ECLI:NL:RBDHA:2020:1088

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
11 februari 2020
Publicatiedatum
11 februari 2020
Zaaknummer
C/09/583637 / KG ZA 19-1125
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Intellectueel-eigendomsrecht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Auteursrechtinbreuk en merkenrechtelijke vorderingen in kort geding tussen JAMI B.V. en Dominidesign Furniture LTD

In deze zaak heeft JAMI B.V. een kort geding aangespannen tegen Dominidesign Furniture LTD en Showlocus LTD wegens inbreuk op auteursrechten en merkrechten met betrekking tot de fauteuil "Orange Slice", ontworpen door Pierre Paulin. JAMI, die de rechten op de Orange Slice bezit, stelt dat Dominidesign met haar producten inbreuk maakt op deze rechten. De procedure begon met een dagvaarding op 21 november 2019, gevolgd door verschillende producties en een mondelinge behandeling op 21 januari 2020. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat er sprake is van auteursrechtinbreuk, omdat de Dominidesign stoel in wezen een verveelvoudiging is van de Orange Slice. De rechter heeft JAMI in het gelijk gesteld en Dominidesign bevolen om binnen twee dagen na betekening van het vonnis iedere inbreuk op het auteursrecht en het Uniemerk te staken. Daarnaast zijn er verschillende vorderingen toegewezen, waaronder een recall van de inbreukmakende stoelen en een vernietiging van deze stoelen binnen een bepaalde termijn. De rechter heeft ook geoordeeld dat de bestuurder van Dominidesign, [gedaagde sub 2], hoofdelijk aansprakelijk is voor de inbreuk. De proceskosten zijn toegewezen aan JAMI, die een bedrag van € 13.100,23 heeft gekregen. De termijn voor het instellen van de hoofdzaak is vastgesteld op zes maanden na de datum van het vonnis.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK DEN HAAG

Team handel
zaaknummer / rolnummer: C/09/583637 / KG ZA 19-1125
Vonnis in kort geding van 11 februari 2020
in de zaak van
JAMI B.V.,
te Schijndel,
eiseres,
advocaat mr. M.A. van den Hazenkamp te Veghel,
tegen
1. de rechtspersoon naar vreemd recht
DOMINIDESIGN FURNITURE LTD,
te Dublin, Ierland,
2.
[gedaagde sub 2],
te [plaats] , [land] ,
3. de rechtspersoon naar vreemd recht
SHOWLOCUS LTD,
te Doncaster, Verenigd Koninkrijk,
gedaagden,
advocaat mr. N. de Jongh-Ruyters te Breda.
Partijen zullen hierna Jami en Dominidesign c.s. genoemd worden en gedaagden ook afzonderlijk Dominidesign, [gedaagde sub 2] en Showlocus. De zaak is voor Jami inhoudelijk behandeld door mr. Van den Hazenkamp voornoemd en voor Dominidesign c.s. door mr. De Jongh-Ruyters voornoemd en mr. A.L.W. Schalekamp, advocaat te Breda.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 21 november 2019, met producties 1 tot en met 28;
  • de producties 1 tot en met 10 van Dominidesign c.s., ingekomen ter griffie op 8 januari 2020;
  • de aanvullende producties 29 tot en met 31 van Jami, ingekomen ter griffie op 10 januari 2020;
  • de aanvullende producties 11 tot en met 18 van Dominidesign c.s., ingekomen ter griffie op 16 januari 2020;
  • de geactualiseerde kostenopgave van Jami, ingekomen ter griffie op 20 januari 2020;
  • de conclusie van antwoord, ingekomen ter griffie op 20 januari 2020;
  • het als productie 19 overgelegde aanvullende kostenoverzicht van Dominidesign c.s., ingekomen ter griffie op 20 januari 2020;
  • de mondelinge behandeling van 21 januari 2020 en de ter gelegenheid daarvan overgelegde pleitnotities van Jami en Dominidesign c.s.
1.2.
Vonnis is bepaald op heden.

2.De feiten

2.1.
Jami, onderdeel van het Lande concern, houdt zich bezig met de productie, marketing, verkoop en distributie van project- en woningdesignmeubilair, met name onder de merken ARTIFORT en LANDE. Zij maakt gebruik van de ontwerpen van verschillende ontwerpers. Met betrekking tot Artifort, het merk dat de onderneming Wagemans & van Tuinen NV in 1928 introduceerde, heeft Jami in 1998 alle activiteiten, inclusief (een deel van) de rechten op specifieke ontwerpen en het merk ARTIFORT overgenomen.
2.2.
De Franse ontwerper Pierre Paulin (hierna: Paulin) is een van de ontwerpers die Artifort heeft aangetrokken. Hij heeft voor Artifort in 1960 de hieronder afgebeelde fauteuil ontworpen. Deze fauteuil is op 1 februari 1962 voor het eerst op de Nederlandse markt geïntroduceerd. Vanwege de visuele gelijkenis met sinaasappelschijven, heeft de fauteuil de bijnaam “Orange Slice” gekregen (hierna: de Orange Slice).
2.3.
Jami verkoopt de Orange Slice tot op heden en presenteert de fauteuil - onder andere - op haar website als volgt:
2.4.
Jami en Paulin hebben in 2001 een eerste publishing agreement gesloten met betrekking tot de auteursrechten van Paulin op de Orange Slice (familie). Na het overlijden van Paulin in 2009, heeft Jami met de echtgenote van Paulin, [A] , meerdere (vervangende) publishing agreements gesloten met betrekking tot - onder andere - de Orange Slice (familie), waarvan de laatste dateert van 26 maart 2019 (hierna: de Publishing Agreement). De Publishing Agreement is mede ondertekend door de zoon van Paulin, [B] . In de Publishing Agreement is - onder meer - opgenomen:
BETWEEN THE UNDERSIGNED:
Mrs. [A] , in her quality of heiress of Mr. Pierre Paulin, with her heirs, (…)
AND
JAMI B.V., (…)
In attendance of
Mr. [B] , Mr. Pierre Paulin’s heir, (…)
(…)
Article 5 - Publisher’s commitments
(…)
The Publisher shall immediately report to the Rights Owner any actual infringements or counterfeiting he has been informed of or that may have come to its knowledge regarding the Works and/or the Rights Owner’s Trademarks and/or Trademarks Filed by the Publisher. The Publisher shall cooperate with the Rights Owner in protecting such Works and/or Rights Owner’s Trademarks and/or Trademarks Filed by the Publisher from such infringement. The Publisher may initiate any protective action with respect to the Work. Then, the Rights Owner will decide or not to take part to the action but undertakes in any event to cooperate fully with the Publisher in the legal action for infringement / counterfeiting provided that such cooperation does not entail costs.
2.5.
Jami is houdster van het Uniewoordmerk
Orange Slice, ingeschreven op 10 augustus 2012 onder nummer 010707231 voor waren en diensten in de klasse 20, te weten meubels (hierna: het Uniemerk).
2.6.
Dominidesign is een in Ierland gevestigd bedrijf. [gedaagde sub 2] is - tezamen met [X] - directeur (director) van Dominidesign.
2.7.
Op 14 oktober 2019 waren op de Nederlandse pagina van de webshop van Dominidesign - onder meer - de volgende afbeeldingen opgenomen (hierna: de Dominidesign stoel(en)):
2.7.3.
2.8.
Daarnaast was in oktober 2019 in de webshop van Dominidesign onder de menuknop “Over ons” het volgende opgenomen:
2.9.
Op Marktplaats.nl was op 17 oktober 2019 de volgende advertentie van Dominidesign opgenomen (zie de stoel linksboven op de pagina):
2.10.
