ECLI:NL:RBDHA:2018:9773
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Loondoorbetalingsverplichting en re-integratie-inspanningen van werkgever in het kader van arbeidsongeschiktheid
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 16 augustus 2018 uitspraak gedaan over de loondoorbetalingsverplichting van een werkgever, eiseres, jegens een werknemer die langdurig ziek was. De werkgever had een verplichting tot loondoorbetaling opgelegd gekregen door de Raad van Bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) vanwege onvoldoende re-integratie-inspanningen. De werknemer, die sinds 1968 in dienst was als terrazzomedewerker, had zich ziek gemeld met longklachten als gevolg van COPD. De rechtbank oordeelde dat de werkgever onvoldoende adequate re-integratie-inspanningen had verricht, met name in het tweede spoor, en dat er geen rechtvaardigingsgrond was voor het nalaten hiervan. De rechtbank concludeerde dat de werkgever ten onrechte had aangenomen dat de werknemer geen benutbare arbeidsmogelijkheden had, en dat de loonsanctie terecht was opgelegd. De rechtbank verwierp de argumenten van de werkgever en verklaarde het beroep ongegrond. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van werkgevers bij re-integratie van zieke werknemers en de noodzaak om adequate inspanningen te leveren, ook als er twijfels zijn over de arbeidsmogelijkheden van de werknemer.