Uitspraak
3.Intrekking Nederlanderschap (SGR 19/6428)
Overige beroepsgronden
6.Ongewenstverklaring (SGR 19/7679)
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 11 augustus 2020 uitspraak gedaan over de intrekking van het Nederlanderschap van eiser, die in 1991 in Den Haag is geboren uit Turkse ouders. Eiser heeft als minderjarige de Nederlandse nationaliteit verkregen, maar is op 15 juli 2015 uitgeschreven uit de Basisregistratie Personen (BRP) naar het Register Niet-Ingezetenen. De Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) heeft op 10 juli 2019 een ambtsbericht uitgebracht over eiser, waarin wordt gesteld dat hij zich heeft aangesloten bij de terroristische organisatie Jabhat al Nusra in Syrië. Op basis van dit ambtsbericht heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 6 september 2019 besloten het Nederlanderschap van eiser in te trekken en hem tot ongewenst vreemdeling te verklaren, omdat hij een gevaar vormt voor de nationale veiligheid.
De rechtbank heeft in haar overwegingen vastgesteld dat de intrekking van het Nederlanderschap is gebaseerd op artikel 14, vierde lid, van de Rijkswet op het Nederlanderschap (RWN). De rechtbank oordeelt dat de staatssecretaris op goede gronden heeft besloten tot intrekking van het Nederlanderschap, aangezien eiser zich heeft aangesloten bij een organisatie die op de lijst van terroristische organisaties staat. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de procedure rondom de geheimhouding van het ambtsbericht rechtmatig is verlopen, ondanks de bezwaren van de gemachtigde van eiser. De rechtbank heeft de beroepen van eiser ongegrond verklaard, waarbij zij de belangen van de nationale veiligheid zwaarder heeft laten wegen dan de persoonlijke belangen van eiser.
De rechtbank heeft ook de ongewenstverklaring van eiser beoordeeld, die is gebaseerd op artikel 67 van de Vreemdelingenwet 2000. De rechtbank concludeert dat de staatssecretaris terecht heeft geoordeeld dat eiser een gevaar vormt voor de nationale veiligheid en dat de ongewenstverklaring noodzakelijk is om legale terugkeer te voorkomen. De rechtbank heeft de beslissing van de staatssecretaris om eiser tot ongewenst vreemdeling te verklaren, eveneens bevestigd.