ECLI:NL:RBDHA:2019:3109
Rechtbank Den Haag
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Beëindiging slapende arbeidsovereenkomst bij duurzame arbeidsongeschiktheid en transitievergoeding
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 28 maart 2019 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een eiseres en een gedaagde zorginstelling. De eiseres, die sinds lange tijd arbeidsongeschikt is, vorderde de beëindiging van haar slapende arbeidsovereenkomst en de toekenning van een transitievergoeding van € 150.067,=. De voorzieningenrechter oordeelde dat het in stand houden van de slapende arbeidsovereenkomst in strijd kan zijn met goed werkgeverschap, vooral in het licht van de Wet compensatie transitievergoedingen. De rechter stelde vast dat de gedaagde zorginstelling geen gerechtvaardigd belang had om de arbeidsovereenkomst voort te zetten, gezien de langdurige arbeidsongeschiktheid van de eiseres en het feit dat zij niet meer in staat was om haar functie als statutair directeur uit te oefenen. De voorzieningenrechter beval de gedaagde om de arbeidsovereenkomst met de eiseres binnen drie werkdagen op te zeggen, onder toekenning van de wettelijke transitievergoeding. Tevens werd een dwangsom opgelegd voor het geval de gedaagde niet aan de uitspraak voldeed. De gedaagde werd veroordeeld in de proceskosten van de eiseres.