Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[Naam] eiser
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
.Verweerder is daarom gehouden eisers aanvraag op grond van artikel 17 van de Dublinverordening aan zich te trekken dan wel om individuele garanties te vragen aan de Italiaanse autoriteiten voordat tot overdracht kan worden overgegaan. Eiser is bekend met de uitspraak van het EHRM [7] van 15 april 2021 [8] , waarin geoordeeld is dat overdracht van kwetsbare vreemdelingen geen schending van artikel 3 van het EVRM [9] betekent. Er bestaat echter een redelijke kans dat het EHRM terug zal komen op voornoemde beslissing aldus eiser en daarom kan aan die beslissing niet die waarde worden toegekend die verweerder graag daaraan wenst toe te kennen. Ten slotte heeft eiser aangevoerd dat de overdrachten naar Italië nagenoeg stilliggen vanwege de maatregelen die genomen zijn ter bestrijding van de coronapandemie. Hij verwacht dat er een grote toestroom van asielzoekers zal zijn zodra de lockdown wordt opgeheven. Daardoor zullen de problemen in de opvang verergeren. Onder verwijzing naar de rapporten “Ongekend onrecht” en “Klem tussen Balie en Beleid” is eiser van mening dat het bestreden besluit blijkt geeft van het missen van de menselijke maat.
7. De rechtbank volgt de stelling van eiser, dat na opheffing van de lockdown er een dermate grote toename zal zijn van overdrachten aan Italië dat de problemen in de opvang zullen verergeren, niet. Deze aanname van eiser is uitsluitend gebaseerd op vermoedens die niet op voorhand kunnen leiden tot een ander oordeel.