vraagt om 60 of 90 euro op zijn rekening over te maken want hij moet de benzine betalen.
[medeverdachte 6] zegt goed.
Op 9 mei 2020 te 12:18 uur wordt [medeverdachte 6] gebeld door [medeverdachte 1].
[medeverdachte 6] heeft 80 overgemaakt.
[medeverdachte 1] zegt dank je wel.
Op 11 mei 2020 te 18:48 uur wordt [medeverdachte 6] gebeld door [medeverdachte 1].
[medeverdachte 1] vraagt of [medeverdachte 6] 200 euro op de rekening heeft staan.
[medeverdachte 6] zegt nee, zij heeft ongeveer 120 erop.
[medeverdachte 1] vraagt of zij 100 kan overmaken?
[medeverdachte 6] zegt goed.
[medeverdachte 1] bedankt haar.
Op 11 mei 2020 te 18:50 uur belt [medeverdachte 6] naar [medeverdachte 1].
[medeverdachte 6] zegt dat het al op zijn rekening staat.
[medeverdachte 1] bedankt haar.
Op 17 mei 2020 te 21:40 uur wordt [medeverdachte 6] gebeld door een onbekende vrouw met het telefoonnummer [telefoonnummer 24].
NNV: Weet je hoeveel hij voor die 100 heeft gegeven?
[medeverdachte 6]: 4, want ik heb die opgehaald.
[medeverdachte 6] zegt dat zij vandaag in Bode ging knippen
[medeverdachte 6]: Ik zei tegen hem dat 2, ik gaf 100 aan hem en hij 50 aan mij terug. Nou toen ik hem belde heeft hij het over dat hij 2 had, door de helft, dus hij zei aha dus 50 euro voor jou terug. Ik zei: nee, ik wil meer. En hij aaa, nu begrijp ik het. Ik zei: 2; en hij dacht dat 2 van die kleine. Ik zei: 2 van die grote, dus hij gaf 4 aan mij dus ik gaf die 100 en hij: oke.
Op 3 juni 2020 te 17:24 uur wordt [medeverdachte 6] gebeld door [medeverdachte 1].
[medeverdachte 1] vraagt of [medeverdachte 6] vijf tientjes naar hem kan overmaken omdat hij de brandstof met de pas van [naam 18] bij het automaat niet kan betalen.
[medeverdachte 6] gaat het doen.
Op 5 juni 2020 te 15:29 uur wordt [medeverdachte 6] gebeld door een onbekende man met het telefoonnummer [telefoonnummer 25]. Het gesprek wordt gevoerd door [medeverdachte 1].
[medeverdachte 1]: Nou vriend, je hebt toch dat slim telmachientje? Thuis?
[naam 19]: Ja, ik heb het wel.
[medeverdachte 1]: Kun je het meenemen? Ik kan het komen ophalen?
[naam 19]: Maar wanneer?
[medeverdachte 1]: Nu.
[naam 19]: Het gaat mij nu niet lukken. Ik heb er nu geen tijd voor.
Op 21 juni 2020 te 20:10 uur wordt [medeverdachte 6] gebeld door [medeverdachte 1].
[medeverdachte 1] vraagt aan [medeverdachte 6] of zij bereid is om 1000 of 1200 euro aan hem te lenen. [medeverdachte 6] zal het bedrag van [naam 20] terugkrijgen, via een Poolse bankrekening van [naam 20] dus.
[medeverdachte 6] gaat ermee akkoord.
Op 21 juni 2020 te 20:14 uur wordt [medeverdachte 6] gebeld door [medeverdachte 1].
[medeverdachte 6] moet een bedrag van 1200 euro naar [naam 21] overmaken.
[medeverdachte 1]: Bij mededelingen moet je schrijven: van de lieve zwager [naam 28] [= slang] voor mijn lieve vrouw om wattenschijfjes te kopen.
[medeverdachte 6] belooft om het gelijk te doen. De gegevens van [naam 21] had [medeverdachte 6] al.
Op 23 juni 2020 te 14:06 uur belt [medeverdachte 6] naar een onbekende vrouw met het telefoonnummer [telefoonnummer 26].
[medeverdachte 6] zegt dat [medeverdachte 2] gisteren of eergisteren aan haar heeft gevraagd om 200 euro voor NNV over te maken dus [medeverdachte 6] dacht dat NNV dit wist.
NNV zegt dat zij er niets van wist, zij denkt dat dit in verband met de verzekering is, want zij heeft al haar geld naar [roepnaam betrokkene 6] overgemaakt want hij had geld nodig en zij had verder niets meer. [266]
Op 8 mei 2020 te 10:09:53 uur belt [medeverdachte 6] naar [medeverdachte 1].
[medeverdachte 1]: Ik heb een verzoek, wil je [voornaam medeverdachte 4] bellen om te vragen of zij de sleuteltjes van de Vectra van [bijnaam medeverdachte 7] kan vinden, want die staat in Woerden in de buurt van [bijnaam 1 verdachte]. En zij moet aan [bijnaam medeverdachte 2] vragen en [bijnaam medeverdachte 2] die idioten van hem hebben die weggezet. En waar is de telefoon van [bijnaam medeverdachte 7].
[medeverdachte 6] zegt dat zij haar zo gaat bellen om te vragen.
Op 10 mei 2020 te 0:49:18 uur wordt [medeverdachte 6] gebeld door [medeverdachte 1].
[medeverdachte 1]: Zou je [voornaam medeverdachte 4] kunnen bellen om te zeggen dat …
[medeverdachte 1]: Dat [naam 22] vandaag bij het werk toch niet meer nodig zal zijn.
[medeverdachte 6]: Nou lieverd, jullie hebben het telefoonnummer dus bel hem zelf maar om dit te zeggen.
[medeverdachte 1]: Ik heb zijn nummer niet.
[medeverdachte 6]: [bijnaam medeverdachte 2] had het wel.
[medeverdachte 6]: Maar weet je waarom?
[medeverdachte 1]: Waarom?
[medeverdachte 6]; Nou want hij is dan boos omdat iemand geeft het aan hem door, dus dat hij niet rechtstreeks
wordt gebeld.
[medeverdachte 1]: Is goed, [voornaam medeverdachte 2] gaat hem bellen, zegt hij.
[medeverdachte 1]: Hoe laat ben je thuis?
[medeverdachte 6]: Ik weet het niet, en jij?
[medeverdachte 1]: over 2,5 uur.
[medeverdachte 6]: 2,5? Je zei: om 17:15.
[medeverdachte 1]: Toen wij de laatste keer elkaar spraken, heb ik toen met jou erbij aan [voornaam medeverdachte 2] gevraagd hoe laat wij klaar zullen zijn en hij zei dat hij dit niet weet dus ik heb dit tegen jou gezegd.
Op 10 mei 2020 te 6:43:13 uur belt [medeverdachte 6] naar een onbekende man.
[medeverdachte 6]: Nou hallo, [naam 22] heeft gebeld en zij zijn in Kopenhagen. Zij hebben er pauze van 24 uur.
Op 12 mei 2020 te 1:14:29 uur wordt [medeverdachte 6] gebeld door [medeverdachte 1].
[medeverdachte 1]: Nou [naam 23] is door de politie aangehouden en in plaats van om naar mij te bellen, nou want ik reed met [roepnaam betrokkene 6], heeft hij [voornaam medeverdachte 4] gebeld, of zij hem kan komen ophalen. Een idioot of zo. Want hij gaat niet in een vrachtauto rijden, dus, of [voornaam medeverdachte 4] hem komt ophalen.
[medeverdachte 1] zegt dat wat die boekhouder betreft, dat [voornaam medeverdachte 4] dan de boete kan betalen, als hij die krijgt.
[medeverdachte 6]: nou ik heb vandaag naar die advocaat geschreven met verzoek om die persoonsgegevens door te geven, maar hij heeft dit niet eens gelezen.
[medeverdachte 1]: Hoezo? Zijn die gegevens nog niet gekomen?
[medeverdachte 6]: Nee; [voornaam medeverdachte 4] heeft aan mij gevraagd, als [medeverdachte 1] gaat bellen dat er een meisje zal zijn en dat zij gaat zeggen dat ja, toch.
