Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser V-nummer: [V-nummer]
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 12 november 2020 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de bewaring van een vreemdeling, eiser, die de Egyptische nationaliteit claimt. Eiser is op 27 oktober 2020 in bewaring gesteld op basis van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser heeft beroep ingesteld tegen dit besluit, waarbij hij tevens verzocht om schadevergoeding. Tijdens de zitting op 9 november 2020 is eiser verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde, en is er een tolk aanwezig geweest. De rechtbank heeft de gronden van de bewaring beoordeeld, waarbij eiser heeft aangevoerd dat de gronden niet voldoende zijn om de maatregel te rechtvaardigen. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser zich eerder aan het toezicht heeft onttrokken en dat hij geen vaste woon- of verblijfplaats heeft, wat de gronden voor de bewaring versterkt. Eiser heeft ook medische klachten aangevoerd, maar de rechtbank oordeelt dat de belangen van eiser voldoende zijn meegewogen door verweerder. De rechtbank concludeert dat er een redelijk vooruitzicht op uitzetting is en dat de maatregel van bewaring terecht is opgelegd. Het beroep van eiser wordt ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding wordt afgewezen.