ECLI:NL:RBDHA:2021:2068
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van opvolgende asielaanvragen van Afghaanse nationaliteit met betrekking tot echtheid van documenten en zorgvuldigheid van de besluitvorming
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 8 maart 2021, zijn de opvolgende asielaanvragen van twee Afghaanse eisers beoordeeld. De aanvragen waren eerder afgewezen op grond van ongeloofwaardigheid van de verklaringen van de eisers. De eisers hebben op 24 augustus 2018 nieuwe asielaanvragen ingediend, waarbij zij nieuwe documenten en gebeurtenissen hebben ingediend ter ondersteuning van hun verzoek. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft de aanvragen echter opnieuw niet-ontvankelijk verklaard, wat heeft geleid tot beroep bij de rechtbank.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de staatssecretaris de aanvragen niet zorgvuldig heeft beoordeeld, met name in het licht van de overgelegde contra-expertise en de medische informatie die de eisers hebben ingediend. De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris onvoldoende heeft onderzocht of de documenten authentiek zijn en of de eisers in staat waren om coherent te verklaren. De rechtbank heeft de bestreden besluiten vernietigd en de staatssecretaris opgedragen om nieuwe besluiten te nemen, waarbij rekening moet worden gehouden met de overwegingen in deze uitspraak.
De rechtbank heeft ook de proceskosten van de eisers toegewezen, die zijn vastgesteld op € 1.068,-. Dit bedrag is gebaseerd op de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldigheid in de besluitvorming bij asielaanvragen, vooral wanneer er medische en documentaire complicaties zijn.