Naast de Nederlandse webshop is de webshop van Dominidesign via haar domeinnaam en de extensies de, gb, uk, fr, es, pl, no, se, it, en pt in een aantal Europese landen te benaderen in de talen Duits, Engels, Frans, Spaans, Pools, Noors, Zweeds, Italiaans en Portugees.
2.11.
In de Nederlandse webshop van Dominidesign werd onder de menuknop “Showroom” doorgelinkt naar de domeinnaam showlocus.com. Op 15 oktober 2019 was op de website van Showlocus de volgende afbeelding te zien:
2.12.
Jami heeft - onder andere - Dominidesign en [gedaagde sub 2] bij e-mails van 21 oktober 2019 gesommeerd inbreuk op de auteursrechten op de Orange Slice te staken, evenals inbreuk op het Uniemerk.
2.13.
In reactie heeft - onder andere - [gedaagde sub 2] namens Dominidesign gemeld dat enkele wijzigingen aan de website zijn doorgevoerd om verwarring met de merken van Jami uit te sluiten.
2.14.
Op Marktplaats.nl is de advertentie van Dominidesign (inclusief de vermelding “Orange Slice”) ongewijzigd gebleven (vergelijk onder 2.9). Op de website van Dominidesign is de onder 2.7.4 opgenomen afbeelding verwijderd. Daarnaast waren op 4 november 2019 de webpagina’s als volgt gewijzigd:
2.15.
Op 23 december 2019 was de hieronder weergegeven extra informatie vermeld op de website van Dominidesign:
2.16.
Op 7 januari 2020 hebben ( [X] namens) Dominidesign en ( [Y] namens) Showlocus een onthoudingsverklaring ondertekend (hierna: Onthoudingsverklaring I) waarin - onder meer - is opgenomen:
Door ondertekening van deze verklaring verklaren Domini Design en Showlocus aan Jami B.V. als volgt:
1. Domini Design en Showlocus hebben het gebruik van de tekens
Orange Sliceen
Slicereeds gestaakt en zullen het gebruik van deze tekens ook in de toekomst gestaakt houden.
Domini Design en Showlocus hebben deze verklaring getekend om daarmee de noodzaak van een voorlopige voorziening wegens vermeende merkinbreuk op het merk Orange Slice weg te nemen.
2.17.
Op 9 januari 2020 heeft [A] een schriftelijke verklaring ondertekend waarin - onder meer - het volgende is opgenomen:
Mrs. [A] , in her quality of heiress of Mr. Pierre Paulin, (…),
hereby certifies that
regarding amongst others the furniture models Orange Slice (…) and Orange Slice Junior, the personal and exclusive rights for the entire world to manufacture, reproduce, represent, distribute, market and promote, directly or indirectly, by all means of distribution in any quantity have been granted to (…) Jami B.V., ever since 2001 and, with the last Publishing Agreement of March 2019, until December 31st, (…).
Furthermore, Jami B.V. has been granted, during the Publishing Agreement, the full right to initiate any protective action with respect to infringements or counterfeit without me taking official part.
The Publishing Agreement dated March 2019 has cancelled and replaced the previous agreement and does not hold any restrictions as to this copyright license or power of attorney to conduct this legal action against Dominidesign (…).
2.18.
Op 14 januari 2020 heeft ( [Y] namens) Showlocus een onthoudingsverklaring ondertekend (hierna: Onthoudingsverklaring II) waarin - onder meer - is opgenomen:
Door ondertekening van deze verklaring verklaart en garandeert Showlocus aan Jami B.V. als volgt:
1. Showlocus is een showroom waarin een collectief van kunstenaars en ontwerpers hun kunstwerken en ontwerpen tentoonstellen. Showlocus stelt de kunstwerken en ontwerpen enkel en alleen ter inspiratie tentoon.
2. Showlocus heeft geen exemplaren van de Domini Design stoel zoals afgebeeld in
Bijlage 1en
Bijlage 2verkocht en zal ook in de toekomst geen exemplaren van deze Domini Design stoelen verkopen.
3. Showlocus heeft de Domini Design stoel zoals afgebeeld in
Bijlage 1niet langer in haar showroom tentoongesteld en zal ook in de toekomst de Domini Design stoelen (zowel die zoals afgebeeld in
Bijlage 1als in
Bijlage 2) niet in haar showroom tentoonstellen. De Domini Design stoel zoals afgebeeld in
Bijlage 2is nimmer door Showlocus tentoon gesteld.
Showlocus heeft deze verklaring getekend zonder daarmee enig recht van Jami te erkennen. Zij heeft deze verklaring louter getekend uit proceseconomische redenen en om daarmee de noodzaak van een voorlopige voorziening wegens vermeende auteursrecht inbreuk op de Artifort Orange Slice Fauteuil van designer Pierre Paulin weg te nemen.

3.Het geschil

3.1.
Jami vordert - nadat zij ter zitting heeft verklaard de vorderingen jegens Showlocus niet langer te handhaven - dat de voorzieningenrechter bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
I. Dominidesign en [gedaagde sub 2] ieder voor zich zal bevelen iedere inbreuk op het auteursrecht van Pierre Paulin die zij maken met de reproducties van de fauteuil met het merk “Orange Slice” en iedere betrokkenheid daarbij met onmiddellijke ingang na het ten deze te wijzen vonnis in de landen aangesloten bij de Berner Conventie, althans de lidstaten van de Europese Unie, althans Nederland te staken en gestaakt te houden;
II. Dominidesign en [gedaagde sub 2] ieder voor zich zal bevelen iedere inbreuk op de Uniemerkrechten van Jami met betrekking tot “Orange Slice”, in het bijzonder het gebruik van “Orange Slice” en “Slice”, met onmiddellijke ingang na het ten deze te wijzen vonnis in de Europese Unie, althans Nederland te staken en gestaakt te houden;
III. Dominidesign en [gedaagde sub 2] zal gebieden binnen veertien dagen na het ten deze te wijzen vonnis door een onafhankelijke registeraccountant opgestelde en goedgekeurde, al dan niet door een gezamenlijke, verklaring opgave te doen, met relevante stukken onderbouwd, van:
Het aantal gefabriceerde en/of ingekochte en/of geïmporteerde en verkochte en/of in voorraad zijnde en/of op andere wijze in het verkeer gebrachte onrechtmatige reproducties van de fauteuil van Pierre Paulin;
De kostprijs, inkoopprijs en verkoopprijs van de onrechtmatige reproducties van de fauteuil van Pierre Paulin, alsmede de door Dominidesign door de verhandeling van de onrechtmatige reproducties van de fauteuil van Pierre Paulin genoten bruto- en nettowinst, berekend conform de variabele kostprijsberekeningsmethode;
De namen, adressen, telefoonnummers, web- en e-mailadressen van de afnemers van de onrechtmatige reproducties van de fauteuil van Pierre Paulin, niet zijnde particulieren;
De namen, adressen, telefoonnummers, web- en e-mailadressen van de fabrikant, (mede-)importeurs, tussenpersonen, leveranciers en medeaanbieders van de onrechtmatige reproducties van de fauteuil van Pierre Paulin;
Het aantal onrechtmatige reproducties van de fauteuil van Pierre Paulin in voorraad, alsmede promotiemateriaal en andere dragers waarop de onrechtmatige reproducties van de fauteuil van Pierre Paulin of de aanduidingen “Orange Slice” of “Slice” zijn opgenomen, gespecificeerd naar soort, oplage en datum;
IV. Dominidesign zal gebieden binnen veertien dagen na het ten deze te wijzen vonnis alle onrechtmatige reproducties van de fauteuil van Pierre Paulin die (nog) niet aan particulieren zijn geleverd en elders staan opgeslagen terug te halen, inclusief promotiemateriaal en andere dragers waarop de onrechtmatige reproducties van de fauteuil van Pierre Paulin of de aanduidingen “Orange Slice” of “Slice” zijn opgenomen, en daarvan deugdelijk bewijs aan Jami te verschaffen;
V. Dominidesign zal gebieden binnen 28 dagen na het ten deze te wijzen vonnis alle onrechtmatige reproducties van de fauteuil van Pierre Paulin, inclusief promotiemateriaal en andere dragers waarop de onrechtmatige reproducties van de fauteuil van Pierre Paulin of de aanduidingen “Orange Slice” of “Slice” zijn opgenomen, te (laten) vernietigen en daarvan deugdelijk bewijs aan Jami te verschaffen;
VI. Dominidesign en [gedaagde sub 2] , ieder hoofdelijk, zal veroordelen aan Jami binnen veertien dagen na het ten deze te wijzen vonnis te betalen, bij wijze van voorschot op de totale door Dominidesign en [gedaagde sub 2] aan Jami te betalen schadevergoeding, een bedrag voorlopig begroot op € 50.000,-, althans een zodanig door de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen bedrag dat de voorzieningenrechter rechtvaardig acht;
VII. de redelijke termijn waarbinnen Jami een bodemprocedure aanhangig dient te maken zoals bedoeld in artikel 1019i Rv [1] zal bepalen op 6 maanden na de datum van het ten deze te wijzen vonnis;
VIII. Dominidesign en [gedaagde sub 2] , ieder hoofdelijk, zal veroordelen in de volledige proceskosten van dit geding zoals bedoeld in artikel 1019h Rv, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf veertien dagen na de datum van het ten deze te wijzen vonnis tot de dag der algehele voldoening.
