ECLI:NL:RBDHA:2021:14421
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet in behandeling nemen asielaanvraag op grond van Dublinverordening Italië
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 20 december 2021 uitspraak gedaan in een beroep van een eiser tegen het besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid om zijn asielaanvraag niet in behandeling te nemen. De staatssecretaris heeft zich beroepen op de Dublinverordening, die bepaalt dat Italië verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag van de eiser. De eiser, die stelt Eritrees te zijn, heeft zijn aanvraag op 18 mei 2021 ingediend. Hij betwist de verantwoordelijkheid van Italië en voert aan dat de situatie voor asielzoekers daar niet veilig is, onderbouwd met rapporten van verschillende organisaties.
De rechtbank heeft de zaak op 9 december 2021 behandeld, waarbij de eiser werd bijgestaan door zijn gemachtigde en een tolk. De rechtbank overweegt dat, hoewel er gebreken zijn in de asielopvang in Italië, er geen concrete aanwijzingen zijn dat de Italiaanse autoriteiten hun internationale verplichtingen niet nakomen. De eiser heeft niet aangetoond dat de asielprocedure in Italië niet aan de vereisten voldoet, en de rechtbank concludeert dat de staatssecretaris terecht heeft besloten de aanvraag niet in behandeling te nemen. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gepubliceerd op www.rechtspraak.nl en er kan binnen een week na bekendmaking hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De relevante wetgeving en richtlijnen, zoals de Vreemdelingenwet 2000 en de Dublinverordening, zijn in de uitspraak genoemd.