[medeverdachte 1]: Ja, zij heeft hem ook gebeld en hij nam niet op. En zij heeft geschreven.
[medeverdachte 6]: Ja, maar hij had naar haar toe moeten opsturen, toch. Of zij zou dit dan naar jou kunnen doorsturen.
[medeverdachte 1]: Ja.
Op 17 mei 2020 te 23:17:10 uur wordt [medeverdachte 6] gebeld door [medeverdachte 1].
[medeverdachte 6]: Ik weet het, ik weet alles van de eerste hand. Nou luister, ik bevind mij in zulke situatie dat niemand iets aan mij hoeft te vertellen. Ik zie wat er om mij heen gebeurt, toch. Het was zoals toen [voornaam medeverdachte 4] er niet was. [voornaam verdachte] kwam en vroeg: Waar is [naam 22]? Ik zei: hij slaapt. Hoezo kut, hij sliep gisteren de hele dag, de hele nacht en vandaag alweer, zei hij.
Hij zei tegen hem dat hij vandaag met hem moet rijden in verband met die bus, toen met die wielen...
[medeverdachte 1]: Ja
[medeverdachte 6]: En hij1 zegt: “kut, kom maar”, hij2 zegt: “Ik heb geen papieren”, hij1: “kut, je hebt
zonder documenten gereden dus je kunt nu ook rijden”. En [voornaam verdachte] is naast mij gaan zitten en zegt: “dus”. Ik zei: “dus”. [voornaam verdachte] zat naast mij en vroeg aan hem2: “ben je al klaar? Nou wij gaan dan rijden”.
[medeverdachte 6]: [bijnaam medeverdachte 2] was er vandaag. Eigenlijk iedereen was er bij ons vandaag, en zijn naar [voornaam verdachte] gegaan. [naam 7] was er en [bijnaam medeverdachte 7].
[medeverdachte 6]: … Later kwam [bijnaam medeverdachte 2] om jouw documenten op te halen, hij heeft gezegd dat [voornaam medeverdachte 4] voor hem niets meer hoeft te regelen. Dat wat hij aan haar heeft gevraagd, regelt zij namelijk niet.
[medeverdachte 6]: En hij is gekomen en heeft gepakt wat hij moest meenemen, zij heeft dit al gisteren voorbereid, hij was vandaag komen aanrijden en dat was het.
Op 17 mei 2020 te 23:17:14 uur wordt [medeverdachte 6] gebeld door [medeverdachte 1].
[medeverdachte 6]: Ik weet het niet, zij heeft vandaag een of andere kleine reis tas eruit gedragen. Een kleine weet je. Ik ging nou net douchen. Zij waren in het kamertje aan het graaien. Ik kwam terug en hij zei dat, en, en, en.
[medeverdachte 1]: 1 pakket
[medeverdachte 6]: Wat?
[medeverdachte 1]: 1 zak, er waren 4 zakken dus
[medeverdachte 6]: Ik weet het niet.
[medeverdachte 6]: Maar ik heb haar toch gisteren aan haar gevraagd, hoeveel ervan was? Zij zei nog dat een donkere man naar jullie toe was komen aanrijden en dat hij iets heeft gebracht en ik zei: hoeveel ervan is daar dan uiteindelijk?
[medeverdachte 6]: Nee, toen zij er kwamen, heb ik gevraagd hoeveel ervan daar was. Ze/hij zegt dat 8 kilo.
[medeverdachte 1] : Ik zou mij niet verbazen als [naam 29] 1 daarvan heeft gepakt.
[medeverdachte 6]: Zo is het, ja.
[medeverdachte 1] : Hij nam één pakketje van 2 kilo en [bijnaam medeverdachte 7] komt 1800 kilo zoiets en de dikke heeft dat nu verstopt {ntv} gaat teruggeven, gaat niet meer kopen.
[medeverdachte 6]: Ze heeft vandaag en nieuwe tas klaar gezet, een kleintje zoiets dat je mee neemt in het vliegtuig, een handbagage, weet je wel.
[medeverdachte 1]: Nou zeker, een pakketje van 2 kilo.
[medeverdachte 1] : Hij wil het naar Polen wegnemen.
[medeverdachte 1] : [naam 12] zou dit gratis meenemen, he.
Op 30 mei 2020 te 11:11:01 uur wordt [medeverdachte 6] gebeld door [medeverdachte 1].
[medeverdachte 1]: Hallo lieverd, nou want ik was niet op tijd met het opnemen, toen jij belde, nou want kut, zij konden de wiel niet dichtmaken/vastmaken.
[medeverdachte 1]: …, ik moet nog 1 wiel dichtmaken/vastmaken.
Op 3 juni 2020 te 15:04:57 uur belt [medeverdachte 1] naar [medeverdachte 6].
[medeverdachte 1]: Kut, ik zoek naar een weg, om zonder een file te kunnen doorrijden, maar er is niets. kut zoiets, nou over de grens, zodat [bijnaam betrokkene 5] kan doorrijden, weet je, normaal, via die niet bewaakte. Mongolen hebben iets gevonden, mongolen hebben in Noorwegen iets gevonden, ik was gereden om te gaan kijken, zodat [bijnaam betrokkene 5] nog niet ging rijden, ik reed terug naar Fetjse (fon) en daar mag slechts tot 12 ton en die mongolen hebben tegen [bijnaam betrokkene 5] gezegd dat hij daarnaartoe moet rijden
[medeverdachte 1]: De scan is nou net vrij, staat leeg. Nou ik reed erheen en die was bezet. Ik belde naar [bijnaam betrokkene 5] en [bijnaam betrokkene 5] kon het niet op tijd halen. Hij zei dat er 1 vrachtauto in was gereden.
[medeverdachte 6] vertelt dat [voornaam medeverdachte 4] rond 11 uur was gekomen en dat zij alles gingen inpakken, alles is naar [naam 24] gebracht en [medeverdachte 6] wacht nu op [bijnaam medeverdachte 2] en [roepnaam betrokkene 6] want zij zullen met die bus komen, [medeverdachte 6] gaat in die bus met hen rijden met dat bed en die commode.
Volgens [medeverdachte 1] heeft [bijnaam medeverdachte 2] die bus pas gisteren bij [naam 25] opgehaald, volgens [medeverdachte 6] zijn de remmen erin gerepareerd, in de oude witte bus, volgens [medeverdachte 1] stond die gedurende 1 maand bij [naam 25] omdat
[naam 25] de brandstofpomp moest vervangen.
[medeverdachte 6] vraagt waar [medeverdachte 1] nu is?
[medeverdachte 1]: Aan de grens, Zweden - Noorwegen, ik zit in "kurnik" en ben {ntv} aan het zoeken.
[medeverdachte 1]: Wij zouden eruit gooien van wat wij eruit moeten gooien en wij zouden weer inpakken en wij zouden weer terug naar huis kunnen rijden, kut.
[medeverdachte 1]: Nou zij zijn echt debielen, die [roepnaam medeverdachte 5] is echt een debiel.
[medeverdachte 1]: Nou gisteren had een kerel 6 botten/(dobbel)stenen/blokken.
[medeverdachte 6]: Hm.
[medeverdachte 1]: Hij heeft die aan hem gegeven, alles. Die kerel is thuis aangekomen, pakt die eruit. Er zijn slechts 5. Hij schrijft naar mij dat er 5 zijn.
[medeverdachte 6]: Aha.
[medeverdachte 1]: Want er zouden 6 zijn. Ik: Wacht even, ik ga zo de jongens vragen. Ik bel [roepnaam medeverdachte 5], ik zeg: [roepnaam medeverdachte 5] je hebt die aan die kleurling gegeven, er zouden 6 stuks zijn, zei ik. Ik zei: waren er 6 of heb je er 1 niet uitgehaald want hij belt dat er 5 zijn. “Wat! ben je een debiel van mij aan het maken! Die moest eruit zijn gevallen. Ik heb toch een foto voor jou gemaakt!". Ik zei: “[roepnaam medeverdachte 5], ik maak geen debiel van jou, maar ik zei: even relaxen, nou weet je, wij zijn de tassen aan het verplaatsen. Ga even naar een parkeerterrein rijden en gaan jullie even kijken. … Hij belt en zegt: "Hi, [bijnaam medeverdachte 1] - zegt hij, nou je had, nou die lag onder het matras, is uit mijn kastje gevallen".
