ECLI:NL:RBDHA:2019:10773
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Intrekking van het Nederlanderschap van eiseres wegens betrokkenheid bij genocide in Rwanda
Op 28 november 2017 heeft de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) het Nederlanderschap van eiseres ingetrokken, omdat er ernstige vermoedens bestonden dat zij betrokken was bij de genocide in Rwanda in 1994 en deze informatie had verzwegen bij de verkrijging van haar Nederlanderschap. De rechtbank Den Haag heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard, wat betekent dat de intrekking van het Nederlanderschap in stand blijft. De rechtbank oordeelde dat de IND het besluit kon baseren op een individueel ambtsbericht van de minister van Buitenlandse Zaken, waaruit bleek dat eiseres bijeenkomsten organiseerde ter voorbereiding van de genocide. De rechtbank vond het ambtsbericht zorgvuldig tot stand gekomen en de inhoud ervan rechtvaardigde de conclusie dat er ernstige vermoedens bestonden van 1(F)-misdrijven, zoals gedefinieerd in het Vluchtelingenverdrag. Eiseres had aangevoerd dat haar verdedigingsmogelijkheden onredelijk waren beperkt, maar de rechtbank oordeelde dat de geheimhouding van de bronnen in het ambtsbericht gerechtvaardigd was. De rechtbank concludeerde dat de belangenafweging van de IND correct was en dat er geen aanleiding was om te twijfelen aan de juistheid van het ambtsbericht. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en bevestigde de intrekking van het Nederlanderschap.