3.2.
Ter onderbouwing van haar (neven)vorderingen jegens Dominidesign stelt Jami - samengevat - dat de Orange Slice een auteursrechtelijk werk is. Met het overlijden van Pierre Paulin is [A] auteursrechthebbende op de Orange Slice geworden. Jami is exclusief licentienemer voor de vervaardiging en verkoop van de Orange Slice. Jami is door [A] gevolmachtigd om op eigen naam en zonder haar tussenkomst op te treden tegen inbreuken op dit auteursrecht. Dominidesign maakt met het aanbieden en verkopen van (de grote en kleine versie van) haar Dominidesign stoel inbreuk op de auteursrechten op de Orange Slice. Subsidiair is sprake van slaafse nabootsing. Daarnaast maakt Dominidesign inbreuk op het Uniemerk van Jami. Omdat Dominidesign zich richt op massaproductie met verkoopprijzen van de Dominidesign stoelen die ver onder de prijzen van de Orange Slice liggen, treedt aanzienlijke schade op voor Jami. Die schade bestaat onder meer uit kosten van rechtsbijstand, winstderving en afbreuk aan de reputatie van de Orange Slice en het Uniemerk.
3.3.
Aan haar (neven)vorderingen tegen [gedaagde sub 2] legt Jami - verkort weergegeven - ten grondslag dat [gedaagde sub 2] als (mede)directeur van Dominidesign persoonlijk aansprakelijk kan worden gehouden voor de inbreuk door Dominidesign op de auteurs- en merkrechten van Jami op grond van onrechtmatig handelen. Omdat door Dominidesign willens en wetens ongeoorloofde kopieën worden verkocht van het ontwerp van Paulin, waarvan [gedaagde sub 2] wist of redelijkerwijs had moeten weten dat de auteursrechten daarop nog niet zijn verlopen, kan [gedaagde sub 2] een ernstig verwijt worden gemaakt zodat zij met Dominidesign hoofdelijk aansprakelijk is voor de schade die Jami heeft geleden en nog zal lijden.
3.4.
Dominidesign c.s. voert verweer.
3.5.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

Bevoegdheid en toepasselijk recht

4.1.
Voor zover de vorderingen van Jami zijn gebaseerd op auteursrechtinbreuk grondt de voorzieningenrechter de bevoegdheid internationaal en relatief op artikel 7 lid 2 Brussel I bis-Vo [2] . Daartoe overweegt de voorzieningenrechter dat de Nederlandse rechter op grond van artikel 7 lid 2 Brussel I bis-Vo bevoegd is indien het schadebrengende feit zich in Nederland heeft voorgedaan of kan voordoen. Volgens vaste uitleg kan onder de plaats van het schadebrengende feit worden verstaan zowel de plaats waar de schade veroorzakende gebeurtenis zich heeft voorgedaan (de locus actus) als de plaats waar de schade is ingetreden (de locus damni). Ingeval van intellectuele eigendomsrechten zoals auteursrechten waarbij wordt gesteld dat de inbreuk heeft plaatsgevonden via - kort gezegd - het aanbieden of openbaarmaken van een auteursrechtelijk werk op internet, is de locus actus de plaats waar de aanbieder/openbaarmaker is gevestigd, aangezien aldaar de beslissing tot het inbreukmakend handelen wordt genomen. De locus damni kan elke plaats in een lidstaat zijn waar door de vermeend rechthebbende gesteld wordt dat zijn auteursrecht door het aanbieden met gebruikmaking van de website wordt geschonden, mits haar rechten in die lidstaat worden beschermd. [3] De bevoegdheid van de rechter van de locus damni is daarbij beperkt tot het grondgebied van zijn eigen lidstaat.
4.2.
Zoals partijen terecht hebben onderkend, is Nederland in dit geval de locus damni, omdat de website(s) van Dominidesign in Nederland toegankelijk is/zijn. De voorzieningenrechter is eveneens relatief bevoegd, nu de website(s) onder meer in Den Haag raadpleegbaar is/zijn. Overigens is de relatieve bevoegdheid niet betwist.
4.3.
De voorzieningenrechter verwerpt de stelling van Jami dat de voorzieningenrechter grensoverschrijdend bevoegd is. Volgens Jami is daarvan sprake omdat Dominidesign een handeling in Nederland verricht, te weten levering van de door haar verkochte Dominidesign stoelen. Daarmee is Nederland volgens Jami “de plaats van de handeling” van de gestelde inbreuk, zodat Nederland ook de locus actus zou zijn. Onderscheid moet worden gemaakt tussen enerzijds het aanbieden/openbaarmaken op internet als schadeveroorzakende gebeurtenis en anderzijds het leveren van een exemplaar van een (vermeend) inbreukmakende stoel als schadeveroorzakende gebeurtenis. De in r.o. 4.1 weergegeven leer is van toepassing op auteursrechtinbreuk door aanbieden/publiceren via internet. Daarbij is sprake van een locus actus in één land en een locus damni in een ander land. Bij de levering van een exemplaar van een (vermeend) inbreukmakende stoel is er geen sprake van een ‘gesplitste locus’ en is er alleen in Nederland sprake van een schadebrengend feit. Dientengevolge is de bevoegdheid van de Nederlandse rechter in dat geval beperkt tot Nederland.
4.4.
Voor wat betreft het toepasselijke recht geldt op basis van artikel 5 lid 1 BC [4] als uitgangspunt dat het recht van toepassing is van het land waar de auteursrechtelijke bescherming wordt gezocht (“lex loci protectionis”). Nu Jami in Nederland auteursrechtelijke bescherming inroept, is derhalve Nederlands recht van toepassing.
4.5.
Ten aanzien van de vorderingen gegrond op onrechtmatige daad (slaafse nabootsing en - ten aanzien van [gedaagde sub 2] - bestuurdersaansprakelijkheid), geldt eveneens dat de voorzieningenrechter internationaal en relatief bevoegd is op grond van artikel 7 lid 2 Brussel I bis-Vo. Deze bevoegdheid is beperkt tot het Nederlands grondgebied.