[medeverdachte 1] zegt dat zij hun gesprek moeten onderbreken want [bijnaam betrokkene 5] heeft iets via whatsapp naar [medeverdachte 1] opgestuurd, [medeverdachte 1] moet dit lezen.
Op 14 juni 2020 te 17:05:42 uur wordt [medeverdachte 6] gebeld door [medeverdachte 1].
[medeverdachte 1]: Wil je [bijnaam 1 verdachte] bellen?
[medeverdachte 1]: Eeeh, je kunt hem bellen om te zeggen dat dat wat hij wilde, vanuit Gdansk, dat het dinsdag 's ochtends opgehaald kan worden.
[medeverdachte 6]: Nou, weet hij dan wat en hoe?
[medeverdachte 1]: Maar wie?
[medeverdachte 6]: [bijnaam 1 verdachte]
[medeverdachte 1]: Hij weet het waar het om gaat, dus dat het dinsdag in de ochtend opgehaald kan worden.
[medeverdachte 6]: Aha goed.
Op 12 juni 2020 te 12:32:47 wordt [medeverdachte 6] gebeld door [voornaam verdachte].
[voornaam verdachte] roept: Kut, geef die klootzak van jou, kut.
[voornaam verdachte]: Zeg tegen hem dat hij de 'pisak' moet aanzetten, kut.
[medeverdachte 6]: Ga ik tegen hem zeggen. [267]
Op grond van het vorenstaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat [medeverdachte 6] heeft deelgenomen aan de criminele organisatie.
[medeverdachte 7]
Hoewel [medeverdachte 7] is vrijgesproken van het aan hem tenlastegelegde aanwezig hebben van verdovende middelen (zaaksdossier Siret-Echinops) en het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk is verklaard ten aanzien van het transport van hasj vanuit Spanje (zaaksdossier Vlist), is de rechtbank van oordeel dat in het dossier wettig en overtuigend bewijs aanwezig is dat hij een bijdrage heeft geleverd aan de criminele activiteiten van de organisatie en dat hij daarom heeft deelgenomen aan de criminele organisatie. De rechtbank verwijst naar de navolgende Encrochat-berichten.
Op 5 juni 2020 te 19:25:54 uur stuurt “[Encrochat-account 1]” het navolgende bericht aan “[Encrochat-account 22]”.
Houd in de gaten zodat [bijnaam medeverdachte 7]* niet gaan drinken, misschien gaan wij vandaag 200 ophalen [268]
Op 12 juni 2020 te 17:25:54 uur stuurt “[Encrochat-account 22]” het navolgende bericht aan “[Encrochat-account 1]”.
Van [voornaam medeverdachte 4]: ik 1000 2. Ik en [bijnaam medeverdachte 7] 1500 3. [bijnaam medeverdachte 7] 1500 [naam 7]/[naam 7]* 1060 + huur van de Mercedes 1000, ik ben met [naam 4] komen aanrijden 950, kosten [naam 4] 2000 + 1400 zl bus en 4. Epilepsie/te gek* Jij hebt opgeschreven 3000 de jongens en 4 war*
Op 12 juni 2020 te 17:53:19 uur stuurt “[Encrochat-account 22]” het navolgende bericht aan “[Encrochat-account 1]”.
Nou ik ben met [bijnaam medeverdachte 7] in een gehuurd busje dus dit moet aan [voornaam medeverdachte 4] worden gevraagd [269]
Op 27 maart 2020 te 12:15:23 uur stuurt “[Encrochat-account 3]” het navolgende bericht aan “[Encrochat-account 1]”.
[bijnaam medeverdachte 7] is er al ter plekke
Op 27 maart 2020 te 12:15:53 uur stuurt “[Encrochat-account 3]” het navolgende bericht aan “[Encrochat-account 1]”.
Hij staat op shell [270]
Op 28 en 29 maart 2020 worden tussen “[Encrochat-account 1]” en “[Encrochat-account 6]” de navolgende berichten verstuurd.
28 maart 2020
17:00:35 uur, “[Encrochat-account 6]”
Moet [bijnaam medeverdachte 7] worden gebeld of ga jij het doen?
17:11:51, “[Encrochat-account 1]”
Bel jij
18:21:25 uur, “[Encrochat-account 6]”
Oké, want ik heb tegen [bijnaam medeverdachte 7] gezegd om 20
29 maart 2020
4:04:34 uur, “[Encrochat-account 6]”
Is de sleutel van de Vectra van [bijnaam medeverdachte 7] niet nodig?
4:06:23 uur, “[Encrochat-account 1]”
Op 26 en 27 april 2020 worden tussen “[Encrochat-account 1]” en “[Encrochat-account 6]” de navolgende berichten verstuurd.
26 april 2020
17:15:52 uur, “[Encrochat-account 6]”
Luxemburg
17:58:21 uur, “[Encrochat-account 6]”
Frankrijk
19:11:21 uur, “[Encrochat-account 6]”
Het is hier helemaal leeg
19:20:14 uur, “[Encrochat-account 6]”
Ik zal om 3 ter plaatse zijn
19:21:22 uur, “[Encrochat-account 6]”
Tenzij de Spanjaarden mij oppakken, dan ben ik niet op tijd
19:25:23 uur, “[Encrochat-account 1]”
Komt goed
19:25:47 uur, “[Encrochat-account 6]”
Zij hebben de ID-bewijzen van zowel [naam 26] als [bijnaam medeverdachte 7] gecontroleerd
27 april 2020
1:23:36 uur, “[Encrochat-account 6]”
Wij rijden weg uit Frankrijk
1:23:55 uur, “[Encrochat-account 6]”
Ik ga zo uitzetten en mijn pisak verstoppen
1:40:01 uur, “[Encrochat-account 6]”
Wij zijn er doorheen gevlogen/gereden [272]
Op 18 mei 2020 te 14:50:40 uur stuurt “[Encrochat-account 6]” het navolgende bericht aan “[Encrochat-account 1]”.
[bijnaam medeverdachte 7] en [bijnaam betrokkene 5] wachten op Total [273]
Op 18 mei 2020 worden tussen “[Encrochat-account 1]” en “[Encrochat-account 5]” de navolgende berichten verstuurd.
16:13:35 uur, “[Encrochat-account 1]”
Bel [bijnaam medeverdachte 7] en zeg dat hij naar de auto moet gaan
16:15:31 uur, “[Encrochat-account 5]”
Hij is al in de auto
16:17:20 uur, “[Encrochat-account 5]”
Hij zei dat hij er is, nu 3 min, want hij was even gaan plassen
16:21:36 uur, “[Encrochat-account 5]”
Hij staat bij mc
16:21:47 uur, “[Encrochat-account 5]”
10 m van [bijnaam betrokkene 5] vandaan
16:21:54 uur, “[Encrochat-account 5]”
Moet hij naar hem toe lopen?
16:22:16 uur, “[Encrochat-account 1]”
Laat hem naar [bijnaam betrokkene 5] lopen [274]
Op 16 mei 2020 worden tussen “[Encrochat-account 1]” en “[Encrochat-account 2]” de navolgende berichten verstuurd.
12:22:24 uur, “[Encrochat-account 2]”
Hoe zit het met die hasj
12:22:33 uur, “[Encrochat-account 2]”
Van [naam 27]
12:28:54 uur, “[Encrochat-account 1]”
[roepnaam betrokkene 6] heeft geregeld
12:29:00 uur, “[Encrochat-account 1]”
Met [bijnaam medeverdachte 7] [275]
Op 12 juni 2020 te 8:21:47 uur stuurt “Rudzelec” het navolgende bericht aan “[Encrochat-account 22]”.
Ik ben [bijnaam medeverdachte 7] aan het rekruteren want hij is komen aanrijden en ik ga zeil/schuifoplegger met hem ophalen en verder [276]
Op grond van het vorenstaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat [medeverdachte 7] heeft deelgenomen aan de criminele organisatie.
