ECLI:NL:RBDHA:2017:7090
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag verblijfsvergunning wegens niet betalen leges en beoordeling schrijnende omstandigheden
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 28 juni 2017 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de aanvraag van eisers voor een verblijfsvergunning. Eisers, van Indonesische nationaliteit, hebben hun aanvraag ingediend op basis van niet-tijdelijke humanitaire gronden. De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie heeft de aanvraag echter niet in behandeling genomen omdat eisers geen leges hebben betaald. Dit besluit is door de rechtbank getoetst aan de hand van de Vreemdelingenwet 2000 en het Voorschrift Vreemdelingen. De rechtbank heeft vastgesteld dat eisers niet in aanmerking komen voor vrijstelling van leges en dat verweerder zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat eisers leges verschuldigd zijn. De rechtbank heeft ook overwogen dat de door eisers aangevoerde schrijnende omstandigheden niet voldoende zijn om hen vrij te stellen van de legesverplichting. De rechtbank heeft het beroep van eisers ongegrond verklaard, wat betekent dat de aanvragen terecht buiten behandeling zijn gesteld. Tevens is het verzoek van eisers om het inreisverbod op te heffen afgewezen, omdat de aanvragen om de verblijfsvergunning al terecht waren afgewezen. De uitspraak is openbaar gedaan en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen vier weken na verzending.