4.6.
Het toepasselijk recht voor wat betreft slaafse nabootsing (onrechtmatige daad) is op basis van artikel 4 lid 1 Rome II [5] het recht van het land waar de schade zich voordoet (“lex loci damni”), ongeacht in welk land de schadeveroorzakende gebeurtenis zich heeft voorgedaan en ongeacht in welke landen de indirecte gevolgen van die gebeurtenis zich voordoen. De gestelde schade doet zich voor in Nederland, zodat Nederlands recht van toepassing is op deze geschilpunten. In tegenstelling tot wat Dominidesign c.s. betoogt, geldt datzelfde voor vorderingen jegens [gedaagde sub 2] gegrond op bestuurdersaansprakelijkheid. Nederlands recht is van toepassing ofwel rechtstreeks op grond van artikel 4 lid 1 Rome II (wanneer moet worden aangenomen dat de onderhavige bestuurdersaansprakelijkheid een van de vennootschap te onderscheiden externe aansprakelijkheid, derhalve onrechtmatige daad betreft), ofwel met toepassing van artikel 10:159 BW [6] en daarmee indirect artikel 4 lid 1 Rome II (indien moet worden aangenomen dat op basis van artikel 1 lid 1 sub d Rome II deze Verordening niet van toepassing is omdat de bestuurdersaansprakelijkheid ziet op ‘niet-contractuele verbintenissen die voortvloeien uit het recht inzake vennootschappen (…)”).
4.7.
Voor wat betreft de vorderingen gegrond op de gestelde inbreuk op het Uniemerk is de voorzieningenrechter bevoegd van deze vorderingen kennis te nemen op basis van artikel 123 lid 1 in verbinding met artikel 124 aanhef en onder a, artikel 125 lid 5 UMVo [7] en artikel 131 UMVo in verbinding met artikel 3 van de Uitvoeringswet EG-verordening inzake het Gemeenschapsmerk, nu de gestelde merkinbreuk in Nederland heeft plaatsgevonden. Met verwijzing naar artikel 126 lid 2 UMVo is ook deze bevoegdheid beperkt tot het Nederlands grondgebied.
Beroep op artikel 128 Rv
4.8.
Volgens Jami dient de voorzieningenrechter op basis van artikel 128 lid 3 Rv (concentratie van verweer) de door Dominidesign c.s. in haar pleitaantekeningen opgenomen verweren buiten beschouwing te laten, voor zover die verweren niet zijn gevoerd bij conclusie van antwoord. De voorzieningenrechter gaat hieraan voorbij, nu Dominidesign c.s. in haar conclusie van antwoord al heeft aangekondigd dat zij slechts een deel van haar verweer in dat stuk bespreekt en haar overige verweren ter zitting aan de orde zal stellen. De conclusie van antwoord is één dag voor de zitting overgelegd en Jami heeft daartegen geen bezwaar gemaakt. Gelet op de late indiening zal Jami echter haar pleidooi hebben voorbereid op basis van de ingediende producties (en de impliciet daaruit voortvloeiende verweren). Dat volgt ook uit het feit dat Jami in haar pleidooi ook heeft geanticipeerd op verweren die door Dominidesign c.s. pas ter zitting zijn gevoerd. Mede gelet op het karakter van een kort geding, is de tweedeling die Dominidesign c.s. heeft gemaakt onder deze omstandigheden niet in strijd met het beginsel van concentratie van verweer.
Ten aanzien van Dominidesign
Rechten met betrekking tot de Orange Slice
4.9.
Dominidesign betwist - grotendeels bij gebrek aan wetenschap - dat de auteursrechten op de Orange Slice bij [A] berusten. Volgens Dominidesign is niet duidelijk of [A] de auteursrechthebbende is op de Orange Slice omdat het de vraag is of Paulin de rechthebbende was ten tijde van zijn dood en of [A] de rechten krachtens erfopvolging heeft verkregen van Paulin. Jami heeft van die erfopvolging geen bewijs overgelegd. Het is mogelijk dat niet [A] , maar [B] , de zoon van Paulin, in diens rechten is getreden. Maar evenzeer bestaat de mogelijkheid dat Artifort, voor wie Paulin vanaf 1958 decennialang heeft gewerkt, de rechten op de Orange Slice al had verkregen of verwierf bij het overlijden van Paulin.
4.10.
Dit verweer treft geen doel. Niet in geschil is dat Paulin de maker is van de Orange Slice en dus in beginsel de auteursrechthebbende. Feiten of omstandigheden waaruit zou volgen dat het (Nederlandse) bedrijf Artifort op grond van artikel 7 Aw [8] het auteursrecht op de Orange Slice al bij de creatie heeft verworven, omdat Paulin werknemer was van Artifort, zijn onvoldoende gesteld of gebleken. Dat Artifort op grond van artikel 3:29 jo. 3:8 BVIE [9] als auteursrechthebbende moet worden aangemerkt, kan zonder nadere motivering, die ontbreekt, ook niet worden aangenomen. Immers, het BVIE en de voorloper daarvan, de BTMW [10] , waren in 1960 nog niet van kracht. Als onweersproken staat vast dat Paulin zich na de overname van Artifort bij Jami als auteursrechthebbende heeft gemeld. Jami heeft vervolgens met Paulin vanaf 2001 publishing agreements gesloten en heeft, na Paulins overlijden, met [A] als legataris en executeur-testamentair onder meer de Publishing Agreement (vergelijk onder 2.4) gesloten. De enkele suggestie van Dominidesign dat [A] mogelijk geen legataris is, maar dat bijvoorbeeld [B] in de rechten van Paulin is getreden, is onvoldoende om daarvan in het kader van dit kort geding uit te gaan. [B] heeft de Publishing Agreement, waarin [A] wordt aangemerkt als de auteursrechthebbende krachtens erfopvolging, mede ondertekend, wat er juist op wijst dat hij niet meent dat dat hij dat zelf is. Daarmee is voldoende aannemelijk dat [A] auteursrechthebbende is met betrekking tot de auteursrechten op de Orange Slice en bevoegd was Jami een licentie voor de exploitatie van die rechten te verlenen.
Procesvolmacht
4.11.
Dominidesign betoogt voorts dat Jami niet ontvankelijk is in haar verbodsvorderingen, omdat deze vorderingen zijn voorbehouden aan de rechthebbende en [A] geen procespartij is. Dominidesign betoogt dat Jami alleen gerechtigd zou zijn om een verbodsvordering in te stellen op basis van onmiddellijke vertegenwoordiging als formele procespartij namens [A] als materiële procespartij. Daarvoor is benodigd dat bij dagvaarding de volmacht uitdrukkelijk bekend wordt gemaakt en de inhoud van de te verrichten rechtshandelingen nauwkeurig vaststaat. Nu Jami bij dagvaarding niet heeft gesteld dat zij een volmacht heeft gekregen van [A] en uit de door Jami overgelegde stukken evenmin volgt voor welke rechtshandelingen zij een volmacht heeft gekregen, is aan deze voorwaarden volgens Dominidesign niet voldaan.
4.12.