[medeverdachte 8]
[medeverdachte 8] heeft de drugs verdeeld, vervoerd en ingepakt. Ook heeft hij betalingen geregeld. Voorts heeft hij met [medeverdachte 5] met betrekking tot het transport naar Noorwegen verdovende middelen naar Duitsland vervoerd. Hij was daarom een essentiële schakel binnen de criminele organisatie.
[medeverdachte 9]
[medeverdachte 9] heeft voor de organisatie eenmaal verdovende middelen naar Engeland vervoerd (zaaksdossier Jetski). Er zijn aanwijzingen dat hij betrokken is geweest bij meerdere transporten. Hij was daarom, als chauffeur, een belangrijke en essentiële schakel binnen de organisatie.
[medeverdachte 11]
[medeverdachte 11] was voor de organisatie een soort “filiaalmanager” van de locatie in Engeland (zaaksdossiers Tyne en Jetski). Hij was nauw betrokken bij het zoeken van een stashlocatie en coördineerde de drugstransporten na aankomst in Engeland. Hij maakte gebruik van een PGP-telefoon en Encrochat om met leden van de organisatie te communiceren. Uit het voorgaande leidt de rechtbank af dat [medeverdachte 11], qua hiërarchie in de organisatie, een belangrijke en essentiële rol vervulde.
8.11.3.5 Vrijspraak voor [medeverdachte 10], [medeverdachte 12] en [medeverdachte 13]
Bij vonnis van heden heeft de rechtbank [medeverdachte 10], [medeverdachte 12] en [medeverdachte 13] van dit feit vrijgesproken.
8.11.3.6 Conclusie
Op grond van het vorenstaande, in onderling verband en samenhang bezien, acht de rechtbank het bij dagvaarding I onder 1 tenlastegelegde feit wettig en overtuigend bewezen.
Het verweer van de verdediging dat geen sprake is van een crimineel samenwerkingsverband wordt dan ook verworpen.
8.12
De bewezenverklaring
De rechtbank verklaart ten laste van de verdachte bewezen dat:
Ten aanzien van dagvaarding I
1.
hij in de periode van 01
maart 2020tot en met 23 juni 2020 in Nederland als leider heeft deelgenomen aan een organisatie, bestaande uit een samenwerkingsverband van natuurlijke personen, te weten in elk geval [medeverdachte 1] en [medeverdachte 4] en [medeverdachte 2], welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven als bedoeld in artikel 10 lid 3 en lid 5 en artikel 11 lid 2 en lid 4 en
artikel10a van de Opiumwet;
2.
hij in de periode van 17 juni 2020 tot en met 23 juni 2020 in Nederland en in Duitsland, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht 19,96 kilo cocaïne, zijnde cocaïne een middel
als bedoeldin de bij de Opiumwet behorende lijst I;
8.
hij in de periode van 17 juni 2020 tot en met 23 juni 2020 in Nederland en in Duitsland, tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht 188 kilo hasj, zijnde hasj een middel
als bedoeldin de bij de Opiumwet behorende lijst II;
Ten aanzien van dagvaarding II
2.
hij in de periode van 6 april 2020 tot en met 22 april 2020 te Alphen aan den Rijn tezamen en in vereniging met anderen opzettelijk aanwezig heeft gehad een hoeveelheid van ongeveer 50 kilo cocaïne (blokken met stempel RM35), zijnde cocaïne een middel
als bedoeldin de bij de Opiumwet behorende lijst I;
3.
Hij in de periode van 27 mei 2020 tot en met 29 mei 2020 te Alphen aan den Rijn tezamen en in vereniging met anderen opzettelijk aanwezig heeft gehad een hoeveelheid van
1kilo cocaïne, zijnde cocaïne een middel
als bedoeldin de bij de Opiumwet behorende lijst I;
5. primair
hij in de periode van 26 maart tot en met 29 maart 2020 te Rotterdam tezamen en in vereniging met een of meer anderen opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht ongeveer 1169 kilogram cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I.
6.
hij in de periode van 1 april 2020 tot en met 24 juni 2020 in het Verenigd Koninkrijk en in Nederland tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk meermalen buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht een grote hoeveelheid cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I.
Voor zover in de tenlastelegging type- en taalfouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd en gecursiveerd weergegeven, zonder dat de verdachte daardoor in de verdediging is geschaad.

9.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Het bewezen verklaarde is volgens de wet strafbaar, omdat geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

10.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is eveneens strafbaar, omdat geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

11.De strafoplegging

11.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 15 jaren, met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht.
11.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft verzocht om bij de strafoplegging rekening te houden met de juridische kwalificatie, hoeveelheid aangetroffen verdovende middelen, rol en beperkte betrokkenheid die de verdachte in bepaalde zaaksdossiers heeft gehad. Ook de persoonlijke omstandigheden dienen te worden meegewogen, de verdachte heeft geen relevante documentatie, woont al 23 jaar in Nederland, heeft altijd hard gewerkt, zijn vader en broer zijn financieel afhankelijk van hem. Voorts dient rekening te worden gehouden met de gevolgen die een lange gevangenisstraf voor de verdachte zal hebben (ongewenst verklaring, niet in aanmerking komen voor verlof en detentiefasering).
11.3
Het oordeel van de rechtbank
Na te melden straf is in overeenstemming met de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gegrond op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte zoals daarvan tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 10 maart 2022, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke feiten.
De rechtbank overweegt in het bijzonder het navolgende.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het medeplegen van minimaal vier drugstransporten en het voorhanden hebben van grote hoeveelheden cocaïne en hasj. Deze drugs waren verpakt in pakketten die waren verstopt in vrachtwagenbanden die als reservewiel onder een vrachtwagen waren bevestigd, dan wel werd drugs tussen andere (legale) goederen verstopt en per container ingevoerd. Dit alles gebeurde in het kader van een crimineel samenwerkingsverband met als oogmerk drugs het land binnen te brengen, uit- dan wel door te voeren naar andere landen in Europa. Het betrof dusdanig grote hoeveelheden verdovende middelen per transport dat deze bestemd moeten zijn geweest voor grootschalige internationale handel.
De verdachte had daarbij een organiserende en leidinggevende rol. Door gebruik te maken van reguliere goederentransporten voor het transport van drugs naar andere landen vindt vermenging plaats van boven- en onderwereld, wat zeer kwalijk is. De rechtbank rekent de verdachte dit zwaar aan.
De georganiseerde en grootschalige handel in verdovende middelen heeft een bijzonder ontwrichtende invloed op de samenleving. Er gaat veel geld in om, waardoor de financiële belangen van daders vaak groot zijn. Om die belangen te beschermen wordt (extreem) geweld niet geschuwd. Vrijwel alle liquidaties die in het criminele circuit worden gepleegd, zijn direct of indirect het gevolg van conflicten in de onderwereld met betrekking tot deze drugshandel. Van de georganiseerde drugshandel gaat in toenemende mate een ondermijnend en corrumperend effect uit. Deze vormen van corruptie tasten het onderlinge vertrouwen binnen de samenleving in hoge mate aan en ondermijnen daarmee onze democratische rechtsstaat. Verder geldt dat een aanzienlijk deel van vermogensdelicten zoals winkeldiefstallen en woninginbraken terug is te leiden tot de behoefte aan drugs bij armlastige gebruikers. Het is naar het oordeel van de rechtbank dan ook passend dat voor de georganiseerde handel in verdovende middelen lange, onvoorwaardelijke gevangenisstraffen worden opgelegd. Enerzijds dient dit als vergelding voor de ontwrichting waar de verdachte (in)direct aan heeft bijgedragen. Anderzijds heeft het opleggen van zware straffen tot doel om anderen ervan te weerhouden zich met de georganiseerde drugscriminaliteit in te laten.
Gelet op de ernst van de bewezenverklaarde feiten kan naar het oordeel van de rechtbank daarop niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van aanzienlijke duur.
Bij het bepalen van de hoogte van de gevangenisstraf heeft de rechtbank gelet op de landelijke oriëntatiepunten straftoemeting van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht. Volgens voornoemde oriëntatiepunten geldt voor de in- of uitvoer van harddrugs van een hoeveelheid van meer dan 20 kilo als uitgangspunt voor de op te leggen straf een gevangenisstraf van meer dan 60 maanden. Als sprake is van in- of uitvoer in georganiseerd verband is het uitgangspunt een gevangenisstraf van meer dan 72 maanden. Verder kan voor het voorhanden hebben van meer dan 20 kilo cocaïne in georganiseerd verband meer dan 48 maanden gevangenisstraf worden opgelegd. Als strafverhogende factor kan onder meer de omvang van de partij harddrugs een rol spelen.
De verdachte is betrokken geweest bij de uitvoer van bijna 20 kilo harddrugs en 188 kilo hasj naar Duitsland en bij meerdere transporten van grote hoeveelheden harddrugs naar het Verenigd Koninkrijk, alsmede bij de invoer van 1169 kilo harddrugs. Ook heeft hij hoeveelheden van 1000 en 50 kilo cocaïne aanwezig gehad. Het gaat dus om grote partijen verdovende middelen met een straatwaarde die vele miljoenen euro’s beloopt.
Ondanks zijn schorsing in een drugsgerelateerde zaak, is de verdachte toch doorgegaan met de grootschalige drugshandel.
De rechtbank heeft acht geslagen op de organiserende rol van de verdachte, die onder meer blijkt uit het gebruik van een PGP-telefoon, een telefoon die voornamelijk wordt gebruikt in het criminele circuit, de enorme hoeveelheden verdovende middelen en de professionele wijze van organisatie. Voorts heeft de rechtbank gelet op de straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd en de straffen die in de zaken van de medeverdachten worden opgelegd. De rechtbank acht minder feiten bewezen dan de officier van justitie. Alles overwegende, zal de rechtbank aan de verdachte een lagere straf dan door de officier van justitie geëist opleggen, te weten een gevangenisstraf voor de duur van 13 jaren. De persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals door de verdediging naar voren gebracht, zijn door de rechtbank bij de strafoplegging betrokken.
Bij deze straf heeft de rechtbank, evenals de officier van justitie, rekening gehouden met artikel 63 Sr.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat aan de verdachte voorwaardelijke invrijheidstelling wordt verleend als bedoeld in artikel 6:2:10 Sv.

12.De toepasselijke wetsartikelen

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen:
- 47, 57 en 63 van het Wetboek van Strafrecht;
- 2, 3, 10, 11 en 11b van de Opiumwet, en de daarbij behorende lijsten I en II.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak rechtens gelden.

13.De beslissing

De rechtbank:
wijst af het verzoek tot aanhouding;
verklaart het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk in de vervolging van de verdachte ten aanzien van dagvaarding II feit 4;
verklaart niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de bij dagvaarding I onder 3, 4, 5 primair en subsidiair, 6 en 7 en bij dagvaarding II onder 1 primair en subsidiair tenlastegelegde feiten heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte de bij dagvaarding I onder 1, 2 en 8 en bij dagvaarding II onder 2, 3, 5 primair en 6 tenlastegelegde feiten heeft begaan, zoals hierboven onder 8.12 bewezen is verklaard en dat het bewezen verklaarde uitmaakt:
ten aanzien van dagvaarding I feit 1
als leider deelnemen aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van een misdrijf als bedoeld in artikel 10, derde en vijfde lid, artikel 11 tweede en vierde lid, en artikel 10a van de Opiumwet;
ten aanzien van dagvaarding I feit 2
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder A van de Opiumwet gegeven verbod;
ten aanzien van dagvaarding I feit 8
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder A van de Opiumwet gegeven verbod;
ten aanzien van dagvaarding II feit 2
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod;
ten aanzien van dagvaarding II feit 3
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod;
ten aanzien van dagvaarding II feit 5 primair
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder A van de Opiumwet gegeven verbod;
ten aanzien van dagvaarding II feit 6
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder A van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd;
verklaart het bewezen verklaarde en de verdachte daarvoor strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
veroordeelt de verdachte tot:
een gevangenisstraf voor de duur van
13 (DERTIEN) JAREN;
bepaalt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de hem opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Dit vonnis is gewezen door
mr. S.M. van der Schenk, voorzitter,
mr. M.M.F. Holtrop, rechter,
mr. M.S. Neervoort, rechter,
in tegenwoordigheid van W.H. Ng, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 12 mei 2022.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een ambtsedig proces-verbaal, opgemaakt in de wettelijke vorm door (een) daartoe bevoegde opsporingsambtena(a)r(en).
2.Zaaksdossier Siret-Echinops, proces-verbaal van bevindingen, blz. 599.
3.Zaaksdossier Siret-Echinops, proces-verbaal van bevindingen, blz. 2287.
4.Zaaksdossier Siret-Echinops, proces-verbaal van bevindingen, blz. 580-584.
5.Zaaksdossier Siret-Echinops, proces-verbaal van bevindingen, blz. 591, proces-verbaal van bevindingen, blz. 602, en proces-verbaal van bevindingen, blz. 968.
6.Zaaksdossier Siret-Echinops, proces-verbaal van bevindingen, blz. 969-970.
7.Zaaksdossier Siret-Echinops, proces-verbaal van bevindingen, blz. 1659-1660.
8.Zaaksdossier Siret-Echinops, proces-verbaal van bevindingen, blz. 597-598.
9.Zaaksdossier Siret-Echinops, proces-verbaal van bevindingen, blz. 965.
10.Zaaksdossier Siret-Echinops, proces-verbaal van verhoor verdachte K.B. [medeverdachte 6], blz. 373.
11.Zaaksdossier Siret-Echinops, proces-verbaal van bevindingen, blz. 977-979.
12.Zaaksdossier Siret-Echinops, proces-verbaal van bevindingen, blz. 1235-1238.
13.Zaaksdossier Siret-Echinops, proces-verbaal van bevindingen, blz. 2037-2038, en proces-verbaal van bevindingen, blz. 2039-2042.
14.Zaaksdossier Voer, proces-verbaal van bevindingen, blz. 36.
15.Zaaksdossier Voer, proces-verbaal van verhoor verdachte S. [medeverdachte 12], blz. 90.
16.Zaaksdossier Siret-Echinops, proces-verbaal van bevindingen, blz. 594 en proces-verbaal van bevindingen, blz. 1152.
17.Zaaksdossier Siret-Echinops, proces-verbaal van bevindingen, blz. 591.
18.Zaaksdossier Siret-Echinops, proces-verbaal van verhoor verdachte W.P. [medeverdachte 1], blz. 1475.
19.Zaaksdossier Siret-Echinops, proces-verbaal van bevindingen, blz. 1004.
20.Zaaksdossier Siret-Echinops, proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 5], blz. 449.
21.Zaaksdossier Siret-Echinops, proces-verbaal van bevindingen, blz. 1747.
22.Zaaksdossier Siret-Echinops, proces-verbaal van bevindingen, blz. 1016.
23.Zaaksdossier Siret-Echinops, proces-verbaal van bevindingen, blz. 965.
24.Zaaksdossier Siret-Echinops, proces-verbaal van bevindingen, blz. 20.
25.Zaaksdossier Siret-Echinops, proces-verbaal van bevindingen, blz. 1964.
26.Zaaksdossier Siret-Echinops, proces-verbaal van verhoor verdachte P. [medeverdachte 9], blz. 377.
27.Zaaksdossier Reest, proces-verbaal van bevindingen, blz. 59-61, en zaaksdossier Siret-Echinops, blz. 743.
28.Zaaksdossier Siret-Echinops, proces-verbaal van verhoor verdachte M.M. [verdachte], blz. 344.
29.Zaaksdossier Echinops-[medeverdachte 3], proces-verbaal van bevindingen, blz. 78-79.
30.Zaaksdossier Echinops-[medeverdachte 3], proces-verbaal van bevindingen, blz. 59-60.
31.Zaaksdossier Reest, proces-verbaal van bevindingen, blz. 736-737.