Voorop wordt gesteld dat procesvertegenwoordiging op twee manieren kan worden ingestoken. Ten eerste via onmiddellijke vertegenwoordiging op grond van lastgeving en volmacht en ten tweede op basis van lastgeving zonder volmacht. In het laatste geval handelt de lasthebber in eigen naam. Bij dagvaarding heeft Jami gesteld dat zij krachtens de Publishing Agreement bevoegd is om op eigen naam en zonder tussenkomst van [A] op te treden tegen inbreuken op de rechten op de Orange Slice. Naar voorlopig oordeel heeft Jami zich daarmee beroepen op middellijke vertegenwoordiging door lastgeving in eigen naam. In dat geval is het niet noodzakelijk dat de lasthebber al bij dagvaarding vermeldt dat hij/zij ten behoeve van een ander optreedt. Dat hoeft de lasthebber pas te melden wanneer het verweer daartoe aanleiding geeft en in dat geval zal hij/zij moeten stellen en zo nodig bewijzen dat hem/haar de gestelde bevoegdheid toekomt. [11] Artikel 5 Publishing Agreement (vergelijk onder 2.4) toont voorshands voldoende aan dat een last om in eigen naam op te treden tegen inbreuken op het auteursrecht op de Orange Slice is verstrekt. Dat betekent dat Jami ontvankelijk is in haar vorderingen.
Auteursrechtinbreuk
4.13.
Tussen partijen is niet in geschil dat de Orange Slice een auteursrechtelijk beschermd werk is. Jami noemt als kenmerkende trekken van de Orange Slice met name zijn gelegen in de twee identieke schelpen van de stoel die lijken ‘om te krullen’ waarmee het effect wordt gecreëerd dat het net is alsof de stoel naar je lacht. Zij heeft onweersproken gesteld dat het ontwerp grote bekendheid heeft verworven.
4.14.
Dominidesign betwist wel dat de Dominidesign stoel een (gewijzigde) verveelvoudiging is van de Orange Slice in de zin van artikel 13 Aw. Bij de beoordeling daarvan komt het aan op de totaalindruk en meer in het bijzonder op de vraag of de Dominidesign stoel (in de grote en kleine versie) in zodanige mate de karakteristieke trekken van de Orange Slice vertoont dat de totaalindrukken die de fauteuils maken, te weinig verschillen voor het oordeel dat de Dominidesign stoel als een zelfstandig werk kan worden aangemerkt. [12]
4.15.
Naar voorlopig oordeel zijn vrijwel alle kenmerkende trekken van de Orange Slice in de Dominidesign stoel overgenomen. Ook de Dominidesign stoel wordt gevormd door twee identieke gestoffeerde schelpen die zijwaarts omhoog krullen en samen een kuip vormen, op een onderstel van dunne poten die schuin naar beneden uitlopen. De enigszins rondere vormgeving van de korte kanten van de schelpen van de Dominidesign stoel is onvoldoende om de totaalindruk anders te maken. Dat de Dominidesign stoel, anders dan de Orange Slice, geen ruimte zou hebben tussen de twee schelpen, kan voorshands niet worden vastgesteld nu Dominidesign c.s. op haar website adviseert om bij de montage van de Dominidesign stoel de onderste schaal iets naar voren te monteren zodat die ruimte ontstaat (zie onder 2.15). De voorzieningenrechter volgt Jami ook in haar standpunt dat de grote en kleine versie van de Orange Slice niet apart beoordeeld hoeven worden, nu de kenmerkende beschermde elementen exact hetzelfde zijn en alleen de maatvoering anders is (de kleine Orange Slice betreft een verkleinde kopie van de grote Orange Slice). Het voorgaande wordt in feite ook bevestigd door Dominidesign omdat zij de Dominidesign stoel aanbiedt als een reproductie van de Orange Slice design klassieker (vergelijk onder 2.7 en 2.8), zelfs met gebruikmaking van fotomateriaal van Artifort van de originele Orange Slice (zie onder 2.3 en 2.7, laatste afbeelding). De slotsom is dat er sprake is van een verveelvoudiging van de Orange Slice en derhalve van auteursrechtinbreuk.
Slaafse nabootsing
4.16.
Nu is geoordeeld dat sprake is van auteursrechtinbreuk en de verbodsvordering ter zake zal worden toegewezen, heeft Jami geen belang meer bij een oordeel over de subsidiair door haar ingeroepen grondslag slaafse nabootsing.
Merkinbreuk
4.17.
Allereerst betoogt Dominidesign dat met Onthoudingsverklaring I (zie onder 2.16) het (spoedeisend) belang aan de vorderingen gegrond op merkinbreuk is komen te ontvallen. Jami stelt echter dat de onthoudingsverklaring geen boetebepaling bevat zodat de noodzaak van een voorziening wegens inbreuk op het Uniemerk niet is weggenomen.
4.18.
Met betrekking tot de merkenrechtelijke verbodsvordering genoemd in 3.1 onder II constateert de voorzieningenrechter, met Dominidesign, dat Jami geen dwangsom heeft gevorderd in dit kort geding. Het betoog dat Onthoudingsverklaring I onvoldoende is vanwege het ontbreken van een boetebeding is in dat licht niet begrijpelijk. Ook is niet gesteld dat Dominidesign zich na het tekenen van onthoudingsverklaring I niet aan die verklaring heeft gehouden. Het belang bij de merkenrechtelijke verbodsvordering is dan ook onvoldoende aannemelijk, zodat deze vordering zal worden afgewezen.
4.19.
De voorzieningenrechter constateert dat ook na het tekenen van Onthoudingsverklaring I nog wel belang bestaat bij de merkenrechtelijke nevenvorderingen, met name de opgavevordering, de recall en de vernietiging, en dat dit belang ook spoedeisend is, nu deze vorderingen er toe dienen verdere (dreigende) inbreuken door derden te beëindigen of te voorkomen.
4.20.
Gelet op artikel 127 UMVo moet in beginsel van de geldigheid van het Uniemerk worden uitgegaan. Het betoog van Dominidesign dat het Uniemerk niet normaal wordt gebruikt en daarom vervallen kan worden verklaard, omdat op de website van Jami Pierre Paulin en Artifort als merken worden gebruikt en Orange Slice enkel als productnaam of artikelnummer, gaat niet op. Voor instandhoudend gebruik van een merk is nodig (en voldoende) dat het merk wordt gebruikt om voor de waren of diensten waarvoor het is ingeschreven een afzet te vinden of te behouden, met uitsluiting van symbolisch gebruik dat er alleen toe strekt om de aan het merk verbonden rechten te behouden. [13] Uit één van de door Jami overgelegde voorbeelden van het gebruik van het teken Orange Slice (zie onder 2.3, 2e afbeelding) volgt dat het Uniemerk wordt gebruikt als onderscheidingsteken voor de betreffende stoel, waarmee wordt getracht onder dit teken een afzetmarkt voor de waar te vinden. Daarmee is sprake van normaal gebruik van het Uniemerk. Dat daarbij tevens het merk Artifort wordt gebruikt, doet daaraan niet af. Voorshands is derhalve geen sprake van een merk dat aan vervallenverklaring bloot staat.
4.21.
Dominidesign betwist voorts dat zij de tekens Orange Slice en Slice als merk heeft gebruikt. Het merk waaronder zij artikelen verkoopt is ‘Dominidesign’ en voor zover zij de tekens Orange Slice en/of Slice heeft gebruikt, betrof dit gebruik als een productnaam of artikelnummer. Ook dit verweer gaat niet op. Het gebruik door Dominidesign van (Orange) Slice zoals weergegeven onder 2.7, 2.9 en 2.14 is voorshands aan te merken als gebruik ter onderscheiding van waren op een wijze die door het relevante publiek als herkomstaanduiding kan worden opgevat.
4.22.