32.Zaaksdossier Reest, proces-verbaal van bevindingen, blz. 794-795.
33.Zaaksdossier Reest, proces-verbaal van bevindingen, blz. 807-808.
34.Zaaksdossier Reest, proces-verbaal van bevindingen, blz. 817-818.
35.Zaaksdossier Reest, proces-verbaal van bevindingen encrochat gesprek tussen [Encrochat-account 1] en [Encrochat-account 6], blz. 153.
36.Zaaksdossier Siret-Echinops, proces-verbaal aantreffen stempel en administratie MR-TRANS, blz. 851.
37.Zaaksdossier Reest, proces-verbaal van bevindingen, blz. 840-842.
38.Zaaksdossier Reest, proces-verbaal van bevindingen, blz. 905, en proces-verbaal van bevindingen, blz. 932.
39.Zaaksdossier Reest, proces-verbaal van bevindingen, blz. 849-850.
40.Zaaksdossier Reest, proces-verbaal van bevindingen, blz. 906-907.
41.Zaaksdossier Siret-Echinops, een geschrift, te weten een vertaling van een verslag van de
42.Zaaksdossier Siret-Echinops, proces-verbaal aanwezigheid A.T. [medeverdachte 10], blz. 60.
43.Zaaksdossier Siret-Echinops, een geschrift, te weten een vertaling van een verslag van de
44.Zaaksdossier Siret-Echinops, proces-verbaal transport naar Noorwegen, blz. 21.
45.Zaaksdossier Siret-Echinops, proces-verbaal transport naar Noorwegen, blz. 22.
46.Zaaksdossier Siret-Echinops, proces-verbaal gesprekken omtrent transport Noorwegen, blz. 515.
47.Zaaksdossier Siret-Echinops, proces-verbaal gesprekken omtrent transport Noorwegen, blz. 516.
48.Zaaksdossier Siret-Echinops, proces-verbaal gesprekken omtrent transport Noorwegen, blz. 519.
49.Zaaksdossier Siret-Echinops, proces-verbaal gesprekken omtrent transport Noorwegen, blz. 519.
50.Zaaksdossier Siret-Echinops, proces-verbaal gesprekken omtrent transport Noorwegen, blz. 520.
51.Zaaksdossier Siret-Echinops, proces-verbaal gesprekken omtrent transport Noorwegen, blz. 523.
52.Zaaksdossier Siret-Echinops, proces-verbaal transport naar Noorwegen, blz. 25.
53.Zaaksdossier Siret-Echinops, proces-verbaal gesprekken omtrent transport Noorwegen, blz. 526.
54.Zaaksdossier Siret-Echinops, proces-verbaal transport naar Noorwegen, blz. 25.
55.Zaaksdossier Siret-Echinops, proces-verbaal gesprekken omtrent transport Noorwegen, blz. 527.
56.Zaaksdossier Siret-Echinops, proces-verbaal gesprekken omtrent transport Noorwegen, blz. 528.
57.Zaaksdossier Siret-Echinops, proces-verbaal gesprekken omtrent transport Noorwegen, blz. 529.
58.Zaaksdossier Siret-Echinops, proces-verbaal transport naar Noorwegen, blz. 26.
59.Zaaksdossier Siret-Echinops, proces-verbaal gesprekken omtrent transport Noorwegen, blz. 530.
60.Zaaksdossier Siret-Echinops, proces-verbaal gesprekken omtrent transport Noorwegen, blz. 531-532.
61.Zaaksdossier Siret-Echinops, proces-verbaal transport naar Noorwegen, blz. 27.
62.Zaaksdossier Siret-Echinops, proces-verbaal transport naar Noorwegen, blz. 28.
63.Zaaksdossier Siret-Echinops, proces-verbaal gesprekken omtrent transport Noorwegen, blz. 537.
64.Zaaksdossier Siret-Echinops, proces-verbaal transport naar Noorwegen, blz. 28-29.
65.Zaaksdossier Siret-Echinops, proces-verbaal gesprekken omtrent transport Noorwegen, blz. 538.
66.Zaaksdossier Siret-Echinops, proces-verbaal transport naar Noorwegen, blz, 29.
67.Zaaksdossier Siret-Echinops, proces-verbaal transport naar Noorwegen, blz. 30.
68.Zaaksdossier Siret-Echinops, proces-verbaal gesprekken omtrent transport Noorwegen, blz. 545.
69.Zaaksdossier Siret-Echinops, proces-verbaal gesprekken omtrent transport Noorwegen, blz. 546.
70.Zaaksdossier Siret-Echinops, proces-verbaal gesprekken omtrent transport Noorwegen, blz. 547.
71.Zaaksdossier Siret-Echinops, proces-verbaal gesprekken omtrent transport Noorwegen, blz. 551-552.
72.Zaaksdossier Siret-Echinops, proces-verbaal transport naar Noorwegen, blz. 33.
73.Zaaksdossier Siret-Echinops, proces-verbaal transport naar Noorwegen, blz. 34.
74.Zaaksdossier Siret-Echinops, proces-verbaal transport naar Noorwegen, blz. 34.
75.Zaaksdossier Siret-Echinops, proces-verbaal transport naar Noorwegen, blz. 35.
76.Zaaksdossier Siret-Echinops, proces-verbaal gesprekken omtrent transport Noorwegen, blz. 556.
77.Zaaksdossier Siret-Echinops, proces-verbaal gesprekken omtrent transport Noorwegen, blz. 558-559.
78.Zaaksdossier Siret-Echinops, proces-verbaal van verdenking van A.D. [medeverdachte 3], blz. 1627.
79.Zaaksdossier Siret-Echinops, proces-verbaal transport naar Noorwegen, blz. 36-37.
80.Zaaksdossier Siret-Echinops, proces-verbaal gesprekken omtrent transport Noorwegen, blz. 563.
81.Zaaksdossier Siret-Echinops, proces-verbaal gesprekken omtrent transport Noorwegen, blz. 564.
82.Zaaksdossier Siret-Echinops, proces-verbaal gesprekken omtrent transport Noorwegen, blz. 565.
83.Zaaksdossier Siret-Echinops, proces-verbaal gesprekken omtrent transport Noorwegen, blz. 567.
84.Zaaksdossier Siret-Echinops, proces-verbaal gesprekken omtrent transport Noorwegen, blz. 574.
85.Zaaksdossier Siret-Echinops, proces-verbaal gesprekken omtrent transport Noorwegen, blz. 577.
86.Zaaksdossier Siret-Echinops, proces-verbaal transport naar Noorwegen, blz. 37.
87.Zaaksdossier Siret-Echinops, proces-verbaal transport naar Noorwegen, blz. 38.
88.Zaaksdossier Siret-Echinops, proces-verbaal gesprekken omtrent transport Noorwegen, blz. 579.
89.Zaaksdossier Siret-Echinops, proces-verbaal transport naar Noorwegen, blz. 39.
90.Zaaksdossier Siret-Echinops, proces-verbaal transport naar Noorwegen, blz. 40.
91.Zaaksdossier Siret-Echinops, proces-verbaal transport naar Noorwegen, blz. 40.
92.Zaaksdossier Siret-Echinops, proces-verbaal transport naar Noorwegen, blz. 40.
93.Zaaksdossier Siret-Echinops, proces-verbaal transport naar Noorwegen, blz. 41.
94.Zaaksdossier Siret-Echinops, proces-verbaal bevindingen verdovende middelen en DNA onderzoek Duitsland, blz. 1775.
95.Zaaksdossier Siret-Echinops, proces-verbaal bevindingen verdovende middelen en DNA onderzoek Duitsland, blz. 1776, met bijlagen, blz. 1795-1800.
96.Zaaksdossier Siret-Echinops, proces-verbaal bevindingen omtrent betrokkenheid A.D. [medeverdachte 3] bij transport naar Noorwegen, blz. 1710-1711.
97.Zaaksdossier Siret-Echinops, proces-verbaal van verdenking van A.D. [medeverdachte 3], blz. 1628.
98.Zaaksdossier Reest, blz. 948.
99.Zaaksdossier Siret-Echinops, proces-verbaal van bevindingen, blz. 616 en 618.
100.Zaaksdossier Siret-Echinops, proces-verbaal van bevindingen modus operandi en aangetroffen goederen, blz. 698-703.
101.Zaaksdossier Siret-Echinops, proces-verbaal van binnentreden in woning, blz. 189.
102.Zaaksdossier Siret-Echinops, proces-verbaal hasjblokken met Pepsi-logo, blz. 833.
103.Zaaksdossier Reest, proces-verbaal van bevindingen, blz. 174.
104.Eigen waarneming van de rechtbank ter terechtzitting.
105.Zaaksdossier Reest, proces-verbaal van bevindingen, blz. 174.
106.Zaaksdossier Echinops-[medeverdachte 3], proces-verbaal van bevindingen, blz. 193.
107.Eigen waarneming van de rechtbank ter terechtzitting.
108.Zaaksdossier Echinops-[medeverdachte 3], proces-verbaal van bevindingen, blz. 193.
109.Zaaksdossier Echinops-[medeverdachte 3], proces-verbaal van bevindingen, blz. 194.
110.Eigen waarneming van de rechtbank ter terechtzitting.
111.Zaaksdossier Echinops-[medeverdachte 3], proces-verbaal van bevindingen, blz. 185.
112.Zaaksdossier Echinops-[medeverdachte 3], proces-verbaal van bevindingen, blz. 194-196.
113.Eigen waarneming van de rechtbank ter terechtzitting.
114.Zaaksdossier Echinops-[medeverdachte 3], proces-verbaal van bevindingen, blz. 200-201.
115.Zaaksdossier Echinops-[medeverdachte 3], proces-verbaal van bevindingen, blz. 214.
116.Eigen waarneming van de rechtbank.
117.Zaaksdossier Echinops-[medeverdachte 3], proces-verbaal van bevindingen, blz. 214.
118.Zaaksdossier Voer, proces-verbaal van bevindingen, blz. 273.
119.Eigen waarneming van de rechtbank ter terechtzitting.
120.Zaaksdossier Echinops-[medeverdachte 3], proces-verbaal van bevindingen, blz. 222.
121.Eigen waarneming van de rechtbank ter terechtzitting.
122.Zaaksdossier Voer, proces-verbaal van bevindingen, blz. 273.
123.Eigen waarneming van de rechtbank ter terechtzitting.
124.Zaaksdossier Echinops-[medeverdachte 3], proces-verbaal van bevindingen, blz. 120-121.
125.Zaaksdossier Voer, proces-verbaal van bevindingen, blz. 248-249.
126.Zaaksdossier Voer, proces-verbaal van bevindingen, blz. 251-252.
127.Zaaksdossier Voer, proces-verbaal van bevindingen, blz. 255-256.
128.Zaaksdossier Voer, proces-verbaal van bevindingen, blz. 258-259.
129.Zaaksdossier Voer, blz. 386.
130.Eigen verklaring ter terechtzitting op 10 maart 2022.
131.Zaaksdossier Voer, proces-verbaal van bevindingen, blz. 286.
132.Zaaksdossier Voer, proces-verbaal van bevindingen, blz. 375-376.
133.Zaaksdossier Voer, proces-verbaal van bevindingen, blz. 344-348, 352-355.
134.Zaaksdossier Voer, proces-verbaal van bevindingen, blz. 372 en 374.
135.Eigen verklaring ter terechtzitting van 10 maart 2020.
136.Zaaksdossier Jetski, proces-verbaal van bevindingen en overdracht, blz. 27
137.Zaakdossier Jetski, proces-verbaal Team Bijzondere Bijstand Belastingdienst/Douane Rotterdam Haven, blz. 43-58
138.Zaaksdossier Jetski, proces-verbaal van bevindingen, blz. 62
139.Zaaksdossier Jetski, proces-verbaal van bevindingen, blz. 63-72
140.Zaaksdossier Jetski, proces-verbaal van observatie, blz. 73
141.Zaaksdossier Jetski, proces-verbaal van bevindingen, blz. 66 en proces-verbaal van observatie, blz. 75
142.Zaaksdossier Jetski, proces-verbaal van bevindingen, blz. 123
143.Zaaksdossier Jetski, proces-verbaal van bevindingen, blz. 67
144.Zaaksdossier Jetski, proces-verbaal van bevindingen, blz. 67
145.Zaakdossier Jetski, blz. 123
146.Zaaksdossier Jetski, proces-verbaal nr. 2020 0207 00921, blz. 97
147.Zaaksdossier Jetski, proces-verbaal van bevindingen, blz. 123 en 124
148.Zaakdsdossier Jetski, proces-verbaal van bevindingen, blz. 124
149.Zaaksdossier Jetski, proces-verbaal van bevindingen encrochat gesprek tussen [Encrochat-account 1] en [Encrochat-account 9], blz. 199 en 200
150.Zaaksdossier Jetski, proces-verbaal van bevindingen encrochat gesprek tussen [Encrochat-account 1] en [Encrochat-account 9], blz. 201
151.Zaaksdossier Jetski, proces-verbaal van bevindingen encrochat gesprek tussen [Encrochat-account 1] en [Encrochat-account 9], blz. 201
152.Zaaksdossier Reest, proces-verbaal van bevindingen encrochat gesprek tussen [Encrochat-account 4] en [Encrochat-account 18], blz. 798
153.Zaaksdossier Jetski, proces-verbaal van bevindingen encrochat gesprek tussen [Encrochat-account 1] en [Encrochat-account 6], blz. 268
154.Zaaksdossier Jetski, proces-verbaal van bevindingen encrochat gesprek tussen [Encrochat-account 1] en [Encrochat-account 6], blz. 269
155.Zaaksdossier Jetski, proces-verbaal van bevindingen encrochat gesprek tussen [Encrochat-account 1] en [Encrochat-account 6], blz. 269
156.Zaaksdossier Jetski, proces-verbaal van bevindingen encrochat gesprek tussen [Encrochat-account 1] en [Encrochat-account 6], blz. 270
157.Zaaksdossier Jetski, proces-verbaal van bevindingen, blz. 501-502.
158.Zaaksdossier Jetski, proces-verbaal van bevindingen, blz. 503.
159.Eigen waarneming van de rechtbank ter terechtzitting.
160.Zaaksdossier Jetski, proces-verbaal van bevindingen, blz. 503.
161.Zaaksdossier Jetski, proces-verbaal van bevindingen, blz. 504.
162.Eigen waarneming van de rechtbank ter terechtzitting.
163.Zaaksdossier Jetski, proces-verbaal van bevindingen, blz. 505.
164.Zaaksdossier Jetski, proces-verbaal van bevindingen, blz. 506.
165.Eigen waarneming van de rechtbank ter terechtzitting.
166.Zaaksdossier Jetski, proces-verbaal van bevindingen, blz. 506.
167.Eigen waarneming van de rechtbank ter terechtzitting.
168.Zaaksdossier Jetski, proces-verbaal van bevindingen, blz. 507-509.
169.Zaaksdossier Jetski, proces-verbaal van bevindingen, blz.510.
170.Eigen waarneming van de rechtbank ter terechtzitting.
171.Zaaksdossier Jetski, proces-verbaal van bevindingen, blz. 511-512.
172.Zaaksdossier Jetski, proces-verbaal van bevindingen, blz. 512.
173.Eigen waarneming van de rechtbank ter terechtzitting.
174.Zaaksdossier Jetski, proces-verbaal van bevindingen, blz. 512.
175.Zaaksdossier Jetski, proces-verbaal van bevindingen, blz. 513.
176.Eigen waarneming van de rechtbank ter terechtzitting.
177.Zaaksdossier Jetski, proces-verbaal van bevindingen, blz. 513.
178.Zaaksdossier Jetski, proces-verbaal van bevindingen, blz. 513-521.
179.Eigen waarneming van de rechtbank ter terechtzitting.
180.Zaaksdossier Jetski, proces-verbaal van bevindingen, blz. 521 en 523.
181.Zaaksdossier Jetski, proces-verbaal van bevindingen, blz. 523.
182.Eigen waarneming van de rechtbank ter terechtzitting.