Met betrekking tot merkinbreuk wordt vooropgesteld dat een merkhouder op grond van artikel 9 lid 2 sub a UMVo gerechtigd is iedere derde die niet zijn toestemming hiertoe heeft verkregen, het gebruik van een teken in het economische verkeer voor waren en diensten te verbieden wanneer het teken gelijk is aan het merk en wordt gebruikt voor waren of diensten die gelijk zijn aan die waarvoor het merk is ingeschreven. Op basis van artikel 9 lid 2 sub b UMVo geldt hetzelfde voor een teken dat gelijk is aan of overeenstemt met het merk en gebruikt wordt voor dezelfde of soortgelijke waren, indien daardoor bij het relevante publiek verwarring kan ontstaan.
4.23.
Voor wat betreft het gebruik door Dominidesign van teken Orange Slice is sprake van merkinbreuk op grond van artikel 9 lid 2 sub a UMVo nu dit teken identiek is aan het Uniemerk en wordt gebruikt voor identieke waren.
4.24.
Ten aanzien van het teken Slice moet worden beoordeeld of daarmee merkinbreuk (ten opzichte van het Uniemerk Orange Slice) wordt gepleegd op grond van artikel 9 lid 2 sub b UMVo. Daarvan is sprake als het teken en het merk zodanig overeenstemmen dat daardoor bij het in aanmerking komende publiek van de desbetreffende waren of diensten (directe of indirecte) verwarring kan ontstaan. Het verwarringsgevaar dient globaal te worden beoordeeld volgens de indruk die de tekens bij de gemiddelde consument van de betrokken waren of diensten achterlaten, met inachtneming van alle relevante omstandigheden van het geval, waaronder de mate van overeenstemming tussen het merk en het teken, de soortgelijkheid van waren of diensten die onder het merk en het teken worden aangeboden, en de onderscheidende kracht van het merk. De mate van overeenstemming tussen merk en teken wordt globaal beoordeeld aan de hand van de totaalindruk die bij het in aanmerking komende publiek wordt achtergelaten gelet op de auditieve, begripsmatige en/of visuele overeenstemming.
4.25.
Naar voorlopig oordeel maakt ook het gebruik van het teken Slice inbreuk op het Uniemerk. Daartoe wordt als volgt overwogen. Er is een redelijke mate van auditieve, visuele en begripsmatig overeenstemming, nu het teken exact hetzelfde is als het tweede woord van het Uniemerk. Voorts heeft het Uniemerk van huis uit een bovengemiddeld onderscheidend vermogen voor stoelen. Daarbij is voorts van belang dat het Uniemerk gelijk is aan de benaming van het - zoals Jami onweersproken heeft gesteld - beroemde fauteuilontwerp van Paulin en ook voor die fauteuil wordt gebruikt, waarmee het Uniemerk inmiddels een zeer groot onderscheidend vermogen heeft voor stoelen. Nu onder het teken stoelen zijn aangeboden en verkocht (die bovendien voor de gemiddelde consument vrijwel gelijk zijn aan de fauteuil waarvoor Jami het gebruikt), is gevaar voor verwarring bij het publiek te duchten.
Vorderingen
4.26.
Met het voorlopig oordeel dat sprake is van auteursrechtinbreuk (zie r.o. 4.15), is het spoedeisend belang bij de verbodsvordering genoemd in 3.1 onder I ten aanzien van Dominidesign gegeven. Deze vordering zal dan ook worden toegewezen, waarbij de termijn voor het staken van de auteursrechtinbreuk ter voorkoming van executieproblemen zal worden bepaald op twee dagen na het wijzen van het onderhavige vonnis. Met verwijzing naar r.o. 4.1 en 4.3 zal het bevel worden beperkt tot Nederland.
4.27.
Met inachtneming van het navolgende zal de in 3.1 onder III, a, c, d en e gevorderde opgave worden toegewezen, behalve de onder e gevorderde opgave van het aantal Inbreukmakende stoelen in voorraad, nu diezelfde opgave al onder a is gevorderd. Met verwijzing naar r.o. 4.7 wordt de opgaveverplichting beperkt tot Nederland. Om executieproblemen te voorkomen, zal de voorzieningenrechter - zoals door Dominidesign verzocht - de termijn voor het doen van opgave op zes weken bepalen.
4.28.
De door Jami in 3.1 onder III gevorderde opgave door een registeraccountant, zal worden afgewezen. Zoals Dominidesign terecht opmerkt, komt hetgeen van de accountant wordt gevorderd neer op een verklaring dat de opgave, voor zover verifieerbaar, een getrouwe weergave van de werkelijkheid vormt. Dit vormt een opdracht voor het geven van een vorm van
assurancedoor een registeraccountant. De voorzieningenrechter is er ambtshalve mee bekend dat een registeraccountant, zeker als die accountant niet de huisaccountant is, die
assuranceniet kan geven. Toewijzing van het gevorderde leidt derhalve gemakkelijk tot executieproblemen. [14]
4.29.
De in 3.1 onder III, b gevorderde opgave zal worden afgewezen. Dat Jami de bodemprocedure niet zou kunnen afwachten voor wat betreft het verkrijgen van gegevens voor haar schadeberekening, heeft zij niet onderbouwd, waarmee dit deel van de vordering spoedeisend belang mist.
4.30.
De in 3.1 onder IV gevorderde recall is, beperkt tot Nederland, toewijsbaar.
4.31.
Met betrekking tot de in 3.1 onder V gevorderde vernietiging door Dominidesign van de Dominidesign stoelen, promotiemateriaal e.d., overweegt de voorzieningenrechter als volgt. Deze vordering is toewijsbaar voor zover het stoelen en promotiematerialen betreft die door Dominidesign in Nederland in voorraad worden gehouden of krachtens de toe te wijzen recall zullen worden geretourneerd. Dat vernietiging een onomkeerbare maatregel is, staat er op zich niet aan in de weg dat deze maatregel toegewezen kan worden in kort geding [15] , terwijl Jami ook een spoedeisend belang heeft bij de op te leggen maatregel, mede gezien het feit dat er geen oplegging van een dwangsom bij het verbod is gevorderd.
4.32.
Het door Jami gevorderde voorschot op schadevergoeding genoemd in 3.1 onder VI (waarbij de voorzieningenrechter ervan uitgaat dat dit voorschot - mede - ziet op schade ten gevolge van auteursrechtinbreuk) is niet toewijsbaar, omdat het daarvoor vereiste spoedeisend belang onvoldoende aannemelijk is gemaakt.
Ten aanzien van [gedaagde sub 2]
Bestuurdersaansprakelijkheid ten aanzien van auteursrechtinbreuk door Dominidesign
4.33.
[gedaagde sub 2] betoogt allereerst dat volgens vaste rechtspraak slechts in uitzonderingsgevallen bestuurdersaansprakelijkheid wordt aangenomen. Omdat [gedaagde sub 2] niet de enige feitelijk leidinggevende / beleidsbepaler is van Dominidesign, wordt volgens haar niet aan de geldende criteria voldaan.
4.34.
Voor de toewijsbaarheid van voorlopige maatregelen jegens de bestuurder van een rechtspersoon die inbreuk op intellectuele eigendomsrechten maakt, om toekomstige inbreuken te voorkomen, dient de inbreuk onder leiding van die bestuurder, althans met diens medeweten en goedkeuring zijn gemaakt. Daarbij is vereist dat de betrokken bestuurder de inbreuk hetzij heeft bevorderd, hetzij niet heeft voorkomen dat de inbreuk wordt gepleegd, terwijl hij daartoe in zijn hoedanigheid in staat is [16] .
4.35.
Jami heeft in dit kader gesteld dat [gedaagde sub 2] op de hoogte is (geweest) van het feit dat Dominidesign auteursrechtinbreuk pleegde door het aanbieden/verkopen van de Dominidesign stoel, nu het voor iedereen duidelijk is dat de auteursrechten met het overlijden van Paulin in 2009 nog van kracht zijn tot en met 2079. [gedaagde sub 2] heeft dat bestreden met het betoog dat de Dominidesign stoel in Ierland geen inbreuk op auteursrecht meer maakt, omdat de beschermingstermijn van dit werk in dat land is beperkt tot 25 jaar. Daarom is er geen sprake van willens en wetens inbreuk maken, aldus [gedaagde sub 2] .
4.36.
Gelet op de Duurrichtlijn [17] , die ook in lidstaat Ierland zal zijn geïmplementeerd, is zonder nadere motivering wat de juridische gronden zijn, niet aannemelijk dat de beschermingstermijn van de Orange Slice in Ierland aldus is beperkt. Het wetsartikel van de Ierse auteurswet waar Dominidesign c.s. naar verwijst, lijkt niet te bestaan. Voorts is van belang dat Dominidesign zich bewust is van het feit dat haar handelwijze inbreukmakend is, zolang er intellectuele eigendomsrechten rusten op de bekende ontwerpen waarvan haar meubels zijn afgeleid. Dat blijkt uit haar website (zie onder 2.8) waar zij onder het kopje “
Over ons” schrijft: “
Onze meubels zijn afgeleid van ontwerpen van bekende topdesigners. Omdat de patenten van deze ontwerpers verlopen zijn, geeft ons dat de mogelijkheid om deze designs te gebruiken voor onze eigen meubelen”. Onder deze omstandigheden is voorshands sprake van het willens en wetens inbreuk maken op de auteursrechten op de Orange Slice.
4.37.
[gedaagde sub 2] heeft daarnaast betoogd dat zij niet de enige feitelijk leidinggevende / beleidsbepaler van Dominidesign is, maar samen met anderen. Dat is echter niet doorslaggevend. Bepalend is dat - als [gedaagde sub 2] wist van de auteursrechtinbreuk door Dominidesign - zij als mede
directorhad kunnen voorkomen dat de inbreuk werd gepleegd. Niet is betwist dat [gedaagde sub 2] zelfstandig bevoegd is en was met betrekking tot Dominidesign, noch dat zij op de hoogte was van het businessmodel zoals in de vorige overweging is geciteerd, zodat zij naar voorlopig oordeel de inbreuk had kunnen voorkomen en in de toekomst kan voorkomen.
4.38.
Met het voorlopig oordeel dat [gedaagde sub 2] als bestuurder aansprakelijk is voor de door Dominidesign gepleegde auteursrechtinbreuk (zie r.o. 4.35), is het spoedeisend belang bij de verbodsvordering genoemd in 3.1 onder I ten aanzien van [gedaagde sub 2] gegeven. Deze vordering zal dan ook worden toegewezen, waarbij de termijn voor het staken van de auteursrechtinbreuk ter voorkoming van executieproblemen zal worden bepaald op twee dagen na het wijzen van het onderhavige vonnis. Met verwijzing naar r.o. 4.5 zal het bevel worden beperkt tot Nederland. Daarnaast zal [gedaagde sub 2] worden veroordeeld om te bevorderen dat Dominidesign voldoet aan het bevel tot het doen van opgave (vergelijk r.o. 4.27 tot en met 4.29).
4.39.
Met verwijzing naar r.o. 4.32 zal de vordering genoemd in 3.1 onder VI ook jegens [gedaagde sub 2] worden afgewezen.
Bestuurdersaansprakelijkheid ten aanzien van merkinbreuk door Dominidesign
4.40.
Op dezelfde gronden als overwogen ten aanzien van Dominidesign (zie onder 4.18) zal de vordering genoemd in 3.1 onder II ook jegens [gedaagde sub 2] worden afgewezen.
4.41.
Met betrekking tot de opgaveverplichting (de vordering genoemd in 3.1 onder III) is bepaald dat Dominidesign naast inbreuk op het auteursrecht op de Orange Slice ook inbreuk op het Uniemerk heeft gepleegd en (deels) opgave dient te doen (zie r.o. 4.27 tot en met 4.29). Met betrekking tot [gedaagde sub 2] heeft Jami - onweersproken - gesteld dat [gedaagde sub 2] op de hoogte was van de door Dominidesign gepleegde merkinbreuk, omdat [gedaagde sub 2] in reactie op de eerste sommatie van de advocaat van Jami de merkinbreuk heeft erkend. Nu zij heeft nagelaten de merkinbreuk te voorkomen, is er grond voor toewijzing van de opgavevordering jegens [gedaagde sub 2] .
Ten aanzien van Dominidesign en [gedaagde sub 2]
Proceskosten en artikel 1019i Rv
4.42.
Dominidesign en [gedaagde sub 2] zullen als de overwegend in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten. Jami heeft een proceskostenveroordeling op de voet
van artikel 1019h Rv gevorderd. Nu Jami zich ook op slaafse nabootsing en bestuurdersaansprakelijkheid heeft beroepen, waarop artikel 1019h Rv niet van toepassing is, zal de voorzieningenrechter een deel van de kosten begroten op grond van artikel 1019h Rv en een deel conform het liquidatietarief. De voorzieningenrechter schat het deel dat ziet op handhaving van intellectuele eigendomsrechten op 80% (‘het IE deel’) en het overige deel op 20% (‘het niet-IE deel’). De voorzieningenrechter schat het aandeel van de werkzaamheden van Jami dat is toe te rekenen aan Dominidesign en [gedaagde sub 2] op 90%.
4.43.
Jami heeft specificaties van haar kosten (inclusief salaris vertaler en exclusief BTW) van in totaal € 20.076,35 overgelegd. Dominidesign en [gedaagde sub 2] betwisten de redelijkheid en de evenredigheid van de hoogte van deze kosten en betogen dat op basis van de Indicatietarieven in IE-zaken aangehaakt moet worden bij het tarief voor een normaal kort geding, te weten € 15.000,-.
4.44.
De voorzieningenrechter acht dit bezwaar gegrond en is - met Dominidesign en [gedaagde sub 2] - van oordeel dat deze zaak kwalificeert als een normaal kort geding. Dat betekent dat voor het IE-deel en rekening houdend met 90% toerekening van de kosten aan deze betreffende gedaagden de advocaatkosten worden begroot op (80% x € 15.000,-) = € 12.000,- x 90% =) € 10.800,- en voor het niet IE-deel op (20% x € 980,-) = € 196,- x 90% =) € 176,40. Vermeerderd met het griffierecht van € 2.042,- en de dagvaardingskosten van € 81,83, sluit de begroting van de proceskosten op (€ 10.800,- + € 176,40 + € 2.042,- + € 81,83 =) € 13.100,23. Dit bedrag zal worden toegewezen evenals de gevorderde en niet weersproken wettelijke rente.
4.45.
De termijn van 1019i Rv zal zoals door Jami gevorderd, worden bepaald op zes maanden na de datum van dit vonnis.
Ten aanzien van Showlocus
4.46.
Nadat het kort geding was uitgeroepen en partijen waren verschenen, heeft Jami ter zitting de vordering jegens Showlocus, inclusief de proceskostenveroordeling, laten varen. Showlocus vordert thans nog een proceskostenveroordeling van Jami, omdat zij kosten heeft gemaakt voor de verdediging. Gezien dat verweer is er nog een beslissing op de proceskosten nodig [18] .
4.47.