183.Zaaksdossier Jetski, proces-verbaal van bevindingen, blz. 524, 525, 527 en 529.
184.Zaaksdossier Jetski, proces-verbaal van bevindingen, blz. 529.
185.Eigen waarneming van de rechtbank ter terechtzitting.
186.Zaaksdossier Jetski, proces-verbaal van bevindingen, blz. 530.
187.Eigen waarneming van de rechtbank ter terechtzitting.
188.Zaaksdossier Jetski, proces-verbaal van bevindingen, blz. 530.
189.Eigen waarneming van de rechtbank ter terechtzitting.
190.Zaaksdossier Jetski, proces-verbaal van bevindingen, blz. 531.
191.Zaaksdossier Jetski, proces-verbaal van bevindingen, blz. 531.
192.Eigen waarneming van de rechtbank ter terechtzitting.
193.Zaaksdossier Jetski, proces-verbaal van bevindingen, blz. 533-535.
194.Zaaksdossier Jetski, proces-verbaal van bevindingen, blz. 535.
195.Eigen waarneming van de rechtbank ter terechtzitting.
196.Zaaksdossier Jetski, proces-verbaal van bevindingen, blz. 536.
197.Zaaksdossier Jetski, proces-verbaal van bevindingen, blz. 536.
198.Eigen waarneming van de rechtbank ter terechtzitting.
199.Zaaksdossier Jetski, proces-verbaal van bevindingen, blz. 536.
200.Zaaksdossier Jetski, proces-verbaal van bevindingen, blz. 537.
201.Eigen waarneming van de rechtbank ter terechtzitting.
202.Zaaksdossier Jetski, proces-verbaal van bevindingen, blz. 542-545, 549-551, 555-557, 560 en 565-566.
203.Zaaksdossier Jetski, proces-verbaal van bevindingen, blz. 569-578, 580-581.
204.Zaaksdossier Jetski, proces-verbaal van bevindingen, blz. 585-587.
205.Zaaksdossier Jetski, proces-verbaal van bevindingen, blz. 587.
206.Eigen waarneming van de rechtbank ter terechtzitting.
207.Zaaksdossier Jetski, proces-verbaal van bevindingen, blz. 587.
208.Zaaksdossier Jetski, proces-verbaal van bevindingen, blz. 587.
209.Eigen waarneming van de rechtbank ter terechtzitting.
210.Zaaksdossier Jetski, proces-verbaal van bevindingen, blz. 588.
211.Zaaksdossier Jetski, proces-verbaal van bevindingen, blz. 589.
212.Eigen waarneming van de rechtbank ter terechtzitting.
213.Zaaksdossier Jetski, proces-verbaal van bevindingen, blz. 590.
214.Zaaksdossier Jetski, proces-verbaal van bevindingen, blz. 590.
215.Eigen waarneming van de rechtbank ter terechtzitting.
216.Zaaksdossier Jetski, proces-verbaal van bevindingen, blz. 590.
217.Zaaksdossier Jetski, proces-verbaal van bevindingen, blz. 591.
218.Eigen waarneming van de rechtbank ter terechtzitting.
219.Zaaksdossier Jetski, proces-verbaal van bevindingen, blz. 591.
220.Zaaksdossier Jetski, proces-verbaal van bevindingen, blz. 592.
221.Eigen waarneming van de rechtbank ter terechtzitting.
222.Zaaksdossier Jetski, proces-verbaal van bevindingen, blz. 592.
223.Zaaksdossier Jetski, proces-verbaal van bevindingen, blz. 592.
224.Eigen waarneming van de rechtbank ter terechtzitting.
225.Zaaksdossier Jetski, proces-verbaal van bevindingen, blz. 593.
226.Zaaksdossier Jetski, proces-verbaal van bevindingen, blz. 594.
227.Eigen waarneming van de rechtbank ter terechtzitting.
228.Zaaksdossier Jetski, proces-verbaal van bevindingen, blz. 594.
229.Eigen waarneming van de rechtbank ter terechtzitting.
230.Zaaksdossier Jetski, proces-verbaal van bevindingen, blz. 594.
231.Zaaksdossier Jetski, proces-verbaal van bevindingen, blz. 594.
232.Eigen waarneming van de rechtbank ter terechtzitting.
233.Zaaksdossier Jetski, proces-verbaal van bevindingen, blz. 594.
234.Zaaksdossier Jetski, proces-verbaal van bevindingen, blz. 594-595.
235.Eigen waarneming van de rechtbank ter terechtzitting.
236.Zaaksdossier Jetski, proces-verbaal van bevindingen, blz. 595.
237.Eigen waarneming van de rechtbank ter terechtzitting.
238.Zaaksdossier Jetski, proces-verbaal van bevindingen, blz. 595, 597, 602 en 603.
239.Zaaksdossier Jetski, proces-verbaal van bevindingen, blz. 603.
240.Eigen waarneming van de rechtbank ter terechtzitting.
241.Zaaksdossier Jetski, proces-verbaal van bevindingen, blz. 603, 605-607.
242.Zaaksdossier Jetski, proces-verbaal van bevindingen, blz. 607.
243.Eigen waarneming van de rechtbank ter terechtzitting.
244.Zaaksdossier Jetski, proces-verbaal van bevindingen, blz. 608, 612, 614, 619-621, 623, 626, 627, 636, 653-655 en 659-661.
245.Zaaksdossier Jetski, proces-verbaal van bevindingen, blz. 603, 605-607.
246.Eigen waarneming van de rechtbank ter terechtzitting.
247.Zaaksdossier Jetski, proces-verbaal van bevindingen, blz. 662.
248.Zaaksdossier Jetski, proces-verbaal van bevindingen, blz. 662.
249.Eigen waarneming van de rechtbank ter terechtzitting.
250.Zaaksdossier Jetski, proces-verbaal van bevindingen, blz. 662-663.
251.Zaaksdossier Jetski, proces-verbaal van bevindingen, blz. 663.
252.Eigen waarneming van de rechtbank ter terechtzitting.
253.Zaaksdossier Jetski, proces-verbaal van bevindingen, blz. 664.
254.Eigen waarneming van de rechtbank ter terechtzitting.
255.Zaaksdossier Jetski, proces-verbaal van bevindingen, blz. 664.
256.Eigen waarneming van de rechtbank ter terechtzitting.
257.Zaaksdossier Jetski, proces-verbaal van bevindingen, blz. 665.
258.Zaaksdossier Jetski, proces-verbaal van bevindingen, blz. 738 en 740.
259.Zaaksdossier Jetski, proces-verbaal van bevindingen, blz. 740.
260.Zaaksdossier Jetski, proces-verbaal van bevindingen, blz. 736.
261.Zaaksdossier Jetski, proces-verbaal van bevindingen, blz. 743.
262.ECLI:NL:HR:2008:BB7134. HR 26 oktober 1993, LJN AD1974, NJ 1994, 161, HR 9 november 2004, LJN AQ8470 en HR 29 januari 1991, NJB 1991, 50.
263.HR 5 september 2006, NJ 2007/336.
264.HR 15 mei 2007, NJ 2007/559.
265.HR 3 juli 2012, ECLI:NL:HR:2012:BW5132.
266.Proces-verbaal van bevindingen, blz. 47-59.
267.Zaaksdossier Siret-Echinops, proces-verbaal van bevindingen, blz. 982-984, 989-994 en 1000.
268.Zaaksdossier Reest, proces-verbaal van bevindingen, blz. 419.
269.Zaaksdossier Reest, proces-verbaal van bevindingen, blz. 423.
270.Zaaksdossier Reest, proces-verbaal van bevindingen, blz. 66.
271.Zaaksdossier Reest, proces-verbaal van bevindingen, blz. 95.
272.Zaaksdossier Reest, proces-verbaal van bevindingen, blz. 125-127.
273.Zaaksdossier Reest, proces-verbaal van bevindingen, blz. 140.
274.Zaaksdossier Reest, proces-verbaal van bevindingen, blz. 456.
275.Zaaksdossier Reest, proces-verbaal van bevindingen, blz. 188.
276.Zaaksdossier Reest, proces-verbaal van bevindingen, blz. 1030.