Partijen twisten over de vraag aan wie van hen het is te wijten dat Showlocus pas op 14 januari 2020 Onthoudingsverklaring II heeft getekend. Showlocus stelt dat dat ligt aan het feit dat Jami pas kort daarvoor is ingegaan op het verzoek van Dominidesign c.s. om haar inzage te geven in de gehele Publishing Agreement, niet alleen in een aantal artikelen daarvan, terwijl zij daarom al in december 2019 had gevraagd. Dientengevolge heeft Showlocus een verdediging voorbereid die zij na de inzage en het overleggen van de Onthoudingsverklaringen I en II niet had hoeven voor te bereiden. Daarop heeft Jami er op gewezen dat zij al op 24 december 2019 had aangeboden inzage te verlenen in de Publishing Agreement en dat haar advocaat de advocaat van Showlocus na ontvangst van Onthoudingsverklaring II en onderling overleg, al heeft bericht dat zij de vordering ter zitting zou laten varen.
4.48.
Jami heeft Showlocus gesommeerd de inbreuken te staken alvorens zij haar heeft gedagvaard. Dat heeft echter niet tot overleg tussen partijen geleid. Vervolgens heeft Showlocus na dagvaarding vragen gesteld bij de gerechtigdheid van Jami om de auteursrechten te handhaven. Daarop heeft Jami kennelijk op 24 december 2019 gereageerd met een aanbod tot inzage in de - vertrouwelijke - Publishing Agreement. Dat het aan Jami te wijten is dat het vervolgens twee weken heeft geduurd voordat die inzage is geëffectueerd, blijkt niet. Onthoudingsverklaring II is op 15 januari 2020 aan Jami toegestuurd. Vervolgens is er op 17 januari 2020 verzocht om een bevestiging en is er op 19 januari 2020 bevestigd dat de vordering ter zitting zou worden ingetrokken. Niet gezegd kan worden dat Jami na de onthoudingsverklaring onnodig lang heeft gedraald met de bevestiging dat de vorderingen zouden worden ingetrokken. Bij deze stand van zaken is een veroordeling van Jami in de kosten omdat Showlocus pas op 14 januari 2020 in staat was te beslissen Onthoudingsverklaring II te doen, niet op zijn plaats. De vordering daartoe van Showlocus zal worden afgewezen.
5. De beslissing
De voorzieningenrechter
5.1.
beveelt Dominidesign iedere inbreuk op het auteursrecht op de Orange Slice, die zij maakt met de Dominidesign stoel binnen twee dagen na betekening van dit vonnis in Nederland te staken en gestaakt te houden;
5.2.
beveelt Dominidesign iedere inbreuk op het Uniemerk, waaronder in ieder geval begrepen het gebruik de tekens “Orange Slice” en “Slice” voor de verhandeling van de Dominidesign stoel, binnen twee dagen na betekening van dit vonnis in Nederland te staken en gestaakt te houden;
5.3.
beveelt [gedaagde sub 2] iedere betrokkenheid als bestuurder van een rechtspersoon bij inbreuk op het auteursrecht op de Orange Slice en/of op het Uniemerk, die wordt gemaakt met de Dominidesign stoel of het gebruik van het Uniemerk voor de verhandeling daarvan, binnen twee dagen na betekening van dit vonnis in Nederland te staken en gestaakt te houden;
5.4.
gebiedt Dominidesign en [gedaagde sub 2] om binnen zes weken na betekening van dit vonnis opgave te doen, met relevante stukken onderbouwd, van:
het aantal in Nederland gefabriceerde en/of ingekochte en/of geïmporteerde en verkochte en/of in voorraad zijnde en/of op andere wijze in het verkeer gebrachte Dominidesign stoelen;
de namen, adressen, telefoonnummers, web- en e-mailadressen van de afnemers in Nederland van de Dominidesign stoelen, niet zijnde particulieren;
de namen, adressen, telefoonnummers, web- en e-mailadressen van de fabrikant, (mede)importeurs, tussenpersonen, leveranciers en medeaanbieders in Nederland van de Dominidesign stoelen;
het promotiemateriaal en andere dragers waarop de Dominidesign stoelen of de aanduidingen “Orange Slice” of “Slice” in Nederland zijn opgenomen, gespecificeerd naar soort, oplage en datum;
5.5.
gebiedt Dominidesign om binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis alle Dominidesign stoelen die (nog) niet aan particulieren zijn geleverd en elders in Nederland staan opgeslagen terug te halen, inclusief promotiemateriaal en andere dragers waarop de Dominidesign stoelen of de aanduidingen “Orange Slice” of “Slice” in Nederland zijn opgenomen, en daarvan deugdelijk bewijs aan Jami te verschaffen;
5.6.
gebiedt Dominidesign binnen 28 dagen na betekening van dit vonnis alle Dominidesign stoelen, inclusief promotiemateriaal en andere dragers waarop de Dominidesign stoelen of de aanduidingen “Orange Slice” of “Slice” zijn opgenomen, te (laten) vernietigen en daarvan deugdelijk bewijs aan Jami te verschaffen;
5.7.
veroordeelt Dominidesign en [gedaagde sub 2] in de kosten van het geding, tot op heden aan de zijde van Jami begroot op € 13.100,23, één en ander te voldoen binnen 14 dagen na de datum van dit vonnis en - voor het geval voldoening van de kosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt - te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over de kosten te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening tot aan de dag van algehele voldoening,
5.8.
bepaalt de termijn voor het instellen van de hoofdzaak in de zin van artikel 1019i Rv op zes maanden na heden,
5.9.
verklaart het vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.10.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. F.M. Bus en in het openbaar uitgesproken op 11 februari 2020.

Voetnoten

1.Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering
2.Verordening (EU) nr. 1215/2012 van 12 december 2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken
3.HvJ EU 3 oktober 2013, C-170/12, ECLI:EU:C:2013:635 (Pinckney / Mediatech) en HvJ EU 22 januari 2015, C-441/13, ECLI:EU:C:2015:28 (Hejduk)
4.Berner Conventie
5.Verordening (EG) nr. 864/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 11 juli 2007 betreffende het recht dat van toepassing is op niet-contractuele verbintenissen
6.Burgerlijk Wetboek
7.Verordening (EU) nr. 2017/1001 van het Europees parlement en de Raad van 14 juni 2017 inzake het Uniemerk
8.Auteurswet
9.Benelux-verdrag inzake de intellectuele eigendom (merken en tekeningen of modellen)
10.Eenvormige Beneluxwet inzake tekeningen en modellen, in werking getreden op 1 januari 1975
11.Vergelijk Hoge Raad 26 november 2004, ECLI:NL:HR:2004:AP9665 en (recentelijk) Hoge Raad 16 november 2018, ECLI:NL:HR:2018:2112
12.Hoge Raad 29 november 2002, ECLI:NL:HR:2002:AE8456 (Una Voca Particulare)
13.Vergelijk HvJ EG 11 maart 2003, C-40/01, ECLI:EU:C:2003:145 (Ansul / Ajax) en HvJ EG 27 januari 2004, C-259/02, ECLI:EU:C:2004:50 (La Mer Technology / Labaratoires Goemar)
14.Zie arresten van het gerechtshof ’s-Hertogenbosch in de zaak Stichting Pictoright/Art & Allposters International B.V.: onder meer ECLI:NL:GHSHE:2012:BX8701, ECLI:NL:GHSHE:2013:3019 en met name ECLI:NL:GHSHE:2014:809.
15.HR 25 oktober 2013, ECLI:NL:HR:2013:1036
16.HR 15 februari 2002, ECLI:NL:HR:2002:AD6095 (Jack Daniel’s)
17.Richtlijn 93/98/EEG van de Raad van 29 oktober 1993 betreffende de harmonisatie van de beschermingstermijn van het auteursrecht en van bepaalde naburige rechten
18.Vergelijk HR 3 juni 2016, ECLI:NL:HR:2016:1087 (GIA/